Roeping. Jaargang 2

[p. 267]

Rex clementissime.

Rex cle - men-tis - si - me, Je-su dul - cis - si - me, Fi - li De - i et Ma-
ri - ae; Te co - lo Do - mi - ne, Tec - tum ve - la- mi - ne
Sacrae Eu - cha - ri - sti - ae. Lau - da Je - ru - sa-lem, Do-mi-num;
poco rit.

[p. 268]

lau - da De - um tu - um Si - on, Ho - san - na
Ho - san - na Ho - san - na Fi - li - o Da - vid.
poco rit.

[p. 269]

Rex clementissime

1
Rex clementissime, Jesu dulcissime,	Koning vol van liefde, Jezus allerzoetste,
Fili Dei et Mariae;	Zoon van God en van Maria
Te colo Domine, Tectum velamine	U eer ik Heer, Verhuld in den sluier
Sacrae Eucharistiae.	der Heilige Eucharistie.
Keervers.	Keervers.
Lauda Jerusalem, Dominum;	Loof Jerusalem den Heer
lauda Deum tuum Sion	loof uwen God, Sion.
Hosanna, Hosanna, Hosanna Filio David.	Hosanna, Hosanna, Hosanna den Zoon van David.

2
Natum de Virgine, Corpus cum sanguine	Uit de Maagd geboren, Lichaam
Suppliciter adoro;	en bloed, aanbid ik deemoedig;
O latens Deitas, Aeterna veritas,	O verborgen Godheid, eeuwige waarheid,
Te venerans imploro. LAUDA.	U huldig ik, U smeek ik.

3
Sub panis specie, sub vini latice	Onder gedaante van brood, onder het
Adoro Christum totum	vocht van wijn aanbid ik Christus geheel.
Ejus praesentiae, Ejus clementiae	Aan zijn tegenwoordigheid, aan zijn goe-
Cor offero devotum. LAUDA.	dertierenheid offer ik het devote hart.

4
Ave Rex gloriae, Dulcis memoriae,	Gegroet Koning der glorie, van zoete
Aveto, Jesu Christe.	gedachtenis, wees gegroet Jesus Christus
Te mundi pretium, coeleste praemium,	U der wereld losprijs, hemelsch loon
Figurae velant istae. LAUDA.	omhullen deze teekenen.

5
Ave flos Virginum, O Sponse sanguinum,	Gegroet bloem der Maagden, o Bruidegom
O Caro Salvatoris!	der martelaren, o Vleesch des Zaligmakers
Tua dulcedine Totum me detine,	Door Uwe zoetheid laat m' opgaan in U,
Perennis fons amoris. LAUDA.	altijd vloeiende liefdebron.

6
O mundi victima, Te sitit anima,	O slachtoffer der wereld, U dorst mijn
Te quaerit, Pie Jesu.	ziel, U zoekt zij lieve Jesus.
Jesu spes unica, Huic communica	Jesus eenige hoop, deel U aan haar mede
Te sacrae carnis esu. LAUDA.	door de nuttiging van Uw H. Vleesch.

7
O mira Bonitas, O summa Charitas!	O wonderbare goedheid, o hoogste liefde,
En Domini majestas!	zie 's Heeren majesteit,
Sub hoc umbraculo Se donat famulo,	Onder die sluier geeft Hij zich den
Quid, Jesu, mihi praestas! LAUDA.	Dienaar; wat, Jesus, schenkt Gij mij!