Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roeping. Jaargang 24 (1947)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roeping. Jaargang 24

(1947)– [tijdschrift] Roeping–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 63]
[p. 63]

Boekbespreking

Dr. A.I.M. Kat: Stijl en vorm in het Gregoriaansch. Hilversum, Gooi en Sticht, 1946.

In de ‘Methodica-reeks van het muziekinstituut van de Kathedraal van Sint Bavo te Haarlem’ publiceerde Dr. Kat als deel III ‘Stijl en vorm in het Gregoriaansch’. Op heldere wijze behandelt de Schr. de verschillende vormen, die ten grondslag liggen aan de composities van het Gregoriaanse répertoire. Talrijke voorbeelden verduidelijken zijn uiteenzetting. Terecht heeft de Schr. voornamelijk de objectieve vormenleer behandeld; maar toch lijkt mij de wijze waarop hij het expressieve element van de compositie behandelt (17 regels op 104 bladzijden; zie p. 103) wel wat al te sober, en in deze opzet onvoldoende.

De druk is van Gooi & Sticht - dus keurig verzorgd. Warm aanbevolen aan geestelijken, kerkzangers en allen die belangstelling hebben voor het Gregoriaans.

E.B.

fr. M.E. Boylan, O.C.R., This tremendous lover, Cork (The Mercier Press) 1946 (345 pp.).

Dit boek wil, zoals de schrijver zich uitdrukt, de liefdesgeschiedenis zijn van God en mens. En inderdaad heeft de wijze waarop deze Cistercienzermonnik het geheim van onze inlijving in Christus behandelt het boeiende van een roman. Maar het werk van Pater Boylan is nog meer dan louter boeiend; hier is een ervaren zielenkenner aan het woord die ons tal van schone waarheden weet bij te brengen, tal van nuttige wenken weet te geven. Welk hoofdstuk men ook begint te lezen, men wordt terstond gegrepen door de levendige stijl, door de verheven gedachte. Dit boek zal een waardige plaats innemen naast de werken van Marmion en van Vonier, waaraan het trouwens dikwijls doet denken. Aan Priesters zowel als aan leken bijzonder aanbevolen.

D.P.A.

Prof. Dr. Rudolf Allers: Zelfverbetering. Nederland's Boekhuis, Tilburg.

Zoals de titel aangeeft, heeft dit werk een uitgesproken paedagogische strekking. Het wijst de mens op oorzaken en gevolgen van zijn gebreken en op de mogelijkheid, om die te bestrijden. De schrijver gaat daarbij op zakelijke wijze te werk. Hij herinnert er eerst aan, dat onze fouten en hebbelijkheden ons zeer dikwijls in de weg staan in ons werk en in het maatschappelijk leven, en verheft zich dan geleidelijk tot hogere gezichtspunten. Zijn ontledingen van karakterfouten herinneren soms sterk aan die van Adler. Terwijl bij dezen echter alles draait om de tegenstelling: zelfzucht, gemeenschapszin, waarbij de zelfzucht vooral vertegenwoordigd wordt door het streven naar macht en superioriteit, plaatst Allers zich op een algemener standpunt en vestigt sterker de aandacht op de objectieve wetten, die ons leven beheersen, maar waartegen in ieder van ons een geest van verzet leeft.

De schrijver hecht grote waarde aan het weten en kennen, het ‘bewust maken’ van de dikwijls onbewuste gronden van onze ondeugden, maar toch

[pagina 64]
[p. 64]

staat, zoals in een paedagogisch werk vanzelf spreekt, de wil in het middelpunt van zijn belangstelling.

Interessant is de beschouwing over de ‘zwakke’ wil, die, zoals met een beroep op de ‘Confessiones’ van den groten zelfontleder St. Augustinus uiteengezet wordt, in werkelijkheid een verdeelde wil is.

Dit boek, dat, hoewel de wetenschappelijk-psychologische achtergrond, vooral in het eerste, algemene gedeelte niet ontbreekt, eenvoudig en bevattelijk geschreven is, zal zeker menigeen iets te zeggen hebben.

J.K.

A.M. Ryan, ‘A Map of old English Monasteries and related ecclesiastical Foundations. A.D. 400-1066’. Ithaca, New York, Cornell Univ. Press, 1939, VI-33 p.

Een kaart van de oude engelsche kloosters, bisschopszetels en kerken, met de daartusschen gelegen verbindingswegen, zooals zij bestonden vóór het jaar 1066, het jaar waarin de landing van Willem den Veroveraar een geheel nieuw tijdperk inluidde voor het leven der Kerk in Engeland. Aan de kaart is toegevoegd een Index die de oude en de hedendaagsche namen, het graafschap, de soort der stichting, de oudste datum waarop zij bekend was, datum en naam van de oudste bron, enz. vermeldt. Zij geeft ons de topographie van het christelijk Engeland van Columbanus, Beda en Alcuin, van Willibrord en Bonifacius, waaraan ook wij zoo onnoemelijk veel te danken hebben en waarvan wij nog zoo betrekkelijk weinig weten. De samenstelster heeft haar werk bedoeld als een voorstudie voor een studie over communicaties, in het bijzonder de christelijke communicaties, in de Oud-Engelsche periode. Voor enkele aanvullingen op deze zeer nuttige publicatie zie men Dom Gougaud in Rev. Hist. Eccl. 1940, p. 253.

fr. R.A. m.b.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken