Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roeping. Jaargang 30 (1954-1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roeping. Jaargang 30
Afbeelding van Roeping. Jaargang 30Toon afbeelding van titelpagina van Roeping. Jaargang 30

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roeping. Jaargang 30

(1954-1955)– [tijdschrift] Roeping–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 205]
[p. 205]

Nieuwe boeken

Anna Comnena
Dr. G.H. Blanken. Glorie der Griekse Middeleeuwen. Anna Comnena 1083-1148, [uitg. Van Loghum-Slaterus, Arnhem 1953].

HET aantal Nederlandse boeken over Byzantium is klein. Het is daarom een prettige verrassing wanneer er in het Nederlands een boekje verschijnt, dat zich met Byzantium bezig houdt. De schrijver dr. G.H. Blanken heeft ons een biografie gegeven van de Byzantijnse prinses Anna Comnena, die in het einde van de 11e en het begin van de 12e eeuw leefde. Deze Byzantijnse keizersdochter droomde er van haar vader als keizerin op te volgen. Haar pogingen om deze droom te verwerkelijken mislukten en dertig jaar lang, heel de tweede helft van haar leven, bracht ze in gedwongen opsluiting in een klooster door. Zij heeft deze tijd van afzondering gebruikt om het leven van haar vereerde vader Alexius I te beschrijven. Haar biographie Alexias is dank zij haar uitzonderlijke begaafdheid zo'n voortreffelijk werk, dat zij er door verkrijgt, wat ze als keizerin waarschijnlijk nooit bereikt zou hebben: een grote en blijvende naam in de geschiedenis van Byzantium. Dr. Blanken vond in deze geleerde schrijfster, de eerste vrouwelijke historica waarvan de geschiedenis melding maakt, een dankbaar object. Bovendien valt haar leven in de bloeitijd van de Byzantijnse geschiedenis. Zeer terecht beschouwt de schrijver Anna Comnena als representante van de Byzantijnse cultuur, waardoor zijn boekje uitnemend past in de serie: Taferelen uit de Cultuurgeschiedenis van Europa.

Het boekje van dr. Blanken, boeiend geschreven en stilistisch uitnemend verzorgd, is een waardevolle aanwinst van onze historische literatuur. Wie belang stelt in Byzantijnse geschiedenis mag het niet ongelezen laten.

w.w. reijs

Problemen der literatuurwetenschap
C.F.P. Stutterheim: Problemen der literatuurwetenschap. Uitgeversmaatschappij N.V. Standaard-Boekhandel, Antwerpen-Amsterdam, 1953 [Deel van de Philosophische Bibliotheek].

DIT werk is bij uitstek geschikt voor de koks [aanzienlijk minder voor de gastend. En dan nog wel voor de koks met speciale belangstelling voor de speciale gerechten die de auteur opdient. Zijn belangstelling gaat in dit werk vooral uit naar de problemen van de vorm in de poëzie [vers, strofe, metrum, rhythme, rijm, enjambement, beeldspraak etc.], die hij op hun wezenlijke waarden onderzoekt na geconstateerd te hebben dat een chaos van tegenstrijdige meningen bestaat op vrijwel elk détailgebied der litteratuurwetenschap. Bij de behandeling dezer problemen legt schr. een grote mate van geduldige denkarbeid aan den dag; daarbij valt op zijn belangstelling voor methodologische en wetenschaps-theoretische vragen, waardoor dit werk stellig van belang is voor degenen die zich hiervoor interesseren, en die willen onderzoeken hoe een algemene problematiek door de unieke kenmerken van het te onderzoeken object gemodificeerd wordt. Belangstellenden in ‘letterkunde’ zullen

[pagina 206]
[p. 206]

het meest geboeid worden door het laatste hoofdstuk over vorm en inhoud dat een meer centraal probleem behandelt. Maar ook voor dit hoofdstuk geldt wat voor de andere moet worden geconstateerd: dat de chaos van tegenstrijdigheden die Stutterheim meende op te merken vervangen is door een soort mentaal Nirwana: niets staat nog vast, niets is nog zeker, weinig kan maar worden geponeerd als duidelijke overtuiging.

Andere bezwaren tegen de behandeling kunnen als volgt geformuleerd worden: S. benadert vrijwel altijd als ‘lezer’ de problemen; naar onze mening verdient deze beschouwingswijze een complement te vinden in een beschouwing van het standpunt van de auteur uit. Vervolgens: een analyse volgens de oude ‘materia’- en ‘forma’-begrippen moet tot bevredigender resultaten leiden.

Het is slechts moeizaam mogelijk uitsluitsel te krijgen, zelfs in een détailprobleempje, meent S., en daarin heeft hij gelijk. De moeizame denkarbeid, in dit werk in een weinig genuanceerde stijl neergelegd, zal slechts tot de vaklieden spreken; maar deze vaklieden zullen er hem erkentelijk voor zijn, al zullen zij tevens menen dat groter ‘waaghalzen’ [als Ermatinger bijv.] meer bereikten.

 

G.K.

Humor in de Italiaanse literatuur
Dr E. Peternolli: Iets over ‘Humour’ en ‘Umorismo’ in de moderne Italiaanse letterkunde, openbare les Groningen, uitg. J.B. Wolters, Groningen, Djakarta, 1954.

ZOWEL de moderne psychologie als de aesthetica zijn het er over eens dat niet alleen de naam maar ook het fenomeen van het ware humorisme modern is. Ook al wil men Sokrates er de ‘pionier’ van noemen, eerst in de Renaissance treft men in een filosoof als Giordano Bruno een wijsgeer die volledig begrip heeft voor het leven in zijn veelvormigheid en rijkdom aan tegenstellingen. Bruno ziet de ware realiteit uitgedrukt in het spel der contrasten, terwijl Plato in zijn Symposion nog voorschreef dat de gemoedsbewegingen door het verstand overwonnen zouden worden en rust vinden in de onveranderlijkheid. Gewoonlijk houdt men het er voor dat de Engelsen het volk zijn met het grootste gevoel voor humor [en met de meeste jichtlijders - serieuze onderzoekers leggen er verband tussen]. Maar alleen al de veelsoortigheid van de Engelse humor schijnt de mogelijkheid van definiëren uit te sluiten, alle kans latende aan de beschrijvende psychologie. Typisch voor de humor blijft meestal: het overwicht van het gevoel op het verstand [in het andere geval spreekt men liever van ‘esprit’ of ‘wit’], terwijl voorts predomineert een bepaalde houding van sympathie of toegeeflijkheid, ofwel overweegt een realistisch en burgerlijk karakter [in tegenstelling met de aristocratische geestigheid of de satire].

Na zulke inleidende beschouwingen geeft dr. Peternolli een bondig overzicht van de Italiaanse humoristische literatuur [o.a. Tassoni, Boccaccio, vooral Manzoni] om uitvoeriger te spreken over de moderne schrijvers Alfredo Panzini, een bizar, autobiografisch auteur van wie meerdere boeken ook in het Nederlands zijn vertaald; Cesare Zavattini met zijn galgenhumor die de neo-realistische Italiaanse filmkunst zo gelukkig heeft beïnvloed en de bezieler was van de Sica [Fietsendieven]; Achille Companile, wiens lach ‘onnozel’ is, zonder morele of filosofische bijmengsel; tenslotte de succesrijke Giovanni Guareschi, in wie spr. educatieve bedoelingen ten opzichte van de massa en zijn humor waardeert.

L.T.

[pagina 207]
[p. 207]

Een heel duur folder
Mr E. Elias, Nederland, wonder uit water, een verzameling foto's van Ed. van Wijk N.F.K., uitg. N.V.W. van Hoeve, 's Gravenhage.

‘HET is een lust in dit kleine land - wonder uit water - te zijn.’ Aldus staat geschreven in het fotoboek Nederland, waarvoor Ed. van Wijk de foto's en Mr E. Elias de tekst verzorgde. Het enige opmerkelijke in deze mededeling is dat ze louter leuter en leugen is. Maar het is à travers deze nonsens dat men het best de portee van het boek ontwaart: het is alleen maar een hele dure folder, verspreid ten behoeve van het vreemdelingenlegioen dat wij zo winstgevend over ons asfalt zien dollen. De tekst warrelt zonder bedaren verder, een paar octaven te hoog en dan nog vals. De foto's zijn middelmatig, voor het merendeel niet slecht, nergens echter werkelijk treffend. Zoals de spreker geposeerd is, zo zijn het ook de foto's.

Als Nederland werkelijk zichzelf buiten de grenzen wil adverteren, dan het dan geschiede in eenvoud en waarheid. Men moet geloven dat het ook dan nog mooi kan zijn.

 

L.T.

De moderne wereld christelijk gezien
J.V. Langmead Casserley: De ontkerstening van de moderne wereld, Inleiding van Dr J.H. Walgrave O.P., Desclee, de Brouwer. 1954. 190 pp.

DE TITEL, waaronder het boek van Casserley zich aandient, is niet de meest gelukkige, want de inhoud is rijker en positiever dan men zou verwachten.

Langmead Casserley heeft zich een gedachtenwereld gevormd, van waar uit hij een oordeel heeft over de gang van zaken in onze hedendaagse samenleving onder het opzicht: christelijke levensbeschouwing.

Casserley is een theoloog, d.w.z. hij is een theologische geest, die zich gevormd heeft in de omgang met patristische en middeleeuwse denkers, en die - aldus gevormd - zich heenbuigt over vraagstukken, die in deze tijd de mensen raken. Hij is ook een philosooph, d.w.z. hij is een philosophisch geschoold intellect, dat op evenwichtige wijze het pro en contra tot zijn recht laat komen en dat uit een chaotische hoeveelheid materiaal het meest wezenlijke naar voren haalt.

Na in een eerste hoofdstuk de weg te hebben aangegeven, waarlangs de afval zich voltrekt enerzijds naar de verwerping van alle godsdienst en anderzijds naar de aanvaarding van een niet-christelijke religie, bespreekt hij in een tweede hoofdstuk de taak van de theologie en de opgave van de theoloog. Uitgaande van de Openbaring en geleid door de eigentijdse ervaring moet de theoloog in staat zijn een ‘cultuursynthese’ te geven, waarin de moderne mens zich aangesproken weet. De theologie moet derhalve meer ‘wijsheid’ dan ‘geleerdheid’ brengen, terwijl zij in de laatste twee eeuwen het omgekeerde heeft gedaan.

In een volgend hoofdstuk wijdt Casserley zijn belangstelling aan de sociale aspecten, waaronder het Christendom verwerkelijkt moet worden. Daar zijn immers ook sociologische oorzaken, die aan deze verwerkelijking meewerken, want de oppositie tegen het Christendom berust - bij de grote massa - niet allereerst op intellectuele, maar op sociologische factoren. Daarin ligt tevens een vingerwijzing voor de theoloog, in welke richting hij zijn werk moet opzetten, wil hij metterdaad door de mensen, waarvoor hij schrijft, begrepen en gewaardeerd worden.

Wat echter het meest weldadig aandoet, dat is die ondergrond van hoopvol vertrouwen,

[pagina 208]
[p. 208]

waarin het werk van Casserley is neergelegd, ondanks de ernst, waarmede hij de toestand tekent. Casserley vermijdt naar beide kanten de eenzijdige overdrijving, en brengt in de aandachtig lezende geest een beredeneerd optimisme, dat zich dat zich vereenzelvigt met de kern van zijn visie.

Wat het boek van Casserley niet alleen tot een rijkdom maakt, maar tot een prettige en aangename rijkdom, dat is de wijze, waarop hij zijn betoog inkleedt. Casserley schrijft kort en bondig, zakelijk en direct, synthetisch en origineel. De gewone man zou zeggen: ‘Ge moet niet te vlug lezen. Dan zit er veel in!’

De inleiding van Dr Walgrave wijst in het eerste deel op de waarde van Casserley's boek, en hij doet dat op de wijze, die reeds gekend is uit zijn maandelijkse artikelen in Cultuurleven. In zijn tweede deel wijst hij op enkele punten, waarin de Anglicaan Casserley uitspraken doet, die voor de Katholieke lezer enigszins vreemd zijn. Ondanks dit laatste is het verheugend te constateren, hoe dicht deze Anglicaan bij zijn en onze Moederkerk staat, en hoeveel wij van hem kunnen leren, die desondanks van ons gescheiden is.

 

dr a. gerats m.s.c.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Problemen der literatuurwetenschap


auteurs

  • Lambert Tegenbosch

  • W.W. Reijs

  • A. Gerats

  • over G.H. Blanken

  • over Ernesto Peternolli