Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roeping. Jaargang 38 (1962-1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roeping. Jaargang 38
Afbeelding van Roeping. Jaargang 38Toon afbeelding van titelpagina van Roeping. Jaargang 38

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roeping. Jaargang 38

(1962-1963)– [tijdschrift] Roeping–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 241]
[p. 241]

[Nummer 6]

Open brief aan Z.H. Paus Joannes XXIII

heilige vader,

 

Deze brief wordt tot U gericht door medewerkers van het Nederlands cultureel maandblad Roeping. Wij schrijven U omdat wij ons verplicht voelen de Kerk onze overtuiging voor te leggen, dat in de Kerk van Christus geen plaats toekomt aan een wijze van gezagsuitoefening zoals die tot op heden in haar bestuursorganen is geïnstitutionaliseerd.

De aanleiding tot onze stap ligt in het recente optreden van het H. Officie tegen een Nederlands priester die om zijn liefde voor de Kerk bij katholieken en niet-katholieken in hoog aanzien staat. Mogen wij U deze gebeurtenis, die onder de Nederlandse Christenen veel deining heeft veroorzaakt, met zijn voorgeschiedenis in de herinnering roepen.

Het zal niet aan Uw aandacht zijn ontgaan, dat Uw besluit Uw broeders in het bisschopsambt in een oecumenisch concilie bijeen te roepen, ook door de Nederlandse katholieken met vreugde en grote belangstelling is begroet. De ondertekenaars van deze brief herinneren zich hun blijdschap met het zo plotseling geopende perspektief op verjonging van de Kerk en hereniging met de afgescheiden broeders en zusters in Christus. Op onze hoopvolle verwachtingen werd echter al heel spoedig een schaduw geworpen, toen bleek dat binnen de Curie bepaalde groepen ervoor ijverden de besluitvorming van het Concilie bij voorbaat aan de door hen ingenomen standpunten te binden. Het is ons niet mogelijk geweest in dit machtsstreven een getuigenis te zien van vertrouwen in de Geest ‘Die waait waar Hij wil’. Onze verontrusting werd nog vergroot door het onvermogen van genoemde kringen om eerlijke en bezorgde kritiek als zodanig te herkennen.

In deze stemming van hoop en anderzijds bezorgdheid die bij ons en bij vele medechristenen in Nederland aan het Concilie voorafging, heeft op de landdag van de organisatie van katholieke intellektuelen Sint Adelbert pater Van Kilsdonk s.j., moderator van de Amsterdamse katholieke studenten, in bewogen woorden uiting gegeven aan gedachten en gevoelens die in ons allen omgingen. In het bijzonder wisten wij ons solidair met zijn aanklacht tegen vormen van tucht- en ortodoxiehandhaving in de Kerk die niet aan elementaire normen van rechtszekerheid voldoen, en minder nog aan de eisen van christelijke liefde.

[pagina 242]
[p. 242]

Wanneer het sommigen wellicht te ver was gegaan dat pater Van Kilsdonk in dit verband het woord ‘terreur’ had gebruikt, dan lijkt aan iedere twijfel aan de juistheid van deze term een eind gemaakt door het op 3 december 1962 door het H. Officie uitgevaardigde decreet waarin het ontslag van pater Van Kilsdonk als studentenmoderator wordt geëist. (De Nederlandse pers spreekt algemeen van monitum, een vermaan met wenskarakter; het is echter een decreet van imperatieve aard). Wij kunnen dit decreet niet anders opvatten dan als een bewijs dat het H. Officie het vrije woord in de Kerk vijandig gezind is. Ongezond lijkt ons de interpretatie dat pater Van Kilsdonk niet om de inhoud maar enkel om de vorm van zijn kritiek zou zijn gevonnist. Wanneer men uit vrees voor represailles slechts een kritiek mag uitspreken die berust op een compleetheid aan informatie als in feite nooit te verkrijgen is en wanneer men zich bovendien over ieder kritisch woord driemaal moet bedenken voor men het uitspreekt, kan er toch moeilijk sprake zijn van een reële vrijheid van kritiek. Wij hopen dat U ons om deze woorden niet voor voorstanders van een onbezonnen kritiek zult gaan aanzien. Wij spreken slechts uit, dat naar onze vaste overtuiging een katholiek, priester of leek, die uit oprechte bezorgdheid meent te moeten opkomen tegen verhoudingen in de Kerk die naar zijn inzicht onaanvaardbaar zijn, aanhoord dient te worden en recht heeft op een eerlijk wederwoord. Omdat wij zó de Kerk van Christus verstaan, hebben wij ons gesticht gevoeld door de milde en menselijke toon waarin kardinaal Alfrink (geheel dus in een geest die wij ook de Uwe mogen weten) gewezen heeft op enkele ongenuanceerdheden die het betoog van pater Van Kilsdonk aankleefden; al beseffen wij bij zo'n gelegenheid des te schrijnender dat men nog niet geneigd is deze toon van een kerkelijk gezagsdrager te verwachten.

Het optreden van het H. Officie heeft intussen onder de Nederlandse katholieken zulke hevige reakties uitgelokt dat het onaannemelijk is geworden, dat de opstellers van het decreet aan het oorspronkelijk door hen ingenomen standpunt zullen vasthouden. Wij zouden dit uiteraard een verheugend resultaat vinden. Maar van de andere kant beseffen wij maar al te goed dat hierdoor niets wordt afgedaan aan het feit, dat de gezagsuitoefening in de stijl van het H. Officie in de Kerk onverdroten wordt voortgezet. Wij hebben daar geen vrede mee.

Heilige Vader, wij menen dat deze kwestie het wezen van de Kerk raakt. De apostelen Petrus en Paulus hebben geen loze woorden gebruikt toen zij hun gelovigen hun broeders noemden. Zij deden dat om te getuigen dat Christus ons allen kinderen maakt van dezelfde Vader. Maar dient dan niet gezegd, dat een gezagsstijl die deze fundamentele broederschap in de Kerk negeert, zich buiten de Kerk stelt en niet meer als stem van de Kerk herkenbaar kan zijn? En als geen herkenning mogelijk is, hoe dan wel erkenning? Dit zijn voor ons klemmende vragen. Wij weten dat wij niet mogen eisen dat de kerkelijke gezagsdragers in hun handelen de Kerk op volmaakte wijze afbeelden; wij zijn daar zelf immers evenmin toe in staat. Maar wanneer er sprake

[pagina 243]
[p. 243]

blijkt te zijn van een institutionalisering die de Kerk als liefdesgemeenschap miskent, overbrugt men dan de kloof door een beroep op het menselijk tekort?

Het komt ons voor dat genoemde misduiding van de Kerk mede wordt uitgelokt door het feit dat bepaalde kerkelijke organen de bevoegdheid hebben gekregen op te treden en maatregelen te treffen in situaties waarover zij niet behoorlijk geïnformeerd kunnen zijn, en waarvan zij vooral de konkrete menselijke kontekst niet kunnen beoordelen. Moet hierdoor niet bijna onvermijdelijk de situatie ontstaan dat deze instanties hun onvermogen gaan beschermen door op een voetstuk te klimmen waarop zij zich boven kritiek verheven voelen?

Wij beëindigen daarom onze brief met als ons inzicht uit te spreken, dat de aan de profane macht ontleende bestuursvormen van de Kerk gewijzigd moeten worden in de geest van de Kerk zelf. Wij verwachten dat hierdoor de ruimte zal ontstaan waarin de Kerk, ook in haar gezagsverhoudingen, als gemeenschap in Christus herkenbaar zal zijn.

Wij groeten U eerbiedig. Moge de Heer U in alles bijstaan.

 

Gustave Asselbergs
J.J.M. Bakker
Geert van Beek
Jan Boelens
José Boyens
Geertui Charpentier
Martien Coppens
Daaldreef
Mr. Ton Frenken
Drs. Th.A.C.M. Gerritse
Aad de Haas
Julienne Huybrechts
Pierre Kemp
Daniel de Lange
Harriet Laurey
Martin Leopold
Fernand Lodewick
Prof. dr. Karel Meeuwesse
Tom Naastepad
Ton Neelissen
Michel van Nieuwstadt
Harry G.M. Prick
Clemens Raming
Karel Reijnders
Fons Sarneel
Prof. Ko Sarneel
Jac Schreurs m.s.c.
Piet Simons
Gabriël Smit
Arthur Spronken
André van Strijp
Lambert Tegenbosch
Dr. C.W.M. Verhoeven
Lou Vleugelhof
Gerard Wijdeveld
Wim Zaal

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken