Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ruimte. Jaargang 1 (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ruimte. Jaargang 1
Afbeelding van Ruimte. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Ruimte. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.49 MB)

Scans (192.59 MB)

ebook (6.42 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ruimte. Jaargang 1

(1920)– [tijdschrift] Ruimte–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 10]
[p. 10]

Drie gedichten

Terras bij de stroom

 
Hier wil ik rusten!
 
De avend prevelt een vreemd verhaal,
 
tolk van ordeloos stadsgebeuren,
 
driftsteigering, hoogtij der lusten,
 
heidens overspel van geluiden en geuren,
 
vervroomd tot wondere fabeltaal.
 
 
 
Een demper plooit de geruchten milder:
 
orkestrionkoorts rilt uit de straatravijnen der lupanarwijk,
 
daarin de breeknoot, een sireen plots, panschalmei
 
over de eeuwige deining van een zondronken vallei,
 
saam met het heimatslied van de bootsmaat in de wind verweven,
 
die door herfstige bomen vaart, langs de stroomdijk.
 
 
 
Czardas, barcarolle, uitheemse wijzen
 
verglijden van 't krozig staketsel, daar vedelt een strijkje tziganen
 
de uitvaart van halfvergane
 
kleurschakkeringen en tonaliteiten, vervloden pracht,
 
die bij haar intocht de nacht
 
in haar malvige majesteitsmantel zal tanen.
 
 
 
Weids-irreëel de grot van parelmoeren lichtschelpen,
 
juweel in 't firmament,
 
met miriaden tot snoer geregen sterren,
 
wen vormen, lijnen, tinten, kleuren en geuren in elkaar overgaan, wen alles huwt
 
 
 
door de bries begeleid, die in de meersels der steamers luwt,
 
maar, dominante, de machtige golfslag van de stroom!
 
O, godvruchtpsalm, onderlijnd door het misties orkest
 
dat neerorgelt uit een overaards gewest,
 
wen tokkelen eoolsharpen, stréling van het windlied
 
door 't oeverriet,
 
diafane gestalten aan 't zweven, Orpheustocht, over landouwen in doom.
 
 
 
Dans wereld, dans!
 
De linie der huizen deinst ontzet.
 
Eén maat, één beweging, kosmies kadans.
 
Planetenballet.
[pagina 11]
[p. 11]
 
Niets is zichzelf meer. In de onmetelike ruimte rijst alles herboren
 
door de tij der impulsen gelouterd, puur aan zijn schaduwverschijning naar voren.
 
 
 
In ons het Elyseum.
 
Dit lichtland, ons geweten bevrijden,
 
alle machtbegeren, logen en waan
 
omzetten in opperste deemoed: kommunie met het albestaan
 
is de mensheid wijden
 
tot het paradijs.
 
 
 
23 September 1919.

Vertwijfeling

 
Ring van dagen,
 
carrousel,
 
zo omsnort me de rondgang van 't uiterlik gebeuren.
 
O geest-nomade, ten dool, ten dool,
 
langs camouflage, langs travesti van vormen
 
die bestormen
 
o folter van wat reëel is,
 
o bar geweld van de schijn.
 
 
 
Opgaaf is, te bevroeden, te peilen
 
door tastbaar verschijnen nader en nader,
 
inkeer tot de alvader,
 
de zin van het mistiese kabbala der dingen.
 
Wij, zieners naar 't kernwezen der geheimenis.
 
 
 
Lasso de horizon. Mijn strot omstropt.
 
 
 
Dwaas, wil je aan de doodloop der dingen tornen,
 
ten zoektocht tijgen naar de eeuwige Wel,
 
Pleng de schamele offerande
 
het leven gewijd,
 
deemoedig, gevouwen de handen.
 
Berust gelaten in 't schiksel der nornen.
 
 
 
30 September 1919.
[pagina 12]
[p. 12]

Credo

 
Wonder is de ziening in het veelvormige leven,
 
Kaleidoskoop aan der zinnen overzij.
 
Ik ben in u, gij zijt in mij.
 
 
 
Uitwendig geschieden ontschorsen
 
van de hulzen van het toeval,
 
biedt kosmiese orde te vorsen
 
opperste eenheid in 't heelal.
 
 
 
Hij, die grenzeloos overging in der dingen essens
 
schiep zich tot wereldminnaar vroom en intens.
 
 
 
Broederen, eigen doorgronding, eigen begrijpen,
 
absolute liefde, drijft wat dor is buiten ons, als kiem in de binnengaarde,
 
 
 
doet het gedijen en rijpen
 
tot herfstig ooft.
 
 
 
Ons de missie, wij uitverkoren
 
bij godsgenade,
 
de beschaduwde tuin der instinkten te wieden,
 
en verreind aan de goddelike zoen van het licht te bieden,
 
aards voltooid, hemels herboren,
 
Hossanah, leven, wees geloofd!
 
 
 
5 November 1919.
 
Victor J. BRUNCLAIR

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Victor J. Brunclair


datums

  • 23 september 1919

  • 30 september 1919

  • 5 november 1919