Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een schone ende ghenoechelijcke historie van Ioncker Ian (ca. 1590)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een schone ende ghenoechelijcke historie van Ioncker Ian
Afbeelding van Een schone ende ghenoechelijcke historie van Ioncker IanToon afbeelding van titelpagina van Een schone ende ghenoechelijcke historie van Ioncker Ian

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

ebook (2.68 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een schone ende ghenoechelijcke historie van Ioncker Ian

(ca. 1590)–Anoniem schone ende ghenoechelijcke historie van ioncker Ian, Een–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio A2r]
[fol. A2r]

¶ Hier begint de schoone Historie van Ioncker Ian wt den vergiere des graven zone van Artoys, ende hoe hy eerst gevonden wort. Dat eerste Capittel.

ALzo wy inde oude gesten vinden beschreven, zo isser hier voortyts gheweest tot Romen regnerende een moghende Keyser gheheeten Sigmundes, hy was alle zijn landen door vernaemt, voor een vreetsamich ende rechtveerdich prince seer goedertieren teghen alle zijn ondersaten. Nu ist op eenen tijdt ghebuerdt dat de Keyser open Hoff houden woude, zoo heeft hy alle zijn heeren by hem te hove ontboden die haer leen van hem hielden, ende dit gheschiede ontrent Pincxter wanneer den tijt genoechlijcxt is, ende alle dinghen in saysoene zijn. Doen nu den dach ghecomen was ende alle de heeren te hove gecomen waren zoo is de Keyser met alle zijn Heeren ter kercken gegaen om Misse te hooren des ghelijcx oock de Keyserinne met haer vrouwen en ionckfrouwen, twelck seer genoechlijc was om te aensien, de Misse wert seer solemplijck gedaen met Musijcke ende alderhanden instrumenten van spel alzoo dat het een groote Melodie was voor den genen diet aenhoorden. Nae dat den dienst ghedaen was, zoo is de Keyser met zijn heeren weder te houe gegaen, desgelijcx oock de keyserinne, te hove comende, zoo is de keyser allene mette keyserinne aen een tafel gaen sitten, daer nae alle de heeren elck nae zijnen staedt, ende om thof ende die blijschap te vermeerderen, soo wast gheordineert, dat tusschen een yeghelijck heere oft Ridder soude sitten een vrouwe oft ionckfrouwe, men diende daer van menigerhande gherechten, de blijschap die daer ghedreeven werdt en is niet moghelijck om te vertellen, men hoorde daer alderhande instrumenten van Speelen, aldus wasser alle droefheyt buyten den houe gesloten, ende dese ghenuechte gheduerde zo lange tot de Keyser met zijn heeren ouer tafel saten Na datmen God ghedanckt ende gelooft hadde, ende de tafelen op genomen waren zo is de Keyser op ghestaen ende is gaen wandelen in een schoon viergiere ofte prieel twelck hy dagelijckx altoos ghewoonlijck was te doene wanneer dat hy ghegeten hadde, om hem daer inne te vermaken. Doen hy nu een tijt inden hof geweest hadde, zo is hy noch voort gheghaen na een schoon prieel t'welck al omme wel dicht beset was ende geplant met veel schoone ende welrieckende bomen, ende was zoo dicht datmen der niet door sien en conde, daer binnen coomende zoo heeft de Keyser ghevonden een costelijck gouden stuck seer costelijck ende constich gewrocht, daer op lach een t'schoonste kindt in zijnen doecxkens gewonden dat men met ooghen mocht aensien, daer by oock een costelijcken half Berch een helm ende een wapen Rock de Keyser deede oock zijn heeren dat zijden cleet ontwinden, daer sach hy doen dat schoonste kindt dat oyt van Moeder mocht zijn geboren, hy vant daer oock by Zegel ende Brief daer inne dat stont gheschreeven wat name datmen den kinde gheven soude ende dat het niet te kerstenen was ghedaen, ende hy vant oock noch daer bi een Schilt van roden Goude, aen den schilt twee vergulde spooren, oock een schoon witte baniere daer in stont een schoon cruyce gewrocht van goude, boven was sy van lasuere daer inne stonden twee Lelien seer schoon van coleure. De keyser van dese kinde seer verblijt, ende dede tkindt met alle dat hy daer vant in zijn camer dragen, voort deede hy de nieumare loopen door alle zijn ant dat de keyserinne gelegen waer

[Folio A2v]
[fol. A2v]

van een iongen Sone, men dede tkint te kercken draghen met grooter eeren alleens oft des Keysers Soone ware geweest, twert ghedoopt ende ghenoemt Ioncker Ian uyt den vergiere, om dat het inden vergiere oft prieel gevonden wert, de Keyser beminde dit kint boven maten seer, ende hy swoer by zijnder troonen, waerder yemant die dorste vermanen dat het zijn kindt niet en ware, hy soudese tleven doen nemen, hy dede het kint seer costelijcken op voeden doent seven iaren out was, wast zo lieflijc ende gratieus om aen te sien, dat een mensche hoe ontstelt hy ware diet kint aensage soude hemselven vertroost hebben door tgesichte van den kinde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken