Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sic. Jaargang 3 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sic. Jaargang 3
Afbeelding van Sic. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Sic. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.60 MB)

Scans (405.16 MB)

ebook (9.95 MB)

XML (0.87 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verhalen
gedichten / dichtbundel
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sic. Jaargang 3

(1988)– [tijdschrift] Sic–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

[Nummer 2]

Woord vooraf

Willem Brakman heeft in vijfentwintig jaar schrijverschap een belangwekkend oeuvre opgebouwd. Er is veel over zijn werk geschreven, hij heeft belangrijke literaire prijzen gekregen - onder meer de P.C. Hooft-prijs in 1981 - maar de grote Brakmanstudie waarin alle lijnen bij elkaar komen is nog niet geschreven. Na zoveel jaar kan dan ook wel vastgesteld worden dat de moeite die het kost om Brakman in één blik te overzien een niet onbelangrijke eigenschap van het werk is.

Bekend is de welsprekendheid waarmee Brakman zelf zijn werk weet te typeren en te omcirkelen. Hij deed dat op direkte wijze in Een wak in het kroos en meer indirekt in de essaybundel De jojo van de lezer. Het hier voor het eerst gepubliceerde essay Vorm als inhoud van het schrijven is een voorbeeld van die benadering waarbij gedachten over literatuur en schrijverschap in het algemeen gesteld, toch in het bijzonder zijn eigen werk betreffen. Brakman die als essayist als het ware op de voorste rij zit, verschaft zijn lezers veel inzicht, maar nooit zo definitief dat er aan het beschouwen een eind zou kunnen komen, daar het de schrijver er om te doen is: ‘een rijk hoofd te kweken dat in interpretaties zin en betekenis bij elkaar weet te spelen zoals afgeschoten vuurpijlen en zonnetjes de boodschap overbrengen dat het feest is’. Dat Brakman zich van dit thema van dagend inzicht en verschuivend perspectief al vroeg bewust was, blijkt uit de bijdrage van Ineke Bulte die niet voor niets Praten als Brakman heet en waarin het geval wordt behandeld van de man die zich door zijn praten verwijdert van zijn geliefde, in plaats van haar nader te komen.

Voordat Brakman ging schrijven beoefende hij enige tijd de teken- en schilderkunst. Over de relatie tussen Brakmans schilderkunst en zijn romankunst gaat het artikel van Gerrit Jan Kleinrensink waarin de nadruk valt op de betekenis van het beeld voor de ontwikkeling van het verhaal. Het bijeenhouden van de vele verhalen die de Brakmanvertelling typeren is de taak van de verteller, in het latere werk zo nadrukkelijk regisserend aanwezig. Over deze figuur gaat de bijdrage van Jaap Goedegebuure.

De aanleiding voor dit Brakmannummer was een tentoonstelling van tekeningen en schilderijen die in 1986 en in 1987 in Nijmegen en Amsterdam te zien was. Het portfolio in dit nummer geeft daaruit een bloemlezing. Tijdens de expositie

[pagina 2]
[p. 2]

ontstond het idee een tijdschriftnummer samen te stellen gewijd aan het thema: Brakman als schilder en schrijver. Dat plan kon niet gerealiseerd worden omdat de auteurs die om een bijdrage gevraagd werd, er de voorkeur aan gaven Brakman uit een eigen invalshoek te benaderen. Dat er twee interviews zijn opgenomen is misschien wat ongebruikelijk, maar ons inziens te verantwoorden omdat het gesprek dat Dirk van Ginkel met de schrijver had over de ontwikkeling in zijn werk gaat en dat van Wam de Moor over de autobiografische aspecten ervan.

Dit nummer opent met een voorpublikatie uit een nieuwe novelle van Brakman die deze zomer zal verschijnen en als titel draagt Heer op kamer. Aan het hier afgedrukte fragment konden we een pagina uit het manuscript en één uit het daarop volgend typoscript toevoegen. Het manuscript is geschreven in een schoolschrift (blauw omslag), waarvan de rechterpagina's de tekst en de linkerpagina's de aantekeningen bevatten.

Ook uit het feit dat de bibliografie van sekondaire en primaire literatuur alleen de periode na 1983 bestrijkt, is op te maken dat dit Brakmannummer lang niet alle aspecten van deze schrijver ter tafel brengt. Rest nog de vermelding van een bijdrage waarvan de duurzaamheid die van veel sekondaire literatuur misschien zal overtreffen: een gedicht van T. van Deel waarin de lezer niet alleen Brakman mag herkennen, maar ook zichzelf als lezer van diens werk.

 

de gastredactie & de redactie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken