Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sic. Jaargang 4 (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sic. Jaargang 4
Afbeelding van Sic. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Sic. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.98 MB)

Scans (380.38 MB)

ebook (8.23 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verhalen
gedichten / dichtbundel
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sic. Jaargang 4

(1989)– [tijdschrift] Sic–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]

[Nummer 1-2]

VOORWOORD

‘Waarom is Nederland zo 'n vlak land? Omdat het geloof er de bergen heeft verzet’

 

K. Jonckheere, Nacht, zei de zon (1968)

 

Met het katholieke nummer lost SIC een oude belofte aan zichzelf en de lezers in. Dat het zo lang heeft moeten duren voor het katholieke nummer tot stand kwam vindt zijn grondslag in de wens tot nuance die de redactie bij de samenstelling van vooral dit nummer voor ogen stond. Als uitgangspunt voor dit nummer is namelijk de relatie tussen katholicisme (in de breedst mogelijke zin) en letteren gekozen, een thema dat zich niet leent voor eenvoudige afdoening. De redactie heeft ervoor geopteerd om rondom drie deelthema 's bijdragen op te nemen die ieder op hun geheel eigen wijze de relatie tussen katholicisme en de letteren verkennen. Mede door deze opzet wordt in dit nummer de om vang van een regulier SIC-nummer bij verre overschreden.

De grootste gemeenschappelijke deler tussen katholicisme en de letteren wordt gevonden in de centrale positie die het woord in de beide entiteiten inneemt. Daarmee is nog niets gezegd over de relatie van de een tot de ander. Het katholieke geloof - dat alleen in enge zin gelijk valt te stellen met katholicisme zoals dat in dit nummer wordt begrepen kenmerkt zich, als nagenoeg iedere andere religie, door de universele waarheidspretenties, die in de vorm van een stelsel dogma's niet, of nauwelijks, voor betwisting vatbaar zijn. In datgene wat wij onder ‘literatuur’ verstaan is de relatie tot die ‘ene’ waarheid diverser en soms zelfs in directe tegenspraak met de waarheden die binnen een bepaalde religie voor fundamenteel worden gehouden. De onverkwikkelijkheden rondom Salman Rushdie's boek ‘The Satanic Verses’ zijn wat dit betreft illustratief.

Toch heeft In Nederland de katholieke kerk en de gemeenschap van katholieken geleerd te leven met de literatuur en de makers ervan. Er is, in de twintigste eeuw, een sfeer van wederzijdse verdraagzaamheid en openheid gegroeid. Een en ander overigens niet zonder de nodige groeistuipen zoals Twan Geurts in zijn bijdrage ‘Met hoogrood aangelopen tonsuur’, over de rooms-katholieke censuur, aantoont. Deze grotere openheid van de katholieke kerk, in Nederland, heeft ook bijgedragen tot een milder en produktiever klimaat voor schrijvers en dichters van katholieke komaf, die zich lange tijd gevangen wisten tussen de uitersten van de minderheidspositie die hun geloofsafkomst in het grotendeels protestantse Nederland innam en de striktheid in de leer die de moederkerk, vooral in de Zuidelijke provincies, met woord en daad voorhield en doorzette.

De boutade: ‘De vraag waarom katholieke schrijvers (Joyce, Proust, Van der Heijden) beter zijn dan niet-katholieken, is van dezelfde orde als de vraag

[pagina 3]
[p. 3]

waarom mannen beter schaken en componeren dan vrouwen...,’ in de bijdrage van Geerten Meijsing in dit nummer gaat dan ook, met enkele uitzonderingen zoals bij voorbeeld Van Duinkerken, zeker niet op voor katholieke schrijvers uit het Zuiden van Nederland. Door allerlei factoren is de oogst van belangwekkende schrijvers tot in het recente verleden in Zuid-Nederland, in vergelijking tot Noord-Nederland, mager geweest. Het hierboven geschetste ontvoogdingsproces heeft hierin verandering gebracht en ervoor gezorgd dat schrijvers, dichters, kunstenaars in hun werk op een meer onbevangen manier om kunnen gaan met hun culturele erfgoed.

In dit katholieke nummer wordt getracht dit proces in beeld te brengen rondom drie deelthema's.

In het kader van het eerste deelthema wordt getracht door middel van de bijdragen over katholieke schrijvers, tijdschriften, uitgeverijen en instellingen van de hand van o.a. Theo Bijvoet, Adriaan Venema, Hans Renders/Wim Verhoeven, Jef van Kempen, A.H. Bloemsma, Jaap Houdijk/Ton van Zeeland en A.G. Broek, het historische proces van de relatie katholicisme en letteren, voorbeeldsgewijs in beeld te brengen. Duidelijk wordt dat er net voor en na de Tweede Wereldoorlog sprake is van katholieke literatuur in de enge zin die zich kenmerkt door een sterk maatschappelijk engagement en een nauwe binding met de katholieke leer. Dit engagement heeft zowel politiek als literair zijn uitersten gekend in collaboratie aan de ene kant en het verzet tegen de Duitse bezetters en de Nationaal-socialistische ideologie aan de andere kant.

In het tweede deelthema komt de katholieke literatuur in ruime zin - dat wil zeggen, die literatuur waarvoor het katholieke erfgoed geheel of gedeeltelijk de inspiratiebron vormt - aan de orde. In een aantal nooit eerder gepubliceerde prozabijdragen geven Robert Vacher, Guido Eekhaut, Ton van Reen en Hans Hoenjet, gestalte aan deze uit het katholicisme in ruime zin voortspruitende inspiratie.

In een derde deelthema tenslotte worden enige kenmerkende katholieke ‘rariteiten’ door Geerten Meijsing en Ed Schilders onder de loep genomen. Misschien kunnen de hierin behandelde onderwerpen niet kenmerkend heten voor het katholicisme, maar exemplarisch voor het katholiek-culturele erfgoed zijn ze zeker.

Wij wensen u veel leesplezier bij dit extra dikke katholieke nummer en hopen overigens dat u welvaart,

 

Vasten 1989,

 

De redactie



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken