Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spektator. Jaargang 1 (1971-1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spektator. Jaargang 1
Afbeelding van Spektator. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Spektator. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spektator. Jaargang 1

(1971-1972)– [tijdschrift] Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 441]
[p. 441]

A. Kraak
Der Mouw over Hoogvliets opvatting van taalstudie en metode van taalonderwijs

In 1900 publiceerde Dèr Mouw een geinspireerd geschreven boekje over de opvattingen van Hoogvliet inzake taalwetenschap en taalonderwijs. Het werk van Hoogvliet, en vooral Dèr Mouws uitleg en verdediging ervan, is een van de weinige pogingen om een metode van taalonder wijs, in dit geval voor de klassieke talen, te baseren op taalwetenschappelijke inzichten en verdient alleen daarom al de aandacht. De relatie tussen taalwetenschap en taalonderwijs heeft door de jaren heen zowel bij taalkundigen als bij taaldocenten een vrij stiefmoederlijke behandeling gehad. De schaarse uitzonderingen hadden bovendien meestal niet veel of slechts tijdelijk effekt. Jespersen argumenteerde in How to teach a foreign language (1904) zeer helder tegen bepaalde grammatische onderwijspraktijken in het vreemdetalenonderwijs en tegen de vertaling als toets voor taalvaardigheid. De situatie is inmiddels in veel mindere mate veranderd dan men op grond van de kracht van de argumenten had mogen verwachten. Hoogvliet heeft voor zijn ideeën praktisch geen belangstelling ontmoet, noch bij de klassieke filologen - maar van een mummie verwacht men geen levensteken, schrijft Dèr Mouw -, noch bij de linguisten. Ook die ideeën bevatten veel waarom ze best eens in diskussie mogen worden genomen.

 

Ik zal in dit artikeltje geen uiteenzetting geven over Hoogvliet-Dèr Mouw, maar mij beperken tot enkele citaten en wat kommentaar van belangwekkende gezichtspunten. Ik hoop er belangstelling mee te wekken voor een interessant en verrassend stimulerend boekje.

 

Dèr Mouw - ik noem steeds hem, ook als Hoogvliet via zijn uitleg aan het woord is - gaat uit van de hypothese van een universele grammatika van natuurlijke talen, die hij nadrukkelijk als hypothese stelt en waarvoor hij een sterke en gevarieerdc argumentatie opbouwt. Met alle waardering en respekt voor het historisch komparatisme, pleit hij voor de bestudering van grammatikale analogieën, grammatikaal in de ruime zin van morfologisch en syntaktisch. De grammatikale kategorieën zijn in de verschillende talen dezelfde ‘in de hoofdzaken..., onverminderd de mogelijkheid van verschil in rijkdom aan uitdrukkingsmiddelen van 't geen ze gemeen hebben en onverminderd de kans, dat...vrij grote variatie mogelijk is’. In het verband

[pagina 442]
[p. 442]

van deze hypothese valt Dèr Mouw de schoolpraktijk aan van de geisoleerde behandeling van dezelfde of gelijksoortige begrippen in de grammatika's van de afzonderlijke talen, elk met hun eigen terminologie van suggestieve namen als Passé defini en aoristus, ‘hinderlijk en begripvertragend’, ‘n lachwekkend bewijs van de slordigheid en de willekeur waarmee wordt omgesprongen met spraakkunstige benamingen’. Een stuk algemene grammatika, waarin de funktionele gelijk waardigheid van de verschillende talen wordt aangewezen, moet aan elke sepciale grammatika voorafgaan.

 

Het grammatische systeem van Hoogvliet is, vooral terminologisch, te specifiek om er zeer in het kort een goede indruk van te kunnen geven; één interessante kant ervan wil ik echter even aanstippen, de opvatting namelijk dat elke woordsoort een andere woordsoort kan vervangen of daarin overgaan, ‘zonder dat bij die “vermomming” de natuurlijke, werkelijke woordsoort onherkenbaar wordt’: in de loop van het paard, loopvogel, loopgraag blijven we te maken hebben met het verbum lopen (bij Hoogvliet loop). Het lijkt zeker de moeite waard naar de uitwerking van deze opvatting bij Hoogvliet te kijken, hij maakt, zoals trouwens ook andere gezichtspunten, een transformationalistische indruk. Er zijn ook interessante observaties met ingrijpende grammatikale konsekwenties, zoals die welke leiden tot het onderscheiden van nu, gister, morgen, hier als ik-betrokken tegenover 's morgens, altijd, overal.

 

Het analytische gezichtspunt van de funktionele gelijkwaardigheid van taalvormen leidt volgens Dèr Mouw voor het onderwijs noodzakelijk tot een manier van lezen die een ‘met et voorstellingsverloop van de schrijver evenwijdige, meedenkende reproduktie in de lezer beoogt’, in afwijking van de gangbare metode van ‘konstruktie maken’, waarbij een latijnse zin in feite wordt opgevat als een ‘hoop door elkaar gewarde legkaartblokken’, die pas begrijpelijk kan worden wanneer de Nederlandse volgorde van begrippen is aangebracht en er kan worden vertaald. Dèr Mouw levert een boeiend betoog tegen de gebruikelijke grammatische metode in het vreemdetalenonderwijs en tegen de waarde van het vertalen, èn als toets, èn als vertaling (soortgelijke opvattingen zijn in dezelfde tijd te vinden bij Hugo Schuchardt en Georg von der Gabelentz). Jarenlang is het vertalen van klassieke teksten iets dat ‘vrijwel, gelijkstaat met et oplossen van 'n rebus, of nog liever van die puzzle's op sigarenzakjes: waar is Bello?’

Wat verwacht men dan toch nog van de leerlingen?:

En nu, jongens, aan 't bewonderen! Wàt vinden ze, gesteld dat ze na al dat gedraai, plotseling hun hersens kunnen dwingen tot aesthetische dispositie, nu eigenlijk mooi? Antwoord: 1) de bewondering van de leeraar; 2) z'n vertaling. Als die dus goed is, als de emotie die Vergilius opwekt, wezenlijk onveranderd in kleur en intensiteit gesuggereerd wordt door de vertaling, die dan geen vertaling maar meer 'n omdichting of althans 'n parafraze is, waarom dan de jongens et latijn voorgezet, en waarom niet dadelijk de hollandsche bewerking voorgelezen?...En wie vertaalt Vergilius

[pagina 443]
[p. 443]

goed?...Laten we eerlijk zijn en bekennen dat wat we ervan terecht brengen, meestal maar niets lijkt, zoodat et tegen de smaak van 'n jongen pleit, als i ons prullewerk mooi vindt.

Hoogvliet en Dèr Mouw hebben het pleit niet gewonnen, het is zelfs zo dat het in feite nooit echt tot een pleit is gekomen. Eén van de oorzaken is waarschijnlijk de moeilijke man die de zeer begaafde Dèr Mouw was. De lektuur van zijn studie over Hoogvliet maakt overduidelijk wat een geweldige leraar en boeiend mens hij voor sommige leerlingen en voor zijn vrienden geweest moet zijn, maar ook hoe groot zijn talent was om mensen die zich neutraal of minder positief tegenover hem verhielden tegen zich in te nemen. Hij kende zichzelf als iemand die in menselijke relaties erg sekundair, onhandig en weerloos kon zijn en zich allerlei werkelijkheden eerst in tweede instantie bewust kon maken. Maar dan kon hij het ook goed en als ze hem niet bevielen, kon hij dat zeer scherp en virtuoos onder woorden brengen. Hoogvliet heeft in Dèr Mouw tegelijk de beste en een slechte vriend en medestander gevonden. Dat we er een erg boeiend boekje aan hebben overgehouden, is misschien niet eens een bescheiden troost als we zien wat de innemende bescheidenheid van mensen als Jespersen en Schuchardt heeft bereikt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Dr. J.M. Hoogvliet's opvatting van taalstudie en methode van taalonderwijs


auteurs

  • A. Kraak

  • over J.A. Dèr Mouw


taalkunde

  • Taaldidactiek