Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xij. Capittel.

Wetten rakende soo wel de onreynicheyt eener Kraemvrouwe gelegen van eenen sone, vers 1, etc. ofte van eene dochter, 5. Als hare reyninge, 't zy datse rijck ware, 6. ofte arm, 8.

1

VOorder sprack de HEERE tot Mose, seggende:

2

Spreeckt tot de kinderen Israëls, seggende; Wanneer eene vrouwe Ga naar margenoot1 zaet gegeven, ende een knechtken gebaert sal hebben: so salse seven dagen onreyn zijn; Ga naar margenoot2 naevolgens de dagen der Ga naar margenoot3 afsonderinge harer kranckheyt salse onreyn zijn.

3

Ga naar margenoota Ende Ga naar margenoot4 op den achtsten dach, sal het vleesch sijnes voorhuyts besneden werden.

4

Daerna salse Ga naar margenoot5 drye en dertich dagen blijven Ga naar margenoot6 inden bloede harer reyniginge: Ga naar margenoot7 niet heylichs en salse aenroeren, ende tot het heylichdom en salse niet komen, tot dat de dagen haerer reyniginge vervult zijn.

5

Maer indien sy een meysken gebaert sal hebben, so salse twee Ga naar margenoot8 weken onreyn zijn, Ga naar margenoot9 naevolgens hare afsonderinge: daerna salse ses ende 't sestich dagen blijven inden bloede harer reyniginge.

6

Ende als de dagen harer reyniginge voor den soon, ofte voor de dochter vervult sullen zijn, so sal sy een jarich lam ten brand-offer, ende eene jonge duyve, ofte tortelduyve ten sond-offer brengen; voor de deure der Tente der t' samen-komste, tot den Priester.

7

Die sal dat offeren voor het aengesicht des HEEREN, ende sal voor haer versoeninge doen, so salse reyn zijn vanden vloet haeres bloets: Dit is de wet der gener, die een knechtken, ofte meysken gebaert heeft.

8

Maer Ga naar margenoot10 indien hare hant niet Ga naar margenoot11 genoech voor een lam en vindt, so salse twee tortelduyven, ofte twee jonge duyven nemen, eene ten brand-offer, ende eene ten Ga naar margenoot12 sond-offer: ende de Priester sal voor haer versoeninge doen, so salse reyn zijn.

margenoot1
Verstaet hier door, de ontfanckenisse des menschen in des moeders lichaem, die niet alleen van den man, maer oock van de vrouwe voort komt. Want het woort beteeeckent zaet geven, ende voort brengen. Gen. 1.11, 12. Verg. Hebr. 11.11.
margenoot2
D. gelijckse seven dagen onreyn is in hare maenstonden, ond. 15.19. soo salse oock seven dagen onreyn zijn, alsse gebaert heeft.
margenoot3
Soo genoemt, om datse inden tijt harer stonden afgesondert moeste wesen van het geselschap der menschen, om van niemant aengeroert te worden: dan met conditie dat de menschen die haer, ofte de dingen die haer lichaem raecten, mitsgaders die dese aenroerden, sekeren tijt moesten voor onreyn gehouden worden. siet ond. cap. 15. vers 19, 20, 21, etc.
margenoota
Genes. 17.12. Luc. 1.59. ende 2.21. Iohan. 7.22.
margenoot4
Op den welcken de kraem-vrouwe van hare voorgaende onreynicheyt, (waer van vers 2.) vry was, sulcx dat om dese oorsake de besnijdenisse voor desen dach niet geschieden en mochte, zijnde de moeder, ende het kint beyde onreyn.
margenoot5
T.w. eer sy sal voor geheel reyn gehouden worden, blijvende afgesondert niet geheel van 't geselschap der menschen, gelijck in de eerste seven dagen, maer alleene van het Heylichdom, ende van de dingen die tot den Godesdienst behoorden.
margenoot6
Hebr. inde bloeden. D. in het bloet harer maenstonden, daer van sy eerst geheel moet gesuyvert zijn, eer sy in het Heylichdom des Heeren gaet.
margenoot7
D. niet overichs van het gene dat den Heere geoffert of geheyligt is geweest.
margenoot8
D. noch eenmael so lange, als wanneer sy een soonken gebaert hadde: gelijck sy oock noch so lange uyt het Heylichdom moeste blijven, dat is, 66 dagen.
margenoot9
D. gelijck wanneerse van de menschen afgesondert wort, uyt oorsake van hare maenstonden. Siet bov. op 't vers 2.
margenoot10
D. indien sy de macht, ofte middel niet en heeft, soo veel op te brengen. Siet gelijcke maniere van spreken, ond. 25.26. De Moeder des Heeren is oock soo arm geweest, datse het vermogen niet en hadde, om een lammeken te offeren, Luc. 2.24.
margenoot11
Hebr. genoechsaemheyt eens lams.
margenoot12
Dit offer sach eygentlick op de erfsonde, in de welcke, gelijck de kraemvrouwe, alsoo oock hare vrucht, ontfangen ende geboren was; niemant uytgenomen, dan alleen onse Heere Iesus Christus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken