Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Psalm xiij.

David klaegt over uytstel van Godts hulpe: bidt dat hy doch om sijner eere wille, sijn nakende verderf voorkome: ende triumpheert door geloove.

1

EEn Psalm Davids voor den Ga naar margenoot1 Opper-sang-meester.

2

Hoe lange, HEERE, sult ghy mijner Ga naar margenoot2 steedts Ga naar margenoot3 vergeten? hoe lange sult ghy u aengesicht voor my Ga naar margenoot4 verbergen?

3

Hoe lange sal ick raedtslagen Ga naar margenoot5 voornemen in mijne ziele? droeffenisse in mijn herte Ga naar margenoot6 by dage? hoe lange sal mijn vyant over my verhoocht zijn?

4

Aenschouwt, verhoort my, HEERE, mijn Godt: Ga naar margenoot7 verlicht mijne oogen, op dat ick [in] den doot niet en Ga naar margenoot8 ontslape:

[Folio 253r]
[fol. 253r]

5

Op dat niet mijn vyant en segge; Ick heb hem overmocht: Ga naar margenoota mijne tegenpartijders sich verheugen, wanneer ick soude Ga naar margenoot9 wanckelen.

6

Maer ick vertrouwe op uwe Ga naar margenoot10 goedertierenheyt: mijn herte sal sich verheugen in u heyl: ick sal den HEERE singen, om dat hy aen my Ga naar margenoot11 wel-gedaen heeft.

margenoot1
Siet Psal. 4. op vers 1.
margenoot2
Ofte, gestadelick, geduerichlick, altoos, eeuwichlich, t’eenemael, gantschelick. Het Hebr. woort beteeckent sterckte, overwinninge, ende voorts eewicheyt, langduericheyt, om dat de eeuwicheyt ende lanckduericheyt aenhouden, doordringen, immer voortgaen, ende (om soo te spreken) alles t’eenemael overwinnen. Vergel. Psal. 4. op vers 1.
margenoot3
Vergel. Gen. 8. vers 1. ende 31. op vers 17.
margenoot4
Vergel. Deut. 31. op vers 17. ende Iob 13. op vers 24.
margenoot5
Overdenckende, hoe ick de handen mijner vervolgeren sal mogen ontgaen. Hebr. setten.
margenoot6
Wanneer het licht, ende ’t gewoel van menschen, ende allerleye voortkomende dingen de bekommernisse ende droefheyt plegen te breken, ofte te verdrijven, blijve ick evenwel in sorge ende bekommernisse van verrascht ende overvallen te worden van Saul ende de sijne.
margenoot7
D. verquickt my door uwe hulpe. Vergel. 1.Sam. 14.30. Ezr. 9.8. ende Prov. 15.30. de maniere van spreken wort oock wijders gebruyckt van de verlichtinge des verstants. Psal. 19.9. Ephes. 1.18, etc.
margenoot8
Hebr. den doot niet en slape. D. op dat ick niet den eenen of anderen tijt om het leven gebracht worde ende sterve. Siet Deut. 31. op vers 16. ende vergel. Ierem. 51.39. met d’aenteeck. aldaer.
margenoota
Psal. 25.2.
margenoot9
D. sneuvelen ende vallen. Vergel. Psal. 10.op vers 6.
margenoot10
Ofte, goetgunsticheyt, weldadicheyt.
margenoot11
Alsoo wort het Hebr. woort (dat oock somsijts vergelden beteeckent, siet 2.Chron. op vers 11.) van Godts genadich weldoen aen de sijne, gebruyckt, Psal. 103. vers 2, 10. met malkanderen vergel. Psal. 116.7. ende 119.17. ende 142.8. and. wanneer hy my wel gedaen sal hebben.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken