Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xix. Capittel.

Prophetische weeklage over quaet huyshouden ende den elendigen uytganck der Coningen Ioahas, Iojakim, ende Zedekia, mitsgaders over den onderganck des gantschen lants van Iuda, onder de gelijckenisse van eene leeuwinne, leeuwen-welpen, ende jonge leeuwen: item, eenen wijnstock met sijne roeden, etc.

1

Ga naar margenoot1 VOorder heft ghy een weeklage op over de Ga naar margenoot2 Vorsten Israëls,

2

Ende segt, Wat was Ga naar margenoot3 uwe moeder? eene Ga naar margenoot4 leeuwinne, Ga naar margenoot5 onder de leeuwen nederliggende: sy bracht hare Ga naar margenoot6 welpen op in’t midden der Ga naar margenoot7 jonge leeuwen.

3

Sy tooch nu Ga naar margenoot8 een van hare welpen op: ’t wiert een jonge leeuw: die leerde Ga naar margenoot9 roof te rooven, Ga naar margenoot10 hy at menschen op.

4

Dit hoorden Ga naar margenoot11 de volckeren van hem, hy wiert gegrepen Ga naar margenoot12 in hare groeve: Ga naar margenoot13 ende sy brachten hem Ga naar margenoot14 met haken nae Ga naar margenoota Egyptenlant.

5

Ga naar margenoot15 Sy nu siende, datse in hope was geweest, [doch] hare verwachtinge Ga naar margenoot16 verloren was, so nam sy Ga naar margenoot17 een [ander] van hare welpen, ’t welck sy [tot] eenen jongen leeuw stelde.

6

Dese wandelde steets onder Ga naar margenoot18 de leeuwen, wiert een jonck leeuw, ende leerde Ga naar margenoot19 roof te rooven, hy att menschen op.

7

Ga naar margenoot20 Hy bekende hare weduwen, ende hy verwoeste hare steden; so dat het lant,

[Folio 78r]
[fol. 78r]

ende Ga naar margenoot21 sijne volheyt Ga naar margenoot22 ontsett wiert Ga naar margenoot23 van de stemme sijner brullinge.

8

Doe begaven sich de Ga naar margenoot24 volckeren tegen hem rontom uyt de lantschappen; ende Ga naar margenoot25 sy spreydden haer net over hem uyt: in hare groeve wiert hy gegrepen.

9

Ende sy stelden hem in gesloten bewaringe Ga naar margenoota[b] met Ga naar margenoot26 haken, op datse hem brachten tot den Coninck van Babel: Ga naar margenoot27 Sy brachten Ga naar margenoot28 hem in vestingen, op dat sijne stemme niet meer gehoort en wierde op de bergen Israëls.

10

Ga naar margenoot29 Uwe moeder was als een wijnstock Ga naar margenoot30 in uwe stilheyt, geplant by wateren: hy was vruchtbaer, ende vol rancken van wegen vele wateren.

11

Ende Ga naar margenoot31 hy hadde Ga naar margenoot32 stercke roeden tot scepteren der heerschers, ende de Ga naar margenoot33 stamme elcker [roede] Ga naar margenoot34 wiert hooge tusschen de Ga naar margenoot35 dichte tacken: ende Ga naar margenoot36 hy Ga naar margenoot37 wiert gesien door sijne hoochte, met de Ga naar margenoot38 menichte sijner tacken.

12

Maer hy wiert door Ga naar margenoot39 grimmichheyt uytgeruckt, [ende] ter aerde geworpen, ende de Ga naar margenoot40 ooste wint heeft sijne vrucht verdroogt: sijne Ga naar margenoot41 stercke roeden zijn afgebroken, ende zijn verdroogt: het Ga naar margenoot42 vyer heeftse verteert.

13

Ende nu is hy geplant in Ga naar margenoot43 eene woestijne: in een dorre, ende dorstich lant.

14

Daer toe is een vyer uytgegaen Ga naar margenoot44 uyt eene roede sijner rancken, [dat] sijne vrucht verteert heeft: so dat aen hem geen stercke roede en is, Ga naar margenoot45 [tot] eenen scepter, om te heerschen. Dit is een weeklage, ende is tot een weeklage geworden.

margenoot1
Dit zijn de woorden Godts tot den Prophete Ezechiel.
margenoot2
Verstaet de Coningen van Iuda, die de Coninck van Babel onder sijn jock gebracht heeft.
margenoot3
Verst. het huys, de stamme, ofte het Coninckrijcke van Iuda, ende voornemelick Ierusalem, alwaer de Coningen haer hof, ende haren stoel hadden; ende van waer sy voortkomstich waren. And. Hoe was uwe moeder eene leeuwinne onder de leeuwen nederliggende!
margenoot4
Dat is, by eene leeuwinne te vergelijcken, te weten, niet alleen om de Conincklicke macht, ende weerdicheyt, die by de stamme Iuda was, maer oock om de stoutmoedicheyt, fierheyt, ende wreetheyt, die de selve stam dickwijls inde regeringe vertoonde.
margenoot5
D. in’t midden van machtige Coningen, wreede volckeren, ofte Coninckrijcken woonende. Vergel. Nah. 2.11.
margenoot6
Verstaet door dese, de jonge sonen der Coningen, sie staen metter tijt in de plaetse harer vaderen te komen. Hier nu wort gesproken van de sonen des Conincks Iosia, die van de vromicheyt hares vaders gantsch af-aerdich geweest zijn.
margenoot7
T.w. die vry wat ouder, ende stercker zijn dan de welpen: gelijck af te nemen is uyt het volgende vers.
margenoot8
Namelick Ioahaz, die in de plaetse sijns vaders Coninck wiert, 2.Reg. 23.30.
margenoot9
Ioahaz wort hier beschuldicht van roofgiericheyt, ende overlast, bedreven tegen de bygelegene volckeren, als de Egyptenaren: daer na van tyrannye, gewelt, ende bloetstortinge, oock tegens sijne ondersaten bedreven. Vergel. ond. vers 6.
margenoot10
Vergel. Deut. 7. op vers 16. ende 31. op vers 17. Psal. 14. op vers 4. ende 27. op vers 2.
margenoot11
D. de Egyptenaren, gelijck te sien is in’t eynde van dit vers.
margenoot12
Men schrijft dat de leeuwen in verborgene putten, ende oock met netten plegen gevangen te worden.
margenoot13
Siet 2.Reg. 33.23, 34. Ierem. 22.11, 12.
margenoot14
D. met ketenen, die uyt vele schakelen, als uyt haken, bestaen.
margenoota
2.Reg. 23.33. Ierem. 22.11.
margenoot15
T.w. de leeuwinne, ofte moeder deses jongen leeuws, daer van gesproken is, bov. vers 2.
margenoot16
T.w. van den gevangenen leeuw Ioahaz weder te krijgen.
margenoot17
T.w. Ioiakim, den broeder van Ioahaz, der leeuwinne van Pharao gegeven, ende toegelaten, om in sijns broeders plaetse te wesen. 2.Reg. 23.34.
margenoot18
Verstaet Coningen, ofte volckeren, welcker wreetheyt, grouwsaemheyt, ende moordadicheyt hy navolchde. Siet bov. op vers 2.
margenoot19
Vergel. bov. vers 3.
margenoot20
D. hadde vleeschelicke gemeynschap met de weduwen der gener, die hy t’ onrechte vermoort, ende geweldelick verdruckt hadde. Siet van het woort bekennen alsoo genomen, Genes. 4. op vers 1. Andere nemen het woort, Almenoth, het welcke weduwen beteeckent, onder 22.25. voor Armenoth, dat is, palleysen, 2.Chron. 36.19. ofte verlatene palleysen, als Ies. 13.22. Siet aldaer de aenteeck. ende dat met desen sin, dat Iojakim oock de goederen der menschen, ja der machtigen, die hy verdruckt hadde, aengetast, ende gerooft heeft, tot dien eynde die besiende, ende kennisse daer van nemende.
margenoot21
D. dat het selve vervult, ofte, dat daer in is. alsoo Psa. 24.1. Ies. 6.3. ende onder 32.15.
margenoot22
Ofte, woest ende eensaem.
margenoot23
D. van sijne tyrannige woedinge, ende verwoestinge.
margenoot24
Siet van dese volckeren, ende landen. 2.Reg. 24.2.
margenoot25
Siet boven op vers 4.
margenoota[b]
2.Chron. 36.6.
margenoot26
Siet boven op vers 4.
margenoot27
D. haer voornemen was hem te brengen: maer dit hebben sy niet konnen uytvoeren, om dat hy op den wech gestorven is, gelijck Ieremias voorseyt hadde, Ier. 22.18, 19. ende 36.30.
margenoot28
D. nae Babel die seer sterck was, ende groote vestingen hadde, Ier. 51.25, 53.
margenoot29
Siet bov. op vers 2.
margenoot30
Dat is, soo lange als het Coninckrijcke in vrede ende fleur was, ofte, als andere, soo lange als ghy den Coninck van Babel gehoorsaem bleeft, and. in u bloet, dat is, in uwe geboorte, ende eerste voortkomste ter werelt. Vergel. bov. 16.6. ende de aenteeck.
margenoot31
T.w. de wijnstock.
margenoot32
Ofte tacken, ofte stocken der sterckte. Verstaet door dese de Coningen, ende Princen vanden Conincklicken bloede uyt de welcke de Coningen Iuda gemaeckt wierden.
margenoot33
Hebr. stature, ofte hoochte, als bov. 17.6.
margenoot34
T.w. soo lange als de segen des Heeren over dien wijnstock was.
margenoot35
Verst. door dese de menichte van andere Heeren, Vorsten, ende aensienlicke des lants.
margenoot36
T.w. elcke Coninck, die hier scepteren der heerschers genaemt worden.
margenoot37
D. vermaert, ende wijt beroemt.
margenoot38
Verstaet het geheele rijcke, ende de macht des Iodischen volcks.
margenoot39
Verstaet de rechtveerdige gramschap Godts.
margenoot40
Dese beteeckent hier den Coninck van Babel met sijn gantsche heyrleger, als bov. 17.10.
margenoot41
Siet op het voorgaende vers.
margenoot42
T.w. der goddelicker wrake.
margenoot43
Verstaet het lant van Babilonien, het welcke, hoe wel het in sich selven waterrijck, ende vruchtbaer was, nochtans den gevangenen Ioden was als een dorre, ende verdrietelicke woestijne: gelijck haren vaderen was geweest de woestijne door de welcke sy reysden nae het beloofde lant. Vergel. onder 20.35.
margenoot44
D. uyt den Coninck Zedekia, die met sijn rebelleren tegen den Coninck van Babel, over sich, ende het geheele Ioodsche volck een grouwelick verderf gebracht heeft. 2.Reg. 24.20. ende 25.1.
margenoot45
Siet bov. op vers 11.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken