Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het viij. Capittel.

1 Tobias wort oock inde kamer gebracht, ende verdrijft den boosen geest, gelijck hem geleert was. 4 Hy ende sijn bruydt staen op ende bidden Godt. 11 Raguël maeckt een graf voor Tobias, alsoo hy vreesde dat hy oock soude gestorven zijn. 15 Doch vindende dat hy leefde, prijst hy Godt. 21 ende laet een groote maeltijdt bereyden.

1

ENde als sy nu het avontmael ge-eyndight hadden, soo brachten sy Tobiam tot haer.

2

Ende als hy ginck, dachte hy aen de woorden Raphaëls, ende nam de asschen der reuck-offeren, ende leyde het herte, ende de lever des vischs daer op: ende maeckte roock.

3

Ende als de Duyvel den reuck roock, soo vloot hy na de bovenste [deelen] Egypti, ende de Engel bandt hem [aldaer].

4

Ende als sy nu beyde by den anderen gesloten waren, stondt Tobias op van het bedde, ende seyde, Staet op, Suster, ende laet ons bidden, op dat hem de Heere onser ontferme.

5

Ende Tobias begon te seggen, Gesegent zijt ghy, O Godt onser vaderen, ende gelovet sy uwen name, die heyligh ende heerlick is, inder eeuwigheyt, u moeten de hemelen loven, ende alle uwe schepselen.

6

Ghy hebt Adam gemaeckt, ende ghy hebt hem Eva sijn wijf tot een hulpe ende steunsel gegeven: uyt dese is het geslachte der menschen geboren. Ghy hebt geseght, ’t en is niet goet dat de mensche alleen zy, laet ons hem een hulpe maken, die hem gelijck zy.

7

Ende nu Heere, niet om hoererie neme ick dese mijne Suster, maer in oprechticheyt.

8

Beveelt dan datmen mijner ontferme, ende dat ick met dese gelijckelick mach oudt worden. Ende sy seyde met hem, Amen. Ende sy sliepen beyde den nacht over.

9

Ende Raguël stont op, ende ginck henen, ende groef een graf, seggende, Soude oock dese niet sijn gestorven?

10

Ende Raguël quam in sijn huys ende seyde tot Edna sijn wijf.

11

Sendt eene der dienstmaeghden, ende laet haer sien of hy leeft: ende indien niet, dat ick hem mach begraven, ende het niemandt en wete.

12

Ende als de dienst-maeght de deure open gedaen hadde, ginck sy in, ende vantse beyde slapende.

13

Ende sy quam [weder] uyt, ende bootschapte haer, dat hy leefde.

14

Ende Raguël loofde Godt, seggende, Gelooft zijt ghy, O Godt, met allen suyveren ende heyligen lof: ende loven moeten u uwe Heylige, ende alle uwe schepselen, ende alle uwe Engelen, ende uwe uyt-verkorene; loven moeten sy u in alle eeuwicheyt. Gelooft zijt ghy dat ghy my hebt verheuget, ende dat my niet en is geschiet, volgens het gene daer ick achterdencken van hadde. Maer ghy hebt met ons gehandelt, naer uwe groote barmhertigheyt.

15

Gelooft zijt ghy, dat ghy u hebt ontfermt over dese twee eenich-geboorne: bewijst haer, o Heere, barmherticheyt, ende voleyndight haer leven in gesontheyt, met vreughde ende barmherticheyt.

16

Ende hy beval den huys-knechten het graf te stoppen:

17

Ende hy bereydde haer een bruyloft van veerthien dagen, ende Raguël seyde tot hem met eede, eer de dagen der bruyloft ge-eyndight waren, dat hy niet en soude vertrecken, ten ware de veerthien dagen der bruyloft volbracht souden zijn.

18

Ende als dan soude hy de helft van sijne goederen tot hem nemen, ende met gesontheyt tot sijnen vader trecken: ende het overige [seyde hy] sal u geworden, wanneer ick ende mijn wijf sullen gestorven zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken