Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xix. Capittel.

1 Waerschouwingen tegen dronckenschap ende hoererie. 6 Tegen klappernie. 13 Hoemen sijnen naesten moet vermanen. 18 Lof der vreese Godts. 19 ende van een voorsichtich, ende rechtveerdigh oordeel. 23 Waer aen men een dobbel mensche kan kennen.

1

EEn arbeyder die een dronckaert is en sal niet rijck worden: ende die het weynige versmaet, sal allengskens vallen.

2

Wijn ende vrouwen doen de verstandige afvallen: ende wie de hoeren aenhanght, die wort stout.

3

Den selven sullen de maden ende wormen tot erfdeel hebben, ende hy sal uytdroogen tot een zeer schandelick exempel.

4

Wie haer lichtelick vertrouwt die is lichtveerdich van herten: ende die tegen sijn ziele sondicht, sal [alsoo] mishandelen.

5

Wie hem verheught in het quaet-doen, sal verdoemt worden: maer wie de wellusten wederstaet, die croont zijn leven.

6

Wie sijne tonge bedwinght, sal met den genen die niet twistich is, leven: ende wie clappen haet, die neemt af in boosheyt.

7

Wederhaelt een reden nimmermeer: ende het en sal u niet wesen tot verminderinge.

8

En vertelt noch by vriendt noch by vyandt het leven van andere: ende in dien het u geen sonde en is, so en openbaert het niet.

9

Want hy heeft u gehoort ende u waergenomen, ende ter gelegener tijt sal hy u haten.

[Folio 36r]
[fol. 36r]

10

Hebt ghy wat gehoort, laet het by u sterven, ende zijt welgemoet: want het en sal u niet doen bersten.

11

Een dwaes sal smerten lijden van wegen een woort, gelijckerwijs een barende vrouwe, van wegen het kindt.

12

[Gelijck] een pijl die in de heupe des vleeschs vast steeckt, alsoo is een woort in den buyck eens dwasen.

13

Bestraft uwen vriendt, misschien en heeft hy’t niet gedaen, ende soo hy ’t gedaen heeft, dat hy ’t niet t’eeniger tijt meer en doe.

14

Bestraft uwen naesten, misschien en heeft hy’t niet geseght, ende soo hy’t geseght heeft, dat hy’t ten tweeden mael niet en segge.

15

Bestraft uwen vrient, want dickwils geschiet daer ydele lasteringe.

16

Ende en laet uw’ herte niet elck woort gelooven: menige struyckelt in een woordt ende niet van herten: ende wie isser die met sijne tonge niet en struyckelt?

17

Bestraft uwen naesten eer ghy dreyght: ende geeft de Wet des Allerhooghsten plaetse, ende en wort niet toornich.

18

De vreese des Heeren is een beginsel der aenneminge, ende de wijsheydt die van hem [comt] verkrijght liefde: kennisse der geboden des Heeren is onderwijsinge des levens: ende die ’t gene doen dat hem behaeghlick is, sullen den boom der onsterffelickheyt tot vrucht genieten.

19

De vreese van den Heere [comende], is de geheele wijsheyt, ende in alle wijsheyt is de onderhoudinge der Wet, ende kennisse sijner Almogentheyt. Een huys-knecht seggende tot sijnen Heere, gelijck het u behaeght en sal ick niet doen, indien hy’t daerna doet, vertoornt doch den genen die hem voedt.

20

De wetenschap der boosheyt en is geen wijsheyt, ende daer en is geen kloeckheyt daer den raedt der sondaren is.

21

Daer is boosheyt ende die is een grouwel, ende daer is een onverstandige, dien het aen wijsheydt ontbreeckt.

22

Dien het aen verstant ontbreeckt, ende bevreest is, die is beter dan de gene die overvloedigh is in kloeckheyt, ende de Wet des Allerhooghsten overtreedt.

23

Daer is een vlijtige archlisticheyt, ende deselve is onrechtveerdich: ende menich isser die de genade verkeert, om het recht te doen blijcken, ende menich isser die rechtveerdelick oordeelt, ende die is wijs.

24

Menich isser die boosheyt doet, gaende gebuckt in swarte kleederen, ende het binnenste van hem is vol van vyerich bedrogh.

25

Hy buckt het aengesicht, ende maeckt den doovaert, indien ghy hem niet gewaer en wort, sal hy u voor comen om quaet te doen.

26

Ende indien hy by gebreck van sterckte verhindert wort te sondigen, soo sal hy doch quaet doen indien hy gelegen tijdt vindt.

27

Een mensche wort aen ’t gesicht gekent, ende een verstandige wort aen de ontmoetinge sijnes aengesichts gekent.

28

De kleedinge des mans, ende het lacchen der tanden, ende de ganck des menschen, verkondigen wat hy voor een is.

29

Daer is eene bestraffinge die ontijdelick is: ende daer is een die swijght, ende de selve is wijs.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken