Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xlviij. Capittel.

1 De lof Elie, sijne mirakelen, ende andere daden. 13 De beroepinge Elizei, ende sijne stantvasticheydt, met sijne wercken oock na sijnen doodt. 16 De onbekeerlickheydt des volcks Israels. 19 De lof Ezechie, ende de wonderlicke verlossinge der stadt Ierusalem, van de macht Sennacheribs. 25 De mirakelen, ende Prophetien Esaie.

1

DAer nae stont Elias de Propheet op gelijck een vyer: ende sijn woort brandde als een fackel.

2

Welcke over haer bracht eenen strengen honger, ende door sijnen yver maeckte hy dat harer weynich wierden.

3

Door het woordt des Heeren hieldt hy den hemel op: ende dede drymael vyer uyt den hemel nedercomen. Hoe zijt ghy verheerlickt geworden Elia door uwe wonderdaden!

4

Ende wie is u gelijck om te roemen!

5

Die ghy eenen dooden uyt den doodt hebt opgeweckt, ende eene ziele uyt het graf door het woordt des Allerhooghsten.

6

Ghy hebt Coningen afgevoert in ’t verderf: ende die verheven waren tot eere, van haer bedde.

7

Die ghy hebt in Sina gehoort de bestraffinge des Heeren, ende in Choreb de oordeelen der wrake.

8

Ghy die Coningen hebt gesalft, dat sy het souden vergelden: ende Propheten die nae u souden volgen.

9

Die ghy opgenomen zijt geweest door eenen vyerigen draeywindt in eenen wagen met vyerige peerden.

10

Ghy zijt opgeschreven om [te doen] bestraffingen tot sijner tijdt, ende te stillen den toorne des grimmigen oordeels des Heeren: te keeren het herte des vaders tot den soon, ende te bestellen de stammen Iacobs.

11

Salich zijnse die u gesien hebben, ende die in liefde ontslapen zijn.

12

Want oock wy sullen sekerlick leven.

13

Elias ist die bedeckt wierdt met eenen draeywindt: ende Eliseus wierdt vervult met den heyligen Geest: ende in sijne dagen en wiert hy niet beweeght van de Overste, ende niemant heeft hem met gewelt onderdruckt.

14

Geen dinck en ginck hem te boven: ende als hy ontslapen was Propheteerde sijn lichaem.

15

Ende in sijn leven dede hy wonderen, ende in sijne doodt waren sijne wercken wonderlick.

16

Door alle dese dingen en bekeerde haer het volck niet: ende en stont van hare sonden niet af, tot dat sy als eenen roof zijn wechgevoert uyt haer landt, ende verstroyt door de gantsche aerde.

17

Ende daer bleef een kleyn volck over, ende een Overste in het huys Davids.

18

Eenige der selve deden wel ’t gene [Gode] behagelick was, maer eenige vermenichvuldichden de sonden.

19

Ezechias maeckte sijne stadt vast, ende leydde water in het midden van deselve: hy groef den spitsen rotzsteen met yser, ende bouwde fonteynen om water te hebben.

20

In sijne dagen trock Sennacherib op, ende sandt Rapsakes van Lachis, ende verhief sijne handt tegen Sion, ende pochtede zeer in sijnen hoochmoet.

21

Doe wierden hare herten ende handen beweeght, ende kregen weedommen gelijck de barende vrouwen.

22

Ende sy riepen den Heere den ontfermer aen, ende breydden hare handen tot hem uyt.

23

Ende de Heylige uyt den hemel verhoorde haer, ende verloste’se door de handt Esaie.

24

Hy sloech het leger der Assyriers, ende sijn Engel vermorselde haer.

25

Want Ezechias dede dat den Heere wel geviel, ende hieldt vast aen de wegen Davids sijns vaders, gelijck Esaias die groote ende eerweerdige Propheet in sijne gesichte geboden hadde.

26

In sijne daghen ginck de Sonne achterwaerts, ende [de Heere] verlenghde den Coninck het leven.

27

Hy sach door eenen grooten Geest de laetste dingen, ende troostede de gene die treurden in Sion.

28

Hy wees aen de toecomende dingen tot in eeuwigheyt, ende de verborgene dingen eer de selve geschiedden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken