Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

Het xij. Capittel.

1 Mardocheus verneemt de verraderie, die twee Camerlingen voor genomen hadden tegen den Coninck Artaxerxes, ende ontdeckt die den Coninck. 3 Waer over de Camerlingen worden gehangen. 5 Mardocheus vereert. 6 ende Aman vergramt tegen de Ioden.

1

ENde Mardocheus rustede in het hof met Gabatha ende Tharra de twee Camerlingen des Conincks, die het hof bewaerden.

2

Ende hoorde hare t’samen-sprake, ende lettede op hare becommeringe, ende vernam dat sy haer bereydden om de handen te slaen aen Artaxerxes den Coninck, ende waerschouwde den Coninck voor haer.

3

Ende de Coninck dede ondersoeck over sijne twee Camerlingen, ende na dat sy ’t bekent hadden, werden sy op gehangen.

4

Ende de Coninck schreef dese dingen in sijn gedenck-boeck, ende Mardocheus schreef oock van dese dingen.

5

Ende de Coninck beval dat Mardocheus in sijn hof soude dienen, ende gaf hem hier over geschencken.

6

Ende Aman de sone Ammedatha van Bouga was heerlick voor den Coninck, ende socht Mardocheo ende sijn volck leet te doen, om de twee Camerlingen des Conincks. Dit is nu de copie des briefs.