Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het xj. Capittel.

Mose vermaent Israël wederom tot onderhoudinge van Godts geboden, ten I. met verhael van Godes weldaden ende wonderwercken aen hen bewesen, vers 1, etc. ten II. met beschrijvinge van het beloofde lant, 9. ten III. met belofte van bequaem weder ende vruchtbaerheyt des lants, 13. ten IIII. met dreygementen van het tegendeel, in geval van afwijckinge, 16. vermaninge van Godts geboden steeds voor oogen te hebben, ende den kinderen te leeren, met schoone beloften, 18. Voorstellinge van zegen ende vloeck, 26. Bevel ende ordre nopende de uytsprake van dien, als sy in Canaan souden gekomen zijn.

1

DAerom sult ghy den HEERE uwen Godt lief hebben: ende ghy sult Ga naar margenoot1 t’allen dagen Ga naar margenoot2 onderhouden sijn bevel, [kolom] ende sijne Ga naar margenoot3 insettingen, ende sijne rechten, ende sijne geboden.

2

Ende ghylieden sult heden weten; dat ick niet en [spreke] met uwe kinderen, die het niet en weten, ende de Ga naar margenoot4 onderwijsinge des HEEREN uwes Godts niet gesien en hebben: sijne Ga naar margenoot5 grootheyt, sijne stercke hant, ende sijnen uytgestreckten arm;

3

Daer toe sijne teeckenen ende sijne daden, die hy in het midden van Egypten gedaen heeft, aen Pharao den Koningh van Egypten, ende aen sijn gantsche lant;

4

Ende wat hy gedaen heeft aen het heyr der Eyptenaren, aen des selven peerden, ende aen des selven wagenen; dat hy de wateren van de schelfzee boven haer aengesicht dede overswemmen, als sy u-lieden van achteren vervolghden: ende de HEERE verdeedse, tot op desen dagh.

5

Ende wat hy u-lieden gedaen heeft in de woestijne: tot dat ghy gekomen zijt aen dese plaetse.

6

Daer en boven, wat hy gedaen heeft Ga naar margenoota aen Dathan, ende aen Abiram, sonen Eliabs, des soons Rubens; hoe de aerde haren mont op dede, ende verslondse met hare Ga naar margenoot6 huysgesinnen, ende hare tenten: ja al wat Ga naar margenoot7 bestont, Ga naar margenoot8 dat hen aengingh, in het midden van gantsch Israël.

7

Want het zijn Ga naar margenoot9 uwe oogen, die gesien hebben al dit groote werck des HEEREN, dat hy gedaen heeft.

8

Houdt dan Ga naar margenoot10 alle geboden, die ick u heden gebiede: op dat ghy gesterckt wordet ende inkomet, ende ervet het lant, daer henen ghy over treckt om dat te erven.

9

Ende op dat ghy de dagen verlenget in het lant, dat de HEERE uwen vaderen gesworen heeft, haer ende haren zade te geven: een lant, Ga naar margenoot11 vloeijende van melck ende honigh.

10

Want het lant, daer ghy na toe gaet om dat te erven, dat en is niet als Egyptenlant, van waer ghy uyt gegaen zijt: het welcke ghy bezaeydet met u zaet, ende bewaterdet Ga naar margenoot12 met uwen gangh, als eenen kruythof.

11

Maer het lant, waer henen ghy over treckt om dat te erven, is een lant van bergen ende van dalen: het drinckt water Ga naar margenoot13 by den regen des hemels.

12

Een lant, dat de HEERE uwe Godt Ga naar margenoot14 besorght: de oogen des HEEREN uwes Godts, zijn gedurigh daer op, van het begin des jaers, tot het eynde des jaers.

13

Ende het sal geschieden, soo ghy Ga naar margenoot15 neerstighlick sult hooren na mijne geboden, die ick u heden gebiede; om den HEERE uwen Godt lief te hebben, ende hem te dienen, met u gantsche herte, ende met uwe gantsche ziele;

14

Ga naar margenoot16 Soo sal ick den regen uwes Ga naar margenoot17 lants geven te sijner tijt, Ga naar margenoot18 vroegen regen ende Ga naar margenoot19 spaden regen: op dat ghy u koorn, ende uwen most, ende uwe olie insamelet.

15

Ende ick sal kruyt geven op uwen velde voor uwe beesten: ende ghy sult eten, ende verzadight worden.

16

Wacht u selven, dat u-lieder herte niet verleyt en worde: dat ghy Ga naar margenootb afwijcket, ende anderen goden dienet, ende u voor die buyget,

17

Dat de toorn des HEEREN tegens u-lieden ontsteke, ende hy den hemel Ga naar margenoot20 toesluyte, datter geen regen en zy, ende het aertrijck sijn gewas niet en geve: ende ghy haestelick omkomet van het goede lant, dat u de HEERE geeft.

18

Ga naar margenootc Leght dan dese mijne woorden in u herte, ende in uwe ziele, ende Ga naar margenoot21 bindtse tot

[Folio 82v\Zegen ende vloeck. Plaetse des --Godtsdiensts.]
[fol. 82v\Zegen ende vloeck. Plaetse des --Godtsdiensts.]

een teecken op uwe hant, datse tot voorhooftspanselen zijn tusschen uwe oogen:

19

Ende Ga naar margenootd leert die uwen kinderen, sprekende daer van; als ghy in uwen huyse sittet, ende als ghy op den wegh gaet, ende als ghy neder light, ende als ghy op staet.

20

Ende schrijftse op de posten uwes huyses, ende aen uwe poorten.

21

Op dat uwe dagen, ende uwer kinderen dagen, in den lande, dat de HEERE uwen vaderen hen te geven gesworen heeft, vermenighvuldigen: Ga naar margenoot22 gelijck de dagen des hemels op der aerden.

22

Want soo ghy Ga naar margenoot23 neerstighlick houdet alle dese geboden, die ick u gebiede om die te doen: den HEERE, uwen Godt lief hebbende, wandelende in alle sijne wegen, ende hem aenhangende:

23

Soo sal de HEERE alle dese volcken voor u aengesichte uyt de besittinge verdrijven, ende ghy sult erflick besitten Ga naar margenoot24 grooter ende machtiger volcken, dan ghy zijt.

24

Alle plaetse, Ga naar margenoote Ga naar margenoot25 daer uwe voetsole op treedt, sal uwe zijn: Ga naar margenoot26 van de woestijne ende den Libanon, van de riviere, de riviere Phrath, tot aen de Ga naar margenoot27 achterste zee, sal uwe lantpale zijn.

25

Niemant sal voor u aengesichte bestaen: de HEERE, uwe Godt, sal Ga naar margenoot28 uwen schrick ende uwe vreese geven over al het lant, daer op ghy treden sult, Ga naar margenootf gelijck als hy u gesproken heeft.

26

Siet, ick Ga naar margenoot29 stelle u-lieden heden voor, zegen ende vloeck.

27

Den zegen; wanneer ghy hooren sult na de geboden des HEEREN uwes Godts, die ick u heden gebiede.

28

Maer den vloeck; soo ghy niet hooren en sult na de geboden des HEEREN uwes Godts, ende afwijcket van den wege, dien ick u heden gebiede: om andere goden na te wandelen, die ghy niet gekent en hebt.

29

Ende het sal geschieden, als u de HEERE uwe Godt sal hebben in gebracht in het lant, daer ghy na toe gaet, om dat te erven; Ga naar margenootg dan Ga naar margenoot30 sult ghy den Ga naar margenoot31 zegen Ga naar margenoot32 uytspreken op den bergh Gerizim, ende Ga naar margenooth den Ga naar margenoot33 vloeck op den bergh Ebal.

30

En Ga naar margenoot34 zijnse niet aen gene zijde van de Iordane, achter den wegh van der sonnen ondergangh, in het lant der Canaaniten, die in het vlacke velt woonen? tegen over Gilgal, by de eyckenbosschen van Ga naar margenoot35 More?

31

Want ghylieden sult over de Iordane gaen, dat ghy in komet om te erven het lant, dat de HEERE uwe Godt u geven sal: ende ghy sult dat erflick besitten, ende daer in woonen.

32

Neemt dan waer, te doen alle de insettingen, ende de rechten, die ick u heden voorstelle.

margenoot1
Hebr. alle de dagen, T.w. uwes levens: als dickwils. Siet cap. 12. versen 1, 19. ende 16.3. ende 17. vers 19, etc.
margenoot2
Hebr. ghy sult sijne bewaringe bewaren, ofte, sijne onderhoudinge onderhouden. Sijne bewaringe, ofte, onderhoudinge, D. het gene hy u bevolen heeft te bewaren, ofte, te onderhouden. Siet Genes. cap. 26. op vers 5.
margenoot3
Siet bov. cap. 5. op vers 31.
margenoot4
Dat is, alles wat Godt aen sijn volck om hen te onderwijsen te dier tijt gedaen hadde, het welck in ’t volgende verhaelt wort.
margenoot5
D. sijne Majesteyt ende groote Goddelicke macht, lichtende in sijne wercken, als de volgende woorden verklaren. alsoo bov. 3. vers 24. ende 9.26.
margenoota
Num. 16.31. ende 27.3. Psalm 106.17.
margenoot6
Hebr. huysen.
margenoot7
Siet Genes. 7. op vers 4.
margenoot8
Hebr. dat aen haren voet vvas: D. in haren dienst, macht, ofte besit: ofte, wat hen aengingh, ofte volghde. Vergelijckt Exod. 11.8.
margenoot9
Mose wil seggen, dat het een bysondere weldaet Godts zy, dat alle dese wonderen by haer leven ende voor hare oogen geschiet zijn. Vergel. bov. 5.3.
margenoot10
Hebr. allen, ofte, elck gebodt, dat ick, etc. alsoo onder vers 22.
margenoot11
Siet Exod. 3. vers 8.
margenoot12
Hebr. met uvven voet, D. met uwen dienst ende arbeyt, moetende het water met moeyte daer in dragen, ofte leyden, om dat te bevochtigen. And. na u eygen goetduncken.
margenoot13
Sonder menschen arbeyt ende toedoen.
margenoot14
Hebr. soeckt, nasoeckt, of, navraeght: menschelick van Godt gesproken. Want de menschen plegen te soecken ende te vragen na het gene daer sy eene bysondere genegentheyt toe dragen. Vergel. Iob 3.4. Iesa. 62.12.
margenoot15
Hebr. hoorende hooren sult.
margenoot16
Hier voert Mose Godt selven in, aldus sprekende.
margenoot17
D. dien u lant vereysschen sal.
margenoot18
Dien Godt gaf, na dat het lant gebouwt ende bezaeyt was, om het zaet uyt de aerde te doen opschieten.
margenoot19
Die korts voor den oogst viel, om de vruchten swaer ende rijp te maken. Siet Ier. 5.24. Hose. 6. vers 3. Ioël 2. vers 23. Iacob. 5.7.
margenootb
Boven 8.19.
margenoot20
Eene maniere van spreken, waer door by gelijckenisse wort uytgedruckt de Godtlicke regeeringe in de lucht, dienende tot weeringe ende ophoudinge des regens. siet 1.Reg. 8. vers 35. 2.Chron. 6. vers 26. ende 7.13.
margenootc
Boven 6.6, 8.
margenoot21
Siet Exod. 13. vers 9. en bov. c. 6. op vers 8.
margenootd
Boven 4.9. ende 6.7.
margenoot22
D. soo lange de werelt staet, sal Godt sijn volck met sijnen zegen by blijven. Vergel. Psal. 89. versen 37, 38. Matt. 28. vers 20. And. uwe ende uwer kinderen dagen sullen veel zijn, gelijck de dagen van den hemel veel zijn.
margenoot23
Hebr. houdende houdet.
margenoot24
D. landen van grooter ende machtiger volcken, als boven 9.1.
margenoote
Iosu. 1.3. ende 14.9.
margenoot25
Vergel. bov. 2. vers 5. Iosu. 1. vers 3. ende 14.9.
margenoot26
Vergel. Gen. 10. op vers 19. ende 15. op vers 18. Exod. 23. vers 31. Num. c. 34. bov. 1.7. Iosu. 1.4.
margenoot27
D. die in het Westen gelegen is. Oost, ofte, de opgangh der sonne wort genoemt het voorste deel, ende West, ofte de ondergangh, wort genoemt het achterste. Vergel. ond. 34.2. Iosu. 1.4. en 13.5. Ioël 2.20.
margenoot28
Als bov. 2.25.
margenootf
Exod. 23.27.
margenoot29
Hebr. ick geve, ofte, stelle voor u-lieder aengesichte: alsoo ond. vers 32. en 30.1.
margenootg
Onder 27.12. Iosu. 8.33.
margenoot30
D. ghy sult bevel geven, dat de zegen uytgesproken worde. Siet de vervullinge Iosu. c. 8. versen 33, 34.
margenoot31
Die beschreven wort ond. cap. 28.
margenoot32
Of, uytten, uytgeven. Hebr. geven. Vergel. ond. c. 13. vers 1. 1.Reg. 13.5.
margenooth
Onder 27.13.
margenoot33
Die beschreven wort onder cap. 27. ende 28.
margenoot34
T.w. de plaetsen, in het eynde van ’t voorgaende versken genoemt, zijn gewisselick daer gelegen.
margenoot35
Siet Genes. 12. vers 6.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken