Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het xxiiij. Capittel.

David deylt de Priesters in vier en twintigh hoopen of classen, tot bedieninge harer ampten, vers 1. Ende hy geeft haer dienaers uyt de Leviten, uyt de stamme der Kahathiten ende Merariten, 20.

1

Ga naar margenoota AEngaende nu de kinderen Aarons, [dit] waren hare verdeylingen: De sonen Aarons waren Nadab, ende Abihu, Eleazar, ende Ithamar.

2

Maer Ga naar margenootb Nadab sterf, ende Abihu, Ga naar margenoot1 voor het aensichte hares vaders, ende sy en hadden geen kinderen: Ende Eleazar ende Ithamar bedienden het Priester-ampt.

3

David nu verdeyldese, ende Ga naar margenoot2 Zadok uyt de kinderen Eleazars, ende Ga naar margenoot2 Ahimelech uyt de kinderen Ithamars, Ga naar margenoot3 na haer ampt in haren dienst.

4

Ende Ga naar margenoot4 der kinderen Eleazars werden Ga naar margenoot5 meer gevonden tot hoofden der mannen, dan der kinderen Ithamars, als Ga naar margenoot6 syse afdeylden: van de kinderen Eleazars waren sestien hoofden der vaderlicke huysen, maer van de kinderen Ithamars, na hare vaderlicke huysen, achte.

5

Ende Ga naar margenoot6 sy deyldense door Ga naar margenoot7 loten af, dese met gene: want de Overste des heylighdoms, ende Ga naar margenoot8 de Overste Godes, waren uyt de Ga naar margenoot9 kinderen Eleazars, ende van de kinderen Ithamars.

6

Ende Semaja, de sone Nethaneëls, de Schrijver uyt de Leviten, schreefse op, voor het aengesichte des Koninghs, ende der Vorsten, ende des Priesters Zadoks, ende Ahimelechs des soons Abjathars, ende der hoofden der vaderen onder de Priesters, ende onder de Leviten: een vaderlick huys Ga naar margenoot10 wiert genomen voor Eleazar, Ga naar margenoot11 ende van gelijcken wiert genomen voor Ithamar.

7

Het eerste lot nu Ga naar margenoot12 gingh uyt voor Iojarib, het tweede voor Iedaja:

8

Het derde voor Harim, het vierde voor Seorim:

9

Het vijfde voor Malchija, het seste voor Mijamin:

10

Het sevende voor Ga naar margenoot13 Hakkoz, het achtste voor Ga naar margenoot14 Abija:

11

Het negende voor Iesua, het tiende voor Sechanja:

12

Het elfde voor Eljasib, het twaelfde voor Iakim:

13

Het dertiende voor Huppa, het veertiende voor Iesebeab:

14

Het vijftiende voor Bilga, het sestiende voor Immer:

15

Het seventiende voor Hezir, het achtiende voor Ga naar margenoot15 Happizes:

16

Het negentiende voor Petahja, het twintighste voor Iehezkel:

17

Het een en twintighste voor Iachin, het twee en twintighste voor Gamul:

18

Het drie en twintighste voor Delaja, het vier en twintighste voor Maazja.

19

Deser haer ampt in haren dienst was, Ga naar margenoot16 te gaen in het Huys des HEEREN na hare ordeninge Ga naar margenoot17 door de hant Aarons hares vaders: gelijck als Ga naar margenoot18 hem de HEERE de Godt Israëls geboden hadde.

20

Ga naar margenoot19 Van de overige kinderen Levi nu, was van de kinderen Amrams Ga naar margenoot20 Subaël, van de kinderen Subaëls was Iechdeja.

21

Aengaende Rehabja: van de kinderen Rehabja, was Iissija het hooft.

[Folio 185v\Ordeningen der Sangers ende--Poortiers, etc.]
[fol. 185v\Ordeningen der Sangers ende--Poortiers, etc.]

22

Van de Izhariten was Selomoth: van de kinderen Selomoth was Iahath.

23

Ga naar margenoot21 Ende van de kinderen [Hebrons] was Ierija [de eerste:] Amarja de tweede, Iahaziël de derde, Iekamam de vierde.

24

[Van] de kinderen Uzziëls was Micha, van de kinderen Micha was Samir:

25

De broeder van Micha was Iissija, van de kinderen Iissija was Zecharja.

26

De Ga naar margenoot22 kinderen Merari waren Maheli, ende Musi: Ga naar margenoot23 De kinderen van Iaazija waren, Beno.

27

De kinderen Merari van Iaazija waren Beno, ende Soham, ende Zaccur, ende Hibri.

28

Van Maheli was Eleazar, ende die en hadde geen kinderen.

29

Aengaende Kis: de kinderen van Kis waren, Ierahmeël:

30

Ende de kinderen Musi waren, Maheli, ende Eder, ende Ierimoth: Dese zijn de kinderen der Leviten na hare vaderlicke huysen.

31

Ga naar margenoot24 Ende sy wierpen oock loten Ga naar margenoot25 neffens hare broederen de sonen Aarons voor het aengesichte des Koninghs Davids, ende Zadoks, ende Ahimelechs, ende der Hoofden der vaderen onder de Priesteren ende onder de Leviten: Ga naar margenoot26 het Hooft der vaderen tegen sijnen kleynsten broeder.

margenoota
Levit. cap. 10
margenootb
Levit. 10.2. Numer. 3.4. ende 26.61.
margenoot1
D. in de tegenwoordigheyt hares vaders: Ofte, by het leven hares vaders. Siet Gen. 11.28.
margenoot2
. 2 Vergel. hier mede ond. versen 6, 31. alwaer geseyt wort, datse opgeschreven, ende dat de loten geworpen zijn voor het aengesichte Davids, ende Zadoks, ende Ahimelechs, etc.
margenoot2
. 2 Vergel. hier mede ond. versen 6, 31. alwaer geseyt wort, datse opgeschreven, ende dat de loten geworpen zijn voor het aengesichte Davids, ende Zadoks, ende Ahimelechs, etc.
margenoot3
Ofte, na hare opsicht, ofte, ordre.
margenoot4
D. der nakomelingen. Ende soo in het volgende.
margenoot5
Te weten, noch eens soo vele, gelijck stracks volght.
margenoot6
. 6 T.w. die genoemt zijn vers 3.
margenoot6
. 6 T.w. die genoemt zijn vers 3.
margenoot7
D. wat de orden, ofte het onderscheyt onder hen aengingh, dat bevalen sy Gode, die het lot regeert.
margenoot8
D. die van Godt gestelt waren over alle die in het Heylighdom dienden.
margenoot9
Dat is, nakomelingen.
margenoot10
T.w. door het lot.
margenoot11
Hebr. ende genomen, genomen voor Ithamar. Het welcke sommige alsoo verstaen, dat voor Ithamar dobbel genomen zy, andere, dat het gene te voren voor hem genomen was, voor hem nu genomen bleef.
margenoot12
Men trock het lot uyt emmers, ofte uyt eenigh ander vat.
margenoot13
Ofte, Koz.
margenoot14
Van deses Abiae dagh-ordeninge, ofte beurte, ende van deses nakomelingen, was Zacharias de vader Ioannis des Doopers, Luce 1.5.
margenoot15
Anders, Pitses.
margenoot16
T.w. op den Sabbath, ende sy bleven daer de geheele weke door, tot aen den anderen Sabbath, ende dat gingh alsoo met beurten onder hen om. Siet 2.Reg. 11.5. ende 1.Chron. 9.25.
margenoot17
D. soo als het selve recht van Aaron was onderhouden, volgens de ordinantie Godts, als volght. Anders, onder de hant Aarons, Dat is, onder de beleydinge Aarons: Verstaende eenes van de nakomelingen Aarons, die het ampt des Hoogenpriesters bediende, ende Aaron daer in gevolght was.
margenoot18
T.w. Aaron.
margenoot19
Boven cap. 23. zijn de Gersoniten beschreven: nu worden hier beschreven de Kahathiten ende Merariten, die de twee andere geslachten der Leviten waren.
margenoot20
Hy wort cap. 23. vers 16. Sebuël genoemt, hy is geweest Mosis soons sone, ende alsoo van de nakomelingen Amrams.
margenoot21
Dit vers wort hier alsoo vervult uyt Cap. 23. vers 19. ende 26.31.
margenoot22
Van hier voort stelt hy de overige sonen der Leviten van den huyse Merari.
margenoot23
And. ende de sone van Iaazija sijnes [te weten, des Merari] soons.
margenoot24
De sin deser woorden is, datter soo veel hoopen ende beurten deser Leviten waren, als’er beurten der Priesters waren, op dat elcke beurte der Priesteren haren eygenen hoop ofte beurte der Leviten hadde, om haer te dienen in het uytvoeren hares Priester-ampts. Ende alsoo daer vier en twintigh beurten der Priesteren waren, alsoo zijnder oock vier en twintigh beurten deser Leviten geweest, waer van de meeste hier, ende de reste in het voorgaende Capittel versen 8, 9, 10. verhaelt worden.
margenoot25
Of, tegen over, gelijckformigh.
margenoot26
Dat is, den kleynsten broederen even soo wel, als den Oversten onder de vaderen. Anders, Aboth het Hooft, houdende het selve voor een eygen name.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken