Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het ij. Capittel.

Register der gevangenene Ioden, die met den Vorst Zerubbabel, ende andere Hoofden na Ierusalem zijn opgetogen, vers 1, etc. vrywillige gaven der Ioodsche Vorsten (als sy te Ierusalem gekomen waren) tot het gebouw des tempels, 68.

1

DIt zijn de Ga naar margenoot1 kinderen van dat lantschap, die optogen uyt de gevangenisse, Ga naar margenoot2 der wechgevoerden, die Nebucadnezar, Koningh van Babel, wechgevoert hadde na Babel, die na Ierusalem ende Iuda zijn weder gekeert, een yegelick na sijne stadt:

2

Dewelcke quamen met Ga naar margenoot3 Zerubbabel, Iesua, Nehemia, Seraja, Reelaja, Mordechai, Bilsan, Mispar, Bigvai, Rehum [ende] Baëna. [Dit is] ’t getal der mannen des Ga naar margenoot4 volcks Israëls:

3

De Ga naar margenoot5 kinderen van Paros, twee duysent, hondert ende twee ende seventigh.

4

De kinderen van Sephatja drie hondert, twee ende seventigh.

5

De kinderen Arachs, seven hondert, vijf ende seventigh.

6

De kinderen van Pahat Moab, van de kinderen Iesua- Ga naar margenoot6 Ioabs, twee duysent, acht hondert, ende twaelf.

7

De kinderen Elams, duysent, twee hondert, vier ende vijftigh.

8

De kinderen van Zatthu, negen hondert, ende vijf ende veertigh.

9

De kinderen van Zaccai, seven hondert, ende sestigh.

10

De kinderen van Bani, ses hondert, twee ende veertigh.

11

De kinderen van Bebai, ses hondert, drie ende twintigh.

12

De kinderen van Azgad, duysent, twee hondert, twee ende twintigh.

13

De kinderen Adonikams, ses hondert, ses ende sestigh.

14

De kinderen van Bigvai, twee duysent, ses ende vijftigh.

15

De kinderen Adins, vier hondert, vier ende vijftigh.

16

De kinderen Aters, van Hizkia, acht ende negentigh.

17

De kinderen van Bezai, drie hondert, drie ende twintigh.

18

De kinderen van Iora, hondert ende twaelf.

19

De kinderen Hasums, twee hondert, drie ende twintigh.

20

De kinderen Gibbars, vijf ende negentigh.

21

De kinderen van Ga naar margenoot7 Beth-lehem, hondert, drie ende twintigh.

22

De mannen van Netopha, ses ende vijftigh.

23

De mannen van Anathoth, hondert, acht ende twintigh.

24

De kinderen van Azmaveth, twee ende veertigh.

25

De kinderen van Kiriath-Arim, Cephira ende Beëroth, seven hondert ende drie ende veertigh.

26

De kinderen van Rama, ende Gaba, ses hondert, een ende twintigh.

27

De mannen van Michmas, hondert, twee ende twintigh.

28

De mannen van Bethel ende Ai, twee hondert, drie ende twintigh.

29

De kinderen van Ga naar margenoot8 Nebo, twee ende vijftigh.

30

De kinderen van Magbis, hondert, ses ende vijftigh.

31

De kinderen des Ga naar margenoot9 anderen Elams, duysent, twee hondert, vier ende vijftigh. [kolom]

32

De kinderen Harim, drie hondert, ende twintigh.

33

De kinderen van Lod, Hadid, ende Ono, seven hondert, vijf ende twintigh.

34

De kinderen van Iericho, drie hondert, vijf ende veertigh.

35

De kinderen van Senaa, drie duysent, ende ses hondert, ende dertigh.

36

De Priesters: Ga naar margenoot10 de kinderen van Iedaja, van den huyse Iesua negen hondert, drie ende seventigh.

37

De kinderem Ga naar margenoot11 Immer, duysent, twee ende vijftigh.

38

De kinderen Ga naar margenoot12 Pashur, duysent twee hondert, seven ende veertigh.

39

De kinderen Ga naar margenoot13 Harim, duysent, ende seventien.

40

De Leviten: de kinderen van Iesua ende Kadmiël, van de kinderen Hodavja, vier ende seventigh.

41

De Sangers: De kinderen Asaph, hondert, acht ende twintigh.

42

De kinderen der Poortiers; De kinderen Sallum, de kinderen Ater, de kinderen Talmon, de kinderen Akkub, de kinderen van Hatita, de kinderen van Sobai: Dese alle waren hondert, negen ende dertigh.

43

De Ga naar margenoot14 Nethinim: de kinderen van Ziha, de kinderen van Hasupha, de kinderen van Tabbaoth.

44

De kinderen van Keros, de kinderen van Siaha, de kinderen Padon,

45

De kinderen van Lebana, de kinderen van Hagaba, de kinderen Akkub,

46

De kinderen Hagab, de kinderen van Samlai, de kinderen Hanan,

47

De kinderen Giddels, de kinderen Gahar, de kinderen van Reaja.

48

De kinderen Rezin, de kinderen van Nekoda, de kinderen Gazzam,

49

De kinderen van Uza, de kinderen van Paseah, de kinderen van Besai,

50

De kinderen van Asna, de kinderen der Mehunim, de kinderen der Nephusim,

51

De kinderen Bakbuk, de kinderen van Hakupha, de kinderen van Harhur,

52

De kinderen van Bazluth, de kinderen van Mehida, de kinderen van Harsa,

53

De kinderen van Barkos, de kinderen van Sifera, de kinderen van Thamah,

54

De kinderen van Neziah, de kinderen van Hatipha.

55

De kinderen der Ga naar margenoot15 knechten van Salomo: de kinderen van Sotai, de kinderen van Sophereth, de kinderen van Peruda.

56

De kinderen van Iaala, de kinderen Darkon, de kinderen Giddels,

57

De kinderen van Sephatja, de kinderen Hattils, de kinderen van Pocheret Hazebaim, de kinderen van Ami.

58

Alle de Nethinim, ende de kinderen der knechten van Salomo, waren drie hondert twee ende negentigh.

59

Dese togen oock op van Ga naar margenoot16 Thelmelah, Thel-Harsa, Ga naar margenoot17 Cherub, Addan [ende] Immer: Doch sy konden harer vaderen huys, ende haer Ga naar margenoot18 zaet niet bewijsen, of sy uyt Israël waren.

60

De kinderen van Delaja, de kinderen van Tobia, de kinderen van Nekoda, ses hondert twee ende vijftigh.

61

Ende van de kinderen der Priesteren, de kinderen van Habaia, de kinderen van Koz: De kinderen van Barzillai, die van de dochteren Barzillai des Gileaditers eene vrouwe genomen hadde, ende na haren naem genoemt was.

[Folio 205v\Gaven tot den bouw des tempels. Loofhuttenfeest.]
[fol. 205v\Gaven tot den bouw des tempels. Loofhuttenfeest.]

62

Deselve sochten haer Ga naar margenoot19 register, Ga naar margenoot20 onder de gene die in ’t geslacht-register gestelt waren, maer Ga naar margenoot21 sy en werden niet gevonden: Daerom werden sy Ga naar margenoot22 als onreyne van het Priesterdom geweert.

63

Ende Ga naar margenoot23 Hattirsatha seyde tot hen, dat sy van de Ga naar margenoot24 heylighste dingen niet souden eten, tot datter een Ga naar margenoot25 Priester stonde met Urim ende met Thummim.

64

Dese gantsche gemeynte Ga naar margenoot26 te samen, was Ga naar margenoot27 twee ende veertigh duysent, drie hondert [ende] sestigh.

65

Behalven hare knechten ende hare maeghden, die waren seven duysent, drie hondert, seven ende dertigh: Ende sy hadden twee hondert Ga naar margenoot28 Sangers ende Sangerschen.

66

Hare peerden waren seven hondert, ses ende dertigh: hare muylen, twee hondert, vijf ende veertigh.

67

Hare kemelen, vier hondert, vijf ende dertigh: de ezelen, ses duysent, seven hondert, ende twintigh.

68

Ende [sommige] van de Hoofden der vaderen, als sy quamen Ga naar margenoot29 ten Huyse des HEEREN, die te Ierusalem [woont,] gaven vrywillighlick ten Huyse Godes, om dat te setten op sijne vaste plaetse.

69

Sy gaven nae haer vermogen ten Ga naar margenoot30 schatte des wercks, aen gout, een ende sestigh duysent Ga naar margenoot31 drachmen, ende aen silver, vijf duysent Ga naar margenoot32 ponden, ende hondert Priesterrocken.

70

Ende de Priesters, ende de Leviten ende [sommige] uyt den Ga naar margenoot33 volcke, soo de Sangers, als de Poortiers, ende de Ga naar margenoot34 Nethinim woonden in hare steden, ende gantsch Israël in sijne steden.

margenoot1
D. die in Babylonien ofte Chaldea als gevangene eenen langen tijt gewoont hadden, daer andere Israëliten in verscheydene landen verstroyt waren. And. kinderen der Provintie, ofte, des lantschaps, dat is, geboren in het Ioodsche lant, ofte die van daer afkomstigh waren: Alsoo dese maniere van spreken beyds kan beteeckenen, inwooninge, of, geboorte. Vergelijckt Nehem. 7.6.
margenoot2
Hebr. der wechvoeringe, ofte, ballinghschap, verhuysinge.
margenoot3
Siet bov. cap. 1. op vers 8. Dese wort Sorobabel genoemt, Matth. 1.13. Iesua (anders Iosua) was Priester. Siet onder capit. 3. versen 2, 9. Hagg. 1. vers 1. Dese waren Hoofden ende Leytslieden des volcks, met d’andere Overste hier by genoemt. Vergelijckt dit register (dat sommige meenen in Balylonien gestelt te zijn) met het ander, Nehem. 7.6, 7, etc. het welcke gestelt, ofte immers oversien schijnt te wesen in Iuda, eenigen tijt na de aenkomste: daer is eenige verscheydenheyt van namen ende getal, overmits eenige opgeteeckende mogen achtergebleven, ofte onderweeghs gestorven zijn, ende andere naderhant aengekomen, ende bygevoeght, gelijck in sulcke optochten pleeght te gebeuren. Oock worden sommige namen verscheydentlick in beyde plaetsen gestelt, als de leser uyt de vergelijckinge sal vernemen.
margenoot4
Des gemeenen volcks, die onder het beleyt van de voorgenoemde Hoofden optogen.
margenoot5
Dat is, nakomelingen, ende soo in het volgende.
margenoot6
And. [ende] Ioabs.
margenoot7
D. inwoonders ofte geboortigh van Bethlehem: Alsoo in sommige volgende verssen, mannen, ofte, lieden, deser ofte gener plaetse. item vers 25, etc. kinderen van dese ende die plaetsen. Vergelijckt boven vers 1.
margenoot8
Anders doorgaens in de Schriftuere genoemt Nob, eene stadt der Priesteren, gelegen in Benjamin. siet 1.Sam. 21. vers 1. Nehem. 11. vers 32. Eene andere van dien naem was’er in den stam Rubens, Numer. c. 32. versen 37, 38. Daerom dese genoemt wort de andere Nebo, Neh. cap. 7. vers 33.
margenoot9
Eens anderen als die boven vers 7. vermelt is.
margenoot10
Siet 1.Chron. cap. 24. vers 7.
margenoot11
Siet 1.Chron. cap. 24. vers 14.
margenoot12
Die de voorneemste was onder de nakomelingen van Malkia. Siet 1.Chron. 24. vers 9. ende 9.12.
margenoot13
Siet 1.Chron. cap. 23. vers 8. ’t Is aenmerckelick, dat hier van de vier ende twintigh ordeningen by Davids tijden ingestelt, niet meer als vier worden verhaelt, waer by sommige de vijfste voegen, het huys van Iesua, Iosadaks sone. Van eenige herstellinge der ordeningen, siet Nehem. 12.
margenoot14
Dat is, gegevene, verstaet de Gibeoniten, die haer leven door list behouden hebbende, Israël ende den Huyse Godes tot knechtelicke diensten zijn overgegeven. Siet Iosu. 9. versen 21, 23.
margenoot15
Die van de Heydensche volckeren over gebleven zijnde, van den Koning Salomo dienstbaer zijn gemaeckt. siet 1.Reg. 9.20, 21.
margenoot16
Dese twee, Thelmelah, ende Thelharsa, worden gehouden voor namen van plaetsen, daer sy gewoont hadden, in Babylonien ende Mesopotamien.
margenoot17
Verstaet met hare huysgesinnen. Sommige meynen dat dese drie volgende namen zijn van persoonen, die met hare huysgesinnen zijn opgetogen: Andere houden ’t mede voor namen van plaetsen, ende dat de persoonen in ’t volgende vers verhaelt worden.
margenoot18
D. haer geslacht, afkomste.
margenoot19
Hebr. geschrift. Verstaet, de geslacht-registers, die Godt te dier tijt heeft willen bewaert hebben, op dat men mochte weten uyt wat familie de Messias soude voortkomen, ende op dat het Priesterdom tot op de komste Christi, by Aarons linie mochte blijven.
margenoot20
Ofte, willende haer geslachte bewijsen.
margenoot21
T.w. hare namen, ofte persoonen, ofte voorouders.
margenoot22
Hebr. sy werden verontreynight van het Priesterdom, Dat is, sy werden verklaert onduchtigh ende niet gerechtight tot het Priesterdom, ende volgens daer van geweert.
margenoot23
Dit houden sommige voor eenen Persischen naem van seker ampt ofte dienst, als Gesante, Commissaris, Stadthouder, ofte, Gouverneur des Koninghs, te weten, Sesbazar. siet boven c. 1. op vers 8. Alsoo wert Nehemia oock genoemt, Neh. 8.10. ende 10.1.
margenoot24
Hebr. heyligheyt der heyligheden. Verstaet, het gene dat den Priesteren te deel viel van d’offerhanden.
margenoot25
Verstaet, den Hoogenpriester bekleedt met Urim ende Thummim, om den Heere in sware ende duystere saken raet te vragen. Siet Num. 27.21.
margenoot26
Hebr. als een.
margenoot27
Daer onder mede gereeckent de gene, die niet konden bewijsen, oftse uyt Israël waren. Hebr. vier millioenen, twee duysent, etc.
margenoot28
Die sy mede genomen hadden om Godt voor sijne weldaet te dancken, ende haer in de heylige musijcke te oeffenen, die in de gevangenisse was onderlaten.
margenoot29
D. ter plaetse daer het Huys des Heeren geweest was, ende weder gebouwt soude worden.
margenoot30
Om in de schatkamer des Heylighdoms bewaert te worden voor het gebouw des tempels. Siet 1.Chron. 26.20, 26.
margenoot31
Een drachma was (na het gevoelen der Geleerden) ’t gewichte van een vierendeel eenes sikels, ofte van een fransche kroon. Siet 1.Chron. 29. op vers 7. Alsoo bedroegh dese somme een ende sestigh duysent fransche kroonen. Hebr. ses millioenen ende duysent.
margenoot32
Hebr. manim, Dat is, mijnen. Siet 1.Reg. 10.17. 2.Chron. cap. 9. vers 16. Nehem. 7.71, 72. Van Ezechiels mina, siet Ezech. 45.12.
margenoot33
Der Leviten, te weten, de Sangers, etc. mitsgaders andere van de gemeynte, als de knechten van Salomo, etc. Siet Nehem. 10.28. ende 11.3. 2.Chron. 23. op vers 5.
margenoot34
Siet van dese boven op vers 43.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken