Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm x.

David, ofte, Godts Kercke, ofte, David in den naem van Godts Kercke, bidt vyerighlick tegen de vervolginge ende verdruckinge der godtloosen, beschrijvende seer levendigh haren hooghmoedt, godtloosheyt, ende hare wreede bloedige practijcken. Begeert Godts rechtveerdige wrake, die hy sich oock door geloove versekert dat Godt doen sal.

1

O HEERE, Ga naar margenoot1 waerom staet ghy van verre? [waerom] verberght ghy u Ga naar margenoot2 in tijden van benauwtheyt?

2

De Ga naar margenoot3 godtloose Ga naar margenoot4 vervolght hittighlick in hooghmoedt den elendigen: Ga naar margenoota laetse gegrepen worden in de aenslagen, die sy bedacht hebben.

3

Want de godtloose Ga naar margenoot5 roemt over den wensch sijner ziele; hy Ga naar margenoot6 zegent den gierigaert, hy Ga naar margenoot7 lastert den HEERE.

4

De godtloose, Ga naar margenoot8 gelijck hy sijn neuse om hooge steeckt, en Ga naar margenoot9 ondersoeckt niet; Ga naar margenootb Ga naar margenoot10 alle sijne gedachten zijn, datter geen Godt en is.

5

Sijne Ga naar margenoot11 wegen Ga naar margenoot12 maken t’allen tijde smerte; uwe Ga naar margenoot13 oordeelen zijn eene hooghte Ga naar margenoot14 verre van hem: alle sijne tegenpartijders, Ga naar margenoot15 die blaest hy aen.

6

Hy Ga naar margenoot16 seyt in sijn herte; Ick en sal niet Ga naar margenoot17 wanckelen; want [ick] en sal Ga naar margenoot18 van geslachte tot geslachte in geen Ga naar margenoot19 quaet zijn.

7

Ga naar margenootc Sijn mont is vol van vloeck, ende bedriegerijen, ende list; Ga naar margenoot20 onder sijne tonge is moeyte ende ongerechtigheyt.

8

Hy sitt in de achterlage der Ga naar margenoot21 hoeven, in verborgene plaetsen doot hy den onschul-

[Folio 240v]
[fol. 240v]

digen; sijne oogen Ga naar margenoot22 verbergen haer tegen den armen.

9

Hy leyt lagen in eene verborgene plaetse, gelijck een leeuw in sijn hol; hy leyt lagen om den elendigen te rooven; hy rooft den elendigen, als hy hem treckt in sijn net.

10

Hy Ga naar margenoot23 duyckt neder, hy buyght sich; Ga naar margenoot24 ende den armen hoop valt in sijne stercke [pooten.]

11

Ga naar margenootd Hy seyt in sijn herte, Godt Ga naar margenoot25 heeft het vergeten; hy heeft sijn aengesichte verborgen, hy en siet niet in eeuwigheyt.

12

Ga naar margenoot26 Staet op, HEERE Godt, Ga naar margenoot27 heft uwe hant op; en vergeet de Ga naar margenoot28 elendige niet.

13

Ga naar margenoot29 Waerom Ga naar margenoot30 lastert de godtloose Godt? seyt in sijn herte; Ghy en sult het niet Ga naar margenoot31 soecken?

14

Ghy siet het [immers;] want ghy aenschouwt de Ga naar margenoot32 moeyte ende het verdriet, Ga naar margenoot33 op dat men het in uwe hant geve: op u Ga naar margenoot34 verlaet sich de arme; ghy zijt Ga naar margenoot35 geweest een helper des Ga naar margenoot36 weesen.

15

Breeckt den Ga naar margenoot37 arm des godtloosen ende boosen: Ga naar margenoot38 soeckt sijne godtloosheyt, Ga naar margenoot39 [tot dat] ghyse niet en vindet.

16

Ga naar margenoote De HEERE is Koningh eeuwighlick ende altoos: de Heydenen zijn vergaen uyt Ga naar margenoot40 sijnen lande.

17

HEERE, ghy hebt den wensch der Ga naar margenoot41 sachtmoedigen gehoort: ghy sult haer herte Ga naar margenoot42 stercken, uwe oore sal opmercken;

18

Om den weese ende verdruckten recht te doen; op dat een Ga naar margenoot43 mensch Ga naar margenoot44 van der aerden niet meer voort vare gewelt te bedrijven.

margenoot1
Als of hy seyde: En doet doch niet alsoo: nadert met uwe hulpe, ende laet u genadigh aenschijn lichten. Menschelicker wijse van Godt gesproken, als dickwils in dit boeck. Vergelijckt Psal. 3. op vers 8. ende 7. op versen 7, 8.
margenoot2
Als bov. Psal. 9. vers 10.
margenoot3
D. de godtloosen: als blijckt uyt het volgende.
margenoot4
Als Psalm 7.14.
margenoota
Psalm 7.16. ende 9.16. Prov. 5.22.
margenoot5
Vastelick meynende, dat hy sijnen aenslagh sal volbrengen, ende sijnen wensch verkrijgen. Anders, hy prijst na den lust sijner ziele, Dat is, wien hy maer wil: by exempel, den gierigaert, als volght. Of, hy beroemt sich over den wensch sijner ziele, Dat is, over sijn boose lusten, als hy die volbracht heeft.
margenoot6
D. hy houdt ende reeckent den onrechtveerdigen, die door gierigheyt den armen verdruckt, geluckigh te zijn. Siet Deuter. 29. op vers 19. Anders, de gierige (terstont genoemt godtloose) vloeckt [ende] lastert den Heere: gelijck zegenen somtijts voor vloecken genomen wort. Siet 1.Reg. cap. 21. op vers 10. Of, de gierigaert zegent [hemselven.]
margenoot7
Ofte, terght.
margenoot8
Hebr. na de hoogheyt, ofte, opstekinge, opheffinge sijns aensichts, ofte, sijns gelaets, sijner neuse, sijns toorns, Dat is, na de trotsheyt, ende smadelicke verachtinge van goet onderwijs, die hy in sijn gantsch gelaet ende alle gebeerden toont; gelijck de hoogheyt des herten, Psalm 131. vers 1. ende des geests, Proverb. 16.18. de inwendige trotsheyt, ofte hooghmoedt beteeckent, alsoo de hoogheyt der oogen, Psalm 18. vers 28. ende 101.5. ende hier, des aensichts, ofte, der neuse de uytwendige.
margenoot9
Of hy wel ofte qualick doe, nergens na vragende. Anders, hy soeckt [Godt] niet, uyt Psalm 14.2.
margenootb
Psalm 14.1. ende 53.2.
margenoot10
And. [in] alle sijne listige aenslagen en is Godt niet.
margenoot11
D. sijn voornemen, aenslagen ende doen.
margenoot12
T.w. aen den genen dien hy in sijnen hooghmoedt verdruckt. Anders, sijne wegen zijn t’allen tijde voorspoedigh. Het Hebreeusch woort heeft de beteeckeninge van barens smerte, waer op blijdtschap volght, als het kint geboren is, Ioan. 16.21. Ende alsoo schijnen eenige het voorts genomen te hebben in de beteeckeninge van voorspoet, wel gedijen, sijn werck te voorderen, dat het voor den dagh kome, als de vrucht des lichaems: alsoo woelt, arbeyt, ende werckt de godtloose sijn voornemen uyt, het geluckt hem na sijnen sin; daerom en vraeght hy na Godt niet.
margenoot13
Uwe regeeringe, ende de straffen, die ghy, ó Heere, den godtloosen bereyt hebt.
margenoot14
Vergelijckt de maniere van spreken met Iudic. 9. op vers 17. ende Cantic. 6. op vers 5. Hebr. van, ofte, van tegen over hem, Dat is, hy werptse van sich uyt sijn gesichte, ende denckt daer niet eens om: ofte, sy zijn hooger, dan dat hyse sich soude voorstellen, sy zijn voor hem verborgen, boven sijn verstant ende bedencken: dewijl hy geluckigh is, en denckt hy niet op de toekomstige straffen. Siet het volgende vers.
margenoot15
Ofte, daer op blaest hy, ofte, tegen deselve blaest hy, Dat is, hy meentse gelijck kaf, als met een geblaes te verstuyven: soo gantsch niets past hy daer op, om dat hem alles na sijnen sin gaet. Vergelijckt Psalm 12.6.
margenoot16
D. hy denckt, als versen 11, 13. ende Psalm 14. vers 1, etc.
margenoot17
Dat is, ick sal van mijnen staet ofte welstant niet versett worden, het sal my altoos wel gaen, ick en sal niet sneuvelen ende vallen, ofte omgestooten worden.
margenoot18
Hebr. in geslachte ende geslachte, Dat is, nimmermeer.
margenoot19
D. my en sal nimmermeer eenigh ongeluck ofte tegenspoet over komen.
margenootc
Rom. 3.14.
margenoot20
Vergelijckt Psalm 66.17. Rom. 3.13.
margenoot21
Ofte, dorpen, vlecken.
margenoot22
D. hy loert in ’t verborgen op hem.
margenoot23
Om niet gesien te worden, ende als met eenen onvoorsienen sprongh hem op ’t lijf te vallen. Vergel. Psalm 17.11.
margenoot24
Ofte, op dat den armen hoop moge vallen, etc. And. ende hy overvalt den armen hoop met sijne stercke [leden:] voor, armen hoop, is in het Hebreeusch, armen, in het getal van velen, gevoeght by het woort, valt, in het getal van eenen.
margenootd
Psalm 94.7.
margenoot25
Hebr. heeft vergeten, Te weten, dese lieden, of, de sake van de gene, die ick voor hebbe te plagen: dat zijn de elendige van dewelcke de Propheet ter contrarie in ’t volgende vers bidt, dat Godt harer niet en vville vergeten.
margenoot26
Siet Psalm 3. op vers 8.
margenoot27
Dese maniere van spreken wort verscheydentlick in de Schrifture genomen, beteeckenende hier de openbare vertooninge van Godts macht in het helpen der vromen, ende beschamen der boosen, die met hare godtloosheyt in het voorgaende beschreven zijn.
margenoot28
And. sachtmoedige.
margenoot29
Hy wil seggen: Waerom laet ghy toe dat hy u alsoo lastert?
margenoot30
Ofte, terght.
margenoot31
Als boven 9.13. ende onder vers 15. Ofte, hy seyt in sijn herte; ghy en sult, etc.
margenoot32
Die de elendige lijden van den godtloosen.
margenoot33
Dat is, u de wrake geve, waer op de volgende woorden wel passen. Anders, op dat ghy het in uvve hant legget, Dat is, om hare sake ofte haer recht als voor oogen te hebben, ende daer op te letten, ofte, op dat ghy het met uvve hant gevet, Dat is, vergeldet.
margenoot34
Ofte, laet het de arme, Te weten, staen, hy laet het in uwe hant, hy vertrouwt het u, dat ghy sijne sake sult verwaren, ende op sijn recht letten. Vergelijckt de maniere van spreken met Genes. 39.6. Iob 39.14. Iesa. 10.3. ende 2.Timoth. 1.12.
margenoot35
Te weten, altoos in vorige tijden. Vergelijckt Psalm 27.9.
margenoot36
D. van my, ende alle de gene, die als weesen van de menschen verlaten ende verdruckt worden. Vergelijckt Psalm 68.6. Ioan. 14. vers 18. ende onder vers 18.
margenoot37
D. de macht, het gewelt, als dickwils.
margenoot38
Als boven Psalm 9.13.
margenoot39
De sin is, straftse, ende roeytse uyt, sulcks dat de godtloose den vromen niet meer en konnen quellen. Vergel. Ezech. 23.48. In eenen gantsch anderen sin sullen de sonden van Godts volck gesocht ende niet gevonden vvorden, dewijlse alle van Godt uyt genade om des Messiae wille sullen vergeven zijn, Ierem. 50.20. Anders, sult ghyse niet vinden? Dat is, ghy sultse sekerlick vinden.
margenoote
Psalm 29.10. ende 145.13. ende 146.10. Ierem. 10.10. Thren. cap. 5. vers 19. Dan. 4.3. ende 6.27. 1.Timoth. 1.17.
margenoot40
Te weten, Canaan, dat Godt sijn lant noemt, Levit. 25.23. Anders, uyt, ofte, van sijn aertrijck, gelijck de gantsche aerde oock Godes is, Psalm 24.1.
margenoot41
Ofte, nedrigen, die door Godts hant, ende het middel van kruys verootmoedight zijn. Dit is een aenmerckelicke tijtel van Godts kinderen, die door sijnen Heyligen Geest wedergeboren, vernedert, ende onder sijn jock ende de gehoorsaemheyt sijner geboden gebracht zijn. Alsoo onder Psalm 22.27. ende 25.9. ende 34.3, etc.
margenoot42
Te weten, door u woort ende uwen Heyligen Geest.
margenoot43
Siet Psalm 8. op vers 5. ende vergelijckt Psalm 9.20, 21.
margenoot44
D. die uyt de aerde gesproten, ofte daer van gemaeckt is, ende dien volgens, geene oorsake heeft van trotz ende hooghmoedigh te zijn. And. op dat een sterflick mensch niet meer voort vare, uyt den lande te verjagen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken