Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm xxxiij.

Vermaninge tot Godes lof, van wegen sijne Godtlicke eygenschappen, raet, woort, ende wercken, soo der scheppinge, als der regeeringe, insonderheyt der menschen, tot vernietinge van der godtloosen aenslagen, ende behoudenisse sijner geloovigen, die sich daer over verblijden, ende hem daerom bidden.

1

GHy rechtveerdige, singet vrolick in den HEERE; Ga naar margenoota Lof Ga naar margenoot1 betaemt den oprechten.

2

Lovet den HEERE met de harpe; Psalmsinget hem, met de Ga naar margenoot2 luyte, [ende] het tiensnarigh instrument.

3

Ga naar margenootb Singet hem een Ga naar margenoot3 nieuw liedt; Ga naar margenoot4 spelet wel met vrolick geschal.

4

Want des HEEREN woort is Ga naar margenoot5 recht, ende al sijn werck Ga naar margenoot6 getrouw.

5

Hy heeft Ga naar margenootc Ga naar margenoot7 gerechtigheyt ende gerichte lief; Ga naar margenootd de Ga naar margenoot8 aerde is vol van de goedertierenheyt des HEEREN.

6

Ga naar margenoote Door ’t Ga naar margenoot9 Woort des HEEREN zijn de hemelen gemaeckt, ende door den Ga naar margenoot10 Geest sijns monts al haer Ga naar margenoot11 heyr.

7

Hy Ga naar margenoot12 vergadert de wateren der zee als op eenen hoop; hy stelt de Ga naar margenoot13 afgronden schatkameren.

8

Laet de gantsche Ga naar margenoot14 aerde voor den HEERE vreesen; laet alle inwoonders van de werelt voor hem schricken.

9

Want hy spreeckt, Ga naar margenoot15 ende het is’er; hy gebiedt ende het staet’er.

10

Ga naar margenootf De HEERE vernietight den raet der Heydenen, hy breeckt de gedachten der volckeren.

11

[Maer] Ga naar margenootg de raet des HEEREN bestaet in eeuwigheyt; de Ga naar margenoot16 gedachten sijns herten Ga naar margenoot17 van geslachte tot geslachte.

12

Ga naar margenooth Welgelucksaligh is’t volck, Ga naar margenoot18 diens Godt de HEERE is; het volck, dat hy sich ten erve verkoren heeft.

13

De HEERE schouwt uyt den hemel, ende siet alle menschen kinderen:

14

Hy siet uyt van sijne vaste woonplaetse, op alle inwoonders der aerde:

[Folio 246r]
[fol. 246r]

15

Hy Ga naar margenoot19 formeert harer aller herte; hy lett op alle hare wercken.

16

Een Koningh wort niet behouden door een Ga naar margenoot20 groot heyr; een heldt wort niet gereddet door groote kracht.

17

Het peert Ga naar margenoot21 feylt ter Ga naar margenoot22 overwinninge, ende en bevrijdt niet door sijne groote sterckheyt.

18

Siet, des HEEREN Ga naar margenooti Ga naar margenoot23 ooge is over de gene, die hem vreesen, op de gene die op sijne goedertierenheyt hopen;

19

Om hare Ga naar margenoot24 ziele van den Ga naar margenoot25 doot te redden, ende om haer by’t leven te houden in den honger.

20

Onse ziele verbeydt den HEERE; hy is onse hulpe, ende onse schildt.

21

Want ons herte is in hem verblijdt, om dat wy op den name sijner Ga naar margenoot26 heyligheyt vertrouwen.

22

Uwe goedertierenheyt, HEERE, zy over ons; gelijck als wy op u hopen.

margenoota
Psalm 147.1.
margenoot1
Of, staet den oprechten wel aen, past hem wel.
margenoot2
Dese twee laetste worden uytdruckelick onderscheyden Psalm 92.4.
margenootb
Psalm 40.4. ende 96.1. ende 98.1. ende 144.9. Iesa. 42.10. Apocal. 5.9. ende 14.3.
margenoot3
Dat nimmermeer en veroude, maer steeds vernieuwt werde, ende in verscher gedachtenisse blijve, van wegen de nieuwe ende versche weldaden, die Godt telckens aen sijn volck bewijst. Vergelijckt 1.Ioan. 2. versen 7, 8. ende Iob cap. 29. op vers 20.
margenoot4
Hebr. maeckt het spelen, ofte, slaen goet, D. speelt wel, aerdighlick, konstighlick. Vergel. Deuter. 5. op vers 28. Iesa. c. 23. vers 16. Ier. 1. op vers 12.
margenoot5
Siet Psalm 19. op vers 9.
margenoot6
Hebr. in getrouwigheyt, ofte, waerheyt, gewissigheyt, Dat is, gelijck sijn woort recht, goet ende waerachtigh is, alsoo is oock bestandigh ende vast, al wat hy doet.
margenootc
Psalm 45.8. Hebr. 1.9.
margenoot7
Beschermende de onschuldige, ende straffende de schuldige.
margenootd
Psalm 119.64.
margenoot8
Vergel. Matth. cap. 5. vers 45. ende 1.Timoth. cap. 4. vers 10.
margenoote
Genes. 1. versen 6, 7.
margenoot9
Verstaet, het eeuwige selfstandige Woort des Vaders. Siet Genes. cap. 1. op vers 3.
margenoot10
Verstaet dit van den Heyligen Geest, die van den Vader ende den Sone uytgaet, ende gesonden wort, zijnde mede een autheur van de scheppinge aller dingen. Vergelijckt Genes. 1.2. Iob 26.13. ende 33.4.
margenoot11
Siet Genes. 2. op vers 1.
margenoot12
Dat is, vergadert hebbende, houdt hyse by een, als op eenen hoop, datse de menschen in het bewoonen des aertdrijcks niet konnen hinderen. Siet Genes. cap. 1. vers 9. Iob cap. 38. vers 8, etc. ende Proverb. cap. 8. vers 29.
margenoot13
Dat is, diepten, seer diepe wateren leyt hy in verborgene holen des aerdtrijcks, gelijck men schatten in verborgene plaetsen wech leyt. Vergelijckt Iob 38.16. Proverb. 8.28.
margenoot14
Dat is, inwoonders des gantschen aerdtrijcks, als het volgende verklaert.
margenoot15
Dat is, als hy spreeckt, soo, etc. als dickwils.
margenootf
Iesa. 19.3.
margenootg
Proberb. 19.21. ende 21.30. Iesa. 46.10.
margenoot16
Menschelick van Godt gesproken, beteeckenende den raet ende wille Godts, in het voorgaende gemelt.
margenoot17
Hebr. tot, ofte, in geslachte ende geslachte.
margenooth
Psalm 65.5. ende 144.15.
margenoot18
Siet Genes. 17. op vers 7.
margenoot19
Des eenen soo wel als des anderen, eens yederen in het bysonder. vergelijckt Numer. 16. vers 22. Zach. 12.1. Hebr. 12. vers 9. And. Hy alleen formeert haer herte. Siet van sulcke beteeckeninge des Hebreeuschen woordekens, Ezra c. 4. op vers 3.
margenoot20
Hebr. door de grootheyt, ofte, veelheyt eens heyrs: alsoo in ’t volgende, door de grootheyt, ofte, veelheyt der kracht.
margenoot21
Hebr. [is] leugen, ofte, valsheyt, dat is, bedrieght sijnen meester, die daer door meynde de victorie te bekomen, ofte te ontkomen, maer het mist hem. Door het peert (als een bysonder behulp in den krijgh) moet men alle andere middelen verstaen, als niet helpende sonder Godts zegen.
margenoot22
Ofte, behoudenisse. Siet van het Hebreeusch woort 2.Sam. 8. op vers 6.
margenooti
Iob 36.7. Psalm 34.16. 1.Petr. 3.12.
margenoot23
Vergel. 1.Reg. 8. op vers 29. ende boven Psalm 32. op vers 8.
margenoot24
D. leven.
margenoot25
D. dootlicke perijckelen.
margenoot26
D. sijnen heyligen naem.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken