Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm Cxlix.

Een vermaninge tot danksegginge van wegen sijne goetgunstigheyt tot sijne gemeynte, ende hare overwinninge, die sy door sijne kracht ende genade verworven heeft.

1

HAlelu-Iah. Ga naar margenoot1 Singht den HEERE een nieuw liedt: sijn lof zy [kolom] Ga naar margenoot2 in de gemeynte Ga naar margenoot3 [sijner] gunstgenooten.

2

Dat Israël sich verblijde Ga naar margenoot4 in Ga naar margenoota den genen die hem gemaeckt heeft: dat de kinderen Zions haer verheugen Ga naar margenoot5 over haren Koningh.

3

Ga naar margenootb Datse sijnen name loven, Ga naar margenoot6 op de fluyte: dat sy hem psalmsingen op de trommel ende harpe.

4

Want de HEERE heeft een welgevallen aen sijn volck: hy sal de sachtmoedige Ga naar margenoot7 vercieren met heyl.

5

Dat [sijne] gunstgenooten van vreughde opspringen om Ga naar margenoot8 [die] eere: datse juychen Ga naar margenoot9 op hare legers.

6

Ga naar margenoot10 De verheffingen Godes Ga naar margenoot11 sullen in hare kele zijn: ende Ga naar margenootc Ga naar margenoot12 een tweesnijdende sweert in hare hant:

7

Om Ga naar margenoot13 wrake te doen over de Heydenen: [ende] Ga naar margenoot14 bestraffingen over de volcken.

8

Om hare Koningen Ga naar margenoot15 Ga naar margenootd te binden met ketenen: ende hare Achtbare met yseren boeijen.

9

Om Ga naar margenoot16 het beschreven recht over hen te doen: Ga naar margenoote Dit sal de heerlickheyt van alle sijne gunstgenooten zijn. Halelu-Iah.

margenoot1
Siet Psalm 33. d’aenteeck. op vers 3.
margenoot2
Dat is, in Godes Kercke, welcke is eene versamelinge der uytverkorenen.
margenoot3
Dit is hier, ende oock vers 5. ingevoeght uyt vers 9.
margenoot4
Hebr. in sijne makers. siet Gen. 1.26. ende 20. op vers 13. Iob cap. 35. vers 10. Eccles. cap. 12. vers 1. Iesa. 54.5. Godt en heeft Israël niet alleen geschapen, maer oock tot sijn volck uytverkoren.
margenoota
Psalm 100.3.
margenoot5
Ofte, van wegen haren Koningh, Te weten, Christum, als Cant. cap. 1. vers 4. Matth. 21.5. wiens voorbeeldt David geweest is.
margenootb
Psalm 81.3, 4.
margenoot6
Anders, in reijen, als Psalm 30. vers 12. ende 150.4. Ier. 31. versen 4, 13.
margenoot7
D. hy maecktse heerlick, na dat hyse heeft gereddet ende verhooght: Ia hy salse brengen tot de genietinge der eeuwiger vreught ende saligheyt.
margenoot8
Die Godt haer aendoet. Siet het voorgaende vers.
margenoot9
Op dewelcke sy sachte liggen en rusten, dewijle Godt de Heere haer bewaert. Siet Psalm 3.6. De sin is, Sy sullen den Heere loven by dage ende by nachte, selfs als sy op hare bedden liggen.
margenoot10
D. de lofsangen daer mede sy de heerlicke wercken Godes verheffen sullen. And. de opheffingen, T.w. der stemme, Dat is, de predicatien des Goddelicken woorts.
margenoot11
Dat is, sullen overluydt uytgesproken ofte uytgeroepen worden, als Iesa. 58.1.
margenootc
Hebr. 4.12. 2.Thessal. 2.8. Apocal. 1.16.
margenoot12
Hebr. het sweert der monden, D. met twee monden, of scherpten, gelijck Iudic. 3.16. siet de aenteeck. aldaer. Dit tweesnijdende sweert is Godes woort, ende het komt uyt den mont Christi, ende met dit sweert overwinnen de geloovige den duyvel, de werelt, ende de geweldige deser werelt. 2.Corinth. 10.4. Ephes. 6.17. Hebr. 4.12. Apocal. 1.16.
margenoot13
T.w. met woorden, als Ioan. 16.8, etc.
margenoot14
Dit geschiet, met te prediken tegens der Heydenen ende der ongelooviger afgoderije ende godtloosheyt, als Actor. 14.15. ende 17. versen 16, 17, 22, etc. Vergelijckt dit met Iesa. 41.15. ende met 2.Corinth. 10.4, 5.
margenoot15
T.w. door strafpredicatien, ende met inbindinge harer sonden, haer alsoo brengende onder het jock ende onderdanigheyt des Heyligen Euangelij. Siet Iesa. 45.14. Psalm 2.3. Marc. 6.20. Actor. 24.26. Apocal. 21.24.
margenootd
Matth. 18.18.
margenoot16
D. om haer vry te spreken van hare afgoderije, ende andere sonden, indien sy haer oprechtelick bekeeren. Maer, indien sy in hare godtloosheyt blijven steken, haer de doot ende eeuwige verdoemenisse te verkondigen, na inhoudt des woorts Godes, in de boecken der Heyliger Schrift geopenbaert.
margenoote
Deut. 4.6.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken