Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het iij. Capittel.

1 Dry jonge lieden strijden wie van haer de wijste spreucke sal voortbrengen. 9 ende beroepen haer op het oordeel des Koninghs. 18 De eerste houdt dat de Wijn de sterckste is.

1

ENde Darius Koningh zijnde maeckte een groote maeltijdt voor alle de ghene die onder hem stonden, ende voor alle sijne huysgenooten, ende voor alle de Groote van Meden ende Persen.

2

Ende voor alle sijne Vorsten, ende Krijghs-overste, ende Overste der Landen die onder hem waren van Indien aen tot Ethyopien toe, inde hondert en seventien Provincien.

3

Ende als sy ghegeten ende ghedroncken hadden, ende wel versadight waren, keerden sy weder nae huys. Doch Darius de Koningh keerde weder in sijne slaepkamer, ende viel in slaep ende ontwaeckte wederom.

4

Doe seyden de dry jongelingen, die des Konings lijf-wacht waren, ende sijn lijf bewaerden, d’een tot den anderen,

5

Laet ons yegelick een spreucke seggen, WIE DE STERCKSTE ZY: ende soo wiens woordt wijser sal schijnen dan des anderen, den selven sal de Koningh Darius groote giften ende groote overwin-teeckenen geven.

6

Hy sal hem met purper doen kleeden, ende uyt goude vaten doen drincken, ende op gouden [koetsen] doen slapen, ende sal hem eenen wagen geven die [van peerden] met goude toomen [wordt ghetrocken,] ende eenen hoedt van fijne zijde, ende een keten om sijnen hals.

7

Ende sal de tweede naest Darium sitten van wegen sijne wijsheydt, ende sal een bloedt-vriendt Darij genaemt worden.

8

Doe schreef een yegelijck sijn eygen spreucke, ende verzegelde die, ende leydese onder het oor-kussen des Koninghs Darij:

9

Ende seyden, wanneer de Koningh sal opgestaen zijn, soo sullen sy hem het geschrifte geven: ende van wie de Koningh ende de dry Overste van Persen sullen oordeelen, dat sijne reden de wijste is, dien sal de overwinninghe gegeven worden, gelijck geschreven is.

10

De eerste schreef, De Wijn is de sterckste.

11

De andere, De Koningh is de sterckste.

12

De derde schreef, De Vrouwen zijn de sterckste, maer boven alle overwint de waerheydt.

13

Ende als de Koningh opgestaen was, namen sy het geschrift, ende gaven het hem, ende hy las het.

14

Ende uytgesonden hebbende liet hy roepen alle de Groote van Persen ende Meden, ende de Vorsten, ende de Krijgs-Overste, ende Overste der Landen, ende de Burgermeesteren.

15

Ende hy settede hem neder in sijnen Raedt, ende het schrift wierdt voor haer gelesen, ende hy seyde:

16

Roept de jongelingen, ende laet haer selve hare redenen verklaren, ende sy wierden gheroepen, ende quamen binnen, ende sy seyden tot haer,

17

Doet ons verklaringhe van het gene [by u-lieden] is geschreven.

18

Ende de eerste begon, die van de sterckte des wijns gesproken hadde, ende seyde aldus,

19

O mannen, hoe oversterck is de wijn: hy verleyt alle de menschen die hem drincken.

20

Hy maeckt het verstant des Konings ende des weesen eenderley verstant, gelijck oock het [verstandt] des dienstknechts, ende des vrijen, het [verstant] des armen en des rijcken.

21

Ende hy verandert alle verstandt in vreughde ende vrolickheyt, ende hy en gedenckt aen geene droefheyt, noch aen geene schult:

22

Hy maeckt alle herten rijck, ende en gedenckt niet aen den Koningh ofte Vorst, ende hy maeckt dat een yeder van talenten spreeckt.

23

Als sy wijn gedroncken hebben, en gedencken sy niet om vriendelick te zijn den vrienden ende broederen, ende trecken korts daer na de sweerden uyt. [kolom]

24

Ende als sy van den wijn opgestaen zijn, soo en gedencken sy niet wat sy gedaen hebben.

25

O mannen, is de wijn niet de sterckste, dewijle hy dit dwinght te doen? Ende hy sweeg stille, als hy alsoo gesproken hadde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken