Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het xliiij. Capittel.

1 Lof van de eerste Oudtvaderen, door welcke Godt groote dingen heeft gedaen, 11 ende welcker zaet hy heeft gezegent. 17 Van Enoch, 18 Noë, 20 Abraham met welcken hy sijn verbont eerst heeft opgerecht. 24 Van Isaac ende Iacob, uyt welcken de twaelf stammen zijn gesproten.

1

LAet ons nu de heerlicke mannen prijsen, ende onse vaders van geslachte.

2

De Heere heeft door haer voor sijne Majesteyt veel eere te wege gebracht, van der eeuwen af.

3

Sy hebben geheerschet in hare Koninckrijcken, ende zijn vermaerde mannen geweest in vermogen:

4

Die raet hebben met haer verstant, ende verkondight hebben van prophetien.

5

Leyders des volcks in de beradingen, ende in het verstant der beschreven wetten des volcks.

6

Wijse redenen zijn geweest in hare onderwijsinge, ende sy sochten lieflicke gesangen uyt van musijcke, ende verhaelden beschreven gedichten.

7

Rijcke mannen, versien met sterckte, ende vreedsaemlick levende in hare wooningen.

8

Alle dese zijn onder hare geslachten verheerlickt geweest, ende in hare dagen beroemt.

9

Eenige zijnder onder haer, die eenen naem na gelaten hebben, waer door haren grooten lof vertelt wort.

10

Doch eenige zijnder daer van geene geheugenisse en is, ende die vergaen zijn gelijck of sy niet geweest en waren: [kolom] ende zijn geworden als ofse noyt geboren waren geweest, desgelijcks hare kinderen na haer.

11

Doch dese zijn mannen der barmhertigheyt, welcker gerechtigheden niet en zijn vergeten.

12

By haren zade blijft een goet erfdeel: hare nakomelingen zijn in de verbonden.

13

Haer zaet is in de verbonden, ende hare kinderen na haer.

14

Tot in der eeuwigheyt blijft haer zaet, ende hare heerlickheyt en sal niet uytgedelght worden.

15

Hare lichamen zijn in vrede begraven, ende haren naem leeft van geslachte tot geslachte.

16

De volckeren sullen hare wijsheyt vertellen, ende de gemeente sal haren lof verkondigen.

17

Enoch behaeghde Godt den Heere, ende wiert wech genomen, om te zijn den geslachten een exempel der boetveerdigheyt.

18

Noë wiert volkomen bevonden ende rechtveerdigh: in den tijt des toorns geschiedde hem vergeldinge.

19

Daerom geschiedde de zundtvloet: ende eeuwige verbonden wierden met hem opgericht: op dat niet alle vleesch door de zundtvloet en soude verdelght worden.

20

Abraham is geweest een grootvader van menighte der volckeren, ende daer en is niemant gevonden hem gelijck in sijne heerlickheyt: welcke de wet des Allerhooghsten bewaert heeft, ende met hem in een verbont geweest is.

21

In sijn vleesch heeft [de Heere] ’t verbont opgerecht, ende in de versoeckinge wiert hy getrouw bevonden.

22

Daerom heeft hy hem met eenen eedt belooft, dat hy de volckeren soude zegenen in sijnen zade.

23

Ende hem soude vermenighvuldigen gelijck het stof der aerden: ende dat sy souden een erfdeel besitten van d’eene zee tot aen d’andere, ende van de riviere tot aen ’t uyterste der aerden.

24

Ende alsoo heeft hy oock in Isaac gestelt, om Abraham sijns vaders wille, den zegen aller menschen, ende het verbont: ende heeft deselve doen rusten op ’t hooft Iacobs.

25

Dien heeft hy gekent in sijne zegeningen, ende hem een erfdeel gegeven: ende heeft sijn deel gescheyden in stammen die hy verdeelt heeft in twaelve.

26

Ende heeft uyt hem voort gebracht eenen man der barmhertigheyt, die gunste gevonden heeft in de oogen van alle vleesch,


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken