Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

24 Azarias met sijne twee metgesellen wandelende in de vlamme, doet een gebedt tot Godt. 26 waer in hy Godt prijst over sijne rechtveerdigheyt. 29 ende belijdt dat de Israëliten om harer sonden wille rechtveerdelick gestraft worden. 42 ende bidt Godt dat hy haer wil verlossen. 46 Wort verhaelt dat de vlamme des vyers de Chaldeen verslondt, ende Azarias ende sijne gesellen niet en beschadighde, alsoo een Engel des Heeren by haer quam.

24

ENde sy wandelden in het midden der vlamme, singende tot Godt, ende lovende den Heere.

25

Ende Azarias stont ende badt alsoo: ende sijnen mont geopent hebbende in ’t midden des vyers, seyde hy,

26

Gelooft zijt ghy Heere ghy Godt onser vaderen, uwen name zy gepresen ende verheerlickt in der eeuwigheyt.

27

Want ghy zijt rechtveerdigh in alles, wat ghy ons gedaen hebt: ende alle uwe wercken zijn waerachtigh, ende uwe wegen zijn recht, ende alle uwe oordeelen zijn waerheyt.

28

Ende ghy hebt waerachtige oordeelen geoeffent in al dat ghy over ons gebracht hebt, ende over Ierusalem de heylige stadt onser vaderen: want ghy hebt in waerheyt ende gerichte dese dingen over ons gebracht, om onser sonden wille.

29

Overmits wy gesondight ende godtloosheyt begaen hebben, als wy van u afgeweken zijn, ende ons in allen hebben besondight.

30

Ende en hebben uwe geboden niet gehoort, noch gehouden: ende en hebben niet gedaen gelijck ghy ons geboden hadt, op dat het ons wel ginge.

31

Ende al wat ghy over ons gebracht hebt, ende al wat ghy ons hebt gedaen, dat hebt ghy in een waerachtigh gerichte gedaen.

32

Ende hebt ons over gegeven in de handen der godtloose vyanden, ende der allervyandighste afvallige, ende aen eenen onrechtveerdigen Koningh, die de booste is op de geheele werelt.

33

Ende nu en durven wy onsen mont niet op doen, wy zijn een schande ende spot geworden voor uwe knechten, ende voor alle die u dienen.

34

Doch en geeft ons niet over tot den eynde toe om uwes naems wille, ende en verstoot uw’ verbont niet.

35

Ende en neemt uwe barmhertigheyt niet van ons, om Abrahams wille, die van u gelieft is, ende om Isaacs [kolom] uwes knechts wille, ende om Israëls uwes Heyligen wille:

36

Tot welcke ghy gesproken hebt, dat ghy haer zaet sult vermenighvuldigen gelijck de sterren des hemels, ende gelijck het zant dat aen den over der zee is.

37

Want, Heere, wy zijn minder geworden dan alle de Heydenen, ende wy zijn huyden vernedert op de gantsche aerde, om onser sonden wille.

38

Ende wy en hebben te deser tijt, noch Vorst noch Propheet, noch voorganger, noch brand-offer, noch slacht-offer, noch spijs-offer, noch reuck-offer.

39

Noch plaetse om van onse vrucht voor u te offeren, ende genade te vinden.

40

Maer neemt ons aen, in een verbroken herte, ende in eenen vernederden geest: gelijck als in brand-offer van rammen ende stieren, ende in vele duysent vette schapen, alsoo zy heden onse offerande voor u, ende zy volmaeckt by u: want sy en sullen niet beschaemt worden, die op u betrouwen.

41

Ende nu, wy volgen u na met gantscher herten, ende vreesen u, ende soecken uw’ aengesicht.

42

[Daerom] en laet ons niet beschaemt worden, maer doet met ons na uwe goedertierenheyt, ende na de menighte van uwe barmhertigheyt.

43

Ende verlost ons [hier uyt] na uwe wonderdaden, ende geeft, Heere, uwen name eere.

44

Ende laet beschaemt worden alle die uwe knechten quaet aen doen, ende laetse te schande worden voor alle macht, ende laet hare sterckte gebroken worden.

45

Ende doetse gewaer worden, dat ghy de Heere zijt, die eenige Godt, die heerlick is op de geheele aerde.

46

De dienaren nu des Koninghs diese in den [oven] geworpen hadden, en lieten niet af van den oven te doen branden, met sulpher, ende peck, ende werck, ende rijs.

47

Ende de vlamme verbreydde haer boven uyt den oven negen en veertigh ellen hooge.

48

Ende gingh voort, ende verbrandde de Chaldeen, die sy rontom den oven vondt.

49

Ende de Engel des Heeren daelde neder by Azaria ende sijne gesellen in den oven,

50

Ende stiet de vlamme des vyers uyt den oven: ende maeckte het middelste des ovens als of een windeken des dauws suysede, ende het vyer en raeckte haer gantsch niet, ende en dede haer geen verdriet, noch eenige bekommeringe aen.

[Folio 44r]
[fol. 44r]

Het tweede Aenhanghsel Aen DANIEL: Namelick, ’t Gesangh der drie Mannen in ’t vyer, ’t welck na ’t Gebedt AZARIE volght.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken