Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Stem. Jaargang 3 (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Stem. Jaargang 3
Afbeelding van De Stem. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Stem. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.37 MB)

Scans (8.01 MB)

ebook (5.18 MB)

XML (1.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Stem. Jaargang 3

(1923)– [tijdschrift] Stem, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 782]
[p. 782]

Boekbespreking

Marnix Gijsen. Lof-Litanie van den H. Franciscus van Assisië. De Sikkel Antwerpen. Em. Querido, Amsterdam.

Het zou moeilijk vallen op de nauwelijks anderhalve vel druks, welke dit boekje telt, een eenigszins rechtvaardig oordeel te baseeren over Marnix Gijsen, die in deze bladzijden ons verschijnt als de bloeiende jeugd zelf, die haar natuurlijken blos met rouge bedekt heeft. (Het beeld is van Stendhal.) Bovendien is dit rouge zoo opvallend en pretentieus aangebracht, dat het geruimen tijd duurt voor men aan de vorm-exaltatie in zooverre gewend is dat men den waren grondtoon van dit met bonzend hart uitgehijgde gebed, kan vatten. Doorbladert men de geschriften der jonge Vlamen, dan treft den lezer een krampachtige natuurlijkheid als datgene, wat de jonge mannen van het Scheldeland als aren van één zaaisel samen opgericht houdt. ‘Krampachtige’ natuurlijkheid, want ik geloof niet dat deze oogst van roode bloemen en malsch brood, van vette aarde en ontbloote borst, waartusschen zich nimmer een representant van minder uitgesproken fermen aard komt wagen, niet gegierd zoude zijn met intellectueele, volstrekt niet argelooze, principes. Terwijl evenwel de zucht naar het gezonde bij vele schrijvers zich direct in zintuigelijke gulzigheid uitviert, doordrenkt dezelfde aandrift in Gijsen de diepere gebieden van het geestelijk leven en teelt daar het beeld eener manlijk onstuimige en grootsche levensvoering, hetwelk hij dan op den wijden hemel van Franciscus projecteert. Door zijnen aanroep dwingt hij den heilige te worden tot schutspatroon van de in edelmoedigheidsroes gegrepen jongelingschap van een ontwakend volk.

Evenwel... een al te vooropgezet idealisme slaat licht in overdrijving over en wordt dan pose. Onze benedenburen bewijzen de juistheid dezer stelling. Terwijl de jubilatie der zinnen verwordt tot plat geschreeuw in de beschrijving van hammen- en lambiek-uitspattingen met onsmakelijke détails, die door 't vaandel der natuurlijkheid slechts pover zijn gedekt, blijkt het gevaar voor den meer intellectueelen Gijsen elders te liggen. Nog vond hij niet het eigen timbre, maar al te dikwijls is v.d. Woestijne's ‘gonzend’ zware klank verneembaar en ook Verlaine's ‘Sagesse’ is te herkennen. Ten einde echter deze reminiscensen te verdringen, forceert hij zich tot een onecht-aandoende quasi-oorspronkelijkheid. De baardelooze officier, met overslaande stem zijn leger

[pagina 783]
[p. 783]

aanvurend, maakt van den nood een wet en lanceert zijn schor en schel geluid als de nieuwe klank waarop de letteren wachtten.

‘Voor mijn vriend, in mijn leven: poolnaald-schroef-avond-angelus.’

... ‘uw leven plots als een tragisch rood-gestempelde expressbrief in een wit begijnhof, maar simpel als een volkswijs, flinke Madelon-genot voor duizenden.’ ‘...uw stem als autosireen...’ - een speldekussen van boete uw zingende borst, een gloeikous van wit licht uw mager gelaat. -’

Gijsen zag den heilige als een tot mensch geworden aartsengel. Ik twijfel er geen oogenblik aan dat dit visioen waarachtig en schoon en des waren kunstenaars was. Maar wat te zeggen van de blague nu de begenadigde ziener zich opmaakt deze verschijning voor ons als 't ware te kleeden in chauffeurs-uniform, optredend onder het getoeter van claxons en sirenen.

Soms verdringt wel de impuls van het bloed voor een wijle de scheikunde dezer verzinsels en prachtige fragmenten ontstaan: blz. 10 ‘Franciscus die, wilde hengst van dartelheid, plots op hol sloegt van ontzaggelijk verlangen naar de breede vlakte van God, bid voor ons...’ maar de vurige kleuren verbleeken meer en meer tot de caricaturale penkrassen weer hun overheersching beginnen op blz. 14: ‘Banaan van zoete vergiffenis’. - Deze gezochte aanstellerij herinnert aan zekere bedenkelijke literaire verschijnselen in Duitschland en de cultureele invloed der jarenlange Duitsche bezetting zal ook wel medeschuldig zijn aan deze hoogmoedige afwijkingen van den eerlijken weg, gepleegd door een talentvollen schrijver.

Want wat is de fout dezer dichterlijke rariteiten? Zij bestaat daarin dat het verduidelijkende voorbeeld door de didactiek gebezigd, verward wordt met het beeld, dat de dichter hanteert. Wanneer we naar een uitlegging luisteren, waarbij een vergelijking gebruikt wordt, is onze geest er slechts op ingesteld een bepaalde verhouding van eenen aangewezen factor te leeren zien, met behulp van een ander voorbeeld, waar deze factor precies op dezelfde wijze optreedt. Wat van deze feiten nog meer zou te zeggen zijn, laat ons volkomen onverschillig. Maar wanneer de dichter in een vergelijking tot ons spreekt, laten we den ganschen inhoud van den metafoor in ons bezinken, niet slechts om die eene eigenschap, waarop speciaal gewezen wordt te begrijpen, maar om in wijderen zin de diepere verwantschap tusschen de beide leden der vergelijking na te voelen. In botanische termen uitgedrukt, zou men zich dit aldus kunnen voorstellen: De didac-

[pagina 784]
[p. 784]

tiek is ermee tevreden, wanneer men de toevallige gelijkenis van twee variëteiten uitbuit, de poezie kan slechts werken met verwantschap der soorten. Verwaarloost zij deze wet, dan zal de beeldspraak nimmer overtuigen. Moge er ook een zekere oppervlakkige overeenkomst bestaan tusschen Franciscus' door boete doorpriemde borst en een speldekussen, sterker dan deze ééne bijkomstige overeenkomst zijn de vele associatieve gedachten, die deze vergelijking onmogelijk maken.

Ik zeide dat Gijsen's verwerpelijke jacht naar oorspronkelijkheid te wijten was aan zijn onvolgroeidheid als dichter. Misschien echter is hier nog een andere overweging in het spel, n.l. het ongeduld van de moderne jonge katholieken, die de plotseling voor hen tot nieuwen bloei geraakte kerkelijke symbolen zoo spoedig mogelijk wenschen te ontdoen van hun oud-modische en bestofte gewaden.

Maar de fabrieksfluit, het lichten der schijnwerpers, het gonzen der vliegtuigen en het dreunen der machines, ziedaar toch enkele van de vele moderne attributen, door ware dichters in hun oeuvre natuurlijk verwerkt. Ik noem deze voorbeelden om de overhaastigen erop te wijzen dat de moderne tijd en dientengevolge ook de moderne vroomheid, vanzelf, doordat zij beleefd wordt in het weefsel der kunst wordt opgenomen. Forceering kan hier slechts schaden. Deze laatste opmerkingen gelden in nog hooger mate voor de illustraties van Jos. Leonard, met dit onderscheid dat het mij voorkomt dat deze grafische kunstenaar zich niet slechts aan den vorm, maar tevens aan den inhoud vergrepen heeft, door de gedragen hartstocht van Franciscus als opgewondenheid te interpreteeren.

gabrielle van loenen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Lof-litanie van de Heilige Franciscus van Assisië


auteurs

  • Jeanne van Schaik-Willing