Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Stijl 2 1921-1932 (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Stijl 2 1921-1932
Afbeelding van De Stijl 2 1921-1932Toon afbeelding van titelpagina van De Stijl 2 1921-1932

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Editeur

Ad Petersen



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Stijl 2 1921-1932

(1968)– [tijdschrift] Stijl, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Balans van het nieuwe

Aan de hand van een overzichtelijke internationale documentatie, betrekking hebbende op de algemeene ontwikkeling der beeldende kunst, zal het ons mogelijk zijn, in een der volgende nummers van ‘De Stijl’ een balans van het beeldend Europa van heden op te maken. Dit artikel is daarvoor een populaire inleiding. Uit deze balans zal blijken, met hoeveel inconsequentie, met hoeveel halfheid, globaal genomen: met hoeveel individualisme er nog te rekenen valt bij de vorming van een beeldende levensaanschouwing. Juist door deze gehechtheid aan het oude, wordt het noodzakelijk, dat de zeer weinige, maar daardoor juist zeer intensieve en invloedrijke pogingen, om een werkelijke nieuwe beelding voor leven en kunst op te eischen in alle vormen gewaardeerd en met alle middelen gesteund moet worden. Opvallend is de verslapping van het westelijk Europa, terwijl daartegenover de noord-oostelijke zône, zich actief voor de consequenties van het nieuwe gaat inzetten en een daadwerkelijk aandeel in de strijd om het nieuwe aanvaardt. Ik ben tegenover de spottende aanvallen der conservatieve en middelmatige elementen verplicht, dat wat ik het nieuwe noem eenigszins nader te omschrijven.

Onder het nieuwe is te verstaan de beleving van den diepsten levensinhoud, de polariteit, (verschillend te omschrijven als: idealiteit en realiteit, geest en natuur, het abstracte en het concrete enz) als ongescheiden en onscheidbare werkelijkheid. Synthetisch: ondeelbare contrastbeleving.

Verschijnend in kunst als: direct bepaalde beelding (d.w.z. zonder hulpmiddel van natuur, voorstelling of symbool) dus met het middel der kunstsoort zelve. De

[pagina 149]
[p. 149]

verschillende ontwikkelingsphasen, die het nieuwe hielpen te verwerkelijken, bewijzen ons, dat dit het eene en ondeelbare nieuwe is en dat dit nieuwe haar oorsprong heeft in een gestadige ontwikkeling (traditie) van den mensch ten opzichte van zijn omgeving, waarin dat nieuwe zich steeds meer bepaald ging vertoonen in een geleidelijk toenemende precisie en perfectie en in de mechanische beheersching en toepassing der elementaire krachten.

Opmerkelijk is, dat dit wezenlijk nieuwe zich feitelijk het zuiverst - wijl het minst opzettelijk en het meest ontdaan van menschelijke gevoelsreflecties - in de eenvoudigste gebruiksvoorwerpen en in het generale levensaspect vertoont, terwijl het in de kunstwerken gradueel en meestal met een sterke bijsmaak van het oude ‘gecamoufleerd’ voorkomt. Hiertegenover toont het nieuwe zich door klaarheid van constructie, constructie als logica van (gezuiverd en verdiept) gevoel.

Nu duldt het nieuwe geen tragischen verschijningsvorm (zooals de kunstenaars dat voorheen, door natuurlijken vorm en door interval prononceerden), omdat het nieuwe daaraan wezenlijk vreemd is en het elke tragische, lyrische, epische, globaal: romantische levensbeschouwing als overwonnen beschouwt. Hoe sceptisch men ook staat tegenover het nieuwe (omdat men het niet zien kan of niet zien wil), het is er en het bewijs daarvoor is, dat ieder in zijn verhouding tot het leven - welke die ook zijn mag - er heen wordt gedreven. Ieder. De lokmiddelen van het oude (stemming, emotie, godsdienst, romantiek enz), zijn voor de meesten nog te verleidelijk om zich werkelijk vrij te maken van een levens-en kunstopvatting, die naar het wezen verbruikt is en het is ontstellend, hoe deze beelden der oppervlakten nog rondspoken in de werken van hen, die een nieuwe kunstopvatting voorwenden. Het is ontstellend hoe deze lokmiddelen eener verbruikte kultuur zelfs dienst moeten doen, om de halve en quasi moderne producten aantrekkelijk te maken voor een demi-modern publiek.



illustratie
GROOTSTE AEROPLAANHALL DER WERELD TE LAKEHURST IN AMERIKA AANGEVANGEN 1919. NOG ONVOLTOOID.
CONSTRUCTIE IJZEREN GLAS



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken