Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt (1655)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt
Afbeelding van Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidtToon afbeelding van titelpagina van Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.82 MB)

Scans (6.42 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt

(1655)–Anoniem Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]

Minne-klachte; Op de strafheidt van Luzinde.

 
ONacht! Jeloerze nacht! die met u duister kleedt
 
Bedekt het schoon gewas, van Bloempjes half ontleedt.
 
O nacht! ô duistere nacht! die van de zilvere sterren
 
Verlicht wordt, en doet een Minnaar steeds verwerren
 
Met ongedulde pijn; ô langgewenste Maan!
 
Ik zie uw' bleeke schijn vast met mijn oogen aan;
 
Hoe dat uw' droefheidt duikt voor Foebus gulde Zon,
 
Die met haar straalen noch een Minnaar helpen kon.
 
Luzinde is te hart, en wil geen klachten hooren;
 
Het schijnt Luzinde heeft haar weder-min versworen.
 
Hoort ghy geen klachten dan, mijn waarde Afgoddin?
 
Of wilt ghy altijdt zijn een vyandt van de Min?
[pagina 57]
[p. 57]
 
O! neen, 't en kan niet zijn dat zoo een zoete Maagt
 
Benijdster zoude zijn, van die haar min toe-draagt.
 
Ontsluit uw' oogen eens, die als de sterren vonken,
 
Aan 't swart en naar gewelft, met groote luister blonken;
 
Waarom schiet ghy 't gezicht ter zijden van mijn af?
 
Of heeft de Minne-godt mijn toegeleidt de straf,
 
En plaagen, daar ik nu, helaas! wordt meê gequelt?
 
Wel op dan, droef gemoedt; wat is 't dat u ontstelt?
 
De weeder-min? o ja! kan ik geen weêr-min vinde?
 
Zoo klaag ik te vergeefs, met klachte aan Luzinde.
 
Vaart wel dan waarde lief, tot dat ik weeder-keer,
 
Daar nimmer mijn geklag gestooten wordt om veer.
 
 
 
A. de Haas.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Izaak de Groot

  • Jan Bara

  • Artus de Haas

  • M.W. de Jonge

  • A. le Lièvre