Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Streven. Jaargang 16 (1962-1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Streven. Jaargang 16
Afbeelding van Streven. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van Streven. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.24 MB)

Scans (87.09 MB)

ebook (11.93 MB)

XML (3.99 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/sociologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Streven. Jaargang 16

(1962-1963)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 905]
[p. 905]

[1963, nummer 10]

De goede Paus

‘Wat Joannes XXIII ons nagelaten heeft, gaat niet mee in het graf. De dood kan de geest niet verstikken waarmee hij onze tijd heeft bezield. Zouden wij ooit van de weg kunnen afdwalen welke hij zo meesterlijk voor de toekomst heeft uitgestippeld? Zoiets zou ondenkbaar zijn’. Dit verklaarde Kardinaal Montini een week na de dood van Paus Joannes, tien dagen voor het conclaaf, dat zijn opvolger moet aanduiden.

Nooit hebben de Kerk en de wereld het gevoel gehad, een zo groot verlies te lijden als met het heengaan van deze Paus, nooit hebben zij zo vurig verlangd dat het werk van een scheidende Paus onverminderd zou voortgezet worden. Pas nu wordt helemaal duidelijk hoezeer Joannes een paus van de overgang geweest is, de paus van een Kerk in beweging. Er is een manier van bewegen die op ieder willekeurig ogenblik tot stilstand kan gebracht worden. Wat Joannes in de Kerk teweeg heeft gebracht, kan echter nooit meer ongedaan gemaakt worden. Dit willen wij geloven. Wij willen geloven dat de Geest, die hier voor korte tijd zo zichtbaar aan het werk is geweest, ons niet zo gauw verlaat.

Wel zijn we weer een beetje meer op onszelf aangewezen. Hij was een vader. Wie hem ook opvolgt, even zullen wij ons verweesd voelen. De herinnering aan hem zal vooral datgene wat hij in onszelf tot leven heeft gewekt, moeten voeden en sterk maken. Het zal in hoge mate van onszelf, die de Kerk en de wereld zijn, afhangen of de Geest, die hij over de Kerk en de wereld liet vaardig worden, voort blijft werken. In alle sympathiebetuigingen van niet-katholieke christenen en van ongelovigen tijdens zijn pontificaat klonk steeds de bange vraag mee: wat zal er van Joannes' werk overblijven als hij dit werk niet zelf kan voltooien? Dit is nu een zeer dringende vraag geworden, en ze wordt niet alleen tot zijn opvolger gericht, maar direct tot ons.

De reden waarom er, met Gods genade, op deze vraag toch wel een geruststellend antwoord kan gegeven worden, is dat Joannes de hervorming van de Kerk niet aangepakt heeft als een reformator, die op eigen theoretische inzichten, op vooraf uitgewerkte ideeën, zelfs niet, kan men zeggen, op nauwkeurig uitgestippelde plannen steunde, maar als een man van God, die slechts één verlangen had: dicht bij de mensen, bij de wereld, de aarde te staan, en zich in dit verlangen op een ontroerend eenvoudige wijze door Gods Geest liet leiden. Hij heeft helemaal geen vernieuwing opgelegd van bovenaf, hij heeft gevraagd

[pagina 906]
[p. 906]

of wij hem wilden helpen, onszelf, de Kerk, de wereld te vernieuwen. Deze vraag verstomt niet met zijn dood.

Het feit dat hij vooral een beroep heeft gedaan op het geweten van de Kerk, van bisschoppen en gelovigen - zoals hij eerbied vroeg voor het geweten van niet-katholieken en ongelovigen -, is Joannes' grootste bijdrage aan de Kerk geweest. Dit sloot meteen in dat hij het werk nooit zelf zou kunnen voltooien. Het ‘aggiornamento’ van de Kerk, zoals hij dit opvatte, is letterlijk iets van elke dag, elke dag opnieuw. Als wij - de Kerk en de wereld - nauwelijks de tijd gekregen hebben om te bekomen van de verrassingen waarvoor deze paus ons plaatste, moeten we daar misschien uit leren dat we er nooit van mogen bekomen. Het beweeglijke menselijke gelaat van de Kerk, dat hij heeft laten zien, mogen wij nooit meer laten verstarren.

Hij heeft op ons allen een blije last gelegd: te laten zien, in ons leven, dat Kerk liefde voor de mens en de wereld is. Hij heeft het gelaat van de Kerk naar de wereld gewend. Het mag niet zijn, dat de wereld dit gelaat voortaan uitsluitend met het zijne identificeert, het niet meer herkent nu hij er niet meer is. De nieuwe paus zal de Kerk ánders leiden dan hij het heeft gedaan, maar hij krijgt een andere, een vernieuwde Kerk te leiden, een die een menselijker, jonger, opener gezicht heeft gekregen. Een die ook werkelijker in de Geest is gaan geloven.

De Geest, die ons de goede Joannes heeft gegeven, zal de Kerk en de wereld ook een goede opvolger geven. De kwaliteiten die hij moet hebben, worden niet naar mensenmaat gemeten. Maar naar het Evangelie. Zoals Joannes zei bij zijn kroning: ‘Velen schrijven ons een taak toe, zoals zij zelf denken dat wij die vervullen moeten. Men verlangt van een Paus bijvoorbeeld dat hij staatsman is en tegelijkertijd diplomaat, een licht van de wetenschap, een organisator van het maatschappelijk leven en een man die alle verschijningsvormen van een vooruitstrevende menselijke ontwikkeling kan bejegenen zonder voorkeur of vooroordeel. Allen die zo denken hebben de juiste weg verlaten, want zij hebben van de Paus een ideaal beeld ontworpen, dat niet in alle opzichten juist is. De nieuwe Paus wil beproeven, vóór al het andere, in zichzelf het prachtige beeld van de goede herder werkelijkheid te laten worden. Hij is de deur van de schaapstal. Wat ons voor alles ter harte gaat, is het werk van de herder. Alle andere menselijke kwaliteiten kunnen het pontificaat aanvullen, maar kunnen niet in de plaats treden van de eigenschappen van de goede herder, die hem als centrale taak geeft: ijverig te zijn en bereid tot het grootste van alle offers: zijn leven te geven voor zijn kudde’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken