Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Streven. Jaargang 19 (1965-1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Streven. Jaargang 19
Afbeelding van Streven. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van Streven. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.71 MB)

Scans (154.36 MB)

ebook (14.40 MB)

XML (4.04 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/sociologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Streven. Jaargang 19

(1965-1966)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 933]
[p. 933]

God en de revolutie
Een interview met Harvey Cox

Een dezer dagen verschijnt de Nederlandse vertaling van The Secular City van Harvey Cox onder de titel: De stad van de mens (Amboboeken, Utrecht). Het beschrijft het levenspatroon van de moderne wereld in theologisch perspectief. In Amerika waren van dit boek in een paar maanden tijd vijf grote herdrukken nodig en het heeft in ons taalgebied zowel bij protestanten als katholieken al een opvallende invloed gehad. De auteur is professor aan the Harvard Divinity School in de Verenigde Staten. In 1962 en 1963 verbleef hij in Berlijn, waar hij contact onderhield met de kerken en universiteiten in Oost-Duitsland. Na zijn terugkeer in Amerika waar hij tot hoogleraar was benoemd, werd hij gearresteerd omdat hij had deelgenomen aan een demonstratie tegen rassenscheiding. Hij werd tijdelijk vrijgelaten om zijn inaugurale rede te houden. Als kennismaking met Harvey Cox drukken wij hier een gedeelte van een interview af dat door de Canadese televisie is uitgezonden. De Engelse tekst is gepubliceerd in een bundel opstellen The Restless Church (J.B. Lippincott Co, Philadelphia-New York, 1966).

Waarom hebt u als christen gesuggereerd dat wij een tijd lang het woord God uit ons spraakgebruik moeten laten vallen?

Ik behoor niet tot de groep van jonge theologen die menen dat wij een theologie moeten uitwerken zonder God en dat God een zinloos wezen is. Ik denk dat het probleem niet zo zeer een kwestie is van de werkelijkheid en de ervaring als wel van het woord. Het woord ‘God’ is zo dubbelzinnig geworden: het betekent zoveel verschillende dingen voor zoveel verschillende mensen, dat het bijna onmogelijk is nog een nuttig gebruik van het woord te maken. Ik spreek het woord uit en er komt iets in je hoofd op; maar in een ander hoofd komt iets anders op. Het is een soort verzamelbak geworden voor wat ieder er maar in wil leggen. Voor sommige mensen is het nagenoeg een bijnaam voor bijgeloof. Voor anderen betekent het iets dat zeer dicht ligt bij wat de bijbel bedoelt met God. Daarom heb ik voorgesteld dat we heel wat terughoudender zouden worden. We moesten eens wat minder praten over God. De Israëlieten in het Oude Testament gebruikten nooit het woord voor God. Eens per jaar ging de Hogepriester het Heilige der Heiligen binnen en sprak voor zichzelf Zijn naam uit. Ook in het Nieuwe Testament zijn er die passages waar Jezus niet iedereen prijst die zegt ‘Heer, Heer’, maar wel hen ‘die het werk van mijn vader doen’. Daarom ben ik van mening dat we heel wat minder moeten praten, maar meer nadruk leggen op het leven van de kerk, de heiligende en offerende deelname van het christelijk volk in de wereld, en dan zien wat voor een taal zich ontwikkelt uit ons engagement met de wereld.

Wij hebben God ook teveel gebruikt als een begrip om de gaten in ons eigen

[pagina 934]
[p. 934]

denken op te vullen - meer als een vraagbaak dan als een vraag-teken. Honderden jaren lang hebben we wat we niet konden verklaren, maar toegeschreven aan God. Maar met de vooruitgang van de wetenschap, die steeds meer vragen ging beantwoorden die we voordien niet konden beantwoorden zonder God er bij te halen, heeft God steeds minder ruimte gekregen. Wij kunnen niet langer dit gebruik van God als een excuus voor onze onwetendheid aanvaarden. De Bijbel heeft veel meer oog voor de God die rechter is of vraagteken of de ondervrager. Het boek Job is voor ons in deze tijd bijzonder betekenisvol. Als Job wordt overvallen door al zijn problemen, als zijn hele theologie ineenstort, als zijn gezin wordt weggenomen door de pest en zijn huis verwoest, spreekt God tenslotte tot hem. Hij vertelt hem niets. Hij stelt een vraag, ‘Wie is het die mijn raad verduisterd heeft zonder wijsheid?’. En hij stelt twintig tot vijfentwintig vragen aan Job. Dit is de stijl van theologie waar we naar toe gaan. God is degene die vragen stelt in plaats van degene die antwoordjes geeft waar onze antwoorden verstek laten gaan. Een van de redenen waarom het belangrijk is een christen te zijn in deze seculiere wereld is dat God ook vragen stelt aan de secularisten. De seculiere mens heeft het ook nodig bevraagd te worden, omdat zijn seculier gezichtspunt een gesloten systeem kan worden, een afgod of een object van verering, tenzij het constant wordt onderworpen aan kritiek en gezien vanuit een perspectief dat van hem vraagt zich te veranderen of open te stellen voor nieuwe mogelijkheden. De kerk en de christen leven in de maatschappij méér om vragen op te roepen waar geen vragen gesteld worden, dan om antwoorden te verschaffen vooral als die ertoe neigen antwoorden te zijn op vragen die de mensen niet langer stellen.

Het voornaamste thema van uw boek is secularisatie. Wat is dit precies en hoe verschilt het van secularisme?

Secularisatie is een proces binnen de geschiedenis, een proces van het opengaan van de geschiedenis, van het bevrijden van de mens uit een gesloten begrip van wat de wereld en van wat menselijk leven is. Het is de bevrijding van de mens uit mythologieën en uit gesloten metafysische systemen en het is geven van de verantwoordelijkheid voor het leven, voor de wereld en voor de maatschappij, aan de mensen zelf. Nu geloof ik dat dit proces niet maar toevallig is. Het is begonnen grotendeels door de invloed van het bijbelse geloof op de wereld. En het vertegenwoordigt werkelijk de uitwerking in de westerse maatschappij (en nu in de hele wereld) van de waarden en inzichten van de Bijbel.

Secularisme is heel iets anders. Het maakt een godloze kijk op de wereld tot een nieuwe religie, tot een nieuwe orthodoxie waarin geen laatste vragen meer overblijven. Ik ben tegen alle ‘ismen’, omdat zij een totale, inclusieve kijk op de wereld en de mens proberen te geven. Hiertegenover moeten wij christenen, als eersten, kritisch staan.

[pagina 935]
[p. 935]

Wilt u dan zeggen dat de instelling van een christelijke maatschappij (the esthablishment of Christendom) in de Middeleeuwen en de handhaving van haar overblijfselen nu, zoals Spanje of ieder ander land dat zich een christelijke natie noemt, een afdwaling is van de bijbelse traditie?

Ja, dat wil ik zeggen en ik denk dat de periode van het koningschap in Israël hetzelfde vertegenwoordigde als ‘Het Christendom’ in de Westerse beschaving. De poging om heel het maatschappelijk leven en de cultuur in te sluiten binnen een soort sacrale beschaving is niet volgens de grondimpuls van het bijbels geloof.

Wat zegt u tegen de kerkganger die, in ons land tenminste, ingezonden brieven aan de redactie stuurt en zegt, dat de staatsscholen de christelijke godsdienst moeten onderwijzen, omdat dit een christelijke natie is?

Christenen zouden er voor moeten zorgen dat het land waarin zij leven, er een is dat hen hun geloof in praktijk laat brengen en mensen van een andere overtuiging het hunne. Om dit te bereiken is er een openheid nodig op sociaal niveau - evenzeer als op levensbeschouwelijk. Altijd wanneer er maar één alternatief is, één mogelijkheid van leven wordt voorgehouden, denk ik dat we terrein verliezen. Een van de bijdragen van het bijbelse geloof aan de westerse cultuur is juist geweest keuzemogelijkheden te bieden voor de mens, keuzemogelijkheden voor de manier waarop de maatschappij kan leven.

Wat bedoelt u met een theologie van de revolutie?

Er zijn enorme concentraties van rijkdom en voorrechten in het ene deel van de wereld en enorme ontrechting, wrok, ressentiment en haat in een ander deel. Ik denk dat het onzin is te geloven dat wij in Noord-Amerika in de komende tien jaar eenvoudigweg behagelijk kunnen voorthobbelen langs de weg die we gegaan zijn zonder enige zeer radicale veranderingen in onze wereld. Ik geloof dat de mensen die leven in de onderontwikkelde gebieden zullen grijpen naar de revolutie en dat, tenzij wij als christenen revolutie verstaan als een manier waarop God in de geschiedenis handelt om rechtvaardigheid en heil, redding en vernieuwing te brengen aan de mens, wij verloren zullen zijn.

De moeilijkheid is dat wij een manier van antwoorden aan de wereld geërfd hebben waarbij wij onszelf zien als een stabiliserende invloed, als een bewaker van de waarden van het verleden, terwijl in feite nu van ons gevraagd wordt te onderscheiden en te verkondigen hoe God aan het werk is in de wereld om de zaken ondersteboven te zetten, dingen te veranderen, nieuw te maken, de machtigen van hun zetels te stoten zoals het evangelie van Matteus het zegt. Om dit te zien is een theologisch besef en begrip van revolutie nodig. Niet noodzakelijk een automatische goedkeuring, maar een besef van revolutie, dat de christenen in de onderontwikkelde landen in staat kan stellen deel te nemen aan hun revolutie en ons in staat kan stellen met meer fantasie op revolutie te reageren. De meeste moderne revoluties - liberale, communistische, Amerikaanse neger - zijn uiteindelijk voortgekomen uit het bijbelse geloof dat alle mensen broeders zijn en van God de gemeenschappelijke opdracht hebben, deelgenoten, bewaarders en medescheppers te zijn van deze wereld. Maar revoluties kunnen eng worden op een racistische of nationalistische wijze. Destemeer reden dan voor christenen erin actief aanwezig te zijn, eraan deel te nemen waar we kunnen, erop kritiek uit te oefenen waar we moeten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken