Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Streven. Jaargang 28 (1974-1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Streven. Jaargang 28
Afbeelding van Streven. Jaargang 28Toon afbeelding van titelpagina van Streven. Jaargang 28

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.02 MB)

Scans (148.15 MB)

ebook (7.27 MB)

XML (3.38 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/sociologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Streven. Jaargang 28

(1974-1975)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 567]
[p. 567]

Boekbespreking

Binnengekomen boeken, aan het begin van iedere rubriek vermeld, worden besproken naar mogelijkheid

Sociale wetenschappen

Akkermans, T. en P. Grootings - Wat is er in de vakbeweging aan de gang? - Katernen 2000, Amersfoort, 1974, 36 pp.
Baeck, L. - Europa zwanger van Amerika. - De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1974, 134 pp., BF. 165.
Bond zonder naam - De gevangene een medemens? K.13 Katernen. - BZN, Antwerpen, 1974, BF. 100.
Bouckaert, L. - Dure geneeskunde? - Werkgroep Alternatieve Ekonomie, Leuven, 1974, 107 pp.
Bouma, Hans (red.) - De aarde is er ook nog. Op zoek naar een ethiek van het milieubeheer. - Zomer & Keuning, Wageningen, 1974, 205 pp., f 18,90.
Brede, Werner (Hrsg.) - Horkheimer, Notizen. - Fischer Verlag, Frankfurt, 1974, 430 pp.
Congrès juif mondial. - L'autre dans la conscience juive. - Presses Universitaires de France, Paris, 1973, 343 pp.
Dannecker, Martin & R. Reich - Der gewöhnliche Homosexuelle. - Fischer, Frankfurt, 1974, 429 pp., DM. 19,80.
Garaudy, R. - Leven is dansen. - De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1974, 167 pp., BF. 280.
Heering, H.J. - Over het boze. - Boom, Meppel, 1974, 154 pp., BF. 305.
Jager, Dr. Okke - Bevrijde tijd. Van prestatiemaatschappij naar vrijetijdscultuur. - Zomer & Keuning, Wageningen, 1974, 239 pp., f 22,50.
Interdiocesaan Centrum - Basisstatistieken over de decanaten en bisdommen van de Belgische Kerkprovincie. - Licap s.v., Brussel, 1974, 129 pp., BF. 265.
Krantzler, M. - Dag... en het beste!... - De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1974, 223 pp., BF. 325.
Mertens, Herman - Open brief aan jonge gezinnen. - Lannoo, Tielt, 1974, 167 pp., BF. 178.
Parkin, Frank (ed.) - The social analysis of class structure. - Tavistock London, 1974, 327 pp., £ 2,80.
Rademaker, L. en E. Petersma - Hoofdfiguren uit de sociologie I en II. - (Aula) Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1974, 276 en 291 pp., per deel f 9,50.
Sauvy, Alfred - General theory of population. - Methuen, London, 1974, 561 pp., £3,75.
Sijben, Dr., J.J. - Geld en economische groei. - Stenfert Kroese, Leiden, 1974, 423 pp., f 40,-.

Dr L. Boone, Massamedia en Inpersonale Communicatie (Een kritische balans van de rol van de zogenaamde ‘opinion leaders’ en van de hypothese van het tweefasig verloop van communicatieprocessen)
Centrum voor Communicatiewetenschappen, K.U.L., Werkdocumenten n 2, Leuven 1971, 71 pp.

Een 35-tal jaren geleden werd in de V.S. een studie afgesloten (de Erie-county-studie) die de onderzoekers tot de mooie theorieën van de ‘two-step flow of communication’ en tot het dankbare begrip opinion-leader bracht. Gedurende enkele decennia werd hiervan gretig gebruik gemaakt om de studie van de communicatiemedia te ‘verruimen’. Wat aanvankelijk bedoeld was als een nuancering van de directe en brutalere beïnvloeding door de massa-media - tussen de communciator en de ontvanger werd een persoonlijke schakel ingevoegd - bleek bij het gebruik daarvan al even starre resultaten op te leveren als de studie van de directe (zgn. verticale) beïnvloeding. In dit brochuurtje doet L. Boone het allemaal nog eens over, en levert aanvullende kritiek: even star en stroef als de voorgangers, en evenmin als zij geïnteresseerd voor de sociale en culturele context waarin deze

[pagina 568]
[p. 568]

communicatie zich afspeelt (om maar niet te spreken van de historische context, die men bij de culturele zou kunnen voegen). Nergens vraagt men zich af ‘why?’, waarom dit allemaal gebeurt en welke er de al dan niet gewilde draagwijdte van is. Weer eens een werkje dat misschien veel met communicatiewetenschappen te maken heeft (het vak dat dan aan universiteiten gedoceerd wordt), maar niets met de wetenschap van de communicatie. Dat het uit onze middens afkomstig is, verandert uiteraard weinig aan de draagwijdte ervan.

Ecic de Kuyper

A.C.M. Jansen en M. de Smidt, Industrie en ruimte. De industriële ontwikkeling van Nederland in een veranderend sociaal-ruimtelijk bestel
Van Gorcum en Comp., Assen 1974, 202 pp., f 22, -

Boeken waarin geografische aspecten van de industrialisatie behandeld worden, zijn in Nederland schaars. Reeds daarom is het verheugend dat geïnteresseerden in de problematiek van industrie en ruimte weer kunnen beschikken over een up-to-date werk. De auteurs geven een overzicht van de industrialisatie van Nederland (met nadruk op de ontwikkeling na de Tweede Wereldoorlog) vanuit een geografisch gezichtspunt. Dit laatste blijkt uit de aandacht voor de verschillende schaalniveaus waarop de industrialisatie zich voordoet, t.w. het Europees niveau (H. I.), het nationale (H. II.) en het regionale niveau (H. III.). In hoofdstuk IV (Industriële formaties) wordt een poging gedaan enige lijn te brengen in de produktieomstandigheden van een aantal industriële activiteiten, terwijl in het daaropvolgende hoofdstuk getracht wordt een relatie te leggen tussen ondernemershandelen en industrieel ruimtegebruik. In het laatste hoofdstuk wordt aandacht geschonken aan de industrialisatie in een samenleving waarin men kritisch denkt over economische groei.

De auteurs zijn er in geslaagd een uitstekend overzicht te geven van de industrialisatie in Nederland. De lezer ontvangt een grote hoeveelheid informatie verpakt in compacte stijl zonder enige franje. Dat laatste maakt het boek, dachten we, voor degenen die niet zo vertrouwd zijn met het vakjargon van de geografie en de economie, wel wat ondoorzichtig, ook al omdat bepaalde begrippen wel gehanteerd maar niet gedefinieerd worden.

Ten aanzien van een aantal ontwikkelingen trekken de auteurs interessante conclusies. Zo wijzen zij erop (p. 130-133) dat er ondanks overheidsingrijpen op het vlak van de regionale problematiek eigenlijk geen fundamentele wijzigingen zijn opgetreden in de ‘natuurlijke’ geografische constellatie van economische activiteit. Daarom zullen voor een meer fundamentele verandering van de ruimtelijke spreiding van economische activiteit meer ingrijpende maatregelen nodig zijn. Helaas wordt deze conclusie niet gevolgd door een aantal uitgewerkte suggesties voor de aard en de richting van die ingrijpende maatregelen.

Gezien de praktische problemen (afwezigheid van statistisch materiaal voor tal van aspecten) waarvoor de auteurs zich gesteld hebben gezien, kunnen we zeker concluderen dat dit boek in een behoefte voorziet van zeker niet alleen geografen en economen.

A.G.J. Dietvorst

G. van Enckevorst e.a., Geschiedenis van het vormingswerk in citaten
1. Volksontwikkeling en volksonderwijs tot 1850
H.D. Tjeenk Willink, Groningen 1974, 185 pp., f 15, -

De publikatie past binnen het kader van de heroriëntatie en bezinning op de uitgangspunten van het huidige vormingswerk. De doelstelling van de uitgave, om enige achtergrondinformatie te verschaffen voor de agologie in de praktijk, lijkt geslaagd. De reserve wordt meer bepaald door twijfel t.a.v. de bereidheid binnen het veld om van deze bronnenuitgave werkelijk kennis te nemen dan door kritiek op deze verzameling. Het boek bevat naast een voortreffelijke inleiding, waarbij cultuurverbreiding tot in de vroege oudheid wordt gevolgd, een schat aan informatie over het ontwikkelingswerk in de 18e en 19e eeuw in de Nederlanden en Vlaanderen. De publikatie is zowel vanuit cultuurhistorisch als geesteshisto-

[pagina 569]
[p. 569]

risch perspectief niet alleen belangrijk voor de vermelde doelgroep, maar ook voor de sociaalhistorici.

F. Nieuwenhof

Gedragswetenschappen

Beirnaert, R., e.a. - Democratisch bouwen aan een doelgerichte afdeling menswetenschappen. Interimrapport 1968-1971. - Acco, Leuven, 1974, 78 pp.
Bon, Michel & Antoine d'Arc - Rapport sur l'homosexualité de l'homme. - Edit. Universitaires, Paris, 1974, 528 pp., FF. 199.
Boschke, Friedrich L. - Het ontstaan van het leven. - (Aula) Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1974, 107 pp., f 12,50.
Bovet, Dr. Th. - Jij en ik. Liefde en seks voor jonge mensen. - Zomer & Keuning, Wageningen.
Brands, L.L.Th. - In de schaduw van de dood. Sterven als menselijk gebeuren. - Gooi & Sticht, Hilversum, 1974, 158 pp.
Brown, Christy - Met mijn linkervoet. - Lemniscaat, Rotterdam, 1974, 138 pp., BF. 230.
Christo, Libanio - Geboeid kijk ik om mij heen. - Gooi & Sticht, Hilversum, 1974, 195 pp.
Craig, E. - U begrijpt me toch niet. - Lemniscaat, Rotterdam, 1974, 213 pp., BF. 265.
Droste, Filip G. - Het taaldier mens. - Ambo, Bilthoven, 1974, 156 pp., f 15, -.
Greely, Andrew M. - God blijft gezocht. - De Toorts, Haarlem, 1974, 236 pp., f 28,-.
Kempler, Walter - Gestalttherapie voor het gezin. - De Toorts, Haarlem, 1974, 107 pp., f 21,-.
Keyser, C. de & H. Jaspaert - Democratisch bouwen aan een doelgerichte afdeling menswetenschappen. Het curriculum. - Acco, Leuven, 1974, 91 pp.
Lemaire, J.G. - Echtpaartherapie. - Lemniscaat, Rotterdam, 1974, 205 pp., BF. 392.
Mattheeuws, A., e.a. - Verlaat je eiland. - De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1974, 203 pp., BF. 285.
Nationaal Verbond van het Katholiek Technisch Onderwijs - Technisch beroepsonderwijs voor meisjes. - Licap s.v., Leuven, 1974, 143 pp.
Ornstein, Robert E., - Het menselijk bewustzijn. - Lemniscaat, Rotterdam, 1974, 239 pp., f 19,50. BF 345.
Stevens, J. - Begeleiden van verandering in kerkverband. - Patmos, Antwerpen, 1974, 91 pp., BF. 165.
Wing, Lorna - In zichzelf gekeerd. - Lemniscaat, Rotterdam, 1974, 160 pp., BF. 265.

M. Traas, Opvoeden tot samen leven
Callenbach, Nijkerk 1974, 140 pp.

Dit is niet een ‘boek-over-opvoeding’. Het is een geheel van overdenkingen die de opvoedingstaak situeren binnen de hedendaagse maatschappelijke evolutie; een stuk maatschappijkritiek (van het beste soort) en een bezinning over fundamentele opvoedingsgegevens. Prettig is dat de auteur nuances ziet en uitdrukkelijk vermeldt wanneer en waarom hij bepaalde elementen in zwart-wit contrasten tekent. Zijn analyse van wat er de laatste decennia in onze maatschappij is gaan leven als mentaliteit, gedragscodes, tegenstrijdigheden is vaak verrassend goed. De adviezen hebben wel eens iets van een utopie, maar zijn daarom niet minder het lezen waard. Uit vele bladzijden zijn nuttige inzichten te halen; met name over ‘communicatie’ staan er uitstekende ideeën in.

G. Boeve

Mary MacCracken, Kinderen in de kring
Ambo, Bilthoven / Westland, Merksem 1974, 199 pp.

M. MacCracken vertelt eenvoudig en vaak ontroerend hoe zij een jaar emotioneel gestoorde kinderen probeert te helpen op een kleine school. Zij engageert zich daar op een vrij toevallige wijze, zij is er niet voor opgeleid en krijgt ook nauwelijks enige begeleiding. Zij kan alleen maar zien hoe een paar andere leerkrachten werken, maar vindt in zichzelf respons op wat deze mensen haar zonder enig commentaar voorleven: geef deze kinderen al wat je kunt opbrengen aan wijze, volhardende liefde. Het boek is een zo levensecht verhaal dat iedere poging om er een theoretische structuur uit te puren een verminking zou zijn. Al lezend gaat men beseffen hoezeer iedere thera-

[pagina 570]
[p. 570]

pie, iedere aanpak van gestoorden moet stoelen op de onvervalste, zichzelf schenkende relatie.

G. Boeve

Politiek

Brückner, Peter und Barbara Sichtermann - Gewalt und Solidarität. - (Politik 59) Klaus Wagenbach, Berlin, 1974, 103 pp., DM. 5,50.
Dressen, Wolfgang - Jahrbuch Politik 6. - (Politik 58) Klaus Wagenbach, Berlin, 1974, 155 pp., DM. 7,50.
Genie en Wereld. - Lenin. - Heideland-Orbis, Hasselt, 1974, 270 pp., BF. 435.
Kirsch, Rainer - Kopien nach Originalen: 4 Portraits aus der DDR. - (Quartheft 70 Klaus Wagenbach, Berlin, 1974, 95 pp., DM. 7,80.
Nolte, Ernst - Deutschland und der kalte Krieg. - Pieper & Co, München, 1974, 755 pp., DM. 64,-.
Rühmkorf, Peter - Die Handwerker kommen. - (Quartheft 69) Klaus Wagenbach, Berlin, 1974, 69 pp., DM. 6,80.

William Appleman Williams, Die Tragödie der amerikanischen Diplomatie
Suhrkamp Verlag, Frankfurt 1973, 350 pp., DM. 28, -

De auteur karakteriseert de Amerikaanse buitenlandse politiek als een tragedie, omdat zij weliswaar humanitair en vredelievend geconcipieerd werd, maar bij de praktische uitvoering daarvan, ondanks alle goede bedoelingen, expansie, onderdrukking van andere volkeren en oorlogsconflicten veroorzaakte. De redenen daarvoor waren: het streven naar een politiek van ‘open deur’, dat het grondmotief vormde van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Doordat de openbare mening, economische en politieke ‘leidende kringen’ in Amerika deze doelstelling van de buitenlandse politiek aanvaardden, raakten de Verenigde Staten bij herhaling in oorlogsconflicten verwikkeld.

L. Bartalits

Daniel Frei (red.), Theorien der internationalen Beziehungen
R. Piper und Co. Verlag, München 1973, 272 pp., DM. 22, -

Het door Daniel Frei uitgegeven boek bevat een aantal overzichten met betrekking tot de theorieën op het gebied van de internationale politiek; te weten onder andere: machtsevenwichtstheorie, Marxistische theorieën, het conflict als dynamisch proces, conflictstrategie en crisis-management en integratietheorie. Het is duidelijk dat de uitgever heeft getracht de meest voorkomende theorieën over de internationale politiek in zijn boek samen te vatten. Deze pragmatische selectie is gebaseerd op de veronderstelling dat een theorie over de internationale politiek niet de gehele waarheid kan vertegenwoordigen.

L. Bartalits

D.G. Tomaschewski, Die internationalen Beziehungen der Gegenwart
Verlag Marxistische Blätter, Frakfurt am Main 1973, 283 pp., DM. 12,50

Tomaschewski geeft een tamelijk eenzijdig marxistische visie op de ontwikkeling van de internationale betrekkingen, waarbij de auteur grote nadruk legt op de klassenstrijd tussen het socialisme en het imperialisme.

L. Bartalits

Silviu Brucan, Die Auflösung der Macht. Eine Soziologie der Internationalen Beziehungen und der Internationalen Politik
Paul List Verlag, München 1973, 429 pp., DM. 19,80

Brucans boek mag als een van de belangrijkste bijdragen tot de theorievorming op het gebied van de internationale betrekkingen beschouwd worden. Vooral daarom omdat de auteur de vaak abstracte bijdragen tot deze problematiek van vele politicologen afwijst.

Brucan propageert daartegenover een sociologie van de internationale politiek, omdat hij daarvan uitgaat, ‘dass der soziologische Zugang zu internationalen Beziehungen und internationalen Politik die theoretischen und praktischen Probleme der internationalen Angelegenheiten besser lösen kann als die bisher angewandten

[pagina 571]
[p. 571]

Methoden’. Volgens de auteur maakt de symbiose van marxisme en cybernetica noodzakelijk dat ook onderzoekers op het gebied van de internationale betrekkingen zich distantiëren van het wijsgerig idealisme.

L. Bartalits

Joachim Schickel, China in der Welt. Ein aussenpolitisches Dossier
Car Hauser Verlag, München 1973, 131 pp., DM. 7,80

Om de continuïteit der principes van de Chinese buitenlandse politiek aan te tonen schildert de auteur kort de geschiedenis van de buitenlandse betrekkingen van het keizerrijk en van de Kwomintang republiek, om dan vervolgens de door de Volksrepubliek China gepropageerde principes - vreedzame coëxistentie en proletarisch internationalisme - op het gebied der theorie van de politieke partij te beschrijven. Omdat de huidige ontwikkeling op grond van de geschiedenis kan worden verklaard en omdat, zoals Schickel schrijft, ‘jede sinnvolle Aussenpolitik ein auf Begriffe gebrachtes Selbstverständnis ist’, begint hij met de beschrijving van deze ‘Selbst- und Umweltverständnisse’. In dit verband is bepaald interessant de bewering van de auteur dat de Volksrepubliek China sinds oktober 1949 voortdurend naar de principes van vreedzame coëxistentie en proletarisch internationalisme handelde.

L. Bartalits

Snigrid Hunke, Das nach-kommunistische Manifest. Der dialektische Unitarismus als Alternative
Seewald Verlag, Stuttgart, 1974, 241 pp., DM. 12,80. Lu. DM. 24,-

Met haar ‘Nach-kommunistisches Manifest’ wil de auteur een radicaal geestelijke bezinning en vernieuwing inleiden. Door middel van haar dialectisch unitarisme wil zij het ergste kwaad van de westerse geest sinds Plato en Aristoteles overwinnen. Als het ergste kwaad waarin wij leven beschouwt zij: de ‘dualistische Spaltung des Menschen und die aus dem Dualismus herrührende Zerstörung der Welt’.

L. Bartalits

Jürgen Arnold, Die nationalen Gebietseinheiten der Sowjetunion
Wissenschaft und Politik, Köln 1973, 176 pp., DM. 28, -

Onderhavig boek kan beschouwd worden als een klassiek opgevatte studie over een probleem van staatsinrichting. Hier gaat het dan over de theoretische concepten en de praktische uitwerking van het federatief systeem in de Sovjet-Unie. In feite was het de auteur er niet om te doen een overzicht te geven van de theoretische en grondwettelijke inrichting van de Sovjet-Unie. Het onderwerp van de studie is een onderzoek naar de plaats welke de republieken van de unie, de autonome republieken, de autonome gebieden en de nationale regio's van de Sovjet-Unie innemen op het vlak van het staats- en volkenrecht.

Daarvoor heeft de auteur een onderzoek verricht in verband met volgende onderwerpen:

1.de ontwikkeling van het federalisme in de Sovjet-Unie:
-de opvattingen van het bolsjevisme over de eenheidsstaat;
-de opvatitngen van het bolsjevisme over het federalisme als overgangsstadium naar de eenheidsstaat.
2.De nationale gebiedsdelen:
-de toestand van deze gebieden, m.a.w. over welke gebieden gaat het;
-het juridisch statuut van deze gebieden in de juridische literatuur, in het staatsrecht van de Sovjet-Unie en in het volkenrecht.
3.De juridische identiteit van de Sovjet-Unie.

In een aanhangsel geeft de auteur een overzicht van de multilaterale verdragen waaraan de Oekraïne en Witrusland hebben deelgenomen.

Zoals men ziet gaat het hier om een zeer gespecialiseerde literatuur, waarvan de wetenschappelijke degelijkheid gegarandeerd wordt door de uitgever, in casu het Bundesinstitut für ostwissenschaftliche und internationale Studien. Het boek is tevens belangrijk door de enorme literatuurlijst (waarvan een groot deel Russische bronnen). Vandaar dat het boek een belangrijk werk is voor studenten in het internationaal recht, zowel staats- als volkenrecht, en voor studenten in Russische problematiek.

A. van Peteghem

[pagina 572]
[p. 572]

Geschiedenis

Universele Wereld Geschiedenis. - Hoge culturen van Centraal- en Oost-Azië. - Heideland-Orbis, Hasselt, 1974, 657 pp., BF. 1.445.

Barbara Vogel, Deutsche Russlandpolitik. Das Scheitern der deutschen Weltpolitik unter Bülow 1900-1906
Bertelsmann Universitätsverlag, Düsseldorf 1973, 335 pp., DM 42, -

Met het begrip ‘Weltpolitik’ worden over het algemeen de doelstellingen van de Duitse buitenlandse politiek sinds het aftreden van Bismarck als rijkskanselier gekarakteriseerd. In de periode van Bülows rijkskanselierschap werd deze imperialistische machtsuitbreidingspolitik van Duitsland door een toenadering tot Rusland gecontinueerd.

Door middel van een bondgenootschap met Rusland wilde rijkskanselier Bülow de positie van Duitsland als grote mogendheid in Europa veilig stellen. Teneinde de sinds Bismarcks aftreden ‘afgebroken draad naar Rusland’ te herstellen omvatte het concept van Bülow maatregelen op het gebied van buitenlandse handel, diplomatie en dynastieke belangen. Een van de grootste verdiensten van Bülow is geweest dat hij erin slaagde zich voor zijn alliantiepolitiek met Rusland de onvoorwaardelijke steun van politieke groeperingen in Duitsland zelf te verschaffen.

L. Bartalits

Andreas Hillgruber, Bismarcks Aussenpolitik
Verlag Rombach und Co., Freiburg 1972, 227 pp., DM. 20, -

In het kader van een realistisch ‘Politikverständnis’ onderzoekt de auteur Bismarcks buitenlandse politiek. Zijn vele publikaties over de geschiedenis van de buitenlandse politiek van de ‘preussisch-deutschen Grossmacht’ maken Hillgruber een van de meest competente auteurs om een beeld te geven van de Bismarckiaanse buitenlandse politiek. Zorgvuldig geanalyseerd en gedifferentieerd worden onder meer de vraag naar de verantwoordelijkheid voor de ‘Kriegsausbruch’ van 1870, het probleem van de ‘Rückversicherungsverträge’ met Rusland en de zgn. ‘Entlassungskrise’ van 1890 behandeld. ‘Niemals’ zo luidt een van de belangrijkste resultaten van Hillgrubers analyse, ‘lässt sich im Sinne eines theoretischen Rigorismus, der als Erkenntnismittel vielleicht nützlich sein kann, jedoch nicht das Erkentnisresultat vorwegbestimmen darf, davon sprechen, dass innenpolitische Gründe allein und im Sinne der Fixierung einer Prisma causa für die Artikulation der Aussenpolitik Bismarcks entscheidend gewesen seien’.

L. Bartalits

Günther Moltmann, Atlantische Blockpolitik im 19. Jahrhundert. Die Vereinigten Staaten und der deutsche Liberalismus während der Revolution 1848/49
Droste-Verlag, Düsseldorf 1973, 422 pp., DM. 58, -

De auteur illustreert in dit boek het partnerschap ‘über den Atlantik hinüber’ gedurende de jaren veertig en vijftig van de negentiende eeuw. Na de condities van de ‘deutsch-amerikanischen Begegnung’ in 1948 en 1849, waarbij handelspolitieke betrekkingen een belangrijke rol speelden, beschrijft de auteur de ‘Konturen der ideologischen Frontbildung’ gedurende de revolutie in Duitsland; een frontvorming die tegen de restauratieve statenwereld van het oude Europa was gericht. Het jonge Amerika verschijnt hier in de rol van een ervaren en dominerende democratische macht, Duitsland daarentegen zocht hulp en begrip voor zijn staatkundige problemen.

Deze betrekkingen waren echter van de landen afhankelijk, die de auteur voor wat betreft Duitsland maar ‘en passant’ beschrijft, terwijl de wisselende politieke constellaties in de Verenigde Staten grondig worden geanalyseerd. De democratische administratie van Polk werd begin 1849 door de Wigh-president Taylor vervangen wat een neutraliteitspolitiek van de Amerikaanse politiek ten aanzien van Duitsland en Europa tot gevolg had.

L. Bartalits

[pagina 573]
[p. 573]

Theologie

Bouwman S.V.D., Dr. G. - De brief aan de Efeziërs. - Romen, Bussum, 1974, 159 pp., f 27,50, bij int. f 24,50.
Grossouw, Dr. W. - De brief van Paulus aan de Galaten. - Romen, Bussum, 1974, 204 pp., f 33, -, bij int. f 29,50.
Leclerc, Eloi - Symbolen van godservaring. - J.H. Gottmer, Haarlem, 1974, 192 pp., f 22,50.
Lehmann, Karl - Gegenwart des Glaubens. - Matthias-Grünewald Verlag, Mainz, 1974, 310 pp., DM. 20,66.
Schillebeeckx, Edward - Leven uit de geest. - Gooi & Sticht, Hilversum, 1974, 227 pp.

Dr A. van Selms, Jeremia II
(De Prediking van het Oude Testament)
Callenbach, Nijkerk 1974, 231 pp.

De originele kijk van Prof. Van Selms op de afwijkende versies van het boek Jeremia in Hebreeuws en Grieks speelt hem in dit tweede deel duidelijk parten. Hij lijkt min of meer slachtoffer te zijn van zijn eigen hypothese, die hij in excurs 1 van deel I heeft uiteengezet. Steeds weer duiken er woorden op als ‘kladschrift’ (pp. 14, 29, 172 enz.), ‘in het netschrift’ (pp. 9, 60, 64, 78 enz.). In dit tweede deel werkt hij bovendien erg vaak met termen als ‘verschrijving’, ‘invoeging’, ‘Baruch dacht... en veranderde’. De tekst van Jer. 25:1-45:5 wordt daarom voortdurend gecorrigeerd en geëmendeerd. Bijzonder vervelend daarbij is dat de noten niet - zoals in deel I - op elke pagina worden afgedrukt, maar achterin zijn verzameld. Waarschijnlijk wel een kostenbesparende factor voor de uitgever, maar irritant voor de gebruiker, die nu in deel I en II met verschillende systemen te maken krijgt.

Met spanning zien we uit naar deel III, waarin auteur de profetieën tegen de volken en het boek der Klaagliederen zal bespreken.

Panc Beentjes

Arno Schilson en Walter Kasper, Christologie im Präsens. Kritische Sichtung neuer Entwürfe
(Theologisches Seminar) Herder, Freiburg-Basel-Wien, 1974, 164 pp., DM. 18,-

Dit boek was zonder meer nodig. Bij de vele pogingen een christologie te ontwerpen die rekening hield met de veranderingen in het hedendaagse denken, ontbrak een overzicht van de voornaamste ontwerpen. A. Schilson vult nu dit tekort aan. Hij begint met twee algemeen oriënterende hoofdstukjes: ‘Veelvoud en eenheid in de christologie’ en - zeer suggestief! - ‘Gemeenschappelijke perspectieven in de hedendaagse christologie’ (o.a. oriëntering op het Nieuwe Testament, historisch denken). Vervolgens vat hij de christologische ontwerpen van elf grote theologen samen om deze kritisch te waarderen. Nogmaals, een poging die niet genoeg gewaardeerd kan worden, omdat een dergelijk overzicht tot nog toe ontbrak. In zijn voorwoord belooft schr. ook niet-theologen van dienst te zijn door zo eenvoudig mogelijk een en ander samen te vatten, zodat geen belangrijke scholing nodig is om een inzicht te krijgen in wat er momenteel op het gebied van de christologie gaande is. Is hij daarin geslaagd? Nu, in de eerste twee hoofdstukjes laat hij zien, dat hij bijzonder knap en helder kan samenvatten. Maar als hij aan zijn theologen begint, wordt het toch niet zo gemakkelijk te volgen. Dat ligt dan niet aan schr., maar eenvoudig aan de theologen die hij samenvat. Ikzelf was tenminste blij, dat is de meeste behandelde ontwerpen al eerder bestudeerd had. W. Kasper besluit het boek met een boeiende studie over de eisen waaraan een hedendaagse christologie moet voldoen. Hij refereert terecht ook naar het ontwerp van Dietrich Wiederkehr, dat Schilson m.i. ten onrechte buiten bespreking heeft gelaten. Een zeer belangrijk boek dus, maar dat toch echt wel enige scholing op theologisch gebied veronderstelt.

S. Trooster

Godsdienst

Enomiya Lasalle, Hugo M. - Zen en Christendom. - B. Gottmer, Nijmegen, 1974, 79 pp., f 6,90.
Poortvliet, Rien en Hans Bouma - Hij was een van ons. - Van Holkema & Warendorf, Amsterdam/Semper Agendo, Apeldoorn, 1974, ill. f 95, -.
Zegveld, André - De wolk van niet-weten. - B. Gottmer, Nijmegen, 1974, 159 pp., f 17,50.
[pagina 574]
[p. 574]

George B. Burch, Liefde, Vrijheid, Waarheid
De Toorts, Haarlem 1974, 112 pp., f 16, -

De hoofdstelling van dit boek is, dat men niet tegelijk tot verschillende religies kan behoren; men zal moeten kiezen voor liefde (christendom), vrijheid (boeddisme) of waarheid (hindoeïsme). Het heeft dan ook geen zin dat religies elkaar bestrijden of hun verschillen opheffen. Het gaat om hun gemeenschappelijke strijd tegen het a-religieuze. Op mij kwam dit boek af als het intrappen van reeds openstaande deuren.

Panc Beentjes

Dr Th.C. Vriezen en Dr A.S. van der Woude, De literatuur van Oud-Israël
Servire, Wassenaar 1973, 446 pp.

Wie het praktische naslagwerkje van Vriezen kende, zal verheugd zijn te vernemen dat er nu een ‘geheel herziene en uitgebreide vierde druk’ is verschenen. Het behandelt de geschriften van de Bijbel vanuit het standpunt van de literatuur, tegen de achtergrond van andere wetenschappen zoals archeologie, geschiedenis van het Nabije Oosten, enz.

De auteur heeft met name de hoofdstukken 9 en 10 (over de tekstgeschiedenis en de methoden van onderzoek in de praktijk) totaal omgewerkt en voor de buitenstaander tot aantrekkelijke leesstof gemaakt.

Aparte vermelding verdient het hoofdstuk, dat door Dr v.d. Woude werd geschreven over de apocriefen, de pseudepigrafen en de Dode-Zeerollen; men zou kunnen zeggen dat hiermee de periode tussen het Oude en het Nieuwe Testament voor de leek wat beter overbrugd is. De 55 pagina's noten zijn een boekje op zich; het toont overduidelijk dat de huidige exegeet nauwelijks nog in staat is het gehele oud-testamentische terrein te overzien. Kortom, met Vriezen als gids kan men beter genieten van de tekst van het Oude Testament.

Panc Beentjes

Manfred Bieler, Mein kleines Evangelium
Herder, Freiburg-Basel-Wien 1974, 60 pp. DM. 15,80

In West-Duitsland kan men op dit moment spreken van een hausse in kinderboeken. De kataloog van de Frankfurter Buchmesse (1974) bewees dat overduidelijk door ongeveer 30% van de ruimte voor kinderlectuur te reserveren. Daarnaast is ook de aandacht en de vraag naar het religieuze boek enorm, getuige dezelfde kataloog.

Manfred Bieler heeft episoden uit het leven van Jezus in dichtvorm voor kinderen geschreven. De tekeningen in kleur van Joachim Schuster zullen zeer tot de verbeelding spreken; of de rijmpjes dat ook doen, valt moeilijk te zeggen. Het is weer een van de pogingen de kinderen vertrouwd te maken met het Nieuwe Testament; wie het ‘rapport over kinderbijbels’ van het N.B.G. heeft gelezen - bij deze warm aanbevolen - zal weten dat het maken van een Bijbel voor kinderen met zeer veel componenten rekening moet houden.

Panc Beentjes

Wilhelm Willms, Der geerdete Himmel
Butzon & Bercker, Kevelaer, 1974, 192 pp., beeldcollages, DM. 22

In een citygemeente in Krefeld, waar vooral veel jonge mensen de diensten bijwonen, heeft pastor Willms teksten uitgeprobeerd die hij nu aan een groter publiek voorlegt. Boete, bezinning, lijden, dood en opstanding, het zijn even zovele thema's die m.i. knap gecomponeerd zijn. Het enige gevaar zou kunnen zijn dat het allemaal té verbaal wordt. Voor advent en passietijd biedt het boek goede aanknopingspunten, wanneer men door het soms avantgardistische uiterlijk weet heen te breken. Wie het wil gebruiken, zal meer moeten doen dan alleen vertalen.

Panc Beentjes

Film

Madsen, Axel - William Wyler. - Allen, London, 1974, 456 pp., £ 3,75.
Mitry, Jean - Le cinéma expérimental. - Edit. Seghers, Paris, 1974, 309 pp.
[pagina 575]
[p. 575]

Siegfried Kracauer, Theorie des Films
Suhrkamp Verlag, Frankfurt 1974, 454 pp.
Siegfried Kracauer, Kino
Suhrkamp Verlag, Frankfurt, 303 pp., DM. 6, -

De geschriften over film van S. die nu heruitgegeven worden, wekken bij mij een - moeilijk te definiëren - wrevel op. Misschien komt het wel omdat Kracauer programmatisch erg nauw bij onze huidige interessesfeer ligt, terwijl hij in zijn geschriften maar weinig van dit programma waarmaakt. Hoe mooi klinkt in 1932 bv. niet: ‘Der Filmkritiker von Rang ist nur als Gesellschaftkritiker denkbar’ (Kino, p. 11)! En hoe juist is deze constatering uit hetzelfde jaar: ‘Der Film ist innerhalb kapitalistischen Wirtschaft eine Ware wie andere Waren auch’ (ibid.). Jammer genoeg worden deze formuleringen bijna nergens waargemaakt, en ondergraaft zelfs een werk als Theorie des Films deze principiële stellingnamen. Deze theoretische studie beperkt zich uitsluitend tot de film als een verlengstuk van de fotografie, als, zoals het in de oorspronkelijke Engelse versie luidt: ‘the redemption of the physical reality’. Om die redenen ziet de auteur zich bv. verplicht de kleurenfilm als niet ter zake doende weg te cijferen. Dit standpunt zou best te begrijpen zijn, wanneer dit theoretisch werk in, laat ons zeggen de jaren dertig, geschreven zou zijn. Maar de eerste verschijningsdatum (in de V.S.) is 1960! Een grotere anachronistische gaping tussen een theorieontwerp en een historische realiteit kan men zich moeilijk inbeelden. Maar zelfs al zou men deze essentiële beperking even terzijde leggen, moet het opvallen hoe weinig strakheid Kracauers' theoretiseren heeft. Terwijl dat juist een erg belangrijk element zou kunnen zijn van zijn betoog, laat hij bv. de actualiteitsfilm terzijde. En wanneer hij het over de experimentele film heeft (in vele gevallen een uitdaging aan wat S. de fysieke realiteit noemt), wordt hij plots neutraal geschiedschrijvend!

Misschien komt dat omdat uiteraard heel wat van deze theoretische bedenking in feite uit de jaren dertig dateren: vele ontwerpen ervoor vindt men terug in Kino, een verzameling meestal korte filmbesprekingen en opstellen, gepubliceerd tussen WO I en II. Maar ook hier valt op hoe weinig Kracauer zijn sociaal-kritische en ideologiekritiek werkelijk weet te doen functioneren op het medium. Zoals bij vele andere filmrecensenten uit die periode beperken zijn geschriften zich tot oppervlakkige, impressionistische, moralizerende randnotities.

Eric De Kuyper

Jean Renoir, Ma Vie et mes Films
Flammarion, Paris 1974, 262 pp., geïll., FF. 32, -

De liefhebber van Renoirs films (ik behoor er toe) zullen gewoon met plezier de kort geschetste herinneringen lezen van de Franse cineast. Anekdootjes, portretten van zijn vrienden, verhaaltjes rondom het maken van zijn films, notities over de Franse en Amerikaanse levensstijl, worden zonder grote lijn aan elkaar gerijgd. Maar in alles wat Renoir vertelt schuilt een overstelpende warme medemenselijkheid. Zijn vaak contradictoire uitspraken of voorkeuren vinden zonder moeite plaats in deze mozaïek die zich weinig bekommert om een samenhang die niets te maken zou hebben met sensueel contact met de dingen en de mensen. Door het boek begrijpt de lezer ook beter Renoirs echte voorkeur voor het artisanale (bijzonder treffend geïllustreerd in al zijn films) en zijn afkeer voor het industriële. Dat zich deze bekommernis juist probeerde te realiseren in een zo dubbelzinnig medium als de film (extreme mengeling van technologie en artisanaat), is de opgave die Renoir zich altijd heeft gesteld. Men begrijpt des te beter deze bekommernis wanneer men ze projecteert op het Frankrijk van de vorige eeuw, en wanneer men voor ogen houdt dat Renoirs vader Auguste Renoir is (waar hij in enkele hoofdstukken mooie dingen over schrijft). Zoals de films van Renoir zo diep verschillen van alle films van zijn tijdgenoten, verschilt dit boek herinneringen van gelijkaardige filmmakersgeschriften door haar onnadrukkelijke en ‘vanzelfsprekende’ direktheid.

Eric de Kuyper

[pagina 576]
[p. 576]

Miscellanea

Berckers Katholischer Taschenkalender 1975. - Butzon & Bercker, Kevelaer, 1974, 240 pp., Leder DM. 9,20, Plastik DM. 5, -.
Braun, Johanna und Günther Braun - Bitterfisch. - Verlag Neues Leben, Berlin, 1974, 216 pp., E.V.P. 5,80.
Jenkins, Alan - The Twenties. - Heinemann, London, 1974, 256 pp., £ 5, -.
Kaltenbrunner, Gerd-Klaus, Hrsg. - Radikale Touristen. - Herderbücherei Initiative 4, 1975, 191 pp., DM. 8,90, ab DM. 6,90.
Molen, S.J. van der - Langs Frieslands Oude Boerderijen. - Bosch & Keuning, Baarn, 1974, 167 pp., vele foto's, f 10, -.
Narkiss, Dr. Bezalel e.a. - De spiegel van de Joodse beschaving. - Bruna, Utrecht/Antwerpen, 1974, 252 pp. ill.
Orthmann, Edwin - Das Zeitfahrrad. - Verlag Neues Leben, Berlin, 1974, 509 pp., E.V.P. 9.
Provinciale Cultuurdienst, Cultureel Jaarboek Antwerpen 1974. - Antwerpen 1974, 821 pp., BF. 540.
Reimann, Brigitte - Franziska Linkerhand. - Verlag Neues Leben, Berlin, 1974, 583 pp., E.V.P. 9,80.
Schepens, Luc - In Pace. Soldatenkerkhoven in Vlaanderen. - Lannoo, Tielt, 1974, 129 pp., BF. 225.
Secretariaat van de Academie, Jaarboek van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. - Gent 1974, 138 pp.
Shuchowizki, Leonid - Ich zieh dem Kranich mach. - Verlag Neues Leben, Berlin, 1974, 317 pp., E.V.P. 6,50.
Tilborg, J.H.A. van e.a. - Alternatief kerkelijk huwelijksrecht. - Amboboeken, Bilthoven 1974, 60 pp., f 7,50.

W.L.K. van Oosten, Spellingvereenvoudiging
2e jrg., no. 2, 18 pp., gratis
De Niewsjager (The Newsseeker)
orgaan van de Vrientsgapbant, 14e jrg., no. 1, 28 pp., gratis

Of men nu voor- of tegenstander van een spellingvereenvoudiging is, over één ding zal men het wel eens zijn: W. van Oosten is een doorzetter. Ondanks het bericht dat minister van Kemenade besloten heeft om de spellingkwestie voorlopig in de ijskast te zetten, gaat de heer Van Oosten enthousiast door met zijn ijveren voor een vereenvoudigde spelling.

In de nieuwe aflevering van ‘Spellingvereenvoudiging’ wordt o.a. ruime aandacht geschonken aan de spelling van de aardrijkskundige namen in de nieuwe Kleine Bos-atlas. In dit kader zijn er een groot aantal kranteberichten, voorzien van kommentaar, opgenomen. Interessante kost voor belangstellenden.

Tevens ontvingen we een exemplaar van de Niewsjager, orgaan van de ‘Tie of friendship’. Al lezend krijg je meteen sympathie voor het idee van deze vereniging, die reeds vanaf 1960 bestaat. De vereniging zet zich in voor het sluiten van vriendschapsbanden, het verkrijgen van ruilrelaties, het uitwisselen van allerlei gegevens etc. onder het motto: ‘Vrede door vrientsgap’. Van alle genoemde mogelijkheden wordt gezien het grote aantal adressen gretig gebruik gemaakt.

Van Oosten zou Van Oosten niet zijn, als niet alles in de overgangsspelling stond. Beide afleveringen en eventuele inlichtingen te verkrijgen bij W. van Oosten, Postbus 2, Badhoevedorp.

C. Free

Joos Florquin, Ten Huize van ...10
Davidfonds, Leuven 1972, 334 pp., BF. 165

Wie de vorige delen van deze reeks bezit, zal ook wel dit tiende niet willen missen. De lezer maakt in deze bundel kennis met de twee voornaamste vertegenwoordigers van het magisch realisme in onze letterkunde. Boeiende lectuur voor wie op zoek is naar de samenstelling van deze magische formule. Verder bieden de grijze heren en dames van onze Vlaamse cultuur genoeg levenswijsheid om de lezer niet te vervelen. Het keurig afgelijnde interview met Dr A.A. Terruwe zal ook de Nederlandse lezer wel direct aanspreken. De levensechtheid en het natuurlijke talent van de actrice Magda Janssens overtuigen zelfs de sceptische lezer of kijker van de waarde van deze reeks.

Hugo Roeffaers


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Eric de Kuyper

  • A.G.J. Dietvorst

  • F.P. Nieuwenhof

  • Geert Boeve

  • A. van Peteghem

  • S. Trooster

  • Coen Free

  • Hugo Roeffaers

  • L.L.S. Bartalits

  • Panc Beentjes