Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Streven. Vlaamse editie. Jaargang 46 (1978-1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Streven. Vlaamse editie. Jaargang 46
Afbeelding van Streven. Vlaamse editie. Jaargang 46Toon afbeelding van titelpagina van Streven. Vlaamse editie. Jaargang 46

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.46 MB)

Scans (84.36 MB)

ebook (7.54 MB)

XML (3.22 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/sociologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Streven. Vlaamse editie. Jaargang 46

(1978-1979)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 193]
[p. 193]

Streven
december 1978

[pagina 195]
[p. 195]

Jan-Paul II: waarheid, geen kerkelijk monopolie

Het zogeheten Schema 13, De Kerk in de wereld van vandaag, is ongetwijfeld een van de opmerkelijkste en belangrijkste teksten geworden van het Tweede Vaticaans Concilie. De toenmalige aartsbisschop van Krakau, de huidige paus Johannes-Paulus II, trad daar regelmatig op als de erkende woordvoerder van de Poolse bisschoppen. Op 21 oktober 1964 bracht hij in hun naam enige kritieken uit op het tekstontwerp van Schema 13, zoals het ter bespreking en goedkeuring aan de concilievaders was voorgelegd.

 

‘Men dient goed te bedenken dat de titel van het schema, De Kerk in de wereld van vandaag, in analoge zin te verstaan is. Natuurlijk is het óók waar dat er één wereld is waarin de Kerk bestaat - maar tegelijk zijn het niet één maar verschillende “werelden” waarbinnen de Kerk van vandaag leeft en werkt en tot welke zij zich ook in dit schema wenst te richten. In het ons voorgestelde schema krijgt die pluraliteit van “werelden” te weinig aandacht en komt onvoldoende tot uiting. Er bestaan misschien méér werelden die zich in dit schema niet dan die er zich wél in herkennen!’ ‘In de voorgestelde tekst doet de Kerk niets anders dan de wereld be-leren door uit haar eigen schat van waarheid te putten, terwijl ze nog maar eens haar liefde voor de mensen betuigt. Door die belering echter stelt de Kerk zich boven de wereld, waarvan zij volgzaamheid verlangt. Schema 13 moet integendeel een taal leren spreken, die duidelijk maakt dat wij de wereld niet op autoritaire wijze de les willen spellen, maar dat wij eveneens, samen met die wereld, zoeken naar een ware en rechtvaardige oplossing van de moeilijke problemen van het menselijk leven. De vraag is niet of ons wellicht die waarheid al bekend is, maar hoe de wereld die ontdekken en voor eigen rekening nemen kan. Elke leraar die met zijn beroep vertrouwd is weet uit ervaring dat hij ook kan onderrichten volgens de zogeheten “heuristische” methode, waardoor de leerling in staat wordt gesteld a.h.w. uit zichzelf de waarheid te ontdekken.

Een dergelijke leermethode zou ons schema zeer ten goede komen. Die methode behelst twee dingen. Op de eerste plaats sluit ze alles uit wat - als ik mij zo uitdrukken mag - een klerikale mentaliteit verraadt: b.v. het onophoudelijk lamenteren over de o! zo slechte wereld... het inpalmen door de Kerk van al het goede dat in de wereld bestaat... de puur verbale betuigingen van welwillendheid tegenover de wereld. Dat soort dingen staat van meet af aan de dialoog met de wereld in de weg: de dialoog blijft

[pagina 196]
[p. 196]

een monoloog (soliloquum). Laten wij toch verhoeden dat ons schema een monoloog wordt!

Op de tweede plaats verlangt de “heuristische” methode van ons dat wij de door ons aangesprokenen door redelijke argumenten overtuigen... Nooit mag men, in plaats van te argumenteren, tot moraliseren en vermanen zijn toevlucht nemen, wat ook in het voorgestelde schema wel vaker gebeurt. De argumentatie moet op redelijke gronden berusten, aangezien wij ons toch ook tot niet-gelovigen richten. Zij houdt daarom niet op theologisch te zijn, vermits iedereen weet dat het de Kerk is die zich in Schema 13 uitspreekt.’

‘Het is absoluut nodig dat wij de mens van vandaag, de mens zelf, bereiken. Ook als wij het over de ‘wereld’ hebben, moeten wij altijd de mens voor ogen houden, zoals die in verschillende ‘werelden’, in onderscheiden economische, maatschappelijke en politieke systemen leeft. Om zijn zaak gaat het in dit schema.’

 

Eén keer, 27 september 1965, gedurende de laatste zitting van het concilie, heeft aartsbisschop Woityla het woord gevraagd om in eigen naam zijn standpunten te verduidelijken omtrent de eveneens op het concilie geuite wens naar een dialoog met het atheïsme. Hij vroeg de concilieleden dat zij een duidelijk onderscheid zouden maken tussen een atheïsme dat met ongerechte pressiemiddelen wordt gepropageerd (en in strijd is met de godsdienstvrijheid) en het atheïsme als ‘persoonlijke overtuiging’ (dat bij de op het concilie moeizaam bevochten gewetensvrijheid thuishoort). In plaats van het atheïsme uitsluitend te beschouwen als een ‘simpele Godsloochening’, diende men het ook te leren zich als ‘een innerlijke toestand van de menselijke persoon’ en de ‘psychologische en sociologische dimensies’ daarvan te onderzoeken. Woityla sprak het vermoeden uit dat de atheïst, doordat hij overtuigd is van zijn ‘eschatologische eenzaamheid’ (die de negatie van een persoonlijke onsterfelijkheid impliceert), a.h.w. meer open staat voorde ‘quasi-onsterfelijkheid van het collectieve leven’. Pas binnen die context zou men op zinvolle wijze vragen kunnen stellen als: bevordert het collectivisme het atheïsme of is het net omgekeerd; wat behelzen de verwijten aan het adres van de godsdienst, dat hij een ‘aliënatie’ of (subjectieve) ‘projectie’ is; wat voor samenhang bestaat er tussen atheïsme of theïsme en ethisch relativisme en utilitarisme? Dat waren enkele van de vragen, aldus Woityla, die ter sprake zouden moeten komen in de in het vooruitzicht gestelde dialoog met de wereld van het atheïsme.

‘Ook als men in het atheïsme vóór alles de God-loochening ziet, moet men toch in de dialoog bij de mens beginnen, en wel vooral in deze zin, dat de innerlijke vrijheid van de mens op de meest strikte wijze geëerbiedigd wordt’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken