Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Streven. Jaargang 83 (2016)

Informatie terzijde

Titelpagina van Streven. Jaargang 83
Afbeelding van Streven. Jaargang 83Toon afbeelding van titelpagina van Streven. Jaargang 83

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.73 MB)

ebook (6.84 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/sociologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Streven. Jaargang 83

(2016)– [tijdschrift] Streven [1991-]–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[p. 934]

Forum

Herman Simissen
Niet onopgemerkt Gebleven...
Een biografie van Tine Halkes

Op het kerkhof in Nijmegen waar mijn ouders hun laatste rustplaats hebben, is het een van de meer merkwaardige grafmonumenten: de steen ter herinnering aan de nationaal en internationaal be kende theologe Tine Halkes (1920-2011). Zij deelt het graf met haar oudere zus Jeanne (1915-2005), maar op de zerk neemt de naam van Tine twee keer zoveel plaats in als die van Jeanne Halkes. Dit is tegen de achtergrond van de idee dat in de dood iedereen gelijk is, en dat de bij leven verkregen maatschappelijke erkenning er in het licht van de eeuwigheid niet meer toe doet, minstens opmerkelijk te noemen. Maar voor wie de biografie van Tine Halkes kent, is het niet zo verbazingwekkend, en misschien zelfs symbolisch: zij voelde zich nadrukkelijk voorbestemd voor het voetlicht, niet voor de coulissen. En zij was ten volle bereid, als zij dat geboden achtte, de loop der dingen een handje te helpen om die plaats in het voetlicht daadwerkelijk te kunnen innemen, al probeerde zij deze ‘hulpvaardigheid’ ten eigen bate wel te verhullen. Dit is althans een constante in het beeld dat wordt opgeroepen door Catharina Halkes ‘Ik verwacht iets groots’, de vuistdikke biografie van Tine Halkes die de theologe Annelies van Heijst en de historica Marjet Derks onlangs publiceerden. Halkes stelde het graag voor, alsof zij altijd maar werd gevraagd voor de vele verschillende maatschappelijke functies die zij bekleedde, bijkans alsof haar carrière haar onbedoeld was overkomen, maar vrijwel steeds kwam het initiatief voor haar verschillende benoemingen van haarzelf, en wist zij haar doelen met name ook te bereiken door haar talrijke contacten welbewust te gebruiken bij het verwezenlijken van haar plannen.

Het meest uitgesproken voorbeeld hiervan is haar loopbaan aan de Katho-

[p. 935]

lieke Universiteit van Nijmegen, waar zij in 1983 aan de Faculteit der Godgeleerdheid werd benoemd tot hoogleraar Feminisme en Christendom, in West-Europa het eerste professoraat met een dergelijke leeropdracht. Zes jaar eerder, in 1977, was Halkes aan de Nijmeegse universiteit begonnen met het experimentele project ‘Feminisme en Christendom’, met een aanstelling op tijdelijke basis. Op dat moment was zij aan deze universiteit overigens deels al werkzaam bij de vakgroep pastoraal-theologie van dezelfde theologische faculteit. Uitgangspunt van haar project was de constatering dat de katholieke kerk zich kenmerkte door een sterk patriarchaal karakter; dat dit patriarchale karakter eerst en vooral cultureel bepaald was, niet eigen aan het geloof als zodanig; en dat geloof en kerk daarom vanuit een feministisch perspectief opnieuw dienden te worden doordacht en, vervolgens, hervormd. De grote bron van inspiratie bij dit alles was de Amerikaanse theologe Mary Daly (1928-2010), en met name haar boek Beyond God the Father (1973), met afstand haar meest bekend geworden publicatie. Het lezen van juist dit boek, vlak na verschijnen, was voor Halkes aanleiding geweest zich voortaan vooral op de feministische theologie te richten. - Hiermee wil overigens geenszins gezegd zijn, dat zij voordien geen oog had gehad voor de achtergestelde positie van de vrouw in de kerk. Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) was zij veelvuldig in Rome vanwege haar betrokkenheid bij het werk van het Documentatie Centrum, dat de nationale en internationale pers informatie verschafte over ontwikkelingen tijdens het Concilie. Toen al was haar opgevallen dat vrouwen hierin geen rol van enige betekenis speelden. Deze ervaring was aanleiding voor haar boek Storm na de stilte. Over de plaats van de vrouw in de kerk (1964), dat ook in Duitse vertaling verscheen. Maar het boek van Daly gaf haar de bevestiging juist met dit thema verder te gaan. - Eenmaal begonnen met haar project aan de Katholieke Universiteit, trachtte Halkes voortdurend daarvoor een vaste plaats te bevechten in het onderwijs aan de Nijmeegse theologische faculteit, met daaraan gekoppeld een vaste benoeming voor haarzelf. Om dit doel te verwezenlijken bleef zij niet alleen steeds opnieuw eisen stellen aan het bestuur van haar faculteit, maar ook rechtstreeks aan het College van Bestuur van de universiteit. Een niet onbelangrijk probleem bij dit alles was echter, dat zij weliswaar de nodige cursussen had gevolgd en theologische geschriften had bestudeerd, maar geen formele opleiding in de theologie had - zij was afgestudeerd als neerlandica, een studie die zij in Leiden had gevolgd -, en niet was gepromoveerd. Gebruik-makend van de internationale contacten die zij inmiddels had opgedaan, wist zij dit probleem te omzeilen door een eredoctoraat in de theologie van de Berkeley Divinity School (gelieerd aan Yale University) dat haar in 1982 werd toegekend. Dit was echter niet zozeer een spontaan gebaar van deze Divinity School, als wel de vrucht van initiatieven waar Halkes zelf mede de

[p. 936]

hand in had gehad... Eenmaal gedoctoreerd, lag de weg naar een leerstoel aan de Nijmeegse universiteit open, zij het dat er nog heel wat hordes moesten worden genomen. Dat dit lukte, was opnieuw vooral het resultaat van initiatieven van Halkes zelf, die andermaal haar vele contacten inzette om het professoraat te verkrijgen dat zij nastreefde.

Dit alles roept onwillekeurig de vraag op naar het belang van Catharina Halkes voor de theologie. Uit deze biografie komt de indruk op, dat haar betekenis als theologe uiteindelijk niet op de eerste plaats moet worden gezocht in haar publicaties. Weliswaar heeft zij veel gepubliceerd, haar kracht lag vooral in het signaleren en inventariseren van nieuwe ontwikkelingen op haar specifieke vakgebied, om deze vervolgens te vertalen in aansprekende, maar toch vooral inleidende teksten, meestentijds voor een breder publiek, niet specifiek voor vakgenoten. Baanbrekend en vernieuwend in het theologische denken was zij daarmee in inhoudelijk opzicht niet. Haar eigenlijke kracht lag veeleer in het vragen - en vooral ook: krijgen! - van aandacht voor de feministische theologie, vooral ook door vele openbare optredens bij de meest uiteenlopende gelegenheden, binnen en buiten de academische wereld, en door het gebruik van verschillende media als de dagbladpers, radio en televisie. Deze aandacht wist zij vervolgens te benutten om enerzijds de feministische theologie organisatorisch te verankeren binnen haar eigen universiteit, en anderzijds tal van anderen - studenten uit binnen- en buitenland, maar ook velen buiten de academische wereld - te inspireren, protestanten zo goed als katholieken. In dit laatste is zij meesterlijk geslaagd, zo blijkt uit deze biografie: juist in voordrachten en persoonlijke contacten wist zij anderen te overtuigen van haar inzichten, van de noodzaak van een ingrijpende hervorming van de structuur van de kerk, om vrouwen een gelijkwaardige positie te geven. Dit optreden bracht haar, naast soms felle kritiek uit meer behoudende kringen, de eretitel ‘kerkmoeder’ en de grote waardering van velen die zich persoonlijk aangesproken voelden door haar boodschap. Met name wist zij duidelijk te maken, dat een uitgesproken feministische kijk op wereld en kerk niet noodzakelijk een breuk met het geloof diende in te houden - terwijl de idee dat het niet mogelijk was zowel feministisch als gelovig te zijn in deze jaren toch voor heel wat vrouwen vanzelfsprekend leek. Haar ijveren voor de positie van de vrouw in kerk en geloof paste zo enerzijds binnen de feministische beweging die na de Tweede Wereldoorlog in de westerse wereld opgang maakte, maar gaf daaraan anderzijds een eigen accent, juist omdat Halkes kerk en geloof niet wenste af te wijzen. Daarbij bleek zij zelfs bereid tot ‘tactische concessies’: zij heeft zich lange tijd niet onomstotelijk uitgesproken voor het openstellen van het priesterschap voor vrouwen, juist omdat zij aanvoelde dat een dergelijke eis de bereidheid tot hervormingen binnen de kerk veeleer zou schaden dan baten.

[p. 937]

Annelies van Heijst en Marjet Derks werden door Halkes zelf uitgenodigd haar biografie te schrijven; de eerste voorbereidingen daartoe dateren, afgaande op het overzicht van de gesprekken die de auteurs voor deze biografie met haar en met anderen voerden (blz. 594), al van 1989. Zij kende beide auteurs persoonlijk - zoals beide auteurs Tine Halkes persoonlijk meenden te kennen, al stuitten zij bij hun onderzoek op nogal wat verrassingen, op zaken die beduidend anders bleken te liggen dan zij altijd hadden gedacht. Juist daardoor zal dit boek vermoedelijk niet helemaal de levensbeschrijving zijn geworden die Halkes voor ogen heeft gestaan: beide auteurs schromen immers niet er bij herhaling op te wijzen dat hun betoog nogal afwijkt van wat Halkes zelf over haar leven placht te vertellen. ‘Bijkleuren’, noemen zij de aanpak van theologe enigszins eufemistisch; aan de hand van overvloedig bewijsmateriaal laten zij meermaals zien dat dit ‘bijkleuren’ soms bepaald verregaand was. De auteurs geven opmerkelijke voorbeelden, zoals hetgeen Halkes gewoonlijk vertelde over het einde van haar in 1972 ontbonden huwelijk met de neerlandicus Theo Goovaart. In haar versie had haar echtgenoot haar en hun drie kinderen verlaten om een nieuwe relatie te kunnen aangaan; dat zij zelf al sinds jaar en dag een verhouding had met een priester, en dat dit wellicht ook een factor was die een rol speelde in de ontwrichting van hun huwelijk, liet zij daarbij evenwel geheel en al buiten beschouwing. Een ander voorbeeld is de kwestie, waardoor Halkes wellicht haar grootste bekendheid kreeg bij een breed publiek: het ‘spreekverbod’ dat haar in 1985 door kardinaal Simonis zou zijn opgelegd bij het bezoek van paus Johannes Paulus ii aan Nederland. De auteurs laten onomstotelijk zien, dat hiervan geenszins sprake was: de aartsbisschop legde haar geen spreekverbod op, maar eiste dat bij een ontmoeting met de paus naast Halkes ook een vrouw met een minder uitgesproken feministische visie het woord zou voeren. Daarop weigerde Halkes zelf haar medewerking - maar het onjuiste beeld dat in binnen- en buitenland in de pers ontstond, als zou haar het zwijgen zijn opgelegd, liet zij onweersproken. Sterker nog, zij leek wel te genieten van het rebelse imago dat zij juist ook door deze kwestie in de publiciteit kreeg. Van Heijst en Derks zijn zo, bij de waardering die zij zeker ook voor haar hebben, geenszins terughoudend in hun kritiek op de opstelling van Halkes wanneer zij daar reden toe zien. Het gaat wellicht te ver om te spreken van debunking, maar dit boek nodigt wel uit om de nodige kanttekeningen te plaatsen bij de onkritische waardering, zelfs verering, die Halkes in sommige kringen nog altijd geniet.

Kort en goed, een hagiografie is deze biografie bepaald niet geworden - gelukkig maar! -, wel een gedegen, zorgvuldig gedocumenteerde en toegankelijke levensbeschrijving. Daarbij konden Annelies van Heijst en Marjet Derks voor hun onderzoek beschikken

[p. 938]

over privémateriaal uit het archief van Tine Halkes, zodat het boek bovendien veel foto's en andere afbeeldingen bevat. Omdat de auteurs de wederwaardigheden van Tine Halkes steeds zorgvuldig in hun historische context plaatsen, dragen zij meteen ook bij aan de geschiedenis van Nederland in de tweede helft van de twintigste eeuw, en in het bijzonder van het Nederlandse katholicisme in deze periode. Dit alles maakt deze evenwichtige biografie tot een meer dan lezenswaardige studie.

Annelies van Heijst en Marjet Derks, Catharina Halkes ‘Ik verwacht iets groots’. Levenswerk van een feministisch theologe 1920-2011, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2016, 604 blz., paperback, geïllustreerd, isbn 9789460042645, 29,95 euro.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken