Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1928 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1928
Afbeelding van De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1928Toon afbeelding van titelpagina van De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1928

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.17 MB)

Scans (26.11 MB)

XML (1.40 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

almanak
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1928

(1927)– [tijdschrift] Surinaamsche Almanak–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 280]
[p. 280]

Inlichtingen omtrent Beroepskeuze.

Ambtenaar der belastingen.

Men treedt in dienst als adspirant-kommies:

Adspirant Kommies.

Vereischten:

a. 20-27 jarigen leeftijd.
b. lichamelijke geschiktheid overeenkomstig den staat behoorende bij G.B. 1908 No. 51.
c. goed gedrag, naar een door den Controleur in te stellen onderzoek.
d. met goed gevolg afgelegd examen in:
1.lezen. eenvoudig proza gemakkelijk lezen en blijk geven het gelezene te hebben begrepen.
2.schrijven. duidelijk leesbaar en net werk.
3.taal. door een opstel over een op te geven onderwerp blijk geven zonder grove taalfouten zijn gedachten duidelijk en zonder zinstorende fouten schriftelijk te kunnen weergeven.
4.rekenen. kennis der 4 hoofdbewerkingen met geheele getallen en gewone en 10-deelige breuken, kennis van het metrieke stelsel van maten en gewichten, eenige bedrevenheid in het oplossen van eenvoudige vraagstukken.
5.Engelsch. eenige bekendheid met de Engelsche taal.
6.Fransch strekt tot aanbeveling, wordt op verzoek van den candidaat ook geëxamineerd.

Voor het examen is f 5.- examengeld verschuldigd.

Bij benoeming wordt een toelage van f 900.- 's jaars toegekend en ten minste f 100.- emolumenten. De Ad. spirant kommies blijft ten minste 2 jaren ongehuwd. Hij kan bevorderd worden tot kommies na hernieuwde geneeskundige keuring en met gunstig gevolg afgelegd examen voor kommies, waaraan hij zich eerst ten minste 2 laren na zijne aanstelling kan onderwerpen. Legt hij dit examen niet met goed gevolg af binnen 5 jaren na zijn aanstelling of slaagt hij daarbij niet na ten hoogste 3 maal te zijn geëxamineerd dan kan hij ontslagen worden.

Het is hem verboden een ander beroep of bedrijf nevens zijn ambt te vervullen of voor zijn rekening dan wel in zijn woning koophandel te doen drijven.

[pagina 281]
[p. 281]

Kommies der belastingen.

Hiervoor is vereischt een vakexamen, waartoe alleen adsp. kommiezen worden toegelaten die ten minste 2 jaren als zoodanig dienen en zich niet hebben schuldig gemaakt aan herhaalde zorgeloosheid, onverschilligheid of onachtzaamheid in de uitoefening van hun dienst.

Vereischten vakexamen:

Kennis van:

a.de wettelijke bepalingen en andere voorschriften van algemeene strekking, die van belang zijn voor den belastingdienst.
b.de inrichting en het gebruik der werktuigen en instrumenten voor den dienst der invoerrechten en accijnzen w.o. roeistok, vochtwegers, thermometers en weegwerktuigen.
c.de hoofdzaken der wijze van werken in de fabrieken, waar aan accijns onderworpen goederen worden vervaardigd of bewerkt.

 

1.Lichamelijke geschiktheid volgens G.B. 1919 No. 41.

Adjunct Verificateur.

Na ten minste 6 jaren kommies kan het examen voor adj. Verificateur worden afgelegd, bijaldien men voor dit ambt geschikt geacht wordt.

Vereischten:

a.geschiktheid om als chef en ook tegenover het publiek als leider van den dienst op te treden.
b.gezond oordeel en vlugheid van begrip, onberispelijk gedrag en ijver.
c.met goed gevolg afgelegd examen:
1.in warenkennis, kennis van de belangrijkste hier te lande in- en uitgevoerd wordende handelsproducten, hunne kenmerkende eigenschappen en hunne waarde.
2.grondige kennis van de toepassing van het tarief der invoerrechten en daarmede verband houdende algemeene voorschriften.
3.de roei- en peilkunde, d.o. begrepen de inhoudsbepaling der voornaamste regelmatige lichamen.
4.Engels en Fransch. Voldoende kennis van deze talen, blijkende uit de vaardigheid om proza te lezen en daaruit in het Nederlandsch over te brengen en om zich in die talen redelijk goed uit te drukken.
[pagina 282]
[p. 282]
5.eenige algemeene handelskennis, w.o. de voornaamste bepalingen van het Wetboek van Koophandel, kennis van facturen, connossementen en andere dergelijke handels- en ladingspapieren, herleiding der meest voorkomende maten, gewichten en geldswaarden tot Nederlandsche.
6.Duitsche taal strekt tot aanbeveling en wordt op verlangen van den candidaat geëxamineerd.

Bureau Ambtenaar.

Adspirant-surnumerairs

worden aangesteld met inachtneming van de navolgende bepalingen;

1o.zij genieten eene wedde naar reden van f 300.- 's jaars;
2o.hun dienstverband is tijdelijk;
3o.zij zijn verplicht den leergang voor surnumerairs verbonden aan de Handelsschool van de Vereeniging voor Handelsonderwijs te volgen;
4o.van deze verplichting kan ontheffing worden verleend door den Gouvernements-Secretaris ten aanzien van:
a.Het vak Nederlandsche Correspondëntie, indien de betrokkene daarvoor reeds een getuigschrift van de Handelsschool, voornoemd, bezit,
b.het vak Engelsche Correspondontie, indien de betrokkene daarvoor reeds een getuigschrift van de Handelsschool bezit, dan wel ten genoege van den Gouvernements-Secretaris blijk kan geven het stellen in de Engslsche taal voldoende machtig te zijn,
c.de vakken Boekhouden en Handelsrekenen, indien de betrokkene daarvoor reeds een erkend getuigschrift bezit, zullende het enkel getuigschrift voor Boekhouden tevens gerekend worden te gelden voor het vak Handelsrekenen,
d.het vak Machineschrijven, indien de betrokkene ten genoegen van den Gouvernements-Secretaris blijk geeft een getijpt of gedrukt stuk in behoorlijken vorm en met eene vaardigheid van tenminste 1500 letters per 15 minuten te kunnen overschrijven.
5o.zij zullen bij voorkomende vacature eene vaste aanstelling als surnumerair kunnen verkrijgen, zoodra zij gedurende tenminste twee jaren den Lande tot tevredenheid hebben gediend en tevens in het bezit zijn gekomen van het getuigschrift van den vorenbedoelden leergang
[pagina 283]
[p. 283]
voorzoover hun voor de bovenbedoelde vakken geen vrijstelling is verleend. Bij die aanstelling zal de als aspiantsurnumerair doorgebrachte diensttijd voor de periodieke verhoogingen medetellen.
6o.zij, die niet tot tevredenheid hebben gediend en zij, die niet binnen drie jaren na hun eerste inschrijving voor den boven bedoelden leergang het getuigschrift daarvoor, behoudens mogelijke vrijstelling voor de genoemde vakken, hebben verkregen, zullen worden ontslagen. De laatstgenoemde termijn van drie jaren kan door den Gouverneur in bijzondere gevallen worden verlengd.
7o.indien de aan het Bestuur der Vereeniging voor Handelsonderwijs verschuldigde lesgelden niet behoorlijk worden voldaan, zal dit van Gouvernementswege geschieden na inhouding tot gelijk bedrag op de jaarwedde van den betrokkene.
8o.zij, die zich op den genoemden leergang misdragen, zonder geldige redenen de lessen verzuimen of afdoende blijken geven de lessen niet met vrucht te kunnen of te willen volgen, kunnen van den leergang worden verwijderd en tevens uit den dienst worden ontslagen.

 

De Vereeniging voor Handelsonderwijs heeft aan hare Handelsschool een leergang ten behoeve van aspirant surnumerairs en surnumerairs in Gouvernemente-bureaudienst. De leergang duurt twee jaren.

 

In de vakken, waarin aan de Handelsschool reeds onderwijs wordt gegeven, nemen de surnumeraies en aspirant-surnumerairs op dezelfde wijze deel aan de lessen als de andere leerlingen.

 

De Gouvernements-Secretaris behartigt namens den Gouverneur van Suriname tegenover de Vereeniging voor Handelsonderwijs de belangen van het Gouvernement en de leerling-ambtenaren. Hij heeft te allen tijde toegang tot de lessen en brengt in gevallen, waarin hij op- en aanmerkingen heeft te maken, deze ter kennis van den Directeur der Handelsschool of van het Bestuur der Vereeniging.

 

Behoudens de rechten en bevoegdheden van het Bestuur der vereeniging béslist de Gouverneur van Suriname omtrent het toelaten tot of het afschrijven van den leergang ten aanzien van ambtenaren, wien door het Gouvernement de verplichting wordt opgelegd, den leer gang te volgen.

De lesgelden worden berekend volgens de tarieven der Handelschool.

[pagina 284]
[p. 284]

De leergang wordt gegeven in twee leerjaren, loopende van 1 November tot 31 October. De vacanties, welke, behoudens kleine afwijkingen, overeenkomen met de vacanties van de Hendrikschool. worden door het Bestuur der Vereeniging voor Handelsonderwijs vastgesteld.

Er wordt les gegeven in de navolgende vakken:

a.Nederlandsche correspodentie.
b.Boekhouden en Handelrekenen,
c.Engelsche correspodentie,
d.Machinschrijven,
e.Geschiedenis van Suriname en van Curaçao in hoofdzaken,
f.Staatsinrichting van Nederland, Nederlandsch Indië Suriname en Curaçao in hoofdzaken.
g.Land en Volkkunde en economische aardrijkskunde van Suriname en van Curaçao in hoofdzaken.

Het eerste leerjaar zal als regel de lessen in de vakken a.b.c. en d., het tweede leerjaar die in de de vakken e, f en g omvatten.

Bevordering tot klerk.

a.Zij, die in het bezit zijn van het getuigschrift van bovengenoemden leergang voor surnumerairs, voor zoover zij van eerder genoemde vakken geen vrijstelling hebben gekregen, en tot tevredenheid hebben gediend, zullen bij voorkomende vacture den voorrang genieten.
b.indien er voor ééne plaats meerdere gegadigden zijn van bovenbedoelde categorie, zal bij de keuze achtereenvolgens gelet worden op de geschiktheid in den dienst, op de wijze waarop het getuigschrift is verkregen en op de ancienniteit.
c.de surnumerairs, die dezen rang eerst bij de begrooting voor 1924 hebben verkregen en die op 1 November 1923 in den vroegeren rang van schrijver nog geen twee jaren hadden gediend, zullen niet tot klerk bevorderd kunnen worden indien zij niet, behoudens de mogelijkheid van vrijstelling voor eerder vermelde vakken, in het bezit zijn gekomen van het getuigschrift van den leergang voor surnumerairs.
d.de overige, niet in bezit van het getuigschrift zijnde, surnumerairs komen bij keuze eerst na de onder a. bedoelde categorie voor eene benoeming in eene vacture van klerk in aanmerking.
e.met uitzondering van hen, bedoeld onder c., kunnen de surumerairs, die niet in het bezit zijn van het meergemelde getuigschrift, bij gebleken geschiktheid, overeenkomstig de voor het doordienen geldende regelen
[pagina 285]
[p. 285]
bevorderd worden tot klerk, indien zij op eene zoogenaamde doordienplaats werkzaam zijn.
f.zij die gedurende tenminste twee jaren onafgebroken de studie voor praktizijn of candidaat - notaris hebben beoefend en van wie ten genoegen van den Gouverneur is gebleken, dat zij in die studie behoorlijke vorderingen hebben gemaakt, worden gelijk gesteld met hen, die het getuigschrift voor den surnumerairsleergang bezitten
g.zij, die het tweede leerjaar van den meergemelden leergang met vrucht hebben doorloopen en die voorst in het bezit zijn van erkende getuigschriften in de vakken welke in het eerste leerjaar worden onderwezen, dan wel gedurende ten minste twee jaren tot tevredenheid werkzaam zijn geweest in betrekking, voor welker richtige vervulling redelijkerwijze, ter uitsluitende beoordeeling van den Gouverneur, bedrevenheid in de bedoelde vakken mag worden verondersteld, zullen eveneens worden gelijkgesteld met hen, die het volledige getuigschrift van den surnumerairsleergang bezltten.

Bevordering tot Adjuct Commies, Commies en Hoofdcommies geschiedt naar keuze, welke geacht wordt te worden gedaan bij definitieve benoeming.

Praktizijn.

Cm tot het examen van praktizijn te worden toegelaten is het noodig een voorbereidend examen af te leggen ten overstaan van de hierna te noemen Commissie die zich kan doen bijstaan door deskundigen.

Daarbij wordt gevorderd:

a.voldoende kennis der Nederl. taal, van de beginselen der rekenkunde met inbegrip van de gewone en tiendeelige breuken en van de leer der evenredigheden, van de Vaderlandsche en algemeene geschiedenis en van de aardrijkskunde;
b.het vlug lezen en voor de vuist vertalen van eenvoudige stukken proza uit het Fransch, Engelsch, Hoof. duitsch en Latijn, in het Nederlandsch;

Van dit voorbereidend examen zijn vrijgesteld zij, die overleggen:

1.het getuigschrift 8e klasse Hendrik- of St. Paulusschool, of
2.een der getuigschriften vermeld in art. 11, 12, 13, der wet regelende het Hooger onderwijs of een krachtens die wet daarmee gelijkgesteld getuitschrift, of
3.het getuigschrift van toelating tot het afleggen
[pagina 286]
[p. 286]
van het examen bedoeld bij art. 10 sub 4 van de Wet op het Notarisambt, of
4.het getuigschrift eindexamen H.B.S. met 3 j. cursus of aan gymnasium of H.B.S. met 5 j. cursus bevorderd zijn tot de 4e klas, of
5.het getuigschrift hoogste klas van eene andere inrichting van M.O. ten minste aan een H.B.S. met 3j. cursus gelijkstaande, ter beoordeeling der Commissie,

Echter zullen zij, die niet bezitten getuigschrift bedoeld in art. 12 Hoogeronderwijswet of niet aan een gymnasium onderwijs hebben genoten, bij het afleggen van het praktizijns examen ook blijken moeten geven eenvoudig proza vlug te lezen en voor de vuist te vertalen uit het Latijn in het Nederlandsch.

Het voorbereidend examen is openbaar, evenals het praktizijnsexamen, tot het afleggen waarvan eenmaal 's jaars door het Hof van Justitie de gelegenheid wordt opengesteld. Het examen wordt afgelegd voor twee praktizijns, aangewezen door het Hof, ten overstaan van eene commissie door het Hof, den Procureur Generaal gehoord, te benoemen en bestaande uit twee leden van - en den Procureur Generaal of den Advocaat Generaal bij gemeld Hof, De leden dezer Commissie zijn bevoegd aan het examen deel te nemen en door hen wordt bij meerderheid van stemmen beslist over het al of niet voldoende ervan. De genoemde praktizijns hebben een raadgevende stem. (G.B. 1918 No. 104).

Candidaat-Notaris.

Tot het afleggen van dit examen, dat wordt afgenomen door eene Commissie, samengesteld uit twee leden van - en den procureur-generaal bij het Hof van Justitie, welke Commissie zich kan doen bijstaan door een notaris, wordt jaarlijks gelegenheid gegeven.

Om te kunnen worden toegelaten moet een examengeld van f 10,- (tien gulden) worden gestort bij den Griffier van het Hof van Justitie.

In het Reglement op het Notarisambt [G.B. 1868 No. 14] worden de eischen van het examen niet omschreven. Daarin wordt slechts bepaald, dat, wanneer naar het oordeel van de examencommissie, de candidaat al de kundigheden, welke in eenen notaris worden gevorderd bezit, hem daarvan een getuigschrift wordt overhandigd'.

Als richtsnoer voor het examen worden evenwel aangenomen de volgende eischen o.m. vastgesteld, voor het verkrijgen van het radicaal van candidaat-notaris in Ne-

[pagina 287]
[p. 287]

derland [zie art. 12 Wet op het Notarisambt St. bl. 1878 No. 29].

Deze eischen zijn:

1.grondige kennis van het burgerlijk recht en van de wetten en besluiten op het Notarisambt.
2.grondige kennis van die gedeelten van het handelsrecht, de burgerlijke rechtsvordering, en het zegel- en successierecht, welke betrekking hebben op het notarisambt.
3.practische bedrevenheid in de toepassing van het recht en het, ontwerpen van notarieele acten.

In een programma vastgesteld bij K.B. van 6 Februari 1883 [St. bl. No. 21], juncto dat van 23 Mei 1892 [Stbl. No. 127], zijn deze eischen nader omschreven.

Landmeter in Suriname.

Tot de uitoefening van het beroep van landmeter zijn, na van den Gouverneur verkregen admissie, bevoegd: zij, die in Suriname, in Nederland of in Nederlandsch-indiëaan de voor die uitoefening gestelde vereischten hebben voldaan.

De titel van ‘landmeter in Suriname’ wordt door den Gouverneur op daartoe strekkend schriftelijk verzoek verleend aan ieder ingezetene, dio ten minste den leeftijd van 21 jaren heeft bereikt en die overlegt, hetzij een getuigschrift, dat hij voldaan heeft aan het examen hieronder bedoeld, hetzij de bewijzen, dat hij in Nederland of Nederlandsch-indiëbevoegd is tot de uitoefening van het beroep van landmeter en een bewijs van goed gedrag afgegeven door het hoofd van de Politie in Suriname.

De eischen van het examen, bestaande uit twee deelen A en B zijn de volgende:

 

A 1. Taal. Eene voldoende kennis der Nederlandsche taal om zich daarin goed en zonder fouten uit te drukken.

 

2. Rekenkunde. Grondige kennis van de hoofdregels van het Nederlandsch stelsel van maten en gewichten; vierkants- en kubiekworteltrekking.

De leer der logarithmen, rekenkundige- en meetkundige reeksen.

 

3. Stelkunde, Herleiding van sommen, verschillen, producten en qoutienten van geheele en gebroken stelkundige vormen.

De wortelvorming.

Vergelijking van den len graad met een en twee

[pagina 288]
[p. 288]

onbekenden en van den 2en graad met een onbekende;

 

de leer der permutatie's en combinatie's; eenige kennis van de rekenkundige reeksen der hoogere orde.

 

4. Meetkunde. Grondige kennis van de meetkunde van het platte vlak, van de goniometrie en de rechtlijnige driehoeksmeting.

 

Kennis van de voornaamste stellingen uit de meetkunde der vlakken, inzonderheid van de meetkundige eigenschappen van den bolvormigen driehoek.

 

Eenige kennis van de bolvormige driehoeksmeting en van de beschrijvende meetkunde, alsmede de analytisch meetkunde voor zoover de leer der coördinaten en kegelsneden betreft.

 

5. Natuurkunde. Kennis van de beginselen, in het bijzonder van die, betreffende warmte en licht, zoomede grondige theoretische kennis van de meest gebruikelijke optische instrumenten.

 

6. Cosmographie. Kennis van de beginselen der cosmographie, in het bijzonder kennis van de plaatsbepaling op aarde en aan den hemel.

 

B.

1.Kennis van de Instrumenten. De inrichting en ver eischten, het gebruik en de regeling van de hoek en andere instrumenten, die bij de landmeetkunde het waterpassen, de samenstelling van kaarten en de berekening van inhouden wordt gebezigd.
2.Geodesie, De lagere geodesie in haar geheelen omvang,
3.Waterpassen. Kennis van het waterpassen en eenige bekendheid met het barometrisch en trigonometrisch hoogtemeten.
4.Inhoudsbepaling. Het bepalen van de oppervlakte van eenig terrein zoowel uit de gegevens van de meting als uit de kaart.
5.Veelhoeksmeting. Kennis van de meest voorkomende berekeningen en eenvoudige vereffeningsmethoden bij veelhoeksmetingen.
6.Driehoeksmeting. Eenige kennis van de berekeningen' welke voor tertiaire driehoeksmetingen van het kadaster worden vereischt en van de aansluiting van een driehoeksnet aan punten van hooger orde.
[pagina 289]
[p. 289]
7.Projectieleer. Eenige kennis der meest gebruikelijke projectien der landkaarten.
8.Kaarteeren waarbij ook gelet zal worden op het schrift en teekenwerk als zoodanig.
9.Toepassing der cosmographie ter bepaling van azimuth en tijd voor waarneming op de zon.
10.Wetten en Voorschriften. Kennis van de wetten en voorschriften, die nopens het meten, het afpalen en het uitgeven van gronden in Suriname, van kracht zijn.

Voor het afleggen van het deel A kan geheele of gedeeltelijke vrijstelling worden verleend, wanneer naar het oordeel van de examen-commissie, de candidaat door het bezit van een diploma of getuigschrift, geacht mag worden voldoende op de hoogte te zijn van hetgeen gevorderd wordt voor dit deel van het examen.

De candidaat, die aan deel A van het examen voldaan heeft, zal zich in geen geval voor dit gedeelte nogmaals aan een onderzoek behoeven te onderwerpen.

Tot het afleggen van het examen wordt eens per jaar gelegenheid gegeven op een in het Gouvernements Advertentieblad bekend te maken tijdstip.

Om tot het examen te kunnen worden toegelaten moet bij den Kolonialen Ontvanger en Betaalmeester een bedrag van f 10.- (tien gulden) worden gestort.

Het tarief voor de verrichtingen van landmeters is te vinden in het G.B. 1925 No. 100.

Voor de landmeters is een reglement vastgesteld bij G.B. 1927 No. 85.

Onderwijzer.

Om onderwijzer te kunnen zijn moet men;

1o.ingeschreven zijn in het burgerregister;
2o.bezitten akte van bekwaamheid;
3o.voorzien zijn van bewijs van goed zedelijkgedrag, door de Politie afgegeven.
4o.in handen van den Insp. v/h Onderw. een eed afleggen.
5o.een bewijs kunnen vertoonen dat de Insp. v.h onderw. de vereischte stukken (1-4) heeft gezien

De onderwijzers worden t.a.v. de mate hunner bekwaamheid onderscheiden in onderwijzers van den 1n, 2n, 3n, 4n rang.

Gevorderd worden, gewijzigd naar den verlangden rang, voor zooveel grondigheid, omvang en ontwikkeling betreft;

[pagina 290]
[p. 290]

lezen, schrijven, nederl. taal, vaardigheid om zich zoowel mondeling als schriftelijk juist en gemakkelijk uit to drukken, vormleer, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis, kennis der natuur, theorie van het zingen en onderwijs en opvoedkunde.

Afzonderlijk akten kunnen gehaald worden in de Fransche, de Engelsche en de Duitsche taal, de wiskunde, de landbouwkunde, de gymnastiek, het teekenen en het handwerken voor meisjes.

 

Het vereischte examengeld bedraagt:

voor den 4n rang f 5-
voor den 3n rang 5-
voor den 2n rang 10-
voor den 1n rang 10-
voor elk der afzonderlijke akten f 5.-

en moet uiterlijk 3 dagen vóór den aanvang der examens aan den Insp. v/h Onderwijs ter hand gesteld worden. Het examengeld wordt in geen geval teruggegeven.

Genees-, heel in verloskundige.

De titel van Genees-. heel- en vorloskundige wordt verkregen tengevolge van

a.een voorbereidend examen
b.twee natuurkundig examens en
c.een genees- heel- en verloskudig examen.

 

Aan de Geneeskundige School te Paramaribo worden jongelieden opgeleid tot genees- heel- en verloskundige. Sedert het jaar 1924 worden jaarlijks en wel in de maand October nieuwe leerlingen aangenomen.

Om tot de geneeskundige school te worden toegelaten mogen de adspirantleerlingen niet ouder zijn dan 22 jaar en moeten van onbesproken gedrag zijn (een minimum leeftijd voor deze toelating is niet bepaald).

Tot de lessen voor het natuurkundig examen worden alleen zij toegelaten, die tenminste gedurende 18 maanden als leerling aan de school zijn ingeschreven geweest en bovendien den vollen ouderdom van 18 jaar reeds bereikt hebben.

Ouders en voogden die voor hunne minderjarige kinderen of pupillen plaatsing op de school verlangen, moeten daartoe een verzoekschrift indienen aan den Geneeskundig-Inspecteur. Meerderjarige personen die plaatsing verlangen, moeten zelf dit verzoekschrift indienen.

Het verzoekschrift moet, wanneer de adspirant-leerling minderjarig is, inhouden den naam, de woon- en geboorte-

[pagina 291]
[p. 291]

plaats van de ouders, of van de moeder alleen, of van den voogd. Voorts moet het vergezeld gaan van:

1.een geboorteakte van den adspirant;
2.een certificaat van goed gedrag, af te geven door het hoofd van de politie te Paramaribo, of door den Commissaris, zoo de adspirant in een der districten woonachtig is.

De ouders en voogden en in gevallen van meerderjarigheid de adspirant zelf, worden door de aanvraag om toelating tot de school, geacht zich te hebben verbonden om te zorgen voor de noodige boeken en instrumenten onder welke laatste een microscoop begrepen is.

 

Tot leerlingen der school worden alleen toegelaten:

1. zij, die het voorbereidend examen gevorderd bij art. 3 van de verordening van 8 Mei 1896 G.B. No. 24 met goed gevolg hebben afgelegd; de eischen voor dit voorbereidend examen zijn voldoende kennis van:

a.de Nederlandsche taal;
b.de beginselen van de rekenkunde met inbegrip der gewone en tiendeelige breuken en van de leer der evenredigheden;
c.de beginselen van de stelkunst met inbegrip der vierkants- vergelijkingen;
d.de beginselen van de vlakke meetkunst en van de inhoudsleer der eenvoudigste lichamen, alsmede het vlug lezen van en voor de vuist vertalen uit het Fransch. Hoogduitsch en Engelsch in het Nederlandsch;

2. zij, die te Paramaribo het volledig eindexamen van de 8ste klasse van de Hendrikschool, de St. Paulusschool of de St. Louiseschool of in Nederland het eindexamen aan eene hoogere burgerschool met driejarigen cursus met goed gevolg hebben afgelegd, of aan eene hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus of aan een gymnasium bevorderd zijn tot de vierde klasse, alsmede zij, die uit anderen hoofde in Nederiand tot het afleggen van het eerste natuurkundig examen bevoegd zijn;

3. zij, die in artt. 4 en 5 van de verordening van 8 Mei 1896 (G.B. No. 24) bedoelde natuurkundige examens met goed gevolg hebben afgelegd of daarvan zijn vrijgesteld.

Het aantal toe te laten jongelieden wordt telkenmale door den Gouverneur bepaald op voordracht van den Geneeskundig-Inspecteur.

Ingeval zich meer dan het bepaalde aantal aspiranten aanmeldt, wordt van hen een vergelijkend examen afgenomen in de Nederlandsche, Duitsche, Pransche en Engelsche taal.

[pagina 292]
[p. 292]

De aspiranten komen voor plaatsing in aanmerking naar gelang van bekwaamheden, door hen bij het bedoelde examen aan den dag gelegd. Bij gelijke bekwaamheid beslist het lot.

De plaatsing geschiedt, op voorstel van den Geneeskundig-Inspecteur, bij beschikking van den Gouverneur.

De ouders of voogden van de jongelieden, betalen jaarlijks als bijdrage voor het onderwijs f 300. -

Het leergeld moet over elke maand vóór of op den tienden dier maand voldaan worden ten kantore van den Kolonialen Ontvanger en Betaalmeester.

Bij gebreke van tijdige voldoening wordt, onverminderd het recht tot invordering van het verschuldigde, den leerling de toegang tot de school geweigerd, totdat het verschuldigde is aangezuiverd en het bewijs daarvan aan den Geneeskudig-Inspetceur is overgelegd.

Het leergeld is ook verschuldigd over de maanden in of gedurende welke er vacantie is.

Wanneer echter een leerling in de maand April of October de school voor goed verlaat, is voor hem geen leergeld over die maand verschuldlgd.

Bij verhindering om de lessen bij te wonen moeten de leerlingen daarvan schriftelijk kennis geven aan den betrokken leeraar.

De geheele cursus duurt zeven jaren, nl:

voor het eerste natuurkundig gedeelte 2 jaar;
voor het tweede natuurkundig gedeelte 2 jaar
voor het genees-, heel-en verloskundig examen 3 jaar.

De lessen worden van 1 November tot einde Maart en van 1 Mei tot midden September gegeven.

Een leerling kan worden ontslagen wanneer na het dubbel aantal jaren van den gewonen studietijd voor een der examen de meerderheid van het aantal leeraren van oordeel is, dat hij de geschiktheid voor het verder studeeren mist.

Opgemerkt wordt dat de eischen tot toelating tot de school genoemd onder 1a t/m. d. waarschijnlijk binnen kort zullen worden verzwaard.

De vereischten van de examens zijn:

Eerste natuurk. examen.

Dit examen betreft:

a.de natuurkunde
b.de scheikunde (organische en anorganische)
c.de plantkunde

Het examen is alleen mondeling.

[pagina 293]
[p. 293]

Tot dit examen worden alleen toegelaten zij die het voorbereidend examen of het eindexamen aan de MULO-scholen te Paramaribo of in Nederland aan een gymnasium of aan eene H.B.S. met 3- of 5-jarigen cursus het eindexamens met goed gevolg hebben afgelegd, alsmede zij die in Nederland tot het afleggen van het Eerste Natuurk. examen bevoegd zijn.

Vrijgesteld van dit examen zijn zij die het voor apotheker vereischt natuurk. examen (zie hierna) of in Nederland het eerste Natuurk. examen of het examen vereischt om tot het candidaatsexamen in de geneeskunst te worden toegelaten, met goed gevolg hebben afgelegd.

Het examengeld bedraagt f 15. -

Tweede natuurk. examen.

Dit betreft:

a.de ontleedkunde
b.de physiologie of weefselleer
c.de algemeene ziektekunde
d.de kennis der geneesmiddelen als waren.

Het examen is alleen mondeling.

Tot het examen worden toegelaten zij die het Eerste Natuurk. examen met goed gevolg hebben afgelegd.

 

Vrijgesteld zijn zij die in Nederland het 2e natuurkundig examen of het candidaatsexamen in de geneeskunde met goed gevolg hebben afgelegd en zij die met goed gevolg vóór 1 October 1896 het voorbereidend examen voor de Commissie van geneeskundig onderzoek en toe voorzicht hebben afgelegd.

Het examengeld bedraagt f 15. -

Geneeskundig examen.

Dit examen is theoretisch en praktisch en wordt mondeling afgenomen.

Het betreft:

a.de ziektekundig ontleedkunde;
b.de bijzondere pathologie en therapie;
c.de geneesmiddelleer.
d.de gerechtelijke geneeskunde;
e.de artsenijmengkunde;
f.de beginselen der gezondheidsleer.

Toegelaten worden zij die het Tweede Natuurkundig examen met goed gevolg hebben afgelegd of daarvan zijn vrijgesteld en het bewijs overleggen dat zij in het militair hospitaal te Paramaribo of in een akademisch ziekenhuis

[pagina 294]
[p. 294]

in Nederland minstens 2 jaren de geneeskundige behandeling van zieken geregeld hebben gevolgd.

Het examengeld bedraagt f 30.

Heelkundig examen.

Dit examen is theoretisch en praktisch en wordt mondeling afgenomen.

Het betreft:

a.de algemeene chirurgie;
b.de bijzondere chirurgie
c.de oogheelkunde;
d.de operatieve chirurgie

Tot dit examen worden toegelaten zij die het geneeskundig-examen met goed gevolg hebben afgelegd en het bewijs overleggen, dat zij in het militair hospitaal te Paramaribo of in een akademisch ziekenhuis in Nederland minstens een jaar de heelkundige behandeling van zieken geregeld hebben gevolgd.

Het examengeld bedraagt f 30

Verloskundig examen.

Het is theoretisch en praktisch en wordt mondeling afgenomen

Het betreft;

ade verloskundige;
bde leer der vrouwenziekten;

Tot dit examen worden toegelaten zij die met goed gevolg het geneeskundig examen hebben afgelegd en het bewijs overleggen dat zij in tegenwoordigheid van een bevoegd verloskundige hier te lande of in Nederland minstens 10 gewone en 2 buitengewone verlossingen hebben verricht.

Het examengeld bedraagt f 30.

Tandheelkundige.

De bevoegdheid kan worden verkregen tengevolge van een examen in de tandheelkunde, welk examen theoretisch en praktisch is en mondeling wordt afgenomen.

Het loopt over de volgende vakken:

a.de Nederlandsche taal,
b.de rekenkunde, met inbegrip der gewone en tiendeelige breuken en van de leer der evenredigheden,
c.de ontleedkunde van de tanden, de tandkassen en het tandvleesch,
d.de physiologie dezer deelen,
[pagina 295]
[p. 295]
e.de gezondheids-, ziekte- en geneesleer dezer deelen, daaronder begrepen de diagnose van die ziekten van de tanden, tandkassen en het tandvleesch, van welke de oorzaak eene algemeene is of elders moet worden gezocht,
f.de geneesmiddelleer en recepteerkunde voor zooveel noodig tot het voorschrijven van de plaatselijke geneesmiddelen dezer deelen,
g.de operatieve tandheelkunde, waaronder begrepen is het inzetten van kunsttanden en gebitten.

Van het examen in de vakken a, b, c en d zijn vrijgesteld zij, die het tweede natuurkundig examen met goed gevolg hebben afgelegd of daarvan zijn vrijgesteld.

Het examengeld bedraagt f 30.- te voldoen bij den Secretaris an de Geneeskundige Commissie.

Apotheker.

De bevoegdheid hiertoe wordt verkregen door het afleggen van:

a.een natuurkundig examen
b.een theoretisch apothekersexamen
c.een practisch apothekersexamen

Examen a omvat de natuurkunde, de scheikunde (organische en anorganische) en de plantkunde. Hiertoe toegelaten of hiervan vrijgesteld zijn zij, die zijn toegelaten tot of vrijgesteld van het eerste natuurkundig examen of die dit examen met goed gevolg hebben afgelegd.

Het examengeld bedraagt f 15. -

 

Examen b omvat de artsenijbereidkunst, de toxicologie, de analytische scheikunde, de beginselen van dier- en delfstofkunde en de kennis der geneeskrachtige planten.

Tot dit examen worden toegelaten zij, die met goed gevolg het examen a hebben afgelegd of daarvan zijn vrijgesteld.

Het examen is mondeling, het examengeld bedraagt f 15.-, te voldoen bij den Secretaris van de geneesk. Commissie.

 

Examen c Hiervoor worden gevorderd voldoende bewijzen van praktische kennis der artsenijbereidkunde en der scheikundige analyse, zoo in de apotheek als in het laboratorium.

Voor toelating tot dit examen is vereischt het met goed gevolg afgelegd hebben van examen b, benevens eene verklaring van een hier te lande bevoegd apotheker, dat men gedurende minstens 2 jaren de uitoefening der

[pagina 296]
[p. 296]

artsenijbereidkunde onder de leiding van zulk een bevoegde heeft gevolgd

Examen b is niet vereischt voor hen die in Nederland bevoegd zijn tot het afleggen van het praktisch apothekersexamen

Het examen is mondeling Het examengeld bedraagt f 30-, te voldoen bij den Secretaris der Geneesk. Commissie.

Leerling-apotheker.

De bevoegdheid als leerling-apotheker kan worden verkregen door hen die, bij een leeftijd van 18 jaar of meer:

1o.het voorbereidend examen met goed gevolg hebben afgelegd
2o.het eindexamen aan de U.L.O. scholen te Paramaribo of in Nederland aan een gymnasium of aan eene H.B.S. met 3- of 5 jarigen cursus hebben afgelegd
3o.op andere wijze in Nederland tot het afleggen van het eerste natuurkundig examen bevoegd zijn

en aan de Geneesk. Commissie doen blijken van de kennis en geschiktheid noodig voor het gereedmaken van recepten.

Het voorbereidend examen behoeft in dit geval niet te omvatten kennis van de beginselen der stelkunst met inbegrip van de vierkantsvergelijkingen en van de beginselen van de vlakke meetkunst en van de inhoudsleer der eenvoudigste lichamen, alsmede het vlug lezen van en voor de vuist vertalen uit het Fransch, Hoogduitsch en Engelsch in het Nederlandsch.

Bij het examen moeten bewijzen worden geleverd:

a. van bedrevenheid in het verstaan van recepten, in het Latijn geschreven.

b. van kennis van de geneesmiddelen, voor zooveel als noodig is voor de gewone receptuur, en van het vroeger medicinaal gewicht.

c. van bekwaamheid in het gereedmaken van recepten.

Het examen is mondeling.

Het examengeld bedraagt f 15.-, te voldoen bij den Secretaris van de Geneesk. Commissie.

Vroedvrouw

Voor het verkrijgen van de bevoegdheid om als vroedvrouw op te treden is vereischt het met goed gevolg afleggen van een examen, waartoe worden toegelaten zij die blijken geven:

[pagina 297]
[p. 297]
a.zich te kunnen uitdrukken in de Nederl. taal;
b.kennis te bezitten van de beginselen der rekenkunde, van het tientallig stelsel en van de maten en gewichten en
c.(door het overleggen van een bewijs, dat zij hier te lande minstens 10 gewone verlossingen in tegenwoordigheid van een bevoegd verloskundige hebben verricht

Het examen is theoretisch en praktisch, wordt mondeling afgenomen en betreft:

 

Theoretisch:

 

1o.algemeene kennis van het samenstelsel van het menschelijk lichaam en de verrichtingen der organen:
2o.meer bijzondere kennis van het vrouwelijk bekken en de vrouwelijke geslachtswerktuigen;
3o.kennis van het verloop van regelmatige zwangerschap, baring en kraambed en den daarbij te verleenen bijstand;
4o.kennis van de meest voorkomenke stortingen gedurende de zwangerschap de baring en het kraambed.

 

Praktisch:

1o.de aanwijzing op het droge bekken of op het phantoom van het werktuigelijk verloop der baring bij de verschillende liggingen der vrucht
2o.de uitvoering van de kunstbewerkingen waartoe een vroedvrouw volgens de bestaande wettelijke bepalingen bevoegd is.

Het examengeld bedraagt f 10-, te voldoen bij den Secretaris van de Geneesk. Commissie.

Machinistleerling.

Toelating tot den cursus. Aan de afdeeling ‘Verkeer te Water’ van het Departement van Openbare Werken en Verkeer, is een driejarige cursus verbonden tot opleiding voor het examen van machinist.

 

De Directeur van het Departement van Openbare werken en verkeer is belast met het toezicht op den cursus.

Voor leerlingen is het onderwijs kosteloos.

Voor toehoorders, die voor zoover de gelegenheid bestaat door den Directeur van gemeld departement kunnen worden toegelaten, wordt een cursusgeld geheven van f 25 per cursusjaar bij vooruitbetaling te voldoen bij den K.O.B.

 

Het practisch onderwijs wordt gegeven in de werkplaatsen en aan boord der schepen van het Departement van Openbare werken en verkeer. Van de niet geslaagde

[pagina 298]
[p. 298]

candidaten kan een door den directeur te bepalen aantal tot den leergang worden toegelaten mits zij opgemelde f 25 voldoen.

De bevordering tot een hoogere klasse gechiedt door den leider van het onderwijs, in overleg met het onderwijzend personeel.

Overtredingen worden door dien leider gestraft.

 

Ook is hij te allen tijde bevoegd den leerling, die zich schuldig maakt aan wangedrag of herhaaldelijk verzuim, of wiens geestvermogens hem niet in staat stellen de lessen te volgen, onder nadere goedkeuring van den directeur van den cursus te verwijderen.

 

Jaarlijks wordt aan een door den Gouvernenr vastgesteld aantal jongelieden gelegenheid gegeven, om, na aflegging van een vergelijkend examen, plaatsing op den cursus te bekomen.

 

Het toelatingsexamen vindt plaats in de maand December. Hij die wenscht deel te nemen, moet bij den aanvang van den cursus den leeftijd van 14 jaren hebben bereikt en mag dien van 17 jaar niet hebben overschreden. Door den Gouverneur kan, in bijzondere gevallen, van deze bepaling worden afgeweken.

 

Om tot het toelatingsexamen te worden toegelaten, wendt men zich vóór den 1n December schriftelijk tot den chef van het Verkeer onder overlegging van:

1.een geboortebewijs,
2.eene verklaring van een door den Gouverneur aangewezen geneeskundige, inhoudende dat de candidaat voldoet aan de volgende eischen:
a.dat hij met elk oor afzonderlijk woorden die hem fluisterend met afgewend hoofd worden voorgezegd, terwijl zijn ander oor afgesloten wordt, goed verstaat en na kan zeggen;
b.dat bij hem niet aanwezig is eenige belangrijke afwijking in den toestand van den uitwendigen gehoor gang van het middenoor, of van het inwendig oor, waar van òf een belangrijke vermindering van het gehoor, òf een etterachtige afscheiding het gevolg is;
c.dat hij, zonder behulp van glazen, op het eene oog heeft eene gezichtsscherpte van ten minste 2/8 en op het andere van ten minste ⅓;
d.dat zijn oogleden gezond zijn en hij vrij ls van progressieve gebreken der oogen;
e.algemeene physieke geschiktheid voor den dienst van machinist.
[pagina 299]
[p. 299]
3.eene verklaring van ouders, voogden of verzorgers, dat zij tot plaatsing op den cursus hunne toestemming verleenen,
4.een bewijs van goed gedrag, afgegeven door de politie van de woonplaats van den candidaat.

Voor het toelatingsexamen wordt vereischt:

1.goed lezen en schrijven.
2.Nederlandsche taal: de hoofdregels der spraakkunst Het maken van een opstel zonder grove taal- en stijlfouten.
3.Rekenen: de hoofdbewerkingen met geheele en gebroken getallen. Het beredeneerd oplossen van vraagstukken.
4.De beginselen der vormleer, zooals deze op de lagere scholen onderwezen worden. Het Metrieke stelsel.

 

Het leerprogamma voor den cursus omvat de volgende vakken:

a. Rekenen:

Herleiding van Nederlandsche en Engelsche maten en gewichten. Evenredigheden. Vierkantswortel trekking. 3o Machtsworteltrekking.

b. Stelkunde:

Samentelling, aftrekking, vermenigvuldiging en deeling. Ontbinding in factoren, merkwaardige producten en quotiënten, vergelijkingen van den 1n graad met een en meer onbekenden.

e. Meetkunde:

De vlakke meetkunde tot en met de eenvoudigste eigenschappen van den cirkel. Het berekenen van oppervlakken en inhouden van eenvoudige lichamen.

d. Natuurkunde:

Algemeene eigenschappen der lichamen; drukking door vloeistoffen. Soortelijk gewicht van vaste stoffen, vloeistoffen en gassen. Barometers, thermometers, pompen, hevels. Uitzetting van vaste lichamen, vloeistoffen en gassen, smelten en verdampen. Warmte, magnetisme en practische electriciteit.

e. Werktuigkunde: Eenparige en eenparig-veranderlijke beweging.

Samenstellen en ontbinding van krachten. Koppels. Zwaartekracht. Evenwicht van Lichamen, bepaling van het zwaartepunt van eenvoudige lichamen en doorsneden, Enkelvoudige en samengestelde werktuigen. Eenige kennis van de wrijving.

f. Kennis van Werktuigen: Vrije, gebonden en soort-

[pagina 300]
[p. 300]

gelijke warmte, verdamping en mechanisch warmte-equivalent. Materialen, brandstoffen en verbranding. Nuttig effect.

 

De inrichting en samenstelling der meest gebruikelijke soorten van stoomketels en toebehooren, hunne meest voorkomende gebreken en hoe daarin te voorzien. Klinkverband en het steunen van ketels, stoomleidingen. Verdampers, voorwarmers en voedingfilters. Constructie en berekening van veiligheidskleppen. Kennis van de wettelijke voorschriften in Nederland en Suriname op het gebruik van stoomtoestellen. Voedingspompen en injecteurs. Soorten van machines, kennis van de inrichting van scheepsmachines en hare onderdeelen en de daarvoor gebruikte materialen. Arbeidsvermogen. De voordeden van expansie.

 

De stoomverdeelingstoestellen. Meervoudige expansiemachines. Nuttig effect van machines en ketels, condensors, indicateurtoestel en diagrammen. Smeermiddelen. Turbines.

 

Het arbeidsvermogen van beweging van een zich expandeerende stoomstraal. Soorten van turbines (stationnaire scheepsturbines). De turbine van de Laval, de Parronsturbine en andere. Verschil in volume van de stoomcompoundturbines. Stoomverbruik. Voordeelen van turbines.

g. Teekenen:

 

Het schetsen uit het hoofd van eenvoudige machinedeelen, het opmeten en in teekening brengen van machinedeelen. Het maken van eenvoudige werkteekeningen.

h. Praktijk:

 

Onderricht in de voor den machinist noodige technische vakken, als: smeden, bankwerken, draaien, plaatbewerking en het soldeeren met hard en zacht soldeer.

 

Zij, die den cursus met vrucht doorloopen hebben, ontvangen, bij het verlaten daarvan, een door den Directeur van Openbare werken en verkeer geteekend getuigschrift. Voor zoover zij als toehoorders den cursus volgden wordt dit daarop aangeteekend.

 

Zij, die in het bezit zijn van het genoemd getuigschrift, worden, op daartoe strekkend verzoek aan den Chef der afdeeling ‘Verkeer te Water’, in de gelegenheid gesteld om aan boord der zeeschepen van deze afdeeling den vereischten vaartijd te verkrijgen.

 

Zij genieten vrije voeding aan boord, doch hebben

[pagina 301]
[p. 301]

alleen aanspraak op bezoldiging, indien zij een bezoldigde betrekking bekleeden.

Na verkrijging van den in voornoemd artikel vereischten vaartijd, kunnen, zij in bezoldigde betrekking aan boord der Koloniale stoomschepen geplaatst worden, voor zoover plaatsen vacant zijn. Op verzoek van belanghebbenden wordt hun door voornoemden Chef eene verklaring van den duur van hunnen vaartijd uitgereikt, na overlegging van door den gezagvoerder of den 1n machinist geteekende verklaringen van door hen volbrachte reizen.

Diploma als Machinist.

Eenmaal per jaar wordt gelegenheid gegeven tot het afleggen van een examen ter verkrijging van een diploma als Machinist.

Het examen wordt te Paramaribo afgenomen door eene door den Gouverneur te benoemen Commissie, welke zal bestaan uit een Voorzitter en drie leden.

De Voorzitter zal zijn een Officier-Machinist van Hr. Mr. Marine, of wel iemand van gelijke bevoegdheid.

 

Eischen van toelating. Om tot het afleggen van het examen te worden toegelaten, wendt men zich uiterlijk 5 dagen vóór den datum van aanvang van het examen schriftelijk tot den Directeur van Openbare werken en verkeer, onder overlegging van.

 

a. eene verklaring, dat de candidaat een vaartijd heeft van tenminste één jaar op stoomschepen in de groote vaart of op de zeeschepen der Koloniale Vaartuigen en gedurende dien tijd in de machinekamer werkzaamheden heeft verricht van machinist of dezen daarbij heeft bijgestaan.

 

Onder vaartijd wordt verstaan:

 

de diensttijd in de machinekamer aan boord van schepen buitengaats, begrepen tusschen de datums van aan- of afmonstering, en blijkende uit de verklaringen, afgegeven door den ambtenaar, voor wien de aan- of afmonstering van den candidaat heeft plaats gehad, of uit zoodanige andere bescheiden, als door de Commissie voldoende worden geoordeeld;

 

b. een bewijs van storting in de Koloniale Kas van een bedrag van f 10.- voor examengeld;

[pagina 302]
[p. 302]

c. het bewijs van het bereiken van den 18-jarigen leeftijd;

d. eene verklaring van een door den Gouverneur aangewezen geneeskundige, inhoudende, dat de candidaat voldoet aan de eischen van physieke geschiktheid, hiervoren vermeld voor de toelating tot den cursus.

Het onderzoek door bedoelden geneeskundige heeft kosteloos plaats op vertoon van het bewijs van storting van het examengeld.

 

e. het bewijs, dat de candidaat tenminste gedurende drie jaren met vrucht heeft gewerkt als smid, draaier, bankwerker, ketelmaker of machinesteller, waarvan ten minste één jaar aan den bouw of de herstelling van stoommachines en ketels, of

 

f. het einddiploma van een inrichting, ter opleiding van machinisten, als bedoeld onder b, sub III, van artikel 7 van het reglement voor de examens, ter verkrijging van een diploma als machinist aan boord van Koopvaardijschepen, vastgesteld bij het Koninklijk besluit van 27 December 1907, Nederlandsch Staatsblad No. 354, of

 

g. het einddiploma van den cursus tot opleiding voor het machinist-examen, bedoeld bij resolutie van October 1908 No. 9448 en bij dit Reglement; of wel het einddiploma van den cursus tot opleiding van machinistleerlingen, bedoeld bij resolutie van 9 Februari 1897 L.A. No. 1175. Bij deze beide laatste dipioma's moet het bewijs worden overgelegd van een jaar werktijd als smid, draaier, bankwerker, ketelmaker of machinesteller.

Het examen wordt schriftelijk en mondeling, het laatst genoemde deel in het openbaar, afgenomen.

Aan den candidaat, die met goed gevolg het in het vorige artikel bedoelde examen heeft afgelegd, wordt een door de Commissie onderteekend diploma uitgereikt.

Programma machinisten examen.

1. Schrijven van een leesbare hand en zonder grove fouten een opstel in de Nederlandsche taal kunnen maken over een onderwerp van zijn vak.

 

2. Bekendheid met de behandeling van geheele en decimale getallen en gewone breuken.

Toepassing van Nederlandsche en Engelsche stelsels van maten en gewichten en de onderlinge verhoudingen daarvan.

[pagina 303]
[p. 303]

De voornaamste eigenschappen van de meetkundige evenredigheden; de tweedemachts worteltrekking.

 

3. De beginselen der natuurkunde, wat betreft:

 

Algemeene eigenschappen der lichamen.

Drukking door vloeistoffen.

Soortelijk gewicht van vaste lichamen en vloeistoffen.

Barometers, Manometers, pompen, hevels, thermometers.

 

Voornaamste eigenschappen van den stoom.

 

4. De beginselen der werktuigkunde, wat betreft:

Eenparige en eenparig-veranderlijke beweging.

Samenstellen en ontbinden van krachten.

Arbeidsvermogen.

De eenvoudige werktuigen zonder wrijving.

Oplossen van vraagstukken, betrekking hebbende op het bovengemelde sub 2 tot 4.

 

5. Handteekenen.

 

Het schetsen van enkele machinedeelen.

 

6. Stoomwerktuigkunde.

 

a. Ketels, algemeene kennis der meest gebruikelijke stoomketels en hun toebehooren, kennis van de voedingstoestellen.

De behandeling van de scheepsstoomketels.

 

Het onderhoud van scheepsstoomketels en het verrichten van kleine voorzieningen.

Voldoende kennis der in Nederland en Suriname geldende wettelijke voorschriften op het gebruik van stoomtoestellen.

 

b. Machines.

 

Algemeene kennis van de meest gebruikelijke scheepsmachinss en hare onderdeelen; kennis van den loop van den stoom in het werktuig.

De werking en behandeling onder stoom, zoomede de beoordeeling van den toestand der machine en het verrichten van kleine voorzieningen gedurende de vaart.

 

De verschillende inrichtingen voor vòór- en achterwaartschen gang en hare behandelingen.

 

De gebruikelijke voortstuwers (schroeven en raderen) en het verrichten van kleine herstellingen daaraan.

Voldoende kennis van de toestellen tot laden en lossen.

[pagina 304]
[p. 304]

Eenige kennis van trubines en verbrandingsmotoren

De inrichting en invulling van het machinekamerjournaal.

Loods.

Jaarlijks wordt in de maand Juli gelegenheid gegeven tot het afleggen van het examen ter verkrijging van eene toelating als loods, afgenomen door eene door den Gouverneur benoemde Commissie.

 

Er worden vijf examens afgenomen:

 

1.voor zee- of buitenloods voor de geheele kust, inclusief alle riviermondingen tot aan de eerste reede of ankerplaats;
2.voor de Suriname-, Commewijne- en Cotticarivieren binnenloods;
3.voor de Coppename en Saramaccarivieren (binnenloods);
4.voor de Corantijn- en Nickerierivieren (binnenloods);
5.voor de Marowijnerivier (binnenloods);

Eischen:

Om tot het afleggen van een of meer der hiervorengenoemde examens te worden toegelaten moet de candidaat bij zijne aanvrage tot toelating overleggen:

1.het bewijs dat hij den leeftijd van 18 jaren bereikt heeft;
2.eene verklaring van den Chef v/d Mil. Geneesk. Dienst, dat hij voldoet aan de eischen van lichamelijke geschiktheid omschreven in bijl. B van het Reglement voor het afleggen van het loodsexamen, opgenomen in G.A.B. 1911 No. 27.
3.het bewijs, dat hij gedurende ten minste twee jaren, dekdienst heeft gedaan aan boord van een van Hr. Ms. Oorlogsschepen (en) of van een koopvaardijschip waarvan ten minste voor de helft op zeilschepen of het bewijs, dat hij gedurende ten minste twee jaren loodsdienst heeft verricht of als loodsroeier voortdurend in dienst van een toegelaten loods is geweest en ten minste 20 schepen heeft geloodst of heeft helpen loodsen.

 

Met dienst op Koopvaardijschepen wordt gelijkgesteld de dienst op de Kol. Vaartuigen in Nederl. West-Indië.

[pagina 305]
[p. 305]

Vóór den aanvang van het examen moet bij den Voorzitter van de examen-commissie een som van f 5.- worden gestort; voor het afleggen van een volgend examen telkens f 3.-.

Voor het examen wordt vereischt:

1.Een leesbare hand schrijven en zijne gedachten mondeling en schriftelijk, zonder grove fouten in de Nederl. taal uitdrukken.
2.Rekenen: de hoofdbewerkingen met geheele getallen, tiendeelige en gewone breuken, kennis van het metrieke stelsel en de maten en gewichten bij de scheepvaart in gebruik en bedrevenheid in het oplossen van vraagstukken op het vorenvermelde betrekking hebbende.
3.Zeevaartkunde: eenig begrip van cirkels en bogen op de aarde, eenig begrip van de inrichting en het gebruik van zeekaarten; het toepassen van variatie en afwijking op koersen en peilingen; de koers- en verheidsrekening, de stroomkaveling en de plaatsbepaling door peilingen; het gebruik van den zeemansalmanak, het berekenen van den tijd van hoogwater, kaartpassen en bestek afzetten.
4.Instrumenten: de inrichting van de meest voorkomende toestellen om te loggen en te looden en de algemeene inrichting en het gebruik van het kompas.
5.Aardrijkskunde: de namen der voornaamste staten en havens, benevens de ligging der voornaamste eilanden en havens in West Indie.
6.Schip en Tuig: naam en plaats van de voornaamste deelen van het ijzeren, stalen of houten stoomen zeilschip; de rondhouten, het staand- en loopend tuig, de zeilen, de ankers, kettingen en stuurinrichtingen aan boord van zeil- en stoomschepen.
7.Manoeuvres: het zetten en bergen van zeilen; het manoeuvreeren met een zeil- en stoomschip onder alle omstandigheden; het sleepen en gesleept worden behandeling van een zeilschip bij schade aan den romp of het tuig, het maken van een noodroer, drijfanker en vlotten en het gebruik maken van oliestorten; behandeling van een stoomschip bij schade aan den romp of machine; de inrichting en het gebruik der reddingsmiddelen; het behandelen van een boot onder alle omstandigheden; het uitbrengen van werpen.
[pagina 306]
[p. 306]
8.Praktijk: grondige kennis van de gronden, banken loop en kracht der stroomen, invloed van den wind op die stroomen, de heerschende winden en der seizoenen langs en op de kust van Suriname; ligging en plaatsing der tonnen en bakens aan- en in de vaarwaters; de richting der vaarwaters en de te sturen koersen onder verschillende omstandigheden; grondige bekendheid met de kust- en binnenlichten, lichtschepen, mistseinen en landmerken.
9.De wettelijke bepalingen ter voorkoming van aanvaringen of aandrijvingen op zee en op de rivieren, stroomen, kanalen, reeden, havenmonden en zeegaten van Suriname; toepassing dier bepalingen.
10.De voornaamste bepalingen der quarantaine- en Scheepvaartverordeningen, voorzoover die voor een loods van nut kunnen worden geacht en kennis van het Havenreglement.
11.Bekendheid met de voornaamste internationale wettelijke voorschriften betreffende de rechten en plichten van oorlogvoerenden en neutralen, verplichten bijstand bij aanvaring, bescherming telegraafkabels.
12.Het Internationaal Seinboek, kennis van den inhoud en het seinen met vlaggen.
13.Kennis van de voornaamste verplichtingen die den loodsen zijn opgelegd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken