Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Taalgids. Jaargang 6 (1864)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Taalgids. Jaargang 6
Afbeelding van De Taalgids. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Taalgids. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.61 MB)

Scans (14.35 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Taalgids. Jaargang 6

(1864)– [tijdschrift] Taalgids, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 313]
[p. 313]

Zaakregister.

A, hoe gevormd 39.
wijzigingen 40.
Accusatief (absolute) 245 v.
Achtervoegsels.
-de, wanneer -te 87.
-ig 104 v., 122 v., 265 v.
-ing 300 v.
Afleiding van
behept (behebt) 127.
doen 19.
hellen 279.
kwalijk 192.
laten 19.
leelijk 287.
leer, ladder 278 v.
lid (deksel) ooglid 280.
Ai, in het Gothisch verschillend van i en ê 181, 199.
heeft in het Ofriesch â en ê opgeleverd 278.
 
Beginletters, wat 175.
Beteekenis van de woorden
achtslaan 58, 102, 119, 299.
bedut 106 v.
begrijzen 114 v., 299.
bejegenen 260 v.
bemalen 262 v.
breken 243 v.
deunen 109 v.
drenken 59.
doen 19.
dorst (mij) 244 v.
dut 106 v.
dutten 58 v., 106 v., 298.
eiselijk 299.
eislijk 118 v.
eizen 115 v., 299.
geven (intr.) 242.
gezet 5, 104.
gijzelaar 167.
goedertieren 126.
grijpen 246.
hongert (mij) 244 v.
hulde 3, 104.
hulden 114, 299.
ijslijk 118 v.
ijzen 115 v.
keeren (zich aan iets) 4, 104, 138.
krijschen, krijsen 257 v.
laster 109.
laten 19.
leelijk 284.
leemtig, lemtig 9, 104, 251.
likken 12, 104, 251.
meer 1, 103.
onaardig 7, 105, 252.
ongevallig 12, 104.
onverbeterlijk 2, 102, 249.
rune 97.
schaffen 264.
schele, oogschele 6, 104, 251.
smetsen 260 v.
steekte 14, 104.
telen 111.
uitmaken 112, 299.
uitschot 103, 250.
vangen 128.
veil 13, 104, 251.
veilig 272.
versmoren 111.
vervelen 111.
verwijzen 298.
vleugelen 259.
vlook 10, 104.
voorwerpen 1, 59, 102, 247 v.
wijzen 109 v.
wispelturig 125.
 
Causatieve werkwoorden, wat 16 v.
afgeleid van het praet. van het stamwerkwoord 17.
overeenkomst van den vorm in het Sanskrit en het Gothisch 18.
vanwaar de j 18.
hulpwerkwoorden 18.
Cht, gebruik 85.
[pagina 314]
[p. 314]
Dubbelklanken, wat 241.
kunnen kort zijn 42.
 
E, ontstaan uit a 16.
Er, existentiale zinnen 240.
Eruptivae, wat 42.
Existentiale zinnen 238.
Explosivae, wat 42.
 
Factitieve werkwoorden, zie Causatieve ww.
Figuren, grammatische, wat 202 v.
Foutieve opstellen, gebruik 224.
 
G, vroegere uitspraak 82.
verhouding tot de ch 82.
verhouding tot de k 82.
vervangen door de k 51.
Gothisch, de kennis van het G. is onmisbaar voor den taalkundige 146.
Gt, gebruik 85 v.
 
H, wat 51.
Halfklinkers, wat 50.
 
Inlassching van letters, voorbeelden 209.
 
J heeft a gewijzigd tot e 16.
 
K, gr. ?, in het Germaansch h 277.
 
Klanken, korte en gerekte 42.
pronominale kl., die een woord tot onderwerp of gezegde stempelen 237 v.
Klankverschuiving 146.
Klankverspringing 146.
Klinkers, toonlooze, wat 44.
in welk geval stom 44.
onjuist voorgesteld 45.
moeilijkheid der verbetering 46.
r en l 56.
spraakgeluiden bij uitnemendheid 56 v.
Kracht, wat 204.
 
L, hoe gevormd 52.
Letters zijn ruwe afbeeldingen van zichtbare dingen 90.
 
Medeklinkers, wat 47.
verdeelingen 48.
verschillende namen 49.
van een dubbelen wordt er slechts één gehoord 207.
Mutae, wat 48.
 
Naamval van mij in
mij dorst, mij hongert 244 v.
mij droomde 248.
Nadruk, wat 204.
Natuurgeluiden, wat 37.
Nederlandsche taal (elementen der) 161.
Neusklinkers, wat 44.
bestaan niet in het Nederl. 44.
Neusletters, hoe gevormd 50.
Ng, hoe uitgesproken 50.
 
Omzetting der deelen van
den zin 238.
waarom 239.
Oorsprong der e's en o's 158.
 
Phonetiek, hoog belang 35.
Prothesis, voorbeelden 210.
 
R, hoe gevormd 210.
Runenschrift 91 v.
Angelsaks. runen 94.
Gothische runen 95.
Noordsche runen 91.
Oudhoogd. runen 96.
namen der runen 92 v.
gebruik der runen 98.
 
Samenstellingen, gebruik 123.
Scheiding in lettergrepen 73, 74.
Sisletters, hoe gevormd 50.
Spelling van de woorden
bezem 160.
bochel 73 v.
bracht 85 v.
deelen (gedeelten) 159.
delen (planken) 159.
gebrande 232.
geesel 165.
jufvrouw 75 v.
kachel 73 v.
klacht 89.
koekoek 79 v.
kruit 77.
leder (stof) 280.
leeder (ladder) 280.
leelijk 288.
lesschen 74.
licht (niet zwaar) 89.
loochenen 160.
macht 89.
nochtans 72 v.
plicht 89.
samen 75.
slacht 89.
tichel 73 v.
veertig 75.
verfrisschen 74.
verven 77.
vijftig 75.
wasschen 74.
zestig 75.
zeventig 75.
van homoniemen 77.
[pagina 315]
[p. 315]
van superlatieven van adj. op s, sch, st, 231 v., 311.
Spiranten, wat 48 v.
verdeeling 49.
Spraak, wat 38.
Spraakwerktuigen, waartoe noodig 36.
welke 37.
Stem, hoe ontstaan 36.
Substantieven, die oorspronkelijk adjectieven waren 124 v.
Superlatieven, gebruik 203, 223.
 
T, gr. t, in het Germaansch th dh en d 278.
Taal, geschiktheid om te schilderen, voorbeelden 203.
verbastering 130 v.
oorspronkelijke taal 143 v.
Taaleigen, Veluwsch 138 v.
Waterlandsch 308 v.
Taalgebruik, wat 225 v.
Taalvergelijking, noodzakelijk 176.
Tongletters, wat 39.
achtertongletters, wat 40.
voortongletters, wat 40.
Transscriptie 191 v., 275.
Tusschenletters, wat 175.
Tweeklanken, wat 42 v.
in twee lettergrepen opgelost 187.
 
Uitdrukkingen
figuurlijke uitdr., voorbeelden 228.
de vier eerste of de eerste vier 221 v., 306 v.
het geeft mij vreemd 241.
onpersoonlijke 238 v.
Uitspraak
der Goth. ê 177.
der Goth. ei 178.
der Goth. ô 177.
dialectische uitspraak der zachte
e 153.
o 158.
oe 171 v., 196.
ie 154, 170, 196.
ij 154.
 
Verbuiging, gebruik 230.
Verwisseling van i, ê en ei in het Gothisch 179 v.
Vocaalspelling kan niet uitsluitend op de uitspraak gegrond worden 154, 159.
Voornaamwoord v.d. 2en pers. enkelv.133.
Voorvoegsel a-
beteekent ontkenning 26, 30.
beteekent verwijdering 27, 29.
beteekent berooving 28.
beteekent verandering 29, 30.
beteekent intensiteit 29.
heeft opgeleverd in-, un-, on- 32.
heeft opgeleverd skr. apa, gr. ap?, lat. ab 34.
Vraagteeken, plaatsing 148.
 
Weglating van letters, voorbeelden 208.
Welluidendheid, wat 201 v.
in de poëzie 269.
Wet van het evenwicht 198.
Woorden, wat 38, 233 v.
in overeenstemming met het begrip 204.
gebruik: werelddeel of aarddeel 226.
gebruik: bepaald of bestemd 226.
gebruik: maken of doen 227.
nieuwe woorden 228.
 
Zachtheid, wat 205.
Zin, wat 233 v.
Zoetvloeiendheid, wat 204.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken