Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Taal en Letteren. Jaargang 1 (1891)

Informatie terzijde

Titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 1
Afbeelding van Taal en Letteren. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.92 MB)

Scans (4.89 MB)

ebook (3.08 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Taal en Letteren. Jaargang 1

(1891)– [tijdschrift] Taal en Letteren–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 61]
[p. 61]

Sprokkels.

Een der meest bekende gedichten van Bilderdijk, welks inhoud ons thans niet meer kan behagen, doch dat ons nog betoovert door zijn volmaakten vorm, is zijn ‘Vloek’:

 
Treedt toe en leent aandachtige ooren
 
Aan dit mijn Dicht,
 
En leert, wat onbedachte tooren
 
Al jammer sticht. (enz.)

De stof voor dit gedicht zal wel grootendeels ontleend zijn aan het volksliederboekje ‘De vrolijke openhartige minnaar’. Dr. Kalff zegt hiervan in zijn ‘Lied in de Middeleeuwen’, bl. 89: ‘(in dit boekje) vond ik onder den titel “het vermakelijk nagtspook” de geschiedenis van een meisje, dat 's nachts door een knecht uit de buurt wordt bezocht. Hij geeft zich dan steeds uit voor den duivel. Het meisje vraagt hem ten laatste eens naar zijn eigenlijken naam en hij antwoordt:

 
'k Ben Hillebrand geheeten
 
Dat is niet ongemeen.’

Ook bij Bilderdijk heet de minnaar Hildebrand.

Cr.

 

Heeft Vondel, de klassisch en bijbelsch gevormde dichter, zich ook door het Volkslied laten inspireeren? Men kent de beroemde strophe uit den Gijsbreght:

 
Door deze liefde treurt
 
De tortelduif, gescheurt
 
Van haer beminde tortel.
 
Zy jammert op de dorre ranck
 
Van eenen boom, verdrooght van wortel,
 
Haer leven langk.

Nu is er een Spaansche romance, gedrukt bij Wolf en Hofmann, Primavera II, bl. 19, waarin voorkomt, dat de tortelduif, als haar mannetje gestorven is, verklaart zich nooit meer op een groenen tak te zullen zetten noch op een bloeiend veld, geen helder water meer te zullen drinken, en geen anderen gade te zullen nemen. Zie Dr. Lauchert, Geschichte des Physiologus.

[pagina 62]
[p. 62]

Denzelfden trek vindt men in twee Hoogduitsche liederen;

Böhmer, Altdeutsches Liederbuch, No. 39,

 
so will ich mir brechen meinen mut
 
gleich wie das turtelteublein tut;
 
es setzt sich auf ein dürren ast,
 
dat izzet weder laub noch gras
 
und meidet das brünnlein küle
 
und trinket das wasser trübe.

ald. No. 40,

 
ich für jetzt einen betrübten mut,
 
gleichwie das turteltäublein tut
 
das seinen bulen verloren hat,
 
so sitzt es auf ein dürren ast.

Cr.

Iets kan niet door den beugel.

Deze uitdrukking beteekent: iets kan er niet door, kan niet geduld worden. Zij is ontleend aan overoude politieverordeningen op het houden van honden.

Stadrecht van Enkhuizen (Westfr. Stadrechten II, 211).

106. Van honden te houden.

‘Soe en moeter niemant honden houden uitghenomen cleyne honden, die doer een voetijser (= stijgbeugel) van een zadel moghen. Ende soe wie hierboven enich hont hout in sijn huys of op sijn werf, die verboert drie pont.’

II, 265 wordt in pl. van voetijzer bogel gebruikt; II, 352 en 403 rinck.

Cr.

Oud volksgeloof in de taal.

Bekend is het oude volksgeloof, dat iemand door bovennatuurlijke macht in eens overgebracht kan worden op eene zeer ver verwijderde plaats.

Men vindt dit volksgeloof in de oude liederen van Moringer en van Hendrik den Leeuw (Hoffmann's Horae Belgicae II, No. 2). Het eerste lied werd door Walter Scott in het Engelsch omgewerkt, waaruit Beets het in onze taal overbracht onder den naam van Ridder Kuno.

In dit lied wordt het wonder verricht door St. Thomas, in dat van Hendrik den Leeuw door den vijand, d.i. den duivel. M.i. is dit geloof de oorsprong van onze uitdrukking: hoe komt gij zoo uit de lucht vallen?, die wij gebruiken, als wij iemand, dien wij verre waanden, plotseling voor ons zien.

Cr.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken