Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Taal en Letteren. Jaargang 6 (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 6
Afbeelding van Taal en Letteren. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.29 MB)

Scans (7.92 MB)

ebook (3.19 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Taal en Letteren. Jaargang 6

(1896)– [tijdschrift] Taal en Letteren–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina IX]
[p. IX]

Register.

(Taalkunde.)

Achterslip (z'n -) geven 229
adjectief met concessieve en redengevende kracht 365-366
adjectieven zelfstandig: het numeriek, het moreel 276, 278
afdruipen 85
accentverschil in de spelling halen? 110-111
allee = laan 118
allegorie 87-89, 91-92, 100, 213-217
allitteratie 82, 143-144
Bastaardwoorden (over -) 105-106
beeldspraak 212-217, 288, 301, 303, 305, 369, 371
beuren (geld -) 367
bevuilen (term voor: zich -) 336
bezegelen = bevuilen 336
bezittelik ('t -) voornaamw. is meestal u (in Holl.) 130
bijwoorden van reden 84
bijwoorden (tijdbepalende-) 318-349
boschaazje 137
bot vangen 230
bruid: van een belegerde stad 288
buiten gewesten 235
buiten west, weste, westen 234
Daar aanstonds, daar zoo 348
De Jong-Goudsmit (De boekjes van de dames -): aangeprezen 105
De Vries z'n eigen mening omtrent het volgen van z'n spelling 240
dialecten (Noodzakelijkheid v.d. studie v.d. levende -) 324
dialektstudie (de -) geminacht: bewijs 324
doorzield 186
drenken = zich verdrinken 302
dubbele vokaal- en konsonantschrijving: Oorsprong daarvan? 320-322
Eenparigheid in de spelling wenselik? 103-105
ei (De klank van -) in 't Nederlands 109
-Erd: schuwerd, flauwerd e.d. 81
erwt = ert 241
etiemologie (Logeman over -)? 192-194
etiemologie (Opmerkingen v. Cosijn over -) 244-246
etiemologie (Over de -) 221-226
  : taak v.d. etymoloog 222
  : 't problematiese van de E. 223-224
  : de Semasiologie 224
  : Kluge als etymoloog 222-224
  : Franck als etymoloog 226
etiemologiese spelling (Prof. Cosijn wil geen lans breken voor -) 241
Etymologisches Wb. der Goth. Spr. v. Uhlenbeck (Prof. Kern) 332
etiemologen (Kluge en Franck als -) 222-226
F en ph (Prof. Oudemans over -) 240
Falen en feilen 368
Franck als etiemoloog 225-226

[pagina X]
[p. X]

fuieton = feuilleton: een ‘gruwel’ in de zoveelste macht! 117
G (de niet-spirantiese -) in 't oudere Nederl. 347
Gallée, Woordenboekje v. 't Geldersch-Overijselsch (Draaijer) 205
ge-beuren = zich opdoen 367
geer, geertje, geeren 81
genitief (locatieve -) 346
genitief (appositioneele -) 82, 366
genitief: Karel z'n boek: ‘Dit moogt Gij niet zeggen’ (Bottema!) 250
genitief: Hooft z'n 188
geslacht: het zuigeling 302
geslacht: het punt 302
geslachterij ('t Zotte v.d. taalkundige -) 143
gier 81
grammatika (Cosijn over -) die spelling is 241
grammatika (van Lennep over onze -) 52
Heil, heile = heilig, heilige 316
hopman 83
Ie (Prof. Cosijn over de toonloze -) bij Kollewijn 241
ie (De spelling met -) en i. 110-111
ie (Gevallen waarin ij =) gebleven 368
inkwiezietsie 132
inschikken 198
insienje 132
interpunctie is individueel 11
interpunctie bij Hooft 12
interpunctieleer (Leendertz over onze slechte -) 11
Jespersens taaloorsprong-iedeeën 266
Klank van markt en erwt 241
klank en teken (verschil van -) 108, 129, 130
klankverschuiving (oorzaken van de -) 245
klatergoud 371
klimaks: leven voor: leven in 370
Kluge als etymoloog 222-225
kluiven = in de klauw klemmen 303
Cosijn over hun en hen 111
kodderij 346
kringel 273
kroost = in 't pasgeborene 302
kroppen 300
Leemtigh 305
letter ('t Vereren van de -) 102-107, 189-192, 198
Maeghdepalm 305
maar als modaal bijw 82
maar-re: maar 253
marcolphus: de betekenis 235-237
markt = mart 241
masjiene 131
masjiene = kookkachel 118
mast (voor de -) zitten 238
meer en meerder 371
merg 307
mercolf = graculus 236
metafoor 213-217, 369, 371
methode van Taalonderzoek (de nieuwe -): uit te gaan v.d. levende taal van Nu 317-324
middelnederlandsche klinkers (uitspraak van -)? 323
modaal (maar: als -) bijw 82
modaliteit: optatief 86
modaliteit: mogen en zullen 83
Noordling 206
Noreen, Urgermanische Lautlehre (Kern) 60-62
Om: betekenis 368
onechte letters: wat dat zijn 129
onechte s en f? 129
onomatopoëtica 221, 226
onpraktiese (Het -) v.d. Ouwe Spelling 103-105, 111
ont- en on- 374
ontsteken in toorn 84
onweten-heid: analogie? 374

[pagina XI]
[p. XI]

onwetenschappelike (Het -) v.d. Ouwe Spelling 103-107
onze aller beê 85
onzedelikheid v.d. Ouwe Spelling 104
oorsprong v.d. taal 221
overdrachtelijk (Wat is -) in woordgebruik 212
overgang van 't eene woord in 't ander 230, 233
Pf en f (Prof. Oudemans over -) 240
poenjerd = ponjaard 307
poortegael (naar -) moeten 336
poppen 301
poppen olifant 239
portugal 336
punt: het- 302
Rasery (de -) = de Furiën 302
rozekrans = maagdelijkheid 305
russiese 131
Sanskrit (Is het -) dood? 332
schofféren 305
school gaan 230
schrap raken 230
schuil gaan 230
semasiologie (Over -) 224
sliert 177
slip bieden 229
slip hebben 227-230
slip geven 229
slip zijn 229
slip vangen 227-230
sosieteit 131
spaak lopen 277
spelfouten (Ieder begaat -) 111
spellen (typografies -) in de XVIIe eeuw 323
spelling (Over -) 103-120
spelling: uniformiteit? 103-104
spelling: uniformiteit is onprakties en onwetenschappelik 105-106
spelling: moet niet zuiver foneties zijn 107-108
spelling (Over -):  
spelling: moet voor 't algemeen zijn 108-110
spelling: om 't accent: ie? 103-111
spelling: waarom niet meer vereenvoudigd? 112-113
spelling: hoofdregels v.d. vereenvoudigde - 114
spelling: de historiese etymologie i.d. spelling: onwetenschappelik 114-115
spelling: Consequenties 115
spelling: phonetiese (De -) spelling v.d. vreemde woorden 116-117
spelling: wat niet i.d. spellingleer thuis hoort 118
spelling (Leer van de vereenvoudigde -) 121-137
spelling: 't scheiden van wat bijeen hoort 122
spelling: koppelstreepje 122-123
spelling: hoofdletters 123
spelling: 't afbreken 124-127
spelling: accent 127
spelling: wat en welke, zijn de onechte letters 128-129
spelling: overtollige letters 129-130
spelling: de klinkers 130-135
spelling: 't enkele klinkerteken 130
spelling: 't dubbele klinkerteken 131
spelling: de ie 131
spelling: è en èè 132
spelling: au en ou 132-133
spelling: ij en ei 133
spelling: onduidelike vokaal 134
spelling: De Konsonanten 135-137
spelling: de regel v.d. overeenkomst 135
spelling: de regel v.d. afgeleide woorden 136
spelling: excepties daarop 136
spelling: tesamen en tezamen 136

[pagina XII]
[p. XII]

spelling (Over -):  
spelling: verdubbeling 136-137
spelling: gench in werkw.vormen 137
spelling: d voor s 137
spelling (Over tweeërlei etymologiese -) 189-
spelling: in de ouwe opvatting 189-192
spelling: in de nieuwe opvatting 192-196
spelling: dit laatste een wetenschappel. belang 196
spelling: en een paedagogiese eis 195-196
spelling (Grimm over de -) De Vries-Te Winkel 111
spelling (Cosijn over -) die voor grammàtica door gaat 241
spelling en geen klank is: ambt, markt, kerstmis, erwt (Cosijn) 241
spellingen (Opmerkelike -) i.d. Limb. Sermoenen 317-324
spellinggruwelen 242
spellingkwestie (Prof. Cosijn en de -): hoor! 241-242
spits (de of het -)? 350
spits (het -) afbijten 350-351
spits (het -) bieden 351
spits (Zich op het -) wagen 350
spitse woorden 351
spraakleer (Beknopte -) van 't Beschaafde Nederl. 121-137
spreektaal (Onze Algemeene Beschaafde -) 351-352
spreektaal (De Beschaafde -) en de gouwspraken 376
Spreekwijzen verklaard:  
  slip vangen 227
  bot vangen 230
  van wanten weten 230
  buiten westen zijn 232-235
  voor de mast zitten 238
spreekwoorden (Uitbreiding van -) 232
sprenkel 306
Starings 217
statistiek in Taal- en Letterstudie 201, 322
straks: betekenis vroeger en nu 348-349
straks: etymologie 349
straks = zoëven 366
straks en terstond 348
substantief (Voegwoorden en bijv. naamw. als -) 230, 232, 276, 278
superlatief: beknop(t)ste e.d. 130
T voor st 130
taal bestaat in zwarte letters 310
taal (Wat -) te doceren in school 198
taal (de oudste -) poëties? 266
taalbegrip (Ouwerwetsen Nieuw -) 374-376
taalbegrip ('t Ouwerwetse verkeerde -) 103-115, 314-315
taalgeleerden voor wie Schrift Taal is 104-106
taalschepping is uit reflex v. impressie 221
taalwetenschap (De -) kan alleen baseren op de studie van 't Levende Nu 317-324
taalwetenschap (Standpunt van de tegen woordige -) 223
tantaliseren 276
te: in ‘zoek raken’, ‘school gaan’ e.d. 230
terstond - aanstonds - straks 348
tezamen: met z gezegd? 136
tijden: Imperf. voor Perfect 366
U: 't gewone bezittelike ruw in Holl 130
Uhlenbeck, Ind. klankl. (Kern) 331-333
Uhlenbeck, Etymolog. woordenb. der Gothische sprache (Kern) 332

[pagina XIII]
[p. XIII]

Uitspraak v. Middelnederl. klinkers 323
Vaen 304
vangen (geld -) 230
veel en vele 371
veels te 251, 372
vendel 83
verbijsteren = afhandig maken 30
ver-fin-de-siècle'd 204
vermast 238
vieziete 131
visch ende vis (Eene gheneuchlycke Hystorie van -) 190-192
vlaag 84
voegwoorden als substantief 230, 232
volksetymologie 230, 235, 238
volkstaal (beoordeling van -) 374-376
voornaamwoord (de pro- en enclitiese vormen van 't -) 134
voornaamwoord ('t bezittelike -) is meestal u (in Holl.) 130
voornaamwoord (persoonlik -)? 85
voorwaardelike zin (wijsheid over de ‘vragende’ -) 366
vreemde woorden (Over de spelling van -) 116-118
vrouwtje (Is een deur een -)? 143
Want als voegwoord substantive 230, 232
want = wandlnis 231-232
want = schelm 231
wanten (van -) weten 230-232
wanten: een fabriekaat van Van Dale 231
weste, westen (buiten -) 232
woordenboek van 't Geldersch-Overijselsch, van Gallée 205
wustig, medewustig 233
IJ en ie 367
ijzeren oogst 308
Zuid-Afrikaanders (De -) en de spelling 242
zuigeling: het- 302

(Letterkunde en onderwijs.)

Aardrijkskunde in 't Onderwijs (Tolstoï over -) 220, 330
Accentvers ('t Germaanse Vrije -) 198-199
Alberdingk Thijm over de Renaissance-mens en de XVIIe eeuw 7
Allegorie 87-89, 91-92, 100, 213-217
Allitteratie (Over de Germaanse klinker-) 143-144, 198
Anaesthesie 139-140
B.H. Wordt niet gelezen: de man spelt niet goed 244
Barlaeus gerehabiliteerd 163
begrip (De Wereld in -) 324-329
begrippen d.i. woorden (Men handelt met de kinderen over -) in plaats van de zaken te behandelen 324-329
Bergh (A. van den -) 342
bewustzijn (Onderscheid van -) en zelfbewustzijn 138-141
Bibliotheek (Nieuwe -) v.d. Jeugd, v. Stamperius (B.H.) 141-142
Bilderdijk gekarakterieseerd als worstelaar 164-166
boeketaal: abstractie van geschreven auteurstaal 258
boeketaal: die in zijn gemeenste vorm 198

[pagina XIV]
[p. XIV]

Bottema, Edel en Van Houten, Voor het Leven (Koopmans): een ouwe schuit met 'n nieuwe vlag 247-252
Bottema'se (De -) phrases 249, 250
Bredero met proza van Verweij (v.d.B.) 197-199
Bredero: Sp. Brabander vers 2020 345-347
Bredero's Sp. Brabander v. Nauta-Verwijs (Koopmans) 372-376
Breen, Hooft als Schrijver v.d. Historiën (Koopmans) 53-56
burgerlik = Hollands 49
Chateaubriand (de Romantiek van -) 354-359
Da Costa en Bilderdijk 165-166
De Vries z'n eigen mening omtrent et volgen v. zijn spelling 240
Den Hertog en Lohr (Critiek op de Stellerij van -) 259
dichters (Moeielikheid om oude -) te waarderen 149
dichters (Betek. v. -) als Heinsius 149
Dietz en Leopold, Zonnestralen (B.H.) 14
Doornbosch en Duiven, Van daden tot woorden (Koopmans en Rijkaart) 252-261
drama (het Romantiese -): Seneca en het bijgeloof 309-310
Dromen van Dietse Wedergeboorte. 187-188
Epitheton ornans 367
Familie (De -) Berewoud, v. Tine v. Berken (v.d.B.) 142
Gedichten (Hoe -) behoren verklaard 65-86, 273-309, 353-371
Gedichten uit het Haagsche Liederhandschrift, door Dr. Nijland (Frantzen) 199-204
geheugen (Rehmke over het -) 56-60
Gerhard, De positie v.d. Nederl. Onderwijzer 272
Germaan (‘Een waar -) zwijgt over zijn Liefde!’ 21
Germaans (Het -) van ouds af verklassiekt 263-265
Geschichte der Karolingischen Malerei v. Leitschuh 62
Geschiedenis (Dat onze -) maar half is 187
Geschiedenis-onderwijs (Tolstoï over -) 220, 330
Glossariums (de oude -) hoe ontstaan! 268
Grammatica- (Tolstoï over -) onderwijs 220, 330
Gymnasiaal (Kritiek van ons -) onderwijs 219-220
H.B S. (De -) een voorportaal v.d. Hel? 262
Haanstra (het Beginsel van -) 260
Handleiding voor de Vaderl. Gesch. v. Kanon en Mout 329
Heeckeren (Over J.A.F.L. Baron Van -) 151-152
Heinsius (Betekenis van een dichter als -)? 149
Honigh, C.: was beter als hij werd. 269-270
Hoofdletters (de -) bij Staring 214
Hoofd, de Allegorist 13-27, 186
Hooft de Historieschrijver en Hooft de dramaticus 53-55
Hooft de Historicus, een Artist-Filosoof 186
Hooft als Minnezanger 152-159
Hoofts Granida: 13-27
  : Daifilo en Dorilea 13-15
  : Daifilo en Granida 13-15
  : Daifilo typeert de ware Liefde 16
Hoofts Granida:  
  : Granida typeert de Individuele Vrijheid 17
  : ze hielden zich 18

[pagina XV]
[p. XV]

Hoofts Granida:  
  : de Zedelike Wereldorde 19-20
  : de Volmaakte Wereld 19-21
  : Tisiphernes = Bato = Hooft 21-23
Hoofts philosophie in Achilles en in Ariadne 23-25
Hoofts Godsbegrip in z'n Historiën. 54-55
Hooft als Historicus in d. Nederl. Hist. 167-188
  : de Hooftiaanse Staatsidee 172-175, 186
  : de Velzen, de Bato en de Historiën 167
  : Filips: de Bato die zondigt 168-175
  : de Nieuwe Bato: Oranje. 175-177
  : 't ware Vorstenbeleid 177-179
  : Hooft en het Volk 179-180, 186, 187, 188
  : de Historiën een Spel van Sinne 186
Hoofts Interpunctie 12
Horatius: Poot: Luyken 3-7, 148
Huygens Costelick Mal: plaatsen verklaard: vs. 6, 25, 33-37, 42, 49, 80, 113-122, 250, 285, 333, 342, 404, 432 27-30
  : poppen olifant (Zedeprinten) 239
In den Nevel: Tijdschrift (van den Bosch) 262
interpunctie bij Hooft 11-12
Jan, Jannetje en hun Jongste kind. 31-51, 87-102
Jodinnetje ('t -) v. Elspeet, v. Mevr. v. Osselen 142
Kanon en Mout, Handleid. voor de Vaderl. Gesch. 239
Cats = Jaep Priaep? 102
Cats-z'n degelikheid 156
Cats-z'n enigheid 163
kind (De Taal v.h. -) = Z'n kennis aan de dingen 328
kind (Het -) moet vragen, niet gevraagd wòrden 219
kinderboeken (Kritiek van -) 141-142, 206
kinderfantasie (de -) en de slechte boeken 142
Kielland over ons Gymnasiaal 219-220
Klassicisme ('t -) in onze taal 206
Klassicisme ('t -) een verderf v.d. XVIIe eeuwse nasie 7
Klassicisme ('t -) een bederf v. onze jeugd 219-220
Klassicistiese kunst 1-7
Klassiek = Onnationaal (Potgieter) 64
Klassiek onderwijs = distelgroei 219
Klassieke navolging 330
klaverblad (Een -) van Vieren, van Tine van Berken (van den Bosch) 142
Kleine Bloemlezing v.M. en L. Leopold (Schepers) 204
Koopmans over de Hedendaagsche School 247-258
Cosijn (Prof.) verklaart zich vòòr de Kollewijnse spelling? 242
Cosijn omtrent de klank van markt, erwt, ambt, e.d. 241
Cosijn (Prof. Logeman over de parlementaire zakelikheid v. Prof. -) 246
kunstbegrip (Het -) v.d. Nieuwe Gidsschool 337-341
Latijnsche termen in 't dagelijksch leven v. Adagiarius 206

[pagina XVI]
[p. XVI]

leeslesjes (Vermakelike -) 328
leesonderwijs (Tolstoï over -) 338
lectuur (Over -) voor kinderen en jongens 141-142, 204, 206
Leuvensche Bijdragen 334
letterkunde (Verband van ons Onderwijs in -) en in Moedertaal 198
Lie (Kobolden, Vertellingen van Jonas -) 206
liefde (De -) b.d. Ned. Dicht. 158, 161
Limburgsche Sermoenen (De -), v. Kern (B.H.) 263-269, 311-324
  : de verklassieking v.d. Germ. Litteratuur 263-265
  : de Uitgeef-methode 311-314, 317-321
  : 't Grammaticaal en 't lexicografiese 314-317
  : 't afbreken v. de woorden 317-320
  : gewichtige konkluzies daaruit 320-322, 323, 324
Luykens Buitenleven 145-149
Madeliefjes, v. La Seur 261
Maerlant, met proza v. Verweij 197-199
Mannen (Van -) die willen en kunnen, maar 't noch niet doen 252-258
Mannen (Van -) die niet kunnen, en niet willen 247-252
Methode (Over Litterariese -): wat kan alleen over zijn 267
metodes (De verkeerdheid v.d. tegenwoordige stel-), 247-252, 252-258, 324-329
metodiekt (De Lagere school ver-) 252, 256, 257
Middelnederlandse Lyriek (De -) in de XVe eeuw 200-203
  : verband m.d. Middelhoogduitse 202
Middelnederlandse Lyriek (De -) in de XVe eeuw:  
  : emendaties en opmerkingen (Frantzen) 203
Middelnederlandse hss. (Over 't uitgeven van -): hoe? 202, 311-314, 317, 323
moedertaal (De -) en de Nederl. Vrouwen 51-52
Moltzer en de Nieuwe Gids: hij was ontwaakt 339
N (Prof. Oudemans over de -) in sterrenkunde e.d. 240
natuur (In plaats van aan de -) leert men 't kind dan woorden 324-328
Nauta's Sp. Brab. (Koopm.) 372-376
Nederlanders die zich hun afkomst en ras schamen 225
Nederlands (het Algemene Beschaafde -) gedefiniëerd 351-352
Nederlandsche (De Vereeniging ter bevordering der Oude -) Letterkunde 207-208
Nieuwe Gids (De -) en het Nieuwe Taalonderwijs 337-341
Nieuwe Gids (De -) e. Moltzer 337-339
Onderwijs (Kritiek van ons -) 141, 219-220, 220, 247-252, 252-261, 324-329, 330
Onderwijs (Kritiek van ons stel-) 247-252, 252-261, 324-329
Onderwijs (Het -) in Versleer op school 198-199
Onderwijs (Over 't -) in Letterkunde 197-199
Onderwijs (Bredero's waarde en betekenis voor ons -) 198
Onderwijs (Tolstoï over -) 220, 330
Onderwijs (Ons Litteratuur -) verdogmatiseerd 198

[pagina XVII]
[p. XVII]

‘Opstel’ (Tolstoï over het -) 330
Pantheon-edieties (De -): àndermaal! 63
patriotisme (Het -) in onze Romantiek 31-51, 87-102
Pierson over stijl 11
Pieter Maris: een prulboek 142
poëzie (Karakter v.d. Nederl. -) 164-165
poëzie (Onze -) en onze volksaard 164
poëzie (Of -) ouder dan 't Proza is? 265
‘poëtiese (de -) Gerechtigheid’ 330
Pol de Mont, Sedert Potgieters dood (B.H.) 333-334
Poot en Horatius 4-6
Poots Akkerleven 1-7
positie (De -) van de Nederl. Onderw., van Gerhard 272
Potgieter over klassiek = onnationaal 64
Potg. over spreektaal = schrijftaal 86
Potgieters stijl 91
Potgieters Cornputs Profeetsy: verklaard 65-86
  : Historiese Inleiding 65-72
  : de tekst verklaard 73-80
  : Aantekeningen 81-86
Potgieter en Chateaubriand 353-354, 355-359, 359
Potgieters Emma: verklaard 353-371
  : de Tijd en de ideeën 353-359
  : de tekst toegelicht 359-365
  : Aantekeningen 365-371
Potgieters Jan, Jannetje en hun jongste kind 30-51, 87-103
  : 't Patriotisme v.d. Romantiek tot 1848: 30-36
Potgieters Jan, Jannetje en hun jongste kind:  
  : De Nationale zelfverheerliking onder Willem I 31
  : Bakhuizen en Potgieter: 't verschil v. beider Patriotisme 38-43
  : Potgieter en zijn volk in de bundel Proza 43-51
  : De Handel en de iedeale handelsman 43-46
  : Onze jongelni 45-46
  : de sociale toestand 46-47
  : Potgieters Sociaal Iedeaal 47
  : Potgieters Mens 47
  : de zedelike malaise 47-48
  : de volksgeest 48-50
  : Hollands = burgerlik 49
  : Volksvroomheid 50
  : de Volkskerk 50
  : Krietiek van Potgieters Allegorie 87-88, 89
  : de Hoofdiedee 89-91
  : de persoon van Jan wòrdt allengs 91-92
  : de manier van zijn Allegorie 91
  : Potgieter en Jan Kritiek 91
  : de vijf Bedrijven v. 't stuk 92-99
  : schema v. 't stuk 99-102
Potgieters persoon in ‘Reislust’ 93
Potgieters taal 85
praktijk (Geen goeie -) zonder een goeie teorie: dit geïllustreerd 247-252, 252-258
‘Proza’ 1837-1845 (De Iedeeën van Potgieters -) 36-51
proza ('t -) bedorven door de poëzie 270-272

[pagina XVIII]
[p. XVIII]

Proza ('t Middelnederlandse -) te onderzoeken 269
Proza (Oud -) in Nederland 267
Proza is oud in 't Germaans 265
Prozastukken v. de hoogste klassen van 't Gymn., van v.d. Bosch 334
Psychologie (Allgemeine -), van Rehmke (v.d. Wijck) 57-60, 138-141
Redekunstige Ontleding (Tolstoï) over -) 220
rederijkers (Waardering v.d. -) 309
Rehmke, Allgemeine Psychologie (v.d. Wijck) 57-60, 138-141
rethorenstijl (Over -) 270-272
Renaissancemens (Alberdingk Thijm over de -) 7
ritmiek (de -) v. 't hedendaagsche vers 198-199
Ritmeester Brand, v. von Ebner Eschenbach: in de nieuwe spelling 207
Romantiek (Het Patriotisme in onze -) 30-51, 87-103
Romantiek (Chateaubriand in onze -) 353-359
Rotterdam (Van -) begint mèè de Victorie! 257
Salomon en Marcolphus 235
scholen (Brandesover litterariese-) 86
school (de hedendaagse -) en het zieleleven van 't kind 247-258
school (De hedendaagse -) een instituut ter onderdrukking v.d. persoonlikheid 258
school (De hedendaagse -) vervreemdt het Volk van zijn eigen ziel 327-328
school (de hedendaagse -) doodt het Leven 247-252, 252-258
schooledities (Over -): hoe? 372
‘schoolmeesters’ in de Taal (Van Lennep over -) 51-52
schooltaal (De -) 247-252, 252-256
schrijftaal (Noord-Nederlandse -) 103-104, 198, 258, 352
schrijven (Over goed en slecht -): op school ook 8-11
schrijven (= aankleeden)? 247-252
schrijven (Hoe -) onze kinderen zo slecht? 142
schrijven (Hoe we niet moeten -) 141
schrijven (Hoe moet men -)? 240
schrijven (Wat taal moeten onze jongens -)? 103-104, 198
schrijven (Tolstoï over 't Leren -) 330
Sedert Potgieters dood, van Pol de Mont 333-334
Slothouwer: Uit mijn Jongensjaren (v.d.B.) 142
soepstijl 141-142
spelling (in de Nieuwe -): Ritmeester Brand 207
spreektaal = schrijftaal (Potgieter over -) 86
spreektaal (Noord-Nederlandse -) en Boeketaal - en de Zuid-Nederlanders 352
stafrijm (Over 't Germaanse klinker -) 143-144
Stamperius, Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd (B.H.) 141-142
Staring (de Hoofdletters bij -) 214
Starings Aan mijn Gade: besproken 209-219
Starings gekleedheid als dichter 217-219
Starters Lusthof (Een merkwaardige nadruk van -) 341-342
stellen en taal (Het grote wanbegrip omtrent -) geïllustreerd uit drie boekjes 247-252, 252-258, 324-328

[pagina XIX]
[p. XIX]

stellen: Hoe dat gaan moet? 256-258
stel-metode (een -) kàn niet bestaan 251
stelonderwijs (Wat ze onder -) verstaan 253-254
stelonderwijs (Krietiek v. 't bestaande -) in de L.S. 324-328, 252-258, 247-252
stijl (Over -) 8-11
stijl (Pierson over -) 11
stijl (Van Lennep over -) 51-52
stijl (de na-klassieke -) bij de Romeinen ontleed 270-272
stijlvorming, niet stijlversierderij aanleren: hoe sommige lui dat begrijpen! 250
stilisterij 56
stilisterij (Contra de middelbare en gymnasiale -) 8-11
Stoa (de filosofie v. de -) in de XVIIe eeuw 273-274
Taal (Bewijs, dat men niet weet hoe -) wordt en is 247-252, 252-258, 324-329
Taal (de -) is uit het Leven 255-256
Taal (de -) v. het kind = aan z'n kennis van dingen 328
taalbegrip (Het -) en de kunst 340-341
taalonderwijs (het Nederlands -) op de Gymnasia 337-338
taalonderwijs (Er is een principieele fout in ons -) 220
tekstuitgeven (Over -) 202, 311-314, 317-324
teksten (Is het de tijd voor critiese -)? 323
Teorie (Zonder een goeie -) geen goeie praktijk: dit geïllustreerd 247, 252, 252-258, 324-329
Tideman, De Vereeniging ter Bevordering der Oude Nederl. Letterkunde (Leendertz) 207-208
Tijd (Waarop komt et in dezen -) aan? 262
Tine van Berken (de boeken van -) 142
Tollens (De popularieteit van -) 343-345
Tolstoï over Onderwijs 220, 330
Uitgeven ('t -) v. Middelnederl. teksten 202, 311-314, 317, 323
Uitgeven: Waarom zo nauwkeurig: geïllustreerd 317-324
Uitgeven (Over 't) v. een schrijver als b.v. Brero 372-374
Uitgeven (Hoe een ouwe schrijver -) voor de school? 199
Van der Noot (Verweij over -) 56
Van Heeckeren (Over J.A.L.F. Baron van -) 151-152
Van Lennep, Over Stijl en Taal. 51-52
Van Vloten (Over -): een van de respektabelsten 208
Vereeniging (De -) ter Bevordering der Oude Nederl. Letterkunde, v. Tideman (Leendertz) 207-208
Vermeulen, Zaak en Woord, Taalen Steloefeningen (Koopmans). 324-328
Vers ('t Vrije Germaanse accent -) in onze poëzie 198-199
versleer (Onze -) moet wààrvan uitgaan? 198-199
Verweij, Bredero met Proza (v.d.B.) 197-199
Verweij, Maerlant met Proza (v.d.B.) 197-199
‘Volk’ (Potgieter en 't -) 46-51

[pagina XX]
[p. XX]

Volks (Ze onderdrukken het Leven des -) door hun 't spreken af te leren 258
Volksaard (Onze -) en onze Poëzie 164-165
Volksdrama (Ons oude -) 309-310
Volks-schòòl (de -) en de Beschaving 258
Von Ebner Eschenbach, Ritmeester Brand 207
Vondels Maeghdeburghs Lyckoffer: verklaard 273-309
  : Vondels filosofie 273, 274, 288, 296-297
  : het krijgvoeren toen, en de legers 276-279
  : de ellende in Duitschland toen 279-282
  : de geschiedenis 283-288
  : de tekst van 't gedicht 289-300
  : Aantekeningen 300-309
Vondels Bloedbeuling v. Max. Teeling 336
Vondels Waar werd oprechter Trouw 159-162
Voor het Leven, v. Bottema, Edel en Van Houten (Koopmans) 247-252
Vorm (Wanbegrip omtrent -) en Inhoud: uit drie boekjes geillustreerd 247-252, 252-258, 324-328
Vrouwen (de Beschaafde -) en de Moedertaal 142
Vrijheid (Johan Winkler over -) in 't taalgebruik 376
Wetenschap is goed: Piëteit is hoger 207
Winkler (Johan -) over 't Algemeen Beschaafd Nederlands 351-352
Zaak en Woord, v. Vermeulen (Koopmans) 324-328
Zeventiende (de stemming en toon v. -) Eeuw, begin. 153-155
Zeventiende (Onnatuur in de -) 7
Zeventiende-eeuwse (de -) beschaving en deonze. 155-157, 158
Zeventiende-eeuwse (de -) Vrouw. 155-158
Zien (de wijze van -) = de wijze v. zeggen 257
Zonnestralen in school en huis, v. Dietz en Leopold 141
Zuidnederlanders (Hoe verstaan de -) ons het best? 352


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken