Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Taal en Letteren. Jaargang 15 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 15
Afbeelding van Taal en Letteren. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.44 MB)

Scans (6.43 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Taal en Letteren. Jaargang 15

(1905)– [tijdschrift] Taal en Letteren–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 479]
[p. 479]

Kleine meedelingen.

Dr. J.A. Worp. - Geschiedenis van het drama en van het tooneel in Nederland. - Groningen, J.B. Wolters, 1904.

De Schrijver karakteriseert zo wat hij deed: ‘Het is een grootendeels onbekend terrein van onze letterkunde, dat hier wordt betreden. Wel is het geestelijk en wereldlijk drama der Middeleeuwen en het tooneel der rederijkers uitvoerig behandeld, wel zijn de werken onzer 17de-eeuwsche tooneeldichters van den eersten en tweeden rang dikwijls het onderwerp van studie geweest, maar ons Latijnsche schooldrama is nooit onderzocht, onze dramatische letterkunde van de 18de en 19de eeuw heeft nog geen geschiedschrijver gevonden en zelfs van die der 17de eeuw ontbreekt een eenigszins uitvoerig overzicht. Dit boek zal een overzicht bieden van onze geheele tooneel literatuur.

Laat men de verschillende uitgaven van hetzelfde drama en de vertaalde stukken buiten rekening, dan blijven er toch vele duizenden drama's over.

De inrichting van het tooneel, het decoratief, de costumes enz. en ook de tooneelspelers werden in dit werk uitvoerig besproken. De wijze van opvoeren staat toch in nauw verband met den aard van het drama in een bepaald tijdperk. En aan de uitvoerende kunstenaars komt eene eereplaats toe naast de dichters.’

't Is een werk van lange adem, van veel napluizen, van enorme ijver. Vol gewichtige opmerkingen. Maar - toch

[pagina 480]
[p. 480]

niet zozeer een geschiedenis van 't Drama, als wel historiese Bijdragen tot de Nederlandse Toneel-litteratuur. Een onmisbaar werk voor die de geschiedenis zal schrijven. Een Vorarbeit.

Eén voorbeeld kan volstaan: De XVIIe eeuw was didakties: Cats, Vondel, zelfs Hooft en Bredero. Van Bredero kan men het zien in wat Dr. Worp zelf aanhaalt, omtrent Bredero's eigen mening over de Spaense Brabander. Van Hooft heeft Koopmans in Taal en Letteren VIII 't aangewezen. Koopmans had nog verder kunnen gaan in zijn betoog over de Baeto; had kunnen herinneren aan Willem de Zwijger die ontwijken wou - en aan de Zuid-afrikaanders, die ‘trokken’ zolang ze konden, om 't onrecht te ontgaan.

Wat zegt nu Dr. Worp van deze Baeto?

Men moet blz. 255 nalezen. Het eigelike thema, de didaktiese grondtoon van wat Hooft in de Baeto, en in zijn Nederlandse Historieën, later, wil, - schijnt Dr. Worp te ontgaan.

Of toch Dr. Worp niet na deze Vorarbeit De Geschiedenis zal schrijven? De bouwstof heeft hij, laat hij ook de Grootmaçon er van wezen.

 

We maken nog op enkele zaken in dit belangrijke boek opmerkzaam.

‘Vroomheid en godsdienstzin hadden vereenigingen in het leven geroepen, om door het opvoeren van geestelijke drama's aan de groote massa een aanschouwelijk beeld te geven van den inhoud der Heilige Schrift. Aan den anderen kant werkten sommige oude gebruiken, door de christelijke kerk overgenomen en hervormd, er toe mede, om op eigenaardige wijze den vroolijken levenslust van een krachtig ras tot zijn recht te doen komen. Men wilde op kerkelijke feestdagen even goed en op dezelfde wijze pret maken als bij wereldlijke feesten. Zoo ontstonden naast de gezelschappen, die zich op het geestelijk drama toelegden, andere, die zich meer aan het wereldlijk tooneel wijdden. Maar de kloof tusschen die beiden werd spoedig overbrugd. Want beide soorten van vereenigingen hadden één gemeenschappelijk doel, de dramatische kunst; hare leden behoorden

[pagina 481]
[p. 481]

tot denzelfden kring en maakten voor hunne vertooningen gebruik van dezelfde middelen. De “gesellen”, die misteries opvoerden, mochten zeer godsdienstig zijn, zij waren levenslustig genoeg, om van eene grap te houden; de vertooners van esbatementen droegen gaarne fraaie costumes, werden gaarne toegejuicht en dweepten met hunne liefhebberij als eene aangename afwisseling van hun eentonig dagelijksch werk. Het is dus niet te verwonderen, dat zij elkander hielpen bij hunne voorstellingen en dat hunne vereenigingen langzamerhand en onmerkbaar ineen zijn gesmolten. Dat proces was in elk geval geheel afgeloopen, toen deze vereenigingen hervormd waren tot kamers van rhetorica.

Van de klassieken zegt hij: Wanneer zij er toe hadden kunnen besluiten, Seneca den rug toe te keeren en hunne krachten te beproeven aan een drama, dat meer in overeenstemming was met den kunstzin van het groote publiek, dan zou de geschiedenis onzer dramatische letterkunde waarschijnlijk enkele belangrijke hoofdstukken rijker zijn.’

 

B.H.

‘De Unie.’

‘De Unie is een maandschrift voor School en Huis; een Orgaan van de Onderwijzers; een Gids voor alle Studenten; een Vraagbaak voor Allen; het Middel tevens, tot opwekking van leeslust door de verspreiding van gezonde, pakkende lektuur, en aankweking van liefde voor de studie van de Nederlandse taal-erfenis onzer vaderen; alsook samenwerking met School, Kerk en Volk voor de ontwikkeling van volks-aard en zedelik karakter van onze geliefde Afrikaner natie.

De prijs is slechts 6/- per jaar.’

[pagina 482]
[p. 482]
Arne Garborg, Boerenstudenten, naar het Nieuw-Noors (Landsmaal) met toestemming van den schrijver bewerkt door H. Logeman.

Romans, vertaalde romans kondigen we in de regel niet aan. Toch vestig ik op deze de aandacht. 't Was Logeman's bedoeling het ‘Landsmaal’ in het equivalente Nederlands, d.i. de Algemene Spreektaal weertegeven. Hier heeft men dus onze Beschaafde taal; natuurlik is 't niet overal 't zelfde gelijkvloerse Algemeen, maar zoals dit zich nuanceert naar de omstandigheden. Ook blijft het individueel getint - hoe kan 't anders? - Vandaar dat sommigen een andere zinswending, een ander woord, een andere klank zullen gebruiken. Maar overigens is dit, in tegenstelling met de meeste boeken, geen gewoon Nederlands.

De Roman-zelf is een stuk leven van een student; ook er vóór en er nà. Of deze goed getekend is, daarvoor moet men zelf maar lezen.

B.H.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Taal en Letteren


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Geschiedenis van het drama en van het tooneel in Nederland. Deel 1


auteurs

  • Foeke Buitenrust Hettema

  • over H. Logeman