Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Taal en Tongval. Jaargang 40 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Taal en Tongval. Jaargang 40
Afbeelding van Taal en Tongval. Jaargang 40Toon afbeelding van titelpagina van Taal en Tongval. Jaargang 40

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (11.04 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Taal en Tongval. Jaargang 40

(1988)– [tijdschrift] Taal en Tongval–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 1]
[p. 1]

[Nummers 1 en 2]

Acht nieuwe teksten in het Middelnederlands uit de 13de eeuw
H. Rombaut, M. Leroy en G. Declercq

Sinds in 1977 het zgn. ‘Corpus Gysseling’Ga naar voetnoot1 verscheen, werden geen nieuwe Middelnederlandse ambtelijke bronnen van voor 1300 meer uitgegeven. Het werk van M. Gysseling wordt dan ook algemeen als bijna volledig beschouwd. Hoewel nu blijkt dat toch enkele teksten ontbreken, hechten wij eraan vooraf de verdiensten van dit monumentale oeuvre te onderstrepen. Zonder het ‘Corpus’ zou bijvoorbeeld de hedendaagse historische taalkunde van het Nederlands gewoon ondenkbaar zijn. De uitgave van de eerste reeks, waarin de ambtelijke bescheiden zijn opgenomen, werd dan ook voorzien van indices met het oog op statistische verwerking en taalkundige studie. Ook voor de toponymie en de antroponymie bevat deze bronnenuitgave enorm veel en belangrijk historisch documentatiemateriaal. Voorts zijn ook de historici het ‘Corpus’ veel verschuldigd. Binnen ons taalgebied is het de meest uitgebreide verzameling teksten uit de diverse scriptoria in de Nederlanden, en vele oorkondenreeksen (evenwel door elkaar geschikt ten einde een chronologische ordening te bereiken) werden hier uitgegeven. Dit is niet onbelangrijk: zo kregen de meer regionale bronnen (b.v. oorkonden van schepenbanken, rekeningen en renteboeken) een ruime verspreiding en een betere toegankelijkheid. Het ‘Corpus’ heeft ook duidelijk gemaakt dat in verhouding tot de andere grote culturen van Europa (zoals b.v. de Franse en de Duitse) het Nederlands tijdens de Middeleeuwen (tenminste dan toch in de 13e eeuw) kwantitatief en kwalitatief een eersterangsrol vervulde. Zowel taalkundigen als historici zijn dus dikwijls aangewezen op deze bronnenverzameling. Wie er overigens mee vertrouwd is, zal wel weten dat zij slechts tot stand kon komen door een nauwgezette speurtocht en een onafgebroken ijver gedurende meer dan 20 jaar. Het kan dr. Gysseling overigens niet worden verweten dat hij toch enkele teksten over het hoofd heeft gezien. Hijzelf kent de toestand van sommige archiefdépots in België beter dan wie ook: de gebrekkige ordening, ontoereikende inventarissen en permanent personeelstekort. Tijdens een zeer interessant en voor ons opmerkelijk telefonisch onderhoud dat wij met dr. Gysseling hadden met het oog op deze publicatie, zei hij dat nieuwe ontdekkingen o.m. te Brugge hem niet

[pagina 2]
[p. 2]

verbaasden. Hij signaleerde ons ook dat hij een supplement op het ‘Corpus’ voorziet, maar nog niet in de nabije toekomst, aangezien de tweede reeks, de ‘literaire teksten’, nog niet is afgewerkt en andere activiteiten hem momenteel druk bezig houden.

Het pakket van acht teksten dat hier wordt uitgegeven, kwam tot stand door de samenwerking van drie onderzoekers. G. Declercq was de eerste die een tekst vond die niet in het ‘Corpus’ was uitgegeven: een oorkonde van de schepenen van Aardenburg (hier nr. 5), reeds gesignaleerd door prof. dr. W. Prevenier in zijn recensie van Gysselings werk in 1982Ga naar voetnoot2. H. Rombaut vond niet zo lang geleden een tweede tekst in een bundel van het bisschoppelijke archief te Brugge (nr. 6). M. Leroy tenslotte, die bij prof. Prevenier (R.U. Gent) als licentiaatsverhandeling een paleografische en diplomatische studie voorbereidt over de Vlaamse scriptoria (grotendeels op basis van het ‘Corpus’), vond op haar beurt in hetzelfde bisschoppelijke archief in de oorkondenschatten drie nieuwe teksten (nrs. 1, 2 en 7). De overige drie (nrs. 3, 4 en 8) heeft H. Rombaut nadien nog gevonden toen hij een bundel van het fonds van de Sint-Salvatorskerk van Brugge in het reeds genoemde archief onderzocht.

De verantwoording van deze bronnenuitgave komt volkomen overeen met die van het ‘Corpus’. Het is dan ook logisch dat wij met de aldaar gevolgde methodes rekening houden. De uitgavecriteria betreffen allereerst de selectie van deze teksten: originelen of authentieke kopieën van voor 1300. Alleen de tekst van 31 januari 1299 stelt in dit opzicht een probleem. Deze oorkonde is niet bewaard in origineel, maar in een bijna gelijktijdige kopie, die ten laatste ontstond tijdens de eerste jaren van de 14e eeuw. Verder volgden we de uitgaveprincipes van M. Gysseling, nl. een uitgave zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke tekstbeeld. In het kort uiteengezet betekent dit dat de afkortingen werden opgelost met aanduiding door cursivering, dat de hoofdletters en de interpunctie uit de originelen werden bewaard, dat die dan ook niet werden toegevoegd op plaatsen waar het naar huidige normen noodzakelijk is en dat de oorspronkelijke spelling (zoals v voor u, u voor v, vv voor vu) werd behouden. Ook bij het opstellen van de regesten, de beschrijvingen van het document (vindplaats in het archief en formele kenmerken van het stuk) en de notities in dorso, hebben we getracht het ‘Corpus’ getrouw na te volgen. Verder werden de teksten chronologisch geordend op de datum omgezet naar nieuwjaarsstijl. Een belangrijk verschil met het ‘Corpus’ is echter dat we de bespreking van de handen achterwege laten. Het is voor ons immers moeilijk een vergelijking te maken met de andere teksten die dr. Gysseling verzamel-

[pagina 3]
[p. 3]

de. Bovendien werkt M. Leroy momenteel precies aan een vergelijkende studie van die handen, met inbegrip van de teksten die hier worden uitgegeven. De resultaten van haar onderzoek zullen wellicht later worden gepubliceerd.

Wat tenslotte de taalkundige karakteristieken betreft, zien we weinig verschil tussen deze teksten en de andere uit het ‘Corpus Gysseling’. Aangezien ze ontstaan zijn in de omgeving van Brugge, vertonen ze zowat dezelfde taalkundige kenmerken, als de andere documenten uit die streekGa naar voetnoot3.

1. Brugge
1270 mei 2

3Schepenen van het Vrije oorkonden dat Lammin Troest, zijn vrouw 4Lizebettha en zijn zoon Wouter Cazeuoet, aan Jhan Hals, kapelaan van 5de Sint-Salvatorskerk te Brugge, 4 gemet land te Schoondijke hebben 6verkocht, die zij terug ontvangen tegen een eeuwige cijns van 40 7schellingen Vlaams.

 

9A. Origineel: Brugge, bisschoppelijk archief, Sint-Salvatorskerk, S 10720, oorkonde 2 mei 1270. Perkament (H 128 + plica 17, B 246 11mm), in oorsprong 8 uithangende zegels, waarvan slechts fragmen-12tarische sporen achterblijven op 5 bewaarde perkamenten staarten 13(waarop de namen der schepenen). In dorso: (begin 14e e.:). xl solidi. 14a. Lammin trost in sconendijc. cum pleno relevio. de. iiiior. 15mensurae. terre. - (midden 14e e.:) Sconendike. - (midden 14e e.:) xlii 16folio xcix. - (17e of 18e e.:) 2 meij 1270 N. 7. - (idem:) 19. Op de 17staarten van links naar rechts (2 mei 1270:) (1o) Arnoud f Willen. - (2o) 18willem .f. Willems. (3o) Jan de laepscuere. - (4o) bouden dyserine. - 19(5o) clais .f [.ser hugs .f. gheilen].

 

Arnoud .f. Willen. Boidin .f. Alards. Willem .f. Willems. Woubrecht .f. gheilen. Jhan van laepscure. Dierkin .f. ghiselins. / Bouden dyzerine ende Clais .f. ser hugs .f. gheilen. wi scepenen vanden vryen

[pagina 4]
[p. 4]

1doen te verstane alden goenen die dese let/tren zullen zien ende horen. 2dat lammin troest. Lizebettha zijn wijf. ende Wouter cazeuoet. des 3lammins troests / zoene bi sinen ersten Wiue quamen vor ons. ende 4vercochten. ende gauen halm ende ghifte ende wedden te Wette te 5Waerne / Jeghen elken mensche den here. Jhanne halse capellaen van 6sint Saluatoers in brugghe ter kerke boef sint Saluatoers / viere Imete 7lants lichtelic min iof lichtelic me. Vry lant eghin lant ende quite lant 8der kerken sint saluatoers te Vrien / eghindome legghende Indie 9prochya vanden sconendike upt Vria. drie Imete ende .zesse ende 10dertich Roeden heten Yze/ghers lant. ende een Imet .preter .xxxvi. 11Roeden. die heten nordmeet. Ende dese vorseide lammin troest ende 12zijn wijf .Lize/betthe.Ga naar voetnoota) zijn worden Eeruelike chensers der kerke Van 13sint saluatoers van al den vorseiden lande omme Viertich solidi goeder 14/ vlaemsch peneghe siaers te gheldene sinte martins daghe Vor 15medewinter. ende Wllen coep ende wlle versterefnesse / met ghehelen 16chense vanden jare. Ende omme dat dit aldus vor ons was ghedaen so 17hebwi dese lettren te kennessen / vthanghende ghezeghelt met onsen 18zeghelen. Dit was vor ons ghedaen anderdaghe meyes Int jaer alsmen / 20scrift. van ons heren Incarnatioene m. cc ende zeuentich.

2. Brugge
1284 februari 29

24Schepenen van Brugge oorkonden dat Bouden van Cattevorde, zijn 25vrouw Lizebette en Gherard die Visierre, zich borg stellen tegenover 26meester Gherard van Oupi, kanunnik van Sint-Donaes te Brugge, ten 27behoeve van de kerk 4 pond en 4 schellingen Vlaams te betalen, welke 28som in jaarlijkse betalingen van 21 schellingen zal voldaan worden, 29telkens op 24 juni.

 

31A. Origineel: Brugge, bisschoppelijk archief, oorkonden Sint-Donaas, 32A 250, oorkonde 29 februari 1284. Perkament (H 125 + plica 10, B 33bovenaan 199 onderaan 179 mm), 2 uithangende zegels verloren, 34perkamenten staarten bewaard. In dorso: (einde 13e e.:) xxi s. - 35(tweede helft 15e e.:) Littere assignationis de iiii lb iiii s̄ vlaemscher 36munte de anno 1280. - (18e e.:) 23.

 

38Wie andriez die ruddre. & jacob scinkel schepenne in brucghe tedien 39tiden / dat dit vor ons was ghedaen doen tewetene allen den goenen die

[pagina 5]
[p. 5]

1dese / lettren sullen zien & horen lesen dat quamen vor ons bouden 2van cattevorde / lizebette sin wijf & gherard die visierre Ende wedden 3vpten barbliken/sten van hen drien Mestere gherarde van oupi 4canoenec van sinte donaes / in brucghe. ter kerke boef van sinte 5donaes vorseid .viere. pond & / .viere. scheleghen goeden vlaemschen 6peneghen tegheldene elkez jaers telken / sinte jans daghe middels 7somerz die erst comt .een ende tuyntich. / scheleghen toter wile dat die 8vorseiden peneghen al sin vergouden. / Ende in kennessen van deser 9dinc dat soe vast & ystade bliue / zo hebben wie vorseiden schepenne 10dese lettren yseghelt met onsen ze/ghellen vtanghende. dit was 11ghedaen dincsendaghes na sinte / mathijz daghe .anno domini 12.M.CC'.Lxxx. tercio.

3. Brugge
1285 augustus 25

17Schepenen van het Vrije oorkonden dat Willem .f. Boudens en zijn 18vrouw Adelise, vijf gemet land met een hofstede, gelegen in het 19ambacht van Uitkerke in de parochie Wenduine, hebben geschonken 20aan Jan Cortscoof, poorter in Brugge, welk land en hof werden 21teruggenomen tegen een erflijke rente van drie pond en acht 22schellingen Vlaams.

 

24A. Origineel: Brugge, bisschoppelijk archief, fonds Sint-Salvator, 25bundel S 195, envelop 1285. Perkament (H 428 + plica 30, B 26bovenaan 289, onderaan 261 mm), oorspronkelijk 7 uithangende 27zegels waarvan 2 bijna volledig en 3 gedeeltelijk bewaard, de andere 28verloren. In dorso: (einde 13e e.:) Dit es van iii lb. & viii s̄. ter capelrie 29boef vpten v imete in wendune. - (midden 16e e.:) prebende 30cortschoef. - (tweede helft 16e e.:) dese chaertre es ghecopiert Raeckt 31het landt ghegheuen in cheynse tot 3 lb. 8 s̄. p. tsiaers in Weendune nu 32ghedecreteert bij lantmeter Adriaen de Rue maer es oversant van dune.

 

34Wie diederic die vos. Oliuier vander haghe. domaes die hont. hughe 35vanden hove. weynin van / vaersenare. heinric die grote. Ende arnoud 36.f. heinemans scepenen vanden vrien doen te / wetene allen den 37goenen die dese lettren zullen zien jof horen lesen. dat Camen vor Ons 38/ willem .f. boudens. Ende adelise siin wijf. Ende Gauen wettelike 39Ghijfte .Janne cortsoue / portere in brucghe. van viue ymete lands 40lichtelic min jof me. ghenomen vte .helleue/ne. ymete lands. licghende

[pagina 6]
[p. 6]

1binden ambochte van vtkerke ende in die prochie van / weyndunen. in 2welke vorseide helleuene ymete. lands. leghet ene hofstede die 3toebehort / ten vorseiden viue ymete lands. welke hofstede wilen was 4ser willems steenwaer/ders rudders. welc vorseide land leghet 5ommetrent die vorseide hofstede. welke / vorseide .helleuene ymete. 6lands ghelden al .ene. halue maerc elkes jaers te sculden miin / here 7robbrechte van wauri ruddre. dat es te verstane. dat die halue maerc. 8doet zeven/tien scheleghe vlaemsche .vier peneghe vlaemsche min. 9Ende die vorseide willem .f. boudens / ende adelise siin wijf. wedden 10dien vorseiden .Janne cortscove. die vorseide viue ymete / lands & die 11hofstede diere binnen leghet. te wetten te waerne. wegh. ende land / 12Eghin land ende quite land. met zinen rechten havenante vander 13vorseider scult / te zinen vrien Eghindome jeghen elken mensche. vort 14so gaf weder. die vorseide / jan cortscoof. dien vorseiden Willemme 15.f. boudens. ende adelicen zinen wiue. die vorseide / viue ymete lands 16metter hofstede diere binnen leghet. te Erfliken Cense omme drie / 17pond ende acht scheleghe goeder vlaemscher peneghe elkes jaers. 18boven allen coste. / & alre scult die comet lopende vp dit vorseide 19land. sonder die vorseide drie / pond. ende acht scheleghe tsiaers te 20minderne. te gheldene desen chens telker / sinte maertins messe. Ende 21desen Ersten chens salmen ghelden van sinte maer/tins messe die nu 22erst comet over een jaer ende vort elkes jaers ommeganc. / te gheldene 23hewelike dien vorseiden chens telker sinte maertins messe. Met haluen 24/ cope ende haluer versterfnesse. Ende in kennessen van deser dinc. 25dat wie vorsei/de scepenen willen dat soe vast ende ghestade bliue so 26hebben wie dese lettren / te kennessen vthanghende gheseghelt met 27onsen zeghellen. dit was ghedaen sater/daghes na sinte berthelmeus 28daghe anno domini m̊.cc̊.lxx̊x.quinto.

4. Brugge
1285 december 15

33Schepenen van het Vrije oorkonden dat Jan Cortscoof, Brugs poorter, 34en zijn zuster Vergriele, een erflijke rente van 18 pond en 8 schellingen 35Vlaams hebben geschonken aan heer Gheraerd van Bredene, kapelaan 36in de Sint-Salvatorskerk te Brugge, om een kapelanij te stichten en een 37jaargetijde te houden. De renten zijn gevestigd op goederen gelegen in 38de parochies Nieuwmunster en Wenduine.

[pagina 7]
[p. 7]

1A. Origineel: Brugge, bisschoppelijk archief, fonds Sint-Salvator, 2bundel S 195, envelop 1285. Perkament (H 341 + plica 22, B 310 3mm), 11 uithangende zegels, waarvan 1 bijna volledig en 9 4gedeeltelijk bewaard. In dorso: (eerste helft 14e e.:) dit es de vp 5gheuinghe van xviii lb. viii s̄. siaers ter capelrie boef. - (midden 16e 6e.:) Dese chaertre is ghecopiert. - (begin 17e e.:) originele ghifte brief / 7van vijfthien ponden / parisijse tjaers met de / copie authenticq aende / 8prebende Cortschoof ten / jaere i285. sijnde de / eenighe groote 9vrughten / van dese prebende. beset / op landen in de prochie / van 10nieumunster nu / competerende het Cappitel van st. donaes binnen / 11brugghe. De bewaarde perkamenten zijn eveneens beschreven: zij zijn 12vervaardigd uit een andere oorkonde van dezelfde hand.

 

15Wie willem van boonhem. bouden die broekre rudders. Reinvaerd 16porin. willem die scoutete. oliuier vander / haghe. jan vanden zande. 17heinric die grote. weynin van varsenare. gillis .f. diederix lambert .f. 18diederix / van rasewale. Gheraerd die weuel. arnoud .f. heinemans. 19Ende jan van tardendike scepenen vanden vrien / doen te wetene allen 20den goenen die dese lettren zullen zien jof horen lesen. dat Camen vor 21ons. jan cort/scoof portere in brucghe. Ende vergriele siin suster. Ende 22Gaven vp. den here Gheraerde van bredene capellaen / van sinte 23saluators in brucghe al die macht. ende al dat rechte. dat sie adden an 24achtiene ponden. ende / acht scheleghe goeder vlaemscher peneghe 25renten elkes jaers. over ser jans cortscoofs ziele. ende verlie/jaerden 26siins wijfs. welke achtiene pond tsiaers sullen gaen tere capelrien boef 27in sinte saluators kerke / vorseid. over hare beder ziele. ser jans. ende 28verliejaerden vorseid. welke achtiene ponde tsiaers sal hebben die / 29goene die die capelrie besinghen sal ende verdienen in die vorseide 30kerke. Ende van dien vorseiden acht schele/ghen vlaemscher peneghe 31tsiaers. sullen gaen. vier scheleghe telken jaritide. vanden tveen doden 32dat es te / wetene te viere stallichte die men setten sal te haren graue. 33van welken vorseiden achtiene ponden ende acht / scheleghe tsiaers. 34so siin beset tien pond tsiaers vp zeventiene ymete ene line lands 35lichtelic [m]in jof / me licghende binnen den ambochte ende in die 36prochie van niemoenstre. ende waren ghecocht / jeghen bouden den 37wale ende jeghen margrieten ziin wijf. Ende viue pond tsiaers die beset 38siin / vp dartiene ymete lands lichtelic min jof me. licghende binnen 39den ambochte ende in die prochie / van niemonstre. ende waren ycocht 40jeghen vermarien boudens wedewe f hobs. Ende drie ponde / ende

[pagina 8]
[p. 8]

1acht scheleghe tsiaers. die beset siin vp viue ymete lands lichtelic min 2jof me licghende bin/nen den ambochte van vtkerke ende in die prochie 3van wendunen. ende waren ycocht jeghen willem / .f. boudens. ende 4jeghen adelicen ziin wijf. Ende die vorseide jan cortscoof. ende 5vergriele siin suster / wedden dien vorseiden. den here Gheraerde ter 6vorseider Capelrie boef al dese vorseide rente ende / ten stallichten 7boef ghelijc dat vorseid es te wetten te waerne jeghen elken mensche. 8Ende / in kennessen van deser dinc dat wie vorseide scepenen willen 9dat soe vast ende ghestade bliue / so hebben wie dese lettren te 10kennessen vtanghende gheseghelt met onsen zeghellen. dit was 11ghe/daen saterdaghes na sinte lucien daghe anno domini .m̊.cc̊.lxx̊x. 12quinto.

5 Aardenburg
1293 december 13

17Schepenen van Aardenburg oorkonden dat Clais die Pennine slare en 18zijn vrouw, twee huizen met de bomen errond, gelegen naast de 19Begijnenbrug te Aardenburg, geschonken hebben aan vier met naam 20genoemde personen.

 

22A. Origineel: Kortrijk, rijksarchief, fonds kapittel Harelbeke, nr. 2323672. Perkament (H 55, B 227 mm), fragment van zegel op enkele 24staart van perkament. In dorso: (omstreeks 1300:) van [t]ween huusse 25te Erdenburgh. - (15e e.:) van eenen huse in ardenborgh. - (17e e.:) 261293 nicolai.

 

29wi clais abbout ende willem van der brugghen schepenen in 30erdenburch kennen dat vor hons quam / clais die penninc slare ende 31hide si[i]n wiif ende gauen wettelike ghifte van tuen husen ende van / 32al den bomen die staen naest der beghinen brugghe vp sabbets lant van 33houdenburch ende al datter / artvast ende naghelvast an es. enen jan 34den backere. pieter sinen broeder woutre cloete ende / reiniere den 35parmentier ende si ghelouet hemlieden te wette te waernene jeghen 36elken / mensche. Dit was ghedaen int jaer hons heren als men screef 37.m̊.cc.xc. ende drie vp den / sondach na sente niclaus dach.

[pagina 9]
[p. 9]

6. Brugge
1294 januari 22

3Schepenen van het Vrije oorkonden dat Willem van Weyndunen, 4poorter in Brugge, en zijn vrouw Machtild, aan Heilsoete .f. Arnoudz 5van Peelkem, poorteres in dezelfde stad, vijf lijnen land te Koolkerke 6en een erfelijke rente van 25 schellingen Vlaams gevestigd op 7goederen te Koolkerke en Oostkerke, hebben overgedragen.

 

9A. Origineel: Brugge, bisschoppelijk archief, parochiebundel Kool-10kerke F 205. Perkament (H 377 + plica 17, B 308 mm), oorspronke-11lijk 7 uithangende zegels, waarvan 1 gedeeltelijk bewaard. In dorso: 12(eerste helft 14e e.:) In coelkerke. terra & redditus zoetine neptis 13magistri wasselini quondam curatus huius ecclesie. - (tweede helft 14e 14e.:) .xiii. de xxv s̄ tsiaers medio marcii & bamis super v linen nunc 15heredes solvunt. folio lx. - (midden 16e e.:) In Coolkercke ghyfte van 16v lynen landts ende van xxv stuvers tsiaers Rente.

 

19Wie jan vanden zande. jan van woemen. gillis .f. diedrix. alaerd 20storem. jan van / caedsant. gheraerd die weuel. Ende .jan .f. alaerds. 21schepenen vanden vrien / doen tewetene allen den goenen die dese 22lettren sullen zien jof horen lesen / Dat camen vor ons willem van 23weyndunen portere in brucghe. Ende Machtild / sin wiif ende gauen 24wettelike ghifte heilsoeten .f. arnoudz van peelkem por/ticghe in 25brueghe van vive linen landz lichtelic min jof lichtelic meer lieghende / 26hier of .vierdalf. linen landz binden ambochte van dudsele. Ende die 27ander alf linen lands / licghen binden ambochte van oestkerke. Ende 28aldit land vorseid leghet in die / prochie te Colekerke. Ende sie 29weddents hare aldit vorseide land tewetten te / waerne wech ende land 30ende quite land met .sesse. peneghen vlaemschen te sculden tsiaers / 31vp aldit vorseide land te haren vrien eghindoeme jeghen elken 32mensche. vord so / gauen wettelike ghifte die willem van weyndunen 33portere vorseid ende machtild / sin wiif deser vorseider heilsoeten 34porticghe in brueghe van .viue ende tvintich. / scheleghe goeder 35vlaemscher peneghen tsiaerz Erfliker renten die beset sin vp anderalf / 36ymete landz ende .zeven ende tvintich. roeden landz lichtelic min jof 37meer lieghende / hier of .tve. linen landz in die vorseide prochie te 38Colekerke in ene stede heet hoghe / stic nord vanden sticke daer of dat 39willem vten broeke ghelt .tien. scheleghen vlaemschen / tsiaers telker 40alf maerthe Erflike hie ende sin hoir na hem comende. Ende dat alf

[pagina 10]
[p. 10]

1ymet ende / .zeven ende tvintich. roeden landz licghen int ende vander 2prochie te oestkerca west vander kerke / biden werue ende heet hoghe 3stic. daer of dat Catelinen jans wedewe vanden werve elx / jaers ghelt 4.tien. scheleghen vlamschen telken sinte maertins messe Erflike soe 5ende haer hoir. / ende die eenen imet [land]z leghet in die prochie te 6colekerca vorseid bi riquardz rovers ofsteden / was. Ende hier of ghelt 7hannin die rovere .vive. scheleghen vlaemschen tsiars telker alf 8maerthe / Erflike hie & sin hoir. Ende willem van weindunen & 9machtild sin wiif vorseid wedden de/ser vorseider heilsoe[ten] dese 10vorseide Erflike rente tewetten tewaerne te haren vrien / Eghindome 11jeghen elken menschen. Ende in kennessen van desen sticken dat sie 12vast ende ystade bliuen / so hebben wie vorseide schepenen dese 13lettren yseghelt met onsen zeghellen huthanghende. Dit / was ghedaen 14in sinte vincensiz daghe. anno domini .M.CC. Nonagesimo. tercio.

7. Brugge
1295 maart 23

19Kanunniken van Sint-Donaas te Brugge, met name meester Nichole 20van Amiens, deken, en meester Gheraerd van Oupy, cantor, oor-21konden dat Lamsin Bonin .f. Lamsins Bonins en zijn vrouw 22Christine, aan Niclais van Bieruliet, kanunnik van Sint-Donaas, 23bepaalde welomschreven goederen hebben geschonken, welke gelegen 24zijn in de parochie van Sint-Michiels, in het ambacht van Sijsele.

 

26A. Origineel: Brugge, bisschoppelijk archief, oorkonden Sint-Donaas 2723 maart 1295. Perkament (H 154 + plica 25, B 328 mm), 28oorspronkelijk 2 uithangende zegels op perkamenten staarten waarvan 29fragmenten bewaard. In dorso: (23 maart 1295:) N de bieruliet. - 30(midden 14e e.:) In .Sinte. michiels. in munters/berch. - (2e helft 14e 31e.:) redditus et census Iste littere reperte sunt in thesaurario tam quam 32plures alie. - (ca. 1500:) vichendele van v. ghemeten in sinte michiel. - 33(geposeerde minuskel 15e of 16e e.:) Sinte michiels v. - (16e of 17e 34e.:) Copiatus est / landt. - (17e of 18e e.:) 1294. - (idem:) 32.

 

37wie canoneke van sinte Donaes jn brugghe meister Nichole van amiens 38Deken ende meister gheraerd van oupy cantor Doen te wete/ne allen 39den goenen die dese lettren sullen zien of horen lesen. Dat quam vor 40ons lamsin bonin f lamsins bonins ende christine / siin wiif ende

[pagina 11]
[p. 11]

1ghauen halme ende wettelike ghifte den here Niclaise van bieruliet 2canonec van sinte Donaes jn brugghe van / den rechten vichtendele van 3zeuentiene ymete lands ende van enen haluen ymete lands lichtelic 4meer of lichteliic min ligghende / in die prochie van sinte midaiels ende 5jnt ambocht vanden ziesseelschen ende vanden rechten vichtendele van 6alder husinghe diere vp staet / ende van alden boemen diere toe 7behoren met al dat an die husinghe es artuast ende nagheluast twilke 8land metten husinghe leghet / jn steden datmen hetet vp munters bergh. 9ende lamsin bonin .f. lamsins bonins ende christine siin wiif vorseide 10wedden den here Niclai/se van bieruliet vorseit Dit vorseide land 11metten husinghe ende metten boemen ende met al dat an die husinghe 12es artuast ende naghel/uast te weme te warne joeghen elken mensche 13vri land quite land wech ende land met siere rechter schuit sere Niclais 14van bi/eruliet vrien eghindome vorseit. Ende omme dat wie canoneke 15vorseide willen dat dese dinc bliue uast ghestade ende wel ghe/houden 16hebben wie dese lettren jn kennessen ghezeghelt vthanghende met 17onsen zeghelen Dit was ghedaen swonsdaghes voer / palme soendaghe 18anno Domini millesimo Ducentesimo Nonagesimo quarto.

8. Brugge
1299 januari 31

23Schepenen van het Vrije oorkonden dat broeder Willem Pueder, 24meester van het godshuis van de heilige geest te Brugge, met 25instemming van zijn medebroeders, aan heer Arnoud van Axel, 26kapelaan, diverse renten heeft gegeven, gevestigd op goederen gelegen 27in de parochie Ettelgem, in 's Heerwoutermansambacht en in de 28parochie Houtave, ten behoeve van zijn kapelanij in de Brugse Sint-29Salvatorskerk, in ruil voor renten gevestigd op goederen gelegen 30binnen de poorten van de stad Brugge.

 

32A. Origineel niet voorhanden. B. Gelijktijdige kopie (ten laatste begin 3314e eeuw, zie de rugnotitie transchrift van minen tsaertre hieronder; 34deze kopie is alleszins ouder dan het vidimus dat bij dit stuk zit 35ingesloten de dato 28 mei 1322): Brugge, bisschoppelijk archief, Sint-36Salvatorskerk, bundel S 195. C. Vidimus door de abt van ter Doest 37van 28 mei 1322, waarin duidelijk wordt dat de oudste kopie niet 38geheel correct werd afgeschreven. Wij geven de voornaamste afwijkin-39gen aan in voetnoot. Dat beide versies teruggaan op een authentiek

[pagina 12]
[p. 12]

1document lijdt geen twijfel aangezien abt Heinricus het origineel 2beschrijft, voorzien van 12 zegels.

 

4B. Perkament verstevigd met papier in dorso (H 204, B 261 mm), 5geen plica, geen zegels. In dorso: (ca. 1300:) transchrift van minen 6groten tsaertre. - (tweede helft 15e e.:) Etcetera / littera cauit de x libra / 7super xiiii mensuras & / perpetui capellanie extra chorum sub / doxali 8& annexse alte / messe. - (17e e.:) n. 5. C. Perkament, verstevigd met 9papier aan de rugzijde (H 240 + plica 23, B 289 mm), 1 uithangend 10zegel verloren. In dorso: (m. 14e e.:) Ettelghem / [...] de [c]apelanie / 11colart muerfs quondam / dominus petrus heerleems de x libra parisis / 12super xiiii mensuras. - (eerste helft 16e e.:) vidimus metter lettren / van 13bezette daer / in gheniscreert van / x libra p. tsiaers in ettelghem / 14toebehorende der hooft/messe tsinte saluators / ende noch van vier 15libra in / sinte katelinen west. - (17e e.:) n 5.

 

18Wje jhan van women. wouter scaerlaken rudders. wouter van women. 19jhan van caedzant. willem van cleyheem. heinric die grote. Bouden die 20brokere / Diederic van snipgate. jhan die brune. weinin van 21varssenare. hughe vanden houe. Gillis van emeghem. Bouden die 22rikelike Ende pieter / anselin scepenen vanden vrien doen te wetene 23allen den ghenen die dese letteren zullen zien jof horen lezen dat cam 24voor ons / Broeder willem pueder meester vanden huze vanden 25heleghen gheest in brugghe ende gaf wettelike ghifte bi consente van / 26sinen broederen vanden vorseiden huus. den here amoude van axele 27den capellaen van .x lb. goeder vlaemscher penichghe / erueliker 28renten siaers die beset siin vp .xiiii imete lands lichtelic meer iof min 29ligghende inde prochie van ettelghem / vanden welken vorseiden lande 30hetets .een yment preter .xiii. Roeden die west maent metter hofstede. 31Ende vort heten die viere ymete / barenstic Ende voord hetes een 32yment bodemkiin bi catelinen kinder wonendeGa naar voetnoota) Ende voord heten .twe 33ymete die werninghe metten / coolhoue ende voord heten .iiii. linen 34coelbrecht Ende voord heten ander .iiii. linen zuderpiet bredemaet 35Ende vord ene line lands / int welke staet een boengaert die was 36wicaerds. Ende voord heten .drie ymete zade met haluen copen ende 37versteruenesse / als auenture gheuallet. Ende voord so gaf die vorseide 38meester wettelike ghifte den here arnoude vorseitGa naar voetnootb) concente vanden / 39voorseiden broeders van .iiii. lb. goeder vlaemscher peneghe erueliker

[pagina 13]
[p. 13]

1renten siaers die beset siin up .viii. ymete lands lich/telic min iof meer 2ligghende binden ambochte ser woutermans int ghesceet vander 3prochie te bredene ende sinte kateli/nen west bewesten daer heinric f 4hebs wilen woende vanden welken voorseiden lande leghets omtrent 5dardalfline in steen/naerts belc andoesside vande sticke. Ende anderalf 6ymet int belcsin daer bi. Ende anderalf ymet in moysin werf. ende / 7anderalf ymet in godebrechts stic daer bi up die oest side vanden 8sticke.Ga naar voetnootc) Ende noch so leghets .i½. ymet zuut ouer / den vliet in hoefts 9lant vp die oest zide.Ga naar voetnootd) Ende .ii½ line leghets bewesten sinte katelinen 10waerd of westalf ant hofland / datmen heet doude driesch metten 11vullen cope ende metter vulre versteruenesse als het gheuallet Ende 12voort so gaf die voorseide / meester wettelike ghifte den here arnoude 13voorseid bi concente van den voorseiden broeders van .xx. s̄. goederGa naar voetnoote) 14peneghen erueliker / renten siaers die beset siin vp .vii. linen lands 15lichtelic meer of min ligghende binden ambochte ende inde / prochie te 16Houtawe zuut oest vander karke of oesthafGa naar voetnootf) moys balx benoorden 17lammin bruninx boesten den weghel/kine dat leghet onder dies 18voorseiden lammins west weech welc vorseids lands es gheheten 19scapes belc met / haluen cope ende met haluer versteruenesse als het 20gheuallet Ende die vorseide meester wedde den here arnoude / 21capellaen voorseid al dese voorseide eruelike rente te wetten te waerne 22ende al die macht ende al dat recht datter / tvoorseids huus vanden 23helighen gheest in Brucghe an hadden als te sinen vrien eghindome 24tere capelrien / boof inde kerke te sinteGa naar voetnootg) saluators in Brugghe jeghen 25elken mensche Ende al dese voorseide eruelike rente / was ghegheuen 26in rechten wissele omme .xv. lb. renten siaers ligghende inde poort te 27brugghe. Dat es te / wetene .ix. lb ende .xv. s̄ siaers an ene hofstede 28inde steenstrate daer colaerd die muerf wilen vp woende ande / 29noordside vander strate ende .iii. lb. siaers an hofsteden bider 30bailgebrugghe ouer twater Ende .xlv. s̄ siaers ligghende an / hofsteden 31terGa naar voetnooth) hoye ende in kennessen van desen vorseiden dinghen dat si sullen 32siinGa naar voetnooti) ghestade so ebben wie vorseide scepenenGa naar voetnootj) dese letteren 33wthan/ghende ghezeghelt met onsen zeghelen. ditGa naar voetnootk) ghedaen 34tsaterdaghes vorGa naar voetnootl) lichtmesse. anno domini .m. cc. nonagesimo 35octauo.

voetnoot1
M. Gysseling, Bouwstoffen voor een woordarchief van de Nederlandse taal. Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300), reeks I: ambtelijke bescheiden, Den Haag, 9 dln., 1977.
voetnoot2
W. Prevenier, recensie van Gysseling (M.), Corpus van middelnederlandse teksten, in: Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, dl. 60, 1982, p. 419-427.
voetnoot3
Wij danken prof. dr. A Verhulst, die zo vriendelijk was deze bijdrage in handschrift te lezen, voor diverse nuttige opmerkingen en aanwijzigingen.

voetnoota)
Naam verbeterd door dezelfde hand op rasuur.

voetnoota)
In het vidimus van 28 mei 1322 staat hier: bi catelinen kinder woninghe.
voetnootb)
Idem hier toe te voegen: bi.
voetnootc)
De passus vanden sticke ontbreekt (o.i. ten onrechte) in het vidimus.
voetnootd)
De passus vanaf Ende noch tot oest zide werd aan het vidimus interlineair toegevoegd door een andere hand.
voetnoote)
In het vidimus staat hier toegevoegd: vlaemscher.
voetnootf)
In het vidimus: oesthalf.
voetnootg)
Idem voluit: sinte.
voetnooth)
Idem: ten.
voetnooti)
Ibidem toegevoegd: vast seker ende.
voetnootj)
Idem: vanden vrien.
voetnootk)
Idem: was.
voetnootl)
Idem: onser vrouwen daghe ter.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Mieke Leroy

  • Georges Declercq

  • Hans Rombaut


plaatsen

  • over Brugge


datums

  • 2 mei 1270

  • 29 februari 1284

  • 25 augustus 1285

  • 15 december 1285

  • 13 december 1293

  • 22 januari 1294

  • 23 maart 1295

  • 31 januari 1299


taalkunde

  • Historische taalkunde