Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Taal en Tongval. Jaargang 50 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Taal en Tongval. Jaargang 50
Afbeelding van Taal en Tongval. Jaargang 50Toon afbeelding van titelpagina van Taal en Tongval. Jaargang 50

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Taal en Tongval. Jaargang 50

(1998)– [tijdschrift] Taal en Tongval–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 102]
[p. 102]

Artikelen

Aerts, J. e.a.: ‘Nederlands’. Een poging tot opheldering (verklaring, ondertekend dr. Aerts, Asselbergs, enz.). 18 145
Alberts, W.J.: Korte Inleiding tot de Geschiedenis van Oost-Nederland 15 132
Anrooij, W. van en C. Van Bree: ‘Op’ in plaats van ‘in’ je overhemd naar buiten gaan 40 35
Apenhorst, G.J.: werkzaamheden wat betreft het ‘stimuleringsplan’ van de Chr. School Op 't Zand en het Kleuterbastion te Bredevoort 34 89
Bach, A.: In eigener Sache 4 182
Baert, M.A. en A. Demeersman: Gaan Vlamingen altijd gaan dansen? 33 5
Bakel, J. van: Een impasse in het dialect van Nuenen 11 24
Bakel, J. van: Het Kuipersvak 12 4
Bakel, J. van: Dialectfossielen 13 13
Bakel, J. van: Beloken Pasen 14 97
Bakkes, P.J.A.: Verhollandsing van klanken en vormen in het middenlimburgs uit de streek tussen Roermond en Echt 19 153
Bakx, Th.: De klinkers van het Steenbergse dialect 12 149
Bakx, Th.: Enkele opmerkingen over de medeklinkers in het Steenbergs dialect 13 19
Beele, W.: Grasduinend in Jeroom Leuridans ‘Soldatentaal’ 40 15
Beele, W.: Nog eens Jeroom Leuridans ‘Soldatentaal’ 41 86
Belemans, R., J. Kruijsen, J. Van Keymeulen: Gebiedsindeling van de zuidelijk-Nederlandse dialecten 50 25
Berg, B. van den: De conjugatie van het praesens in de Noordnederlandse dialecten 1 6
Berg, B. van den: De plaats van het hulpwerkwoord in de voltooide tijden in de Nederlandse bijzin 1 155
Berg, B. van den: Woorden voor ‘zoenen’ 4 59
Berg, B. van den: Hollands ‘nouw’ = ‘nieuw’? 5 176
Berg, B. van den: De ‘ie’ van ‘bedierf’, ‘stierf’, ‘wierf’, ‘wierp’ en ‘zwierf’ 9 75
Berg, B. van den: Enkele gegevens betreffende de Haarlemse volkstaal in vroegere eeuwen 13 196

[pagina 103]
[p. 103]

Berg, B. van den: ‘Tesselse Kees’ 21 250
Berg, B. van den: De morfonologische regels over de vorming van het verkleinwoord in het dialect van de stad Utrecht 27 95
Berg, R. van den: Baggertaal op drift: Enige aspekten van dialektverandering in het Sliedrechts 36 55
Berghe, G. van den: Het subject pronomen van de 2e persoon pluralis, enclise 3 109
Berns, J.B.: Snaar, snaarstok 21 104
Berns, J.B.: Oud versleten paard 22 59
Berns, J.B.: Repen en Strepen - Stropen en ropen 24 173
Berns, J.B.: Semantica Brabantica 2 - Zoei 25 131
Berns, J.B.: Wie is de bloemen gaan gieten? 27 7
Berns, J.B.: Semantica Brabantica 3 - Stapel 27 121
Berns, J.B.: De dialectologenconferentie 28 67
Berns, J.B.: De rnd en het woordgeografisch onderzoek 28 59
Berns, J.B.: Gelderland dialectologisch 32 229
Berns, J.B.: Oost-Gelderland en het zuiden 34 45
Berns, J.B.: Het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten 34 156
Berns, J.B.: Cooperculum en deksel. Een ‘calque linguistique’ 35 5
Berns, J.B.: Dialectografie 37 79
Berns, J.B.: Zeeuwse regioboeken 38 83
Berns, J.B.: Rijnlandse Dialectologie 39 112
Berns, J.B.: De taalatlas van het Nederlands en het Fries. Evaluatie en perspectief 40 99
Berns, J.B.: Resten van een taal. De Joodse elementen in de Limburgse slagersvaktaal 46 57
Berns, J.B.: Dialectwoordenboeken 48 163
Berns, J.B.: Een merkwaardig taalmonument: de Bulla ‘Ineffabilis’ 49 1
Berns, J.B.: en H. Daller: Grensoverschrijdend dialectgebruik in Nederlands-Duits taalcontact 44 27
Berteloot, A.: Werden - warden - worden: een Middelnederlandse chaos? 37 55
Bezoen, H.L.: Een nieuwe Gallée 1 62
Bezooijen, R. van: De samenhang tussen stemkenmerken: een vergelijking tussen Amsterdam en Nijmegen 37 3
Billen, R.: ABN, invloed op het St.-Truidens 11 71
Blancquaert, E.: Opdorpiana II, Invoeging van d in zinsverband 3 13
Blancquaert, E.: Opdorpiana IV. Een moderne dialecttekst 7 27
Blancquaert, E.: Opdorpiana V. Woordenschat van het Boogschieten 11 108

[pagina 104]
[p. 104]

Blancquaert, E.: Opdorpiana VII: Kat en hond 13 56
Blok, D.P.: De oprit van de dijk 9 198
Blok, D.P.: Nogmaals Aam en Eem 11 13
Blok, D.P.: De namen op -rlo (-rler) in Zuidoostelijk Nederland 23 64
Blok, D.P.: Jo Daan als dialectologe 27 1
Blom, Elma en Eric Hoekstra: IPP en Werkwoordsvolgorde in het Achterhoeks 48 72
Boersma, J. en H.T.J. Miedema: De Friese vogelnaam skraits jager 28 45
Boets, H. en G. De Schutter: Verstaanbaarheid en appreciatie. Nederlandse dialecten uit België zoals inwoners van Duffel die ervaren 29 156
Boileau, A.: Achttiende-eeuwse schrijftaal in het hertogdom Limburg 16 55
Boileau, A.: Luxemburgse dialectgeografie 17 88
Bont, A.P. de: Een ‘duister’ woord 7 25
Bont, A.P. de: Een dialectgeografische verkenningstocht door Noord-Brabant (met een kaart) 12 108
Bos, C.L.: Nasalering in de Hoeksche Waard 31 71
Bougard, P. en M. Gysseling: Nederlandse teksten uit Polinchove (Pas-de-Calais) 23 98
Bouwmans, O.P.M., A.H.G. Schaars, en A. Weijnen: Geroepen 24 24
Bree, C. van: De vormen van ‘gezegd’ 21 15
Bree, C. van: Vlaardingse woorden 46 33
Bree, C. van: De vreemde eenvoud van het Gotisch 47 96
Brok, H.: De varende vrouw en de barende vrouw 25 106
Brok, H.: Is Syldavisch Slavisch? 27 14
Brok, H.: Het verzamelen en interpreteren van de volksnamen van planten 31 41
Brok, H.: De benamingen van de mannelijke en vrouwelijke hennep (cannabis sativa mas/Foemina L.) 36 101
Brouwer, J.H.: De ontwikkeling van de dialectstudie in Friesland 12 3
Brouwer, J.H.: Boai, poai en poalle yn it Nijfrisk 16 65
Bruin, M.P. de: Het kroonjaar van de Zeeuwse Vereniging voor Dialectonderzoek 31 110
Buiskool, H.E.: Schrijfwijze van breuken en gemengde getallen 6 57
Buiskool, H.E.: Bahuvrihi en de zwakke adjectiefflexie 13 63

[pagina 105]
[p. 105]

Buma, W.J.: De geschiedenis van het woord ‘kreen’ (met een kaart) 12 61
Burgers, J.W.J.: Enkele nieuwe aanvullingen op het ‘Corpus-Gysseling’ 45 184
Buwalda, H.S. en Miedema, H.T.J.: Uit en over Friese dialectteksten 12 34
Cajot, J.: De rijksgrens tussen beide Limburgen als taalgrens 29 37
Callewaert, P.: De verkleinwoorden in het Kortrijks 15 45
Callewaert, P.: De dialecticiteit van het Kortrijks 17 191
Carnoy, A.: De naam der Menapiërs 6 59
Carnoy, A.: Het Kersouwken 11 7
Caron, W.J.H.: Quid expectamus nunc? 6 62
Caron, W.J.H.: Historische verwijzingen inzake uitspraak 7 97
Caron, W.J.H.: Koning en gevolg 11 117
Caron, W.J.H.: Drijmael Buijtlens t'achter... 21 108
Ceelen, F.: Klimop (Hedera Felix) 10 16
Claes, F.: Molentermen in zestiende-eeuwse woordenboeken 34 166
Claes, F.: Bijzinsvolgorde in oude Diesterse teksten 44 67
Cleemput, J. van: De accentuatie in het martyrologium van Grimbergen 6 152
Cleemput, J. van: De spelling van de v-klank in oudwestvlaamse oorkonden 6 183
Cleemput, J. van: Zin en betekenis van de dubbele acutus in diplomatische bronnen uit de Onl. en vroeg-Mnl. periode 7 143
Cleemput, J. van: Zin en betekenis van de dubbele acutus in diplomatische bronnen uit de Onl. en vroeg-Mnl. periode II. Interpretatie van het materiaal 8 60
Clyne, M.: Iets over het Nederlands in Australië 25 14
Coetsem, F. van: De semantische ontwikkeling van de Vlaamse uitdrukking: ‘van den alf geleed zijn’ 1 20
Coetsem, F. van: Hoe de Fransen onze g horen 3 32
Coetsem, F. van: Het suffix -erse in het Geraardsbergse dialect 11 253
Coetsem, F. van: en O. Leys: Structurele beschouwing van de nasaliteit in een Oost- en Westvlaams dialect 16 165
Coetsem, F. van: Enkele beschouwingen over transcriptiemethodes bij vergelijking van dialectoptekeningen in het Zuid-Oostvlaamse gebied 17 63

[pagina 106]
[p. 106]

Coetsem, F. van: Enkele opmerkingen over de kwestie van de sequentiële relatie 21 245
Commandeur, P.N.M.: Het ontstaan van het moderne Amsterdams (1) 40 159
Commandeur, P.N.M.: Het ontstaan van het moderne Amsterdams (2) 41 1
Cornelissen, Georg: Taal en onderwijs in Noord-Limburg in de Franse tijd (1794-1814) 50 43
Couvreur, W.: Nederlandse en Franse woorden in een Liviuscommentaar van Justus Lipsius 6 67
Couvreur, W.: Een onbekend achttiende-eeuws Antwerps woord: Calbos ‘militaire gevangenis, kerker’ 16 60
Couvreur, W.: Een Nederlandse brief van Jan des Roches aan Frans Mols en Jan Grangé 23 68
Couvreur, W.: Antwerpse vestingbouwkundige terminologie van de 16de eeuw 35 13
Cuvelier, J.: Het futurum met werden in het middelnederlands 11 16
Daan, J.: Wat is een hereboer? 1 3
Daan, J.: Sk en sch 1 166
Daan, J.: Woord en zaak 2 1
Daan, J.: Nogmaals: Een nieuwe Gallée 2 60
Daan, J.: Zuidhollands-Utrechts woordconservatisme? 4 22
Daan, J.: Schoof en garf 4 164
Daan, J.: Aalsmeerders baanbrekers 5 55
Daan, J.: De prof groef een put 6 70
Daan, J.: De Amsterdamse olievlek 7 120
Daan, J.: Echo's van Markelo 8 13
Daan, J.: Noordhollandse dialecten 8 113
Daan, J.: Drie Waterlandse dialecten 8 166
Daan, J.: Het misverstand als taalvormende factor 9 133
Daan, J.: Het misverstand als taalvormende factor (erratum) 9 189
Daan, J.: De streektalen in de branding 10 32
Daan, J.: Boeren-Haarlems op de keper beschouwd 10 54
Daan, J.: Onderwijzer en dialect 11 1
Daan, J.: Het Zandvoorts 11 18
Daan, J.: Dat ik uit school kwam... 11 121
Daan, J.: De geluidsopname in dienst van de taalkunde 13 2
Daan, J.: Lekkerkerks uit de 18e eeuw 13 67
Daan, J.: Klinkerfonemen van het Nederlands, vroeger, nu, straks 18 164
Daan, J.: Een Westvlaams schaap 20 128

[pagina 107]
[p. 107]

Daan, J.: Ons oude huis 21 112
Daan, J.: Taalkaart en computer 22 192
Daan, J.: Verschuiven van isoglossen 23 77
Daan, J.: De rnd en de anko 28 19
Daan, J.: U en je 30 50
Daan, J.: Roet 33 15
Daan, J.: Inleiding 34 1
Daan, J.: Oost-Gelderland en het Westen 34 54
Daan, J.: Traantjes- van vreugde 35 9
Daan, J.: Dialektwoordenboeken en hun doelgroepen 40 14
Daan, J.: Taal, sexe en genus 41 160
Daan, J.: Het Belgisch labyrint 41 166
Daan, J.: Wat is een dialect? 44 156
Daan, J.: Dialectologie in beweging 47 103
Daan, J.: en G. Winnen: Schort in de Nederlandse dialecten 6 37
Daems, W.F.: Nogmaals vriesewonde 7 67
Daller, H. en J.B. Berns: Nederlands en Duits grensoverschrijdend dialectgebruik. De afstand tussen dialect en standaardtaal 46 47
Damsteegt, B.C.: Hoofts brief aan juffrouwe Van Crombalgh (6 juli 1624) 21 115
Damsteegt, B.C.: Enkel of dubbel medeklinkerteken? 23 80
Damsteegt, B.C.: De woordgroep van de moedigste in ‘'Tspoock te Muyden’ 35 20
Debrabandere, F.: Sperziebonen 21 57
Debrabandere, F.: Westvlaams en Algemeen Nederlands 23 88
Debrabandere, F.: Oostendse lapkoes 28 64
Debrabandere, F.: Het woord wijngaardsnijde 30 186
Debrabandere, F.: Gruis en greis 35 25
Debrabandere, F.: Westvaams Kerpenten 35 217
Debrabandere, F.: Plankier en Plankijs 40 173
Debrabandere, F.: Schabouwelijk 43 97
Debrabandere, F.: De n-apocope in het Kortrijks 49 139
Deelbrouck, G.: ‘Zuidnederlands’ en Van Dale 11 76
Demeulemeester, F.: Assimilatie van stemloze explosieven en frikatieven voor b en d 14 20
Deprez, K. en G. Geerts: Lexicale variabelen met een (+ Frans)-variant in Brabant 30 5

[pagina 108]
[p. 108]

Deprez, K. en G. Geerts: en G. de Schutter en R. de Remiens: Stadsantwerps vs. Plattelandsantwerps vs. AN. Een tweede attitudeonderzoek in Antwerpen 35 166
Devos, M.: Batte een oud Romaans leenwoord  
Devos, M.: Westvlaamse expansie?  
Devos, M.: Toponiemen en historisch lexicologisch onderzoek 32 225
Devos, M.: en H. Ryckeboer: [Woordenboek van de Vlaamse dialekten. Opzet en stand van het onderzoek] (ongetiteld, in de rubriek: ‘Kroniek’) 25 180
Devos, M.: en H. Ryckeboer: Het ‘Woordenboek van de Vlaamse Dialecten -een terreinverkenning met voorproef 27 131
Devos, M.: en H. Ryckeboer: Het ‘Woordenboek van de Vlaamse dialekten’, een terreinverkenning met voorproef (slot) 28 49
Devos, M.: en W. Vandeweghe: Res-reis-vormen in de Zuidnederlandse dialekten 33 38
  34 133
Dewulf, H., J. Van Keymeulen en F. Verstraete: Westvlaamse expansie en standaardizering: een sociolinguistische benadering 33 52
D'Haene, P.: De namen van de UI in de Zuidnederlandse dialecten 2 10
Dibbets, G.R.W.: The coniugations in Englishe and Netherdutche van Thomas Basson 21 128
Dibbets, G.R.W.: Nogmaals Bassons coniugations 22 149
Dibbets, G.R.W.: Rond Le Mayres the Dutch Schoolemaster (Londen 1606) 23 3
Dibbets, G.R.W.: J.A. Alberdingk Thijm als beschrijver van het Amsterdams 24 143
Dibbets, G.R.W.: Koning en gevolg vervolgd 30 91
Dominicus, F.C.: Oude Zuidbevelandse woorden 14 175
Donicie, A.: Korte inleiding tot het spinverhaal ‘Anansi nanga Tiegri’ 3 148
Donicie, A.: Het Neger-Engels van Suriname: Overzicht van de spellinggeschiedenis van het Surinaams 3 156
Donicie, A.: Kanttekeningen bij ‘De klanken van het Neger-Engels’ 5 4
Doorn, Th.H. van: Van Narcissus ende Echo, een vergelijking tussen twee versies 21 255
Draye, H.: De wetenschappelijke vaststelling van de Vlaams-Waalse taalgrens 6 79
Draye, H.: Taalwetenschap en taalrecht 11 134

[pagina 109]
[p. 109]

Draye, H.: Taalgrensonderzoek en taalpolitiek 16 82
Draye, H.: Willem Pée en het taalgrensonderzoek 35 46
Draye, L.: Brauw: een puzzel uit het wnt 33 179
Driessen, Geert en Virgie Withagen: Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone basisschoolleerlingen 50 2
Dupont, J.: Bakkersbrasem. De gebraden haan uithangen 3 67
Dupont, J.: Violen laten zorgen (treuren) of over het ‘Mesje van Jantje’ in de semantiek 3 97
Dupont, J.: Op zijn(en) poot spelen, zijn equivalenten en enkele pijp- en klompgezegden 4 1
Dupont, J.: Over enige gevallen van ie > i bij homoniem-verwisseling 6 83
Durme, L. van: Straterlant 35 123
Durme, L. van: Steenontginning en steengroeven in de Zuidelijke Nederlanden. Een toponymische verkenning 48 60
Eerzamen, F. den: Dijk en dialect in Goeree 5 169
Eickmans, H.: Mogelijkheden en grenzen in de automatische vervaardiging van taalkaarten 33 161
Elemans, J.: Zestig bloemen 21 134
Elslander, A. van: Bij een afkorting in de Hadewych handschriften 6 155
Elslander, A. van: (naschrift bij artikel van J. van Mierlo) 7 45
Elslander, A. van De werken van Hadewijch en het ‘Middelnederlands Woordenboek’ 9 30
Ende, R.H.L. van den: Kommie uit Rotterdam dan? Enkele aspecten van het Rotterdams. 37 165
Endepols, H.J.E.: De genus -n in het Maastrichts 1 170
Endepols, H.J.E.: De n na ‘toonloze’ vocaal in het Maastrichts, verbindings n of n rediviva? 1 105
Endepols, H.J.E.: Maastrichtse n-apokope voor een neutrum 2 40
Entjes, H.: Schakel van een ketting en de Niederdeutsche Wortatlas 14 150
Entjes, H.: Streektaal en streekliteratuur 15 36
Entjes, H.: Streektaalliteratuur in Oost-Nederland 16 3
Entjes, H.: Oorspronkelijk korte vocalen in Overijsel en de Gelderse Achterhoek 16 90
Entjes, H.: Na meer dan vijftig jaar 28 104
Entjes, H.: Nederlands en Gronings in Sauwerd 29 142

[pagina 110]
[p. 110]

Entjes, H.: Bij een streektaalgedicht van Johanna van Buren. Herhaald woordgebruik als stilistische ontsporing? 33 63
Entjes, H.: Doedijnen in Oostnederlandse dialekten 35 53
Es, G.A. van: De oorworm in het Friese en Saksische taalgebied van Nederland 6 159
Es, G.A. van: ‘Hier’ en ‘daar’ in de Saksische volkstalen 9 44
Eylenbosch, E.: Benamingen voor ‘de hooizolder’ in West-Brabant en aangrenzend Oost-Vlaanderen 10 39
Eylenbosch, E.: Benamingen voor ‘de steel van een dorsvlegel’ in West-Brabant en aangrenzend Oost-Vlaanderen 10 115
Eylenbosch, E.: Benamingen voor ‘de hak om aardappelen aan te aarden’ in West-Brabant en aangrenzend Oost-Vlaanderen 10 157
Eylenbosch, E.: Uit de volkstaal van het Payottenland 12 168
Eylenbosch, E.: De aftocht van aardveil voor klimop in Zuid-West-Brabant 16 95
Eylenbosch, E.: Nog eens ‘Duitsketel’ alias ‘Doe(t)s’ 19 15
Eylenbosch, E.: Een etymologie voor kleijas ‘mutsaard takkenbos’?  
Eylenbosch, E.: en E. Goossens: De wagenmaker in het Nederlandse taalgebied 19 95
Fagot, D.: Een dialectisch getinte tekst uit de 17de eeuw 8 122
Fast, P.: De vorming van inwonersnamen in de dialecten 41 143
Feitsma, A.: Democratie en Etymologie bij J.D. Michaelis en J.H. Halbertsma 47 111
Florijn, A.: Chomsky bij Nuijtens 29 67
Florijn, A.: Opmerkingen over ‘Friese taalideologie’ met repliek 1 en 2 29 191
Florijn, A.: Pietersens Friese taalideologie een poging tot herinterpretatie 30 82
Foerste, W.: Haaiman 11 138
Fokkema, K.: Uit het Schiermonnikoogs 6 87
Fokkema, K.: Het Friese suffix -ens bij abstracta 9 194
Fokkema, K.: De taal van een Bildtboer omstreeks 1600 11 154
Fokkema, K.: Taalverhoudingen in Leeuwarden 12 24
Forceville, G.: Uit de wordingsgeschiedenis van het Westvlaams Idioticon 15 12
Francken, M.J.: Voeten in aarde. Enige dialectwaarnemingen in de eerste helft der negentiende eeuw 16 198
Francken, M.J.: Voeten in (de) aarde 27 30
Frings, Th.: Nederlands en Nederduits 15 4

[pagina 111]
[p. 111]

Frings, Th.: H-Pronomina, eine Ingwäonische Welle 16 100
Geelen, E. en K. De Bot: Dialectverlies op individueel niveau 38 172
Geeraerts, Dirk en Anja Cappelle: Kennisrelatieve taalattitudes 47 125
Geerars, C.M.: Een 18e-eeuwse tegenstander van ‘spitsvinnige letterdwingelanden’ 21 137
Geerts, G.: De standardisering van het Nederlands in de 17de eeuw 28 59
Geerts, G.: en J. Nootens en J. van den Broeck: Opinies van Vlamingen over dialect en standaardtaal 29 98
Geirnaert, Noël en Marijke Mooijaart: Een onbekende middelnederlandse oorkonde uit 1265 van de schepenen van het Brugse vrije 44 71
Gerbenzon, P.: Enige opmerkingen over het voorkomen van riocht naast riucht in de Oudfriese oorkonden (met 2 figuren en een kaart) 12 71
Ghijsen, H.C.M.: Zeeuwse woorden en wendingen bij Elisabeth Wolff-Bekker 11 161
Ghijsen, H.C.M.: Kenmerken van het Zeeuws accent 14 65
Ghijsen, H.C.M.: Zeeuwse termen, gezien in verband met hun historische achtergrond in de vroege middeleeuwen 21 144
Giesbers, H.: Code switching: dialectverlies en dialectbehoud 38 12
Goeman, A.: Variatie in taal en algemene taalwetenschap 27 35
Goeman, A.: Wat is er voor de Reeks Nederlandse Dialectatlassen gehoord? 28 114
Goeman, A.: De Presensvervoeging in de dialecten van Nederland 44 97
Goeman, A.: en J. Taeldeman: Fonologie en morfologie van de Nederlandse dialecten. Een nieuwe materiaalverzameling en twee nieuwe atlasprojecten 48 38
Goossenaerts, J.: Äsklippel 5 172
Goossenaerts, J.: Iets over enkele uitheemse woorden in het N.-W. van de Kempen 8 79
Goossens, J.: Stoottoon en diftongering van Wgm. î en û in Limburg 8 99
Goossens, J.: Hoe heet een vlegelknuppel in Limburg? 11 21
Goossens, J.: Mondelinge en schriftelijke methode bij het woordgeografisch onderzoek. Een experiment 13 185
Goossens, J.: De benamingen voor de HAM in Belgisch-Limburg 14 167

[pagina 112]
[p. 112]

Goossens, J.: Een tweede Limburgs gerundium 16 103
Goossens, J.: De taak van de Limburgse structuurgeograaf 18 4
Goossens, J.: Proeve van een typologische kaart van de Zuidnederlandse vocaalsystemen 20 9
Goossens, J.: Enkele Limburgse leenwoorden uit de latinitas 21 151
Goossens, J.: Bakker in het Brabants 23 94
Goossens, J.: Het antwoord op twee structuurgeografische vraagjes 27 45
Goossens, J.: Een woordatlas op taalpragmatische grondslag 31 64
Goossens, J.: Kanttekeningen bij de meervoudsvorming van substantieven in het Nederlands en zijn dialecten 33 70
Goossens, J.: De taalatlas van het Zuidoosten van het Nederlandse taalgebied en het Noorden van het Duitse Rijnland 33 145
Goossens, J.: Schets van de meervoudsvorming der substantieven in de Nederlandse dialecten. 39 141
Goossens, J.: Dialecten aan het eind van de twintigste eeuw 46 4
Goossens, J.: Ingweoons Latijn in de mond van Isegrim 47 40
Goossens, L.: Moeten in de Zuidnederlandse hypothetische zin: een gallicisme? 13 5
Goossens, P.: Pronominalia in het land van Maas en Rijn 21 161
Grootaers, L.: Zuidlimburgse sleeptoon en stoottoon in samengestelde woorden. 1 14
Grootaers, L.: Veil ‘klimop’ in Zuid-Nederland 6 89
Gunzburg, N.: Een dode taal herleeft in Israel 16 107
Gussem, A. de: Iets in verband met de verwerving van opake fonologische regels 33 19
Gysseling, M.: Dialectisch getinte teksten uit de 16e eeuw 1 129
Gysseling, M.: Losse beschouwingen over het begin van de Middelnederlandse archieftraditie in Vlaanderen 6 93
Gysseling, M.: Vercoullie en de oude Belgen 9 24
Gysseling, M.: Het huisraad in het bisschoppelijk paleis te Gent in 1587 14 101
Gysseling, M.: De herkomst van het woord ‘week’ 14 145
Gysseling, M.: De Gentse keurenvertaling van circa 1237 15 23
Gysseling, M.: Middelnederlandse en Oudfriese muntnamen op slachte 16 112
Gysseling, M.: Dialectkenmerken van Calais in de 13de eeuw 18 147
Gysseling, M.: Sint ‘Heilig’ 21 11
Gysseling, M.: Substraatinvloed in het Nederlands 33 76
Gysseling, M.: Op zoek naar samenhangen in de oude woordenschat 35 63
Haan, Judith: Umlaut en diminutiefvorming in een Oostgelders dialect 48 18
Haan, Tj.W.R. de: Boeren-Haarlems uit 1732 10 63

[pagina 113]
[p. 113]

Haan, Tj.W.R. de: Lied en Verhaal in Oost-Nederland 15 194
Haegeman, Liliane: Enkele opmerkingen over de analyse van eentwa en het Westvlaams van Guido Gezelle 43 159
Haeringen, C.B. van: Zijn en wezen 6 167
Haeringen, C.B. van: Is tat juist, op tie manier 7 49
Haeringen, C.B. van: ‘Hetwelk doende, enz.’ 13 150
Haeringen, C.B. van: Pronominale aanduiding van karnemelk 21 261
Haeringen, C.B. van: Wat vin je hiervan? 23 161
Haeringen, C.B. van: Diminutiva op terugtocht 27 103
Haeserijn, R.: De pennetwist om het Algemeen Nederlands in België omstreeks 1900 11 84
Haeserijn, R.: De verspreiding van een ingweonisme: de namen op -dei 11 168
Haeserijn, R.: De studie van de Nederlandse vaktalen 16 115
Haeserijn, R.: Enkele 19de-eeuwse menu's in het Nederlands 33 80
Hagen, A.: Benna; een bijdrage tot het probleem van de Keltische woorden in de Germania Romana 21 169
Hagen, A.: Inleiding [Themanummer Dialectverlies - Dialectbehoud] 38 103
Hagen, A.: Gemarkeerdheid van de Belgisch-Nederlandse woordenschat 47 133
Hagen, A.: P. Stijnen en A. Vallen: Standaardcontact en grammaticaliteitsoordelen van dialectprekers 29 178
Heeroma, K.: De Westfaalse expansie 5 20
Heeroma, K.: Het Tessels uur 6 96
Heeroma, K.: Fries ‘murd’ 9 14
Heeroma, K.: Oostnederlands 9 178
Heeroma, K.: Nogmaals hoeshold 10 126
Heeroma, K.: Tussen land en water 11 174
Heeroma, K.: Uieren in het Fries (met 4 kaarten) 12 48
Heeroma, K.: Noord en Zuid 13 70
Heeroma, K.: Ter Inleiding (van het Oost-Nederland-nummer) 15 105
Heeroma, K.: Stratigrafie van de Oostnederlandse Volkstaal 15 143
Heeroma, K.: De geografische Indeling der Oostnederlandse Volkstaal 15 175
Heeroma, K.: De pronominale vorm haar 16 120
Heeroma, K.: De herkomst van het Nederlandse vocalisme 17 162
Heeroma, K.: Dialectologische termen 18 109
Heeroma, K.: De breischiel 21 51
Heeroma, K.: Naschrift 21 71
Heeroma, K.: De representatie van Gm. û in het Oostnoordbrabants 21 177
Heeroma, K.: Structuurgeschiedenis van het Nederlands 22 106

[pagina 114]
[p. 114]

Heeroma, K.: Ui 23 102
Heeroma, K.: Fries en Saksisch in de Nederlanden 24 97
Heikens, H.: Uit het veld vandaan 27 51
Heikens, H.: Een sociolinguistisch opgebouwd corpus Amsterdamse spreektaal 30 36
Heikens, H.: en R. van der Schaaf: Dialecten op de band 22 29
Hellinga, W. Gs.: De waarde van de zg. mengtalen in de West 3 133
Hellinga, W. Gs.: Waarom de ouwe muis-huis-kaart niet zo heel erg trouw is 5 129
Hellinga, W. Gs.: en J. du P. Scholtz: Structuurvergelijking tussen Nederlands en Afrikaans 6 101
Hermesdorf, B.H.D.: Natte en droge ‘licop’ 10 163
Hermkens, H.: Het generasysteem bij G.H. van Breughel 40 47
Heymans, J.G.: Ontfarmicheit, ontfarmherticheit, barmherticheit 21 181
Hinskens, Fr.: Onderzoek van dialectverlies in de lexicale component; enkele kanttekeningen 38 185
Hoebeke, M.: Het Middelnederlands van de Oudenaardse teksten van voor 1300 1 119
Hoebeke, M.: Nog steeds de palatalisatie van Germ. a > e voor gutturaal en labiaal in de Zuidnederlandse dialecten 3 121
Hoebeke, M.: Nog steeds de palatalisatie van Germ. a > e voor r + gutturaal en labiaal in de Zuidnederlandse dialecten 4 63
Hoebeke, M.: Zuidoostvlaams uit de 18de eeuw 6 104
Hoebeke, M.: De vroegste sporen van diftongering in Oudenaardse bronnen 10 49
Hoebeke, M.: Het woord ‘meinsel’ en varianten 14 81
Hoebeke, M.: De vormen van de verba pura met presensvocaal â in de Oudenaardse Middeleeuwse ambtelijke teksten 16 125
Hoebeke, M.: Een Westvlaamse oorkonde in Oudenaards bezit 17 145
Hoebeke, M.: Worden en zijn als hulpwerkwoorden van de lijdende vorm in de Oudenaardse oorkondentaal 23 106
Hoebeke, M.: Enkele fonologische tegenstellingen tussen Oudenaards en Ronses 33 87
Hoebeke, M.: Nog sporen van ‘parasitaire k’ in Zuid-Oost-Vlaanderen 35 67
Hoekstra, Eric: Over de implicaties van enkele morfosyntactische eigenaardigheden in West-Friese dialecten 45 135

[pagina 115]
[p. 115]

Hoekstra, Eric: Positie- en Bewegingsaspect bij Selectie van de Infinitief op -E of -EN in het Westfries en het Fries 46 66
Hoekstra, Eric: Woordvolgorde en het Infinitivus-pro-Participio Effect in het Zaans 46 132
Hoevers, S.: De ui in de Nederlandse dialecten 7 176
Hol, A.R.: Dialect-grenzen in Midden-Gelderland 5 71
Hol, A.R.: Dialect-grenzen in Midden-Gelderland; Rectificatie 5 192
Hol, A.R.: De benamingen van de vlinder in Midden-Nederland 6 107
Hol, A.R.: Het meervoud van het praesens in onze oostelijke dialekten 7 87
Hol, A.R.: Het meervoud van het praesens in onze oostelijke dialekten (vervolg) 7 160
Hol, A.R.: Utrecht een ‘filiaal’ van Brabant? 11 184
Hol, A.R.: De g in hij heeft het en in ik, gij (enkv.), hij en gij (meerv.) doet het en dergelijke ww. vormen 17 32
Hoogendijk, D.W.: Enkele facetten van de Krimpenerwaardse streektaal in relatie tot de Nederlandse standaardtaal 38 33
Hoogerheijde, H.: Onderzoek naar regionale namen van citrusvruchten 31 24
Hoppenbrouwers, C.: Valkenswaard, een stadje met een bekker? 23 201
Hoppenbrouwers, C.: De realisering van Nnl. ui in Zuidoost Noord-Brabant 23 15
Hout, Roeland van: Taalvariatiepatronen in een sociolinguïstisch netwerk 47 149
Humbert, Helga: De kameleontische aard van de Groningse /r/ verklaard vanuit een representationeel perspectief 48 139
Jansen-Sieben, R.: Sinterklaas en andere Sinter-namen 20 104
Janssens, G.: Het Vlaams van Nederlanders 33 97
Janssens, G.: De benamingen van de wildstroper: diachronische en taalgeografische aspecten 41 100
Jongen, R.: Het fonologisch karakter van de Moresnetse sleep- en stoottoon 19 141
Jonkman, R.J.: Practische aspecten van ‘Matched-Guise’-onderzoek in Friesland 41 49
Kaiser, L.: Experimentele dialectwetenschap 11 190
Keulen, W. van: Dialectverenigingen in Oost-Gelderland 34 41
Keymeulen, J. van: Een te weinig gebruikte bibliografie? 35 128
Keymeulen, L.: Konditionering en implikaties van de mouillering in het Hofstaads (0 59) 35 199

[pagina 116]
[p. 116]

Keymeulen, L.: De evolutie van Wgm. au in de Zuidwestbrabantse dialecten 45 1
Keymeulen, L.: en J. Taeldeman: Tussen fonologie en morfologie. De vokaalverkorting in een Brabants dialekt 37 124
Keyser, P. de: Iets over slang-vorming in het Gents 6 75
Keyser, P. de: ‘Palster ende scerpe ontfaen’ 16 68
Kloeke, G.: De ruif 3 1
Kloeke, G.: Enige steekproeven naar aanleiding van de ‘muis’-’huis’-kaart 4 151
Kloeke, G.: en Knegt, A. de: Een aanvulling van de muis-huis-kaart 4 147
Knop, G.: Lexicologische varia 1 59
Knops, U.: Cognitieve en evaluatieve reacties met betrekking tot regionale standaardvariëteiten. Een vergelijking tussen Vlamingen en Nederlanders 36 25 en 117
Koelmans, L.: Over het enklitisch pronomen -en 20 17
Koelmans, L.: Enkele opmerkingen over het dialect van Bruinisse 20 134
Koelmans, L.: Over de plaats van het zinsdeel niet 22 10
Koelmans, L.: Enkele opmerkingen over het gebruik van geen 23 52
Kooiman, K.: Enige opmerkingen over het verleden deelwoord 1 168
Kooiman, K.: Misverstanden door en woordspelingen in dialect 1 173
Kooiman, K.: Opmerkingen over de h en uitweidingen over het suffix -heid 8 150
Kooiman, K.: Apocope van -n in het Zuidhollands 21 77
Kremer, L.: Standaardtaal-interferenties in de woordgeografie aan weerskanten van de Nederlandse oostgrens 30 143
Kremer, L.: Achterhoeks en Westermunsterlands. Overeenkomsten en verschillen 34 60
Krosenbrink, H.: Streektaalliteratuur in Achterhoek en Liemers. Ontwikkeling en problemen 34 2
Kruijsen, Joep: Ontleningen en Taalcontact. Romaanse leenwoorden in Limburgs Haspengouw 48 1
Kapteyn, M. en H. Scholtmeijer: Het Nederlands van jongeren in Oost-Flevoland 50 63
Kruyskamp, C.: Duinkerke of Duinkerken? 13 79
Kuiper, G.: Trivium, taal en tongval 6 111
Kuitert, R.: Romantiek en realiteit 17 1
Lafeber, A.P.M.: Dialect van Gouda 15 68

[pagina 117]
[p. 117]

Lamers, H.: Herkomst en gebruiksklasse van je kan, je zal, je mag; een verkenning 31 1
Langendonck, Willy van: De synchronische status van bijnamen 47 159
Lebbe, Dominique: Schoon Vlaams. Een onderzoek naar syntactische en morfosyntactische aspecten van tussentaal door Ieperlingen gesproken 49 158
Lebrun, Y. en G. Schurmans-Swillen: Verbogen tegenover onverbogen adjectieven in de taal van de Zuidnederlandse dagbladpers 18 175
Leenen, J.: Is volksetymologie volkswetenschap? 1 49
Leenen, J.: Schalie en schalij 3 34
Leenen, J.: Taal of tongval? 3 49
Leenen, J.: Af te schrijven hoofd-relikten? 3 128
Leenen, J.: De taalatlas van het blad gelezen 4 32
Leenen, J.: Een kwarteeuw wetenschappelijk onderzoek in België 4 97
Leenen, J.: De intervokalische d in een Oostlimburgs dialekt 5 58
Leenen, J.: Een Limburgse en Nederlandse uitspraakregel 6 1
Leenen, J.: Teuthonista-overblijfsels in Limburg 6 116
Leenen, J.: De oorsprong van de ‘Limburgse en Nederlandse uitspraakregel’ 7 58
Leenen, J.: Een oud-Maaseiker gedicht 8 149
Leenen, J.: Taalwetenschap en taalpraktijk 11 41
Leenen, J.: Nog: De heftige Herfst 11 194
Leenen, J.: Toneeltaal 14 1
Leenen, J.: Het historisch recht van ‘Kempens’ 15 58
Leenen, J.: Stoottoon en apo- of syncope 16 131
Leenen, J.: Klankrijkdom van de Limburgse tongval 18 19
Leenen, J.: Ver(zuid)brabantsing van (Belgisch) Limburgs Nederlands 21 186
Leenen, J.: Ver(zuid)brabantsing van (Belgisch) Limburgs Nederlands 22 118
Leenen, J.: Panorama van de Limburgse tongval 27 57
Leeuwen, J. van: NieuwFriese breking in fonologische regels 29 28
Leloux, H.L.: Middeleeuws Oostgelders. Een oriënterende verkenning 34 8
Leroy, Mieke: Een nieuwe onbekende Middelnederlandse oorkonde uit 1271 45 203

[pagina 118]
[p. 118]

Leuvensteijn, J.A. van: De werkwoordelijke eindgroep in Gouds taalgebruik uit de 14de en de 16de eeuw 39 1
Leuvensteijn, J.A. van: Naschrift bij H.M. Hermkens: Het generasysteem bij G.H. van Breughel 40 68
Leuvensteijn, J.A. van: De genusclassificatie in het Hollandse Reisjournaal van Jan Martensz. Merens uit 1600 49 145
Liere, W.N.C.G. van: Beter laat dan nooit 24 1
Lindemans, J.: De plaatsnaam Opdorp 6 119
Lindemans, J.: De invloed van het Latijn op onze voornamen 11 200
Loey, A. van: Over de d-syncope in Zuidnederlandse dialecten 4 156
Loey, A. van: Het pronomen ten 6 171
Loey, A. van: Fonologische en dialectgeografische beschouwingen over enkele problemen 12 132
Loey, A. van: Iets over de taal van hs E. van Reinaert I 16 177
Loey, A. van: De naam De Keyn 35 131
Loon, J. van: Waarom heeft het Nederlands geen umlaut op lange vocalen? 47 168
Loon, A. van: Het element -ing in de Westbrabantse toponymie 21 267
Loon, A. van: en A. Wouters: De ouderdom van de taalgrens in het stroomgebied van de Zenne 43 47
Man, L. de: Drie brieven van Leuvense vrouwen uit de 18e eeuw 8 172
Man, L. de: Een Brabantse ‘ambachtsrol’ uit de 14e eeuw 8 15
Man, L. de: Pitheide 8 141
Man, L. de: Een betwiste lakensoort, de ‘esel’, poging tot verklaring 9 39
Marle, J. van: Het Amerikaanse Nederlands: een uitdaging voor nader onderzoek 40 135
Marle, J. van: Oppervlakte-gelijkvormigheid als conditionerende factor bij taalverandering. Iets over de resten van het gerundium in het Middelnederlands en de Nederlandse streektalen 46 14
Mars, F.K.M.: Willen, je wil e.d. 32 83
Mars, F.K.M.: Is De Keyn een tweetalige naam? 35 219
Meertens, P.J.: Een Engelse zwerver in Den Helder 1 75
Meertens, P.J.: Vogelnamen 1 97
Meertens, P.J.: Vogelnamen; II. De wielewaal 2 23
Meertens, P.J.: Kinker over de dialecten 3 33
Meertens, P.J.: Beeldwit 6 121
Meertens, P.J.: Johan Winkler en zijn dialecticon 10 4

[pagina 119]
[p. 119]

Meertens, P.J.: Een Middelburgse dialectbrief uit 1795 12 88
Meertens, P.J.: Een Middelburgse dialectbrief uit 1795; aanvulling 12 167
Meertens, P.J.: De namen van het dwaallicht 13 83
Meertens, P.J.: Vogelnamen. III. De ekster 21 190
Meertens, P.J.: Vogelnamen. IV. De kneu 23 112
Meertens, P.J.: Enkele opmerkingen over het vocalisme van het Zeeuws. II 25 161
Meeus, B.: De discrepantie tussen taalgebruik en taalhouding 32 26
Meeuwesse, K.: Bij een gedicht van Antoon Smoor 21 194
Meijers, P.H.: De perceptie van een vijftal Horster klinkers 18 42
Meinsma, G.L.: Assimilatie en assimilatie-onderzoek 10 107
Michels, L.C.: Cuyk en Wychen 5 1
Michels, L.C.: Aliënismen 6 125
Michels, L.C.: Vermomde toponymie 7 184
Michels, L.C.: Hemelvaart, Drievuldigheid 9 27
Michels, L.C.: Op de grens van copula en hulpwerkwoord 11 206
Michels, L.C.: Vondel in Groningen 13 90
Michels, L.C.: Nescio quis c.a. bij Vondel 21 199
Michels, L.C.: Nationaliteit 23 121
Miedema, H.T.J.: De nieuwfriese ‘breking’ en zijn verspreiding 10 148
Miedema, H.T.J.: Schrijvers in het Schiermonnikoogs 14 125
Miedema, H.T.J.: De ontwikkeling der Oostnederlandse Dialectstudie 15 112
Miedema, H.T.J.: De Venlose Verloren zoon uit de Franse tijd 16 189
Miedema, H.T.J.: De Frankische en Saksische taallagen en de dreigende inflatie in de stratigrafische terminologie 18 100
Miedema, H.T.J.: Nieuwfries ljedder ‘ladder’ en zijn nevenvormen 22 124
Miedema, H.T.J.: Merkwaardige verschuivingen bij het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden jo en dou in de Zuidwesthoek van Friesland 22 183
Miedema, H.T.J.: Fries sneon ‘zaterdag’ en snein ‘zondag’ 23 123
Miedema, H.T.J.: Problemen van het Friese credo 25 33
Miedema, H.T.J.: Heem en kornleger. werf en weer -Het misverstand als taalvormende factor 27 62
Miedema, H.T.J.: Dialectische tegenstellingen in Oudfriese oorkonden 28 21
Miedema, H.T.J.: De reeks Nederlandse Dialectatlassen en het Fries 28  
Miedema, H.T.J.: Fries leaf (ê2) oerlau (Holl. loof) en wurch (Eng. weary), drie woorden voor vermoeid 30 76

[pagina 120]
[p. 120]

Miedema, H.T.J.: Fries triuwe (Oudnoors thrifa) en trytza, twee woorden voor ‘duwen, drukken’ 31 56
Miedema, H.T.J.: De term Westfries en de etymologie van skreppe ‘zich inspannen’ 32 130
Miedema, H.T.J.: Iets over A. Spenter (1926-1977) en de etymologie van Fries slûch ‘slaperig’ en stjûch ‘koppig’ 32 212
Miedema, H.T.J.: Dier ‘duur’ (adj.) lie(d) ‘lieden’ en dergelijke gevallen van ontronding in Zuidwest-Friesland 33 100
Miedema, H.T.J.: van Saksenromantiek naar Westfaals-Oostgelderse grensproblemen 34 80
Miedema, H.T.J.: Het Molkwerums dialect van A. Heeroma's woordenlijst uit 1856 en van een eeuw later 35 72
Miedema, H.T.J.: Fries waar en gewier ‘weergesteldheid’ 37 187
Miedema, H.T.J.: Kenmerken van het uitgestorven Molkwerums dialect en van het Hindeloopens 38 46
Miedema, H.T.J.: Oudfries eyland en âland ‘eiland’ 39 174
Miedema, H.T.J.: Het ontstaan van Fries, Engels, Nederlands en de Noordzeegermaame ontrondingen 40 20
Miedema, H.T.J.: en T.A. Niermeijer: De Molkwerumse woordenlijst van A. Heeroma uit 1856 36 70
Mierlo, J. van: Bij de verklaring van de afkorting R/n 7 43
Minderaa, P.: Beedelmusyk, te Tholouse 13 97
Moerdijk, A.M.: Transitivering van ‘staan’ in Nederlandse dialekten 33 106
Mok, Q.I.M.: Mansen, Joods of Frans? 20 133
Mooijaart, Marijke en Peter van der Heijden: Linguïstische en geografische afstand in dertiende-eeuws Middelnederlands 44 188
Mooijman, E.: Het Lieveheersbeestje in de Germaanse talen 39 21
Moors, J.: Maaseiks 1582 6 130
Moors, J.: Woorden en uitdrukkingen met Vlaams: Vlaming in niet-Romaanse talen 37 149
Moubis, C.: Een oud Beegdens kookboekje 14 37
Münstermann, H.: De vitaliteit van het Maastrichts. Resultaten van een onderzoek naar functionele en structurele aspecten van dialectverlies 38 109
Naarding, J.: Jan Boer, dichter van Groningerland 8 144
Naarding, J.: Van doler en doolmachine 9 36
Naarding, J.: Aam-, eem-namen in Drenthe en elders 10 43
Naarding, J.: Hoeshold 10 80

[pagina 121]
[p. 121]

Naarding, J.: Sociologische dialectgeografie 12 83
Naarding, J.: Enige opmerkingen inzake conservatieve dialecten 13 205
Naarding, J.: Apmoal, apmits, apmet, helpman 14 77
Naarding, J.: Tweetaligheid in Nederland 14 120
Niebaum, Hermann: Stads Gronings uit 1845 47 173
Nieuwenhuizen, J. van den: Een Antwerpse cijnsrol van het 4e kwart der 14e eeuw 10 75
Nijen Twilhaar, J.: Morfonologische aspecten van het Hellendoornse adjectief 37 36
Noordermeer, T.: Hai staot op stoul. Taalgeografisch onderzoek naar de benamingen voor preekstoel 37 71
Nuijtens, E.: Zestig-jarig 21 203
Nuyts, J.: Het Antwerps vocaalsysteem: een synchronische en diachronische schets 41 22
Nuyts, J.: Subjectspronomina en dubbele pronominale constructies in het Antwerps 47 43
Oosterlynck, J.: Distributie van de fonemen in de Nederlandse eenlettergrepige monomorfematische substantieven 14 51
Os, Johan van: De /r/ in het gebied van de Grote Rivieren 48 84
Ostendorf, M.A.F.: Kenmerken van sporttaal 13 169
Ottow-Kolkman, A.: T-deletie na sonanten in Nederlandse dialecten 41 67
Paardekooper, P.C.: Internaatstaal 2 31
Paardekooper, P.C.: Een Fransvlaams-Zeeuwse parallel: ons ‘wij’ 21 211
Paardekooper, P.C.: Van taal naar tekst, van /man/ naar /mEn/ 43 68
Paardekooper, P.C.: Afrikaanse en Nederlandse meervouden op -ings 44 52
Paardekooper, P.C.: En(de)/in/an ‘indien’ enz.: een uniek uitstervingsproces 1 45 50
Paardekooper, P.C.: En(de)/in/an ‘indien’ enz.: een uniek uitstervings proces 2 45 115
Paardekooper, P.C.: U (ond.) ook voor 1600 48 70
Passen, R. van: Praktijk van de straatnaamgeving te Lint 23 169
Pauwels, J.L.: De lijdende vorm in het Aarschots dialect 1 27
Pauwels, J.L.: De stijgende diftongen in het Oosten van Zuid-Brabant 2 18
Pauwels, J.L.: De plaats van vervoegd hulpwerkwoord, verleden deelwoord en infinitief in de Aarschotse bijzin. 1 2 55
Pauwels, J.L.: Dialectische synoniemen van zeer (bijwoord) 3 75
Pauwels, J.L.: Hoofd in relictvormen 3 86
Pauwels, J.L.: Uitdrukkingen met dik - dikte 3 91

[pagina 122]
[p. 122]

Pauwels, J.L.: Klanknabootsende en bewegingschilderende tussenwerpsels en bijwoorden 4 48
Pauwels, J.L.: Boomse maat - Bom(me)se maat 4 84
Pauwels, J.L.: Beest 6 133
Pauwels, J.L.: Naschrift (bij: R. Reniers, Boomse maat) 10 106
Pauwels, J.L.: Naschrift (bij Y. Stoops: Noordnederlands...) 11 61
Pauwels, J.L.: Een slag, een pak slaag (geven) in het Aarschots 11 213
Pauwels, J.L.: Een Aarschotse dialecttekst 13 24
Pauwels, J.L.: Betekenis en gebruik van het woord ‘dik’ in het dialect van Aarschot 13 102
Pauwels, J.L.: Reduplicerende woorden met i/a-wisseling 16 134
Pauwels, J.L.: Naschrift op ‘Het aanwijzend voornaamwoord tees’ 19 138
Pauwels, J.L.: Eind -n na toonloze vocaal in Zuid-Nederland 21 216
Pauwels, J.L.: Fontonten 23 127
Pauwels, J.L.: Het nieuw(e) Nederlands(e) burgerlijk(e) wetboek 27 70
Pauwels, J.L.: Wat is ‘een straatje zonder eind(e)’ 30 188
Pauwels, J.L.: ‘Godweet’ en Wieweet’ als modale adverbia 35 76
Pauwels, J.L.: en Wijer, H.J. van de en Weijnen, A.: De Belgischs en Nederlandse universitaire centra voor Neerlandistiek 10 174
Pée, W.: Het Neger-Engels van Suriname: Bijdragen en beschouwingen 3 130
Pée, W.: (Het Neger-Engels van Suriname:) Vragenlijst Nederlands-Paramaribo. Tekst Surinaams Paramaribo 3 138
Pée, W.: De klanken van het Neger-Engels 3 180
Pée, W.: De stembandokklusief in Zuid-Nederland 6 137
Pée, W.: Een Kempische soldatenbrief uit de Napoleontische tijd 8 162
Pée, W.: Het Colloquium ‘Niederlandistik und Germanistik’ te Leipzig. Verslag 12 95
Pée, W.: Nederlandse klanken bekeken met een Franse bril 13 106
Pée, W.: ‘Olle Kamellen’ 16 138
Pée, W.: Karel de Grote in Vlaanderen 17 99
Pée, W.: ‘Witbikker’ 17 103
Pée, W.: Vat = doodskist 18 114
Pée, W.: Is. Teirlinck, Zuid-oostvlaandersch Idioticon; Aanvullingen en verbeteringen uit het exemplaar van de auteur 19 165
Pée, W.: Een Ronsese kwestie en een averechtse verklaring 20 74
Pée, W.: Aanvullingen en verbeteringen uit het exemplaar van Is. Teirlinck 20 143

[pagina 123]
[p. 123]

Pée, W.: Naschrift bij Yvette Stoops' ‘Wat bedoelen we met “Algemeen Zuidnederlands”?’ 21 75
Pée, W.: De ovenpaal in de ‘Fläming’ of een pleidooi voor gezond verstand en methode 21 219
Pée, W.: Nog eens de ovenpaal in de ‘Fläming’ 22 148
Pée, W.: Blancquaerts reeks Nederlandse dialektatlassen. Een dringende toelichting 23 131
Pée, W.: Omnibussen en woordverklaring 24 113
Pée, W.: Cyriel Buysse en het Westvlaams 25 24
Pée, W.: De riem afleggen - de riemen afgooien 25 122
Pée, W.: A.B.N.-Dialekt -een tegenstelling? 27 78
Pée, W.: en G. Winnen en J. Renson: De benamingen van de doodkist in Noord- en Zuid-Nederland, Wallonië en de aangrenzende gebieden 9 97
Pée, W.: en G. Winnen: Westvlaams maarte en Hagelands maat 11 218
Pée, W.: en W. Gs. Hellinga en A. Donicie: Voorstellen tot een nieuwe systematische spelling van het Surinaams (Neger-Engels) op linguistische grondslag 5 8
Pée, W.: en J. Taeldeman: Nog eens de ‘Intervocalische Tenuisverschuiving in Vlaanderen’ 22 16
Peperstraete, J.: Uit de taal van een Poperingse poester 7 21
Peperstraete, J.: Uit de taal van een Poperingse karton 7 82
Peperstraete, J.: ‘Mijn vlas staat reepsteerte’ 13 16
Pijnenburg, W.: De zondagen in de 13de eeuw 39 54
Pintelon-van Loo, Y.: Een en ander over zinsaccent 16 142
Prooije, L. van: De termen voor onderdelen van het gebintwerk. Verschillen in de terminologie van boeren en timmerlieden in Oost-Gelderland 34 33
Reenen, Pieter van: De Hollandse expansie, gebruiksfrekwenties en het belang van drempelwaarden 43 169
Reenen, Pieter van: en Marleen Rijnvis en Iris van Wijck: Waarom *vijchtech niet bestaat. Over [f] > [x], en sjwa in de telwoorden op -tich / -tech in het 14de-eeuws Middelnederlands 47 179
Reniers, R.: Boomse maat 10 102
Rensink, W.G.: Dialecten op de band 14 184
Reus, Annelies de: Diftongen in het Delfts dialect 43 137
Rhee, F. van der: De i-umlaut in het Oudfries 25 127
Roelandts, K.: Een Boomse tekst van 1850 6 140
Roelandts, K.: Voortonige versterking 11 230

[pagina 124]
[p. 124]

Roelandts, K.: Verkorting van lange vokaal 13 111
Roelandts, K.: Expressieve varianten van anlautkonsonant 16 147
Roelandts, K.: Analogie en pilootvormen 35 79
Roenhorst, I.: Kleuterschool en dialekt 34 85
Rombaut, H.: Een renterol uit het jaar 1264 in het Middelnederlands 40 121
Rombaut, H.: en M. Leroy en G. Declercq: Acht nieuwe teksten in het Middelnederlands uit de 13de eeuw 40 1
Rooij, J. de: I knew you knew he knew 17 105
Rooij, J. de: Met de handen in de zak 19 23
Rooij, J. de: Een beetje te 21 120
Rooij, J. de: Mag ik vandaag mijn rode jurk aan? 27 19
Rooij, J. de: Dubbel Genus II. Een dialectgeograftsche studie met een mislukte poging tot sociolinguistische inbreng 30 105
Rooij, J. de: Ons bruin(e) paard. I 32 3
Rooij, J. de: Ons bruin(e) paard. II 32 109
Rooij, J. de: Het is gisteren beginnen te vriezen 33 23
Rooij, J. de: De toekomst in het Nederlands. I. Over het uitdrukken van de toekomende tijd in standaardtaal en dialect 37 96
Rooij, J. de: De toekomst in het Nederlands. II 38 5
Rooij, J. de: Over hun en hen, en hun 42 107
Rooij, J. de: Regionale variatie in het gebruik van er II 43 18
Rooij, J. de: Regionale variatie in het gebruik van er III 43 113
Rooij, J. de: en V.F. Vanacker: Syntaktische dialektstudies en de Reeks Nederlandse Dialektatlassen 28 141
Roukens, W.: Limburg en zijn dialekten 9 162
Roukens, W.: Het begrip slaan in de Limburgse dialecten 11 237
Ryckeboer, H.: Zoe, pers. vnw. 3e p. vrouwel. enk., een uitstervend relikt 24 67
Ryckeboer, H.: Uit in de Nederlandse dialecten 25 48
Ryckeboer, H.: Over de n-apokope in Frans-Vlaanderen 27 82
Ryckeboer, H.: Het Nederlands van de Franse Westhoek, situatie en situering 29 50
Ryckeboer, H.: Van groepstaal naar stadsdialekt in West-Vlaanderen 33 111
Ryckeboer, H.: Voor te + infinitief. Verkenning naar de dynamiek van een dialectisme 35 83
Ryckeboer, H.: Restanten van het diminutief stapelsuffix -elkijn in de Zuidnederlandse dialecten 47 187
Sassen, A.: Nèèzie ‘Garneersel’ 7 69
Sassen, A.: Een morfologisch regiolectisme uit Groningen 35 10

[pagina 125]
[p. 125]

Schaars, A.H.C.: De indeling van de Oostgelderse dialecten 34 24
Schaars, A.H.C.: Het Woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse Dialecten 34 92
Schatz, H.F.: Tussen standaardtaal en stadsdialekt: de norm van vrouwen 37 23
Schatz, H.F.: De Taal van Emigranten in de Verenigde Staten 39 97
Scholtmeijer, H.: Louise Kaiser als dialectologe 44 1
Scholtmeijer, H.: Het Bunschoten-Spakenburgs te midden van de andere dialecten 48 174
Scholtmeijer, H.: De verspreiding van de sj-uitspraak in Gelderland en Utrecht 49 18
Scholtz, J. du P.: zie W. Hellinga, Gs - J. du P. Scholtz  
Schönfeld, M.: Steeg: tegenstelling van stad en land 10 99
Schouten, M.E.H.: t-Deletie in het Zuiden van de provincie Utrecht 36 162
Schumans, J.: Dialectverlies en dialectbehoud in Sittard 38 160
Schutter, G. de: verbuiging van het onbepaald lidwoord en van een aantal bijvoeglijke woorden in de Zuidnederlandse dialecten 18 71
Schutter, G. de: De representanten van Nederlands ou in de Zuidnederlandse dialekten 20 25
Schutter, G. de: Pronominale problemen in de syntaxis van de Zuidnederlandse dialekten 22 151
Schutter, G. de: Dialektonderzoek en het probleem van de informanten 32 179
Schutter, G. de: Appellatieven in de Nederlandse dialekten 35 27
Schutter, G. de: Woorden kiezen: nieuw en oud in het lexicon van de Nederlandse dialecten in België 39 71
Schutter, G. de: Samenstelling en analytische uitdrukking: ‘pijn in/aan X._ X-pijn’ 43 1
Schutter, G. de: Partitief of kwantitatief ER, of over de verklaring van syntactische variatie 44 15
Schutter, G. de: Voegwoordflexie en pronominale clitisering Waarin Vlaams en Brabants (bijna) elkaars tegengestelden zijn 46 108
Schutter, G. de: Werkwoordvolgorde en het IPP-effect in het Nederlandse taalgebied 47 31
Schutter, G. de: Een notitie over schilders, kunstschilders, schilderaars en kladpotters 47 59
Schutter, G. de: Extrapositie in het Middelnederlands. Proza- en rijmteksten als informatiebron voor syntactisch onderzoek 47 195
Schutter, G. de: De imperatief in de moderne Nederlandse dialecten 49 31

[pagina 126]
[p. 126]

Schutter, G. de: en J. Taeldeman: Studies in /r/ klein. I. /r/ na vocaal in onbetoonde lettergreep 45 155
Seeldraeyers, A.: De evangeliën uit de Hiëronymusvertaling 13 121
Seeldraeyers, A.: Op de wijze van Ajéleth Hassáhan 23 138
Shetter, W.Z.: Brabants dialect in Wisconsin 9 183
Smet, G. de: Kiliaan en Hadrianus Junius. De ‘Libri Animadversorum’ 8 1
Smet, G. de: Oude soldatenbrieven uit het land van Overmaas 18 27
Smith, J.F.: Taalvaardigheid, taalgebruik en taalhouding in Terhorne, een dorp in Friesland 31 72
Soete, J.: Over mannen, mensen en lieden 3 36
Stapelkamp, Chr.: Vijn - Vijm - Vim - Viem 2 44
Stapelkamp, Chr.: Groningse woorden 3 20
Stapelkamp, Chr.: Brantkoorn-Crockezaet-Krok-Hooikrok 3 87
Stapelkamp, Chr.: Nedersaksische plantnamen 4 40
Stapelkamp, Chr.: Oude Nederlandse plantnamen 4 116
Steenhuis, J.F.: De omgangstaal en de literaire taal der Groningers 8 133
Stellmacher, D.: Nederlandse taaloverblijfselen in de woordenschat der streektalen tussen Elbe en Schwarze Elster 23 38
Stevens, A.: Pronominale isomorfen in Belgisch-Limburg. I 1 132
Stevens, A.: Zwaalde, een Zuidoostnederlandse dialektbenaming voor de broodschieter of ovenpaal 5 94
Stevens, A.: De konsonantenverbinding schr- in het Zuiden van Belgisch-Limburg 6 143
Stevens, A.: Intonatieproblemen in en om West-Limburg. I 7 135
Stevens, A.: Van miegelrak tot miezerik of: Intervokalische g voor een mouilleringsfaktor in een Limburgs toponiem 35 95
Stolte, B.H.: Nog eens Nigropullo 21 224
Stoops, Y.: Noordnederlands taalgebruik voor Zuidnederlands taalgevoel 11 55
Stoops, Y.: Een Waals verdediger van de Vlaamse taalstrijders: Victor Delecourt 13 127
Stoops, Y.: Wat bedoelen we met ‘Algemeen Zuidnederlands’? 21 72
Stoops, Y.: Iets over de dubbele ontkenning bij Willem Ogier 23 142
Stoops, Y.: Late attestaties van een pronominaal -s i.p.v. -t in negatieve zinnen 29 69
Stoops, Y.: Nogmaals een straatje zonder eind 31 69
Stoops, Y.: Gelijk als dan 32 66

[pagina 127]
[p. 127]

Stoops, Y.: Van Huygens tot Pée: taalverandering in het Antwerps 35 102
Stoops, Y.: Een Antwerpse aanvulling mismeesterd 38 86
Stroop, J.: Naar aanleiding van de taalkaart ‘Ponderboom’ 19 53
Stroop, J.: Bij het verschijnen van een nieuw dialectwoordenboek 19 121
Stroop, J.: Systeem in gesproken werkwoordsgroepen 20 128
Stroop, J.: In een vergiet verzuipen 21 59
Stroop, J.: Een hoofd-stukje 21 228
Stroop, J.: Bilhamers 27 86
Stroop, J.: De lexicale leemte als verklaringsprincipe 36 1
Stroop, J.: Enclitische verschijnselen in het Westbrabants 39 121
Stroop, J.: Namen, appellatieven en fonologie 45 13
Stroop, J.: Woordmetathesis 47 205
Stutterheim, C.F.P.: Wankele prosodie 16 151
Swanenberg, Jos: Een onderzoek naar de regels van volksnaamgeving, getoetst aan enkele vogelnamen in Zuidnederlandse dialecten 49 61
Swiggers, P.: Nominale derivatie met -es in het Leuvens 36 67
Swiggers, P.: Leuvens tumoet 36 174
Swiggers, P.: Leuvens mismistere 37 205
Swiggers, P.: Een diminutief pronomen: əməkəs 42 159
Taeldeman, J.: Een ‘ontrondingsgebied’ aan de grens tussen Oost- en Westvlaams 20 174
Taeldeman, J.: Over een vermeende kwantiteits- en nasaliteitscorrelatie in enkele Vlaamse dialecten 21 46
Taeldeman, J.: (Middel)westvlaamse Alternatieven 24 9
Taeldeman, J.: Register(s) bij de R.N.D. als materiaalverzameling van klankgeografisch onderzoek 29 1
Taeldeman, J.: Op fonologische verkenning in Zeeuws- Vlaanderen 31 143
Taeldeman, J.: Omtrent ‘Vanacker’ 33 118
Taeldeman, J.: Regelordening-taalverandering en ruimtelijke taalvariatie 34 120
Taeldeman, J.: Over Fijtematrullen en andere benamingen voor de dadel in West- en Frans-Vlaanderen 35 110
Taeldeman, J.: De morfonologie van hoofdtelwoorden in de zuidwestelijke dialekten 36 50
Taeldeman, J.: De rijksgrens een in kracht toenemende dialektgrens 37 82
Taeldeman, J.: Nog een beetje te: ‘Ik zie hem vandaag nog (te) komen’ 38 79
Taeldeman, J.: Ronding en ontronding in het Nederlands en de Nederlandse dialecten. Een verhaal over ‘cultuur’ vs. ‘natuur’ in taal 46 152

[pagina 128]
[p. 128]

Taeldeman, J.: Jan Z'N + nomen. Over een bezitsconstructie in de Vlaamse dialecten 47 220
Tavernier-Vereecken, C.: Iets over de assimilatie van d 6 147
Tavernier-Vereecken, C.: Enige op de Belgische kust gebruikte volksnamen van lagere zeedieren 7 1
Tavernier-Vereecken, C.: Nog: ‘Butertier’ 9 60
Tavernier-Vereecken, C.: Over negatie en expletief en in het Gents dialect 11 245
Tavernier-Vereecken, C.: Zuidndl. Kraaie ‘middenrif van slachtdieren’ en Karwei ‘ingewanden van slachtdieren’ 13 135
Tavernier-Vereecken, C.: Schouw ‘schoorsteen’. Etymologie 14 75
Tavernier-Vereecken, C.: Lancxhenen 20 138
Tavernier-Vereecken, C.: Nogmaals lancxhenen, of Isidoor Teirlinck had gelijk 23 153
Tavernier-Vereecken, C.: Ogen en toenamen 33 123
Teeuw, A.: Over een dialectgeografisch onderzoek in Indonesië 5 145
Teirlinck, H.: Toneeltaal 13 140
Terpstra, L.: Het Nijmeegse uitstralingsgebied van de stemloze f, s, sj en ch 4 101
Theyskens, L.: Perceptiemoeilijkheden bij het gebruik van een taallaboratorium 16 154
Tollenaere, F. de: Varken ‘stoffer’ 6 189
Tollenaere, F. de: Lexicologische en etymologische kanttekeningen bij ‘De slekkentrekkers van Ronse’ 8 49
Tollenaere, F. de: De lexicograaf als dialectoloog en als etymoloog 11 126
Tollenaere, F. de: Naar aanleiding van Zovl. veulie ‘veulen’ 16 76
Tollenaere, F. de: Nogmaals van al/ol + d/t tot [ukt] en [ut] 21 123
Tollenaere, F. de: Bij een volksetymologie van L. Lievevrouw-Coopman. Gents wagelwater ‘jenever’ 36 178
Tollenaere, F. de: De etymologie van staal ‘grondslag van een dijk’ 38 90
Tollenaere, F. de: Het grootste Skandinavische Dialektwoordenboek. Ordbok över Folkmålen i Övre Dalarna 46 74
Tollenaere, F. de: Etymologica: zakken (intrans.). Externe (idg.) of interne (ndl.) etymologie? 48 191
Tummers, P.L.M.: Ruimel en Sipernau 21 233
Ureland, P. Sture: Hoe men zich haast in de Nederlandse en de Westfriese dialekten 32 53
Vaan, Michiel de: ‘Suiker’ in de Limburgse dialecten en de ontwikkeling van Wgm. *u in gesloten syllabe 49 115
Vanacker, V.F.: Over enkele meervoudsvormen van voegwoorden 1 32

[pagina 129]
[p. 129]

Vanacker, V.F.: Over enkele meervoudsvormen van voegwoorden (vervolg) 1 77
Vanacker, V.F.: Over enkele meervoudsvormen van voegwoorden (vervolg en slot) 1 108
Vanacker, V.F.: Over enkele modaliteitschakeringen in het Aalsters 6 149
Vanacker, V.F.: Over enkele vormen van gij in het Aalsters 10 129
Vanacker, V.F.: Tegenstellingen bij een negatiesyntagme in de Zuidnederlandse dialekten 16 41
Vanacker, V.F.: Is het algemeen Zuidnederlands? 16 159
Vanacker, V.F.: Keriole in Frans-Vlaanderen 19 161
Vanacker, V.F.: Zuidnederlands dialektmateriaal op de band en enkele dubbele werkwoordgroepen in te-positie 21 239
Vanacker, V.F.: Is hij de(n) eerste(n) of zijn(en) eerste(n)? 23 155
Vanacker, V.F.: Frans-Vlamingen over hun taal 27 91
Vanacker, V.F.: Geen scheldnaam? 35 116
Vanacker, V.F.: en G. de Schutter: Zuidnederlandse dialekten op de band 19 35
Vandekerckhove, Reinhild: De subjectsvorm van het pronomen van de tweede persoon enkelvoud in de westvlaamse dialecten. Het gebruik van de doffe, volle en dubbelvorm 45 173
Vandeweghe, W.: Verpieterd 35 119
Vangassen, H.: De Mechelse a 6 164
Vangassen, H.: Lexicografische sprokkelingen 9 66
Vangassen, H.: Uit Hasseltse bronnen 13 144
Vangassen, H.: Wig 16 173
Vanrijkel, R.: Enkele fonologische beschouwingen over het Landense a-vocalisme 17 181
Vauterin, L.: De naam Leie en de umlaut 35 133
Vauterin, L.: De umlaut in het Nederlands, een vijf-à-zesde-eeuwse aangelegenheid 44 217
Veen, T. van: De verbreiding van het woord hips (hieps) 20 71
Veen, T. van: Jus, doop stip 30 136
Veen, T. van: Staal een Zuidhollandisme en stalling een Noordhollandisme 37 84
Veen, T. van: Zuidhollandse woorden 40 40
Veering, J.: Het Zuidnederlands taaleigen voor het Noordnederlands taalgevoel 11 48
Ven, M.C.H.J. van de: Taalsociologisch onderzoek ‘Land van Hulst’ 17 101

[pagina 130]
[p. 130]

Venneman, R.J.G.: Welke wijzingen ondergaat het Aalsters dialect? 8 35
Venneman, R.J.G.: Hebben ‘voor’ en ‘achter’ een gevoelsinhoud? 9 85
Verhasselt, J.: Verschillen tussen Noord en Zuid inzake de volgorde hulpwerkwoord hoofdwerkwoord 13 153
Verhasselt, J.: Valse vrienden 23 180
Verhoeven, Jo: Fonetische Kenmerken van Sleep- en Stoottoon in het Dialect van Weert 44 140
Verstegen, V.: D na n en l in een groep Oostlimburgse dialekten 5 164
Verstegen, V.: Maastrichts uit 1790 15 65
Vin, A. de: De (dialect)grenzen van Zeeland (1) 31 194
Vin, A. de: De (dialect)grenzen van Zeeland (2) 32 137
Vink, Leendert de: Structuurverlies in het dialect van Katwijk aan Zee. De dialectontwikkeling binnen het Randstadgebied vergeleken met die daarbuiten 48 103
Visser, M. de: Ik heb er mert an 30 184
Visser, M. de: Voegwoord relatief partikel en persoonsvorm in een dialect 31 222
Vlis, D.A. van der: School en dialekt in de Gelderse Achterhoek 34 80
Voorhoeve, J.: Spellingsmoeilijkheden in het Sranan 9 147
Voortman, B.: De bestendige aanwezigheid van het oude meervoud van zelfstandige naamwoorden in het Gelselaars 41 124
Vossen, A.F.: Het persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon enkelvoud in het Nederweerts 10 131
Vossen, A.F.: Grammatisch geslacht en aanspreekvormen 15 63
Vossen, A.F.: Korte beschrijving van het Nederweerts, vergeleken met een paar aangrenzende dialecten 17 51
Vousten, R., M. Smits en H. Schroen: Dialectverlies en dialectbehoud bij middelbare scholieren in Venray en Deurne 38 146
Vousten, R., Daisy van de Geijn en Theo Bongaerts, Attitudes en het (niet) gebruiken van dialect door in het dialect grootgebrachte jongeren 42 148
Vriendt, S. de: Het aanwijzend voornaamwoord tees 19 129
Vriendt, S. de: Assimilatieverschijnselen in het Brussels 35 40
Vriendt, S. de: Hoe schrijf ik mijn (Brussels) dialect? 47 229
Vries, H. de: Aanval op laag niveau 5 139
Vries, T. de: Relict en Renovatie als welkome variatie 17 158

[pagina 131]
[p. 131]

Vries, T. de: Woordvervorming door affekt in het Urker dialekt 20 55
Vries, T. de: Over werk en woord in een vissersoord 24 136
Vries, T. de: De duivel in het dialect 30 186
Wald, A.: Forensisme en taalverandering 36 143
Walschap, G. en E. Blancquaert: Opdorp 17 15
Webber, Ph.: Pella Dutch mogelijkheden voor sociolinguistisch onderzoek 31 83
Weijnen, A.: Horren? 1 18
Weijnen, A.: Wat is een kuveles? 1 30
Weijnen, A.: Een kerkelijk feest en de datering van een taalverschijnsel 1 46
Weijnen, A.: Een miskend ingvaeonisme 1 73
Weijnen, A.: De namen van de kruisbes in Noord-Brabant 1 113
Weijnen, A.: Noordbrabantse stijgende diphtongen 2 28
Weijnen, A.: De zogenaamde ‘brieven in Bergen op Zoom's dialect’ 3 81
Weijnen, A.: Ooltjensplaats dialectonderzoek 3 105
Weijnen, A.: De studie van de dialectklank verfrist 3 117
Weijnen, A.: Een vergeten verzameling dialect parallelteksten 4 20
Weijnen, A.: Elisabeth Friscus heeft geen dialect willen schrijven 4 44
Weijnen, A.: Ãsklippel 4 46
Weijnen, A.: Vaktaal en dialect 4 86
Weijnen, A.: Romeinse invloed in Noord-Brabant 4 171
Weijnen, A.: De Meierijse verkorting 4 175
Weijnen, A.: Dialectonderzoek uit de Groninger school 5 178
Weijnen, A.: Het Schouws onder de Zeeuwse tongvallen 6 25
Weijnen, A.: Kinderen als proefpersonen 6 174
Weijnen, A.: De oude a 7 12
Weijnen, A.: Stuiptrekkende categorieën van werkwoorden die met ont- beginnen 9 62
Weijnen, A.: Brood 9 190
Weijnen, A.: Klompenmakerstaal 10 167
Weijnen, A.: Het vraagstuk van de oorsprong der stijgende diftongen 11 37
Weijnen, A.: Wijkeigenaardigheden 11 38
Weijnen, A.: Te bed 11 258
Weijnen, A.: Dem Blaauwe 12 178
Weijnen, A.: De Meierijse niet-geronde vormen van de objectsvorm van het persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon meervoud 13 21
Weijnen, A.: De rijkdom van het materiaal van Willems 13 158
Weijnen, A.: Om het Limburgs dialect 18 1

[pagina 132]
[p. 132]

Weijnen, A.: Adaptatie en permanentie 23 184
Weijnen, A.: Darp - derp - dorp 23 189
Weijnen, A.: Crisis in de dialectkunde 27 110
Weijnen, A.: De reeks Nederlandse Dialectatlassen en de Atlas Linguarum Europae (ALE) 28 200
Weijnen, A.: Hiltiken 33 131
Weijnen, A.: panta rhei 34 107
Weijnen, A.: om + localicerend bijwoord 34 163
Weijnen, A.: Quatre-vingt-dix. Carte d'essai de l'Atlas Linguarum Europae 35 136
Weijnen, A.: Bij het verschijnen van het WLD 35 161
Weijnen, A.: Etymologische invallen 1. Westbrabants zaarf ‘vel’ 35 165
Weijnen, A.: Etymologische invallen 2. Kankatig 36 54
Weijnen, A.: Etymologische invallen 3. Tilburgs vaajeg 37 204
Weijnen, A.: Etymologische invallen 4. 38 88
Weijnen, A.: Etymologische invallen 5, 6. 39 109
Weijnen, A.: Etymologische invallen 7, 8. 39 185
Weijnen, A.: De betekenis van de frequentie 45 80
Weijnen, A.: Kennep en Kemp 47 235
Weijnen, A.: en P. Vos e.a.: Rond de werkwijze van de redactie van het WBD 32 90
Weyns, J.: Nog het huisraad van het Gentse bisschoppelijk paleis 1587 15 34
Will, G.: Ben en zijn in de dialecten van Zeeuws-Vlaanderen 46 142
Willems, J.P.: Naschrift bij R. Jongen, ‘het fonologisch karakter van de Moresnetse sleep- en stoottoon’ 20 77
Willemsen, R.: Kleur bekennen 30 179
Willemsen, R.: De groetenisse..... in Zaamslag 40 46
Willemyns, R.: De pit van een peer in de Zuidnederlandse dialecten 18 115
Willemyns, R.: De diftongering van Ogm. ô in het Zuidoosten van West-Vlaanderen 20 66
Willemyns, R.: Wgm. ô in het Middelvlaams: hypothesen en alternatieven 25 150
Willemyns, R.: Attitude en gedrag: de (soms) verhullende rol van cijfers 33 138
Willemyns, R.: Transitie taalverandéring en isoglossen 35 141
Winnen, G.: De ogm. ai voor umlautsfaktor in het Tiens dialect 4 122
Winnen, G.: Hij had liever een bloern horen flueten... 6 176

[pagina 133]
[p. 133]

Winnen, G.: Van *hlêwa- naar li.ðf. Beschouwingen over de kwaliteit van ê en over de tussenstadia en de kronologie van de evolutie ê > i.ð 7 108
Winnen, G.: Over de taaltoestand te Tienen en de ABN-invloed op het Tiens 11 62
Winnen, G.: Enkele Waalse leenwoorden te Goetsenhoven 16 179
Winnen, G.: Waadvogels in de Zuidoostbrabantse toponymie 20 79
Winnen, G.: Bijnamen van Tiense oproerlingen tijdens de Brabantse omwenteling 35 147
Wortmann, F.: Husholt = doodkist 10 121
Woude, G. van der: Standaardtaal en dialekt in Friesland (met een kaart) 12 9
Wynants, A.: Het bepalend lidwoord gðnð/jðnð 24 28
Yans, M.: Over Nederlandse rekeningen van Saint-André, een parochie van de Duitse Orde te Fuik 7 130
Zaalberg, C.A.: Uit blinde liefde tot zijn eige 21 272


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken