Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Taal en Tongval. Jaargang 55 (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van Taal en Tongval. Jaargang 55
Afbeelding van Taal en Tongval. Jaargang 55Toon afbeelding van titelpagina van Taal en Tongval. Jaargang 55

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Taal en Tongval. Jaargang 55

(2003)– [tijdschrift] Taal en Tongval–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 124]
[p. 124]

Cor van Bree & Jeroen van der Hee
Conditioneel al (2)

Abstract

In the second part of this article we discuss the possibilities of the conditional use of al. In general these correspond with the possibilities of als in Standard Dutch. (The first part was published in 2003 themanr 15.)

1. Introductie

In het eerste deel van dit artikel (zie xxx) werd om te beginnen de vraag beantwoord in welke gebieden conditioneel al wordt aangetroffen of werd aangetroffen. Hiervoor was zowel geografisch als historisch onderzoek nodig. Het bleek dat gebieden met conditioneel al naast gebieden met concessief al voorkomen c.q. voorkwamen. Vervolgens werd de vraag beantwoord hoe het te verklaren is dat al zowel conditioneel als concessief voegwoord kan zijn. Conditionaliteit en concessiviteit zijn nauw met elkaar verwant zijn; een overgang van de ene in de andere conceptuele relatie is daarom begrijpelijk. In dit deel komt de vraag aan de orde hoe in een dialect met conditioneel al dit al precies gebruikt wordt en hoe daarin concessiviteit wordt uitgedrukt als al daarvoor niet beschikbaar zou zijn.

2. Gebruiksaspecten

2.1. Algemene vraagstelling

Hoe wordt condioneel al precies gebruikt? Heeft het dezelfde gebruiks-mogelijkheden als het voegwoord als zoals we dat uit de standaardtaal en duidelijke als-dialecten kennen (en dat we voortaan als standaardtalig als zullen aanduiden)? In de (Westlandse) interviews (zie deel 1, 2.1) is daarnaar enig onderzoek verricht. Een andere bron van informatie zijn de Westlandse observaties (zie eveneens deel 1, 2.1) en de informatie van de Westfriese informanten onder wie Siem de Haan (zie deel 1, noot 1).Ga naar voetnoot1 In de volgende

[pagina 125]
[p. 125]

subparagrafen behandelen we een aantal gebruiksaspecten van de conditionele al-zin. Voor een overzicht van het Westlandse interview zie bijlage 1 en 2, voor een overzicht van de/het Westfriese enquête/interview zie bijlage 3.

2.2. Constructionele aspecten

Kan conditioneel al door een bijwoord (van tijd) als telkens, pas en steeds worden voorafgegaan? Mogelijk is zo'n bijwoord zelfs bevorderlijk voor de acceptabiliteit ervan. Al kan daarna namelijk moeilijk als concessief worden opgevat. Bovendien ligt er een minder sterke nadruk op al wat ook bevordelijk voor de acceptatie zou kunnen zijn (vergelijk 2.3). De kwestie is in de Westlandse interviews verwerkt. Het aanbod bestond uit twee zinnen in de eerste en twee zinnen in de tweede acceptabiliteitstest, telkens ingeleid met telkens en met pas (B5, B8, C5, C8).Ga naar voetnoot2 Deze vergelijken we met de zin zonder inleidend bijwoord (voortaan aangeduid als de standaardzin) zoals die eveneens in beide tests werd aangeboden (B3, C3). Verder werd in de contrasttest een zin aangeboden ingeleid met steeds al; deze zin werd gecontrasteerd met een zin met steeds als en een zin met steeds wanneer (D5). De scores van deze al-zin werden vergeleken met de gemiddelde scores van de drie standaardzinnen in deze test (D1, 2 en 4).

De resultaten laten niet een duidelijk beeld zien. Vergelijk de percentages voor telkens al en pas al bij de eerste acceptabiliteitstest (respectievelijk 50 en 66% tegenover 50% bij de standaardzin) en bij de tweede acceptabiliteitstest (respectievelijk 28 en 17% tegenover 39% bij de standaardzin) en de percentages voor steeds al (6% voorkeuren 11% ‘ook mogelijk’ tegenover 8 en 22% bij de standaardzinnen). Er is eerder sprake van dat een inleidend bijwoord het optreden van conditioneel al verhindert dan bevordert. Het is in dit verband interessant dat Pannekeet (1995, 348) opmerkt dat in het Westfries as en niet al gebruikt wordt wanneer het voegwoord door één of meer bijwoordelijke bepalingen voorafgegaan wordt. Voor het Westlands kan echter op grond van de interviewresultaten een dergelijke strenge regel niet worden aangenomen. Ook voor het Westfries is dat twijfelachtig: tegenover zeven informanten die het met Pannekeet zijn, staan er twee die dat niet zijn. Conditioneel al kan dus toch net als standaardtalig als een bijwoord voor zich hebben maar wel minder gemakkelijk. Ook bij D3 in de Westlandse contrasttest werd een zin met alleen al nog door 28% van de in formanten mogelijk geacht.Ga naar voetnoot3

[pagina 126]
[p. 126]

2.3. Pragmatische aspecten

Standaardtalig als kan nadruk krijgen: áls je het maar doet. Is dit ook mogelijk bij conditioneel al? Volgens Pannekeet 1995 (348) is dat in het Westfries niet het geval. Het Westfries gebruikt as wanneer het voegwoord een sterke nadruk krijgt en het heeft ook as wanneer de hele zin met extra nadruk wordt uitgesproken. Vergelijk respectievelijk (10a) en (10b):

(10a) Mooi zô, as je dat den ok maar doene.Ga naar voetnoot4
(10b) Beurt niét, as je dat maar goéd begroipe!

Deze bevinding van Pannekeet wordt door alle Westfriese informanten bevestigd. Volgens de observaties lijkt ook in het Westland al geen nadruk te kunnen krijgen.

2.4. Volgorde-aspecten

Aan een bijzin met concessief al, waarin de persoonsvorm onmiddellijk op al volgt (inversie), kan in de standaardtaal een tweede bijzin met de persoonsvorm voorop nevengeschikt worden. Een andere mogelijkheid is dat de tweede bijzin de volgorde van de hoofdzin aanneemt. Zie (11a) en (11b):

(11a) Al regent het morgen en stormt het daarbij, dan ga ik toch weg.
(11b) Al regent het morgen en het stormt daarbij, dan ga ik toch weg.

Deze variatie is ook mogelijk bij de conditionele bijzin met de persoonsvorm voorop: regent het morgen en stormt het/het stormt...Ga naar voetnoot5

Treffen we deze variatie ook aan bij het conditionele al? Bij de acceptabiliteitstests in de interviews werd door geen enkele informant commentaar geleverd bij de zinnen waarin de bijzin de hoofdzinsvolgorde had (B10 en C10).Ga naar voetnoot6 Bij item 6 van de contrasttest (D6) had 50% voorkeur voor de variant met inversie en 44% voor die met hoofdzinsvolgorde. 17% vond de eerste

[pagina 127]
[p. 127]

variant wel mogelijk, 22% de tweede. In ieder geval blijkt de variatie in kwestie ook bij conditioneel al voor te komen. Bij Pannekeet hebben we over deze volgordevariatie niets kunnen vinden. Volgens zes van de Westfriese informanten komt ze ook in het Westfries voor hoewel één van hen een voorkeur voor de b-versie had. Twee informanten keurden echter alleen de b-versie goed. (Er was één niet-van-toepassinggeval.)Ga naar voetnoot7

2.5. Semantische aspecten

2.5.1 De mogelijkheid van een vooronderstelling of een irrealis

In de interviews zijn alleen zinnen ter beoordeling voorgelegd die een voorwaarde inhielden. Kan er bij conditioneel al ook sprake zijn van een vooronderstelling? Vier van de negen Westfriese informanten kiezen bij zin (12a) voor een vertaling met as (zin 12b):

(12a) Als hij het echt gedaan heeft, dan is het een schurk!
(12b) As ie het echt daan (dein) heb, den is het een skurk!

Ook voor het Westland lijkt in dit geval conditioneel al minder gebruikelijk.

Kan er bij conditioneel al sprake zijn van een irrealis? Ook daarmee zijn in de interviews geen zinnen opgenomen. De Westlandse zin (3e) (hier als (12c) herhaald) kan als een voorbeeld worden beschouwd zij het dat in de bijzin niet de verleden tijd of een omschrijving met zou gebruikt wordt. Bij Van Es (1951, 262 noot 3) vinden we een voorbeeld uit Alphen aan de Rijn, bij Pannekeet (1995, 347) uit Westfriesland. Zie de zinnen (12d) en (12e).

(12c) Zou jij het erg vinden al gaat André mee?
(12d) Al was de meid niet wakker geworden, dan waren ze allemaal verbrand.
(12e) Ik zou 't wel wete al was/waar ik de baas.

Alle Westfriese informanten op één na (er was één niet-van-toepassinggeval) zouden echter in plaats van de laatste zin een zin vormen met vooropgeplaatst as:

(12f) As ik de baas was, den zou ik het wel wete!
[pagina 128]
[p. 128]

2.5.2 De mate van temporaliteit en conditionaliteit

Conditionaliteit en temporaliteit liggen dicht bij elkaar (zie deel 1, noot 10). Per concrete zin kan de mate waarin dat het geval is, verschillen. Voor het gebruik van standaardtalig als of wanneer lijkt dat niets uit te maken. Geldt dat ook voor conditioneel al? De meeste interviewzinnen zijn vooral conditioneel maar er zijn er een paar waarin de temporaliteit wat sterker naar voren komt. Dat geldt voor de beide zinnen die met telkens beginnen (B5 en C5) en voor de zin die met steeds begint (D5), waarin het om een herhaald gebeuren gaat. Daaraan zouden we zeker ook nog kunnen denken bij item 2 van de contrasttest: al gaat de bel, dan zijn we vrij (D2).

We vergelijken de scores van deze items met de totaal-gemiddelden van conditioneel al binnen de tests waarvan ze deel uitmaken. De scores zijn voor B5 50% tegenover 44%, voor C5 28% tegenover 26%, voor D5 6% voorkeur en 11% ‘ook mogelijk’ tegenover respectievelijk 6% en 21% en voor D2 11% voorkeur en 11% ‘ook mogelijk’ eveneens tegenover 6% en 21%. Door de bank genomen blijkt een sterkere mate van temporaliteit voor het optreden van conditioneel al niet bevorderlijk of schadelijk te zijn. Bij Pannekeet (1995, 348-349) vinden we uit zijn eigen materiaal zin (12f) als voorbeeld. Hij heeft ook een aantal voorbeelden uit het werk van de dialectauteur Nel van Laren-Zwuup. Het opmerkelijke daaraan is dat ze alle in de verleden tijd staan en een herhaald gebeuren van vroeger aangeven. Deze zinnen moeten dus als zuiver temporeel worden opgevat. Vergelijk hiervoor zin (12g), die door De Haan met zin (12h) bevestigd wordt:

(12f) Al is 't twaalf uur, den gaat de zoemer.
(12g) Al werd de stapel deer wat houg, den zee moeder...
(12h) Al werd het wat skemerig, den zee Piet: moet het licht niet ers an?

Zin (12g) werd door de meeste overige Westfriese informanten goedgekeurd; één van hen echter zou daarin liever as gebruiken.

Het is ten slotte nog interessant naar een interviewitem te kijken waarin de conditionaliteit heel sterk naar voren komt. Het is het enige item in de contrasttest (D4) waarin het zinvol was ook indien als keuzemogelijkheid aan te bieden. 6% van de informanten had hierbij voorkeur voor al en 33% achtte het ‘ook mogelijk’ tegenover respectievelijk 6% en 21% als totaal gemiddelde. Er was een sterke voorkeur voor indien, nl. 44%, en ook achtte 44% indien mogelijk, maar dit is niet ten koste van al gegaan.

De indruk is dat zinnen met al net als zinnen met als alle nuances van het temporeel-conditionele continuum tot uitdrukking kunnen brengen.

[pagina 129]
[p. 129]

2.5.3 Het gebruik van zou(den)

In een conditionele bijzin kan bij een irrealis in plaats van een verleden tijd ook een omschrijving met zou(den) gebruikt worden. Er is tussen beide mogelijkheden een subtiel betekenisverschil. Vandaar dat we het gebruik van dit hulpwerkwoord in deze paragraaf aan de orde stellen. Het spel van nuances wordt nog subtieler doordat ook in de hoofdzin verleden tijd en omschrijving met zou(den) kunnen afwisselen, wat in totaal vier mogelijkheden oplevert. Zie voor deze mogelijkheden en voor vreemde of zelfs uitgesloten combinaties Nieuwint 1984.

Is zou(den) ook bij conditioneel al mogelijk? De Westlandse zin (12c) laat zien dat zou mogelijk is in een hoofdzin. Ook in de Westfriese zin (12e) staat zou in de hoofdzin. Informatie van De Haan leverde geen aanvullende gegevens op omdat hij in geval van een irrealis (vergelijk 2.5) steeds as gebruikt.Ga naar voetnoot8 In het Westlands wijzen de observaties erop dat zou(den) ook in de bijzin of tegelijk in hoofd- en bijzin mogelijk is:

(12i) al zou er een atoombom vallen, dan gingen we er allemaal aan
(12j) al zou je in de gevangenis zitten, dan zou ik je vrij proberen te krijgen

2.6. De verhouding tot de hoofdzin

Voor Westland maken we gebruik van de zinnen (3b) t/m (3h) uit het eerste deel, hier als (13a) t/m (13g) herhaald (zin (13d) herhaalt ook (12c)). Uit dit materiaal blijkt dat bijzinnen met conditioneel al voorop kunnen staan maar blijkens (13d) ook kunnen volgenGa naar voetnoot9, dat er behalve van een mededeling ook zoals in (13a) en (13d) van een vraag sprake kan zijn, dat een hoofdzin kan ontbreken zoals in (13e) het geval is, en dat in de hoofdzin blijkens (13f) zoals in een Cromazin (zie deel 1, noot 12) het ‘expletieve’ dan kan ontbreken.

(13a) Joost, 9 jaar: Al ben je klaar, moetje dan je handen wassen?
(13b) Wesley, 9 jaar: Al maak jij m'n viskoffer schoon, dan spring ik in de sloot.
(13c) Dennis, 16 jaar: Al leg je vlees op de barbecue, dan moet je het zelf even in de gaten houden.
[pagina 130]
[p. 130]
(13d) Martin, 16 jaar: Zou jij het erg vinden al gaat André mee?
(13e) Martin, 16 jaar: Al houjij nou effe je mond dicht...
(13f) Martin, 16 jaar: Al is mijn mayonaise op, mag jij m'n patat hebben.
(13g) Paul, 19 jaar: Al heb je weer een nieuwe brief gemaakt, dan zou ik 'm wel graag willen zien.Ga naar voetnoot10

De voorbeelden bij Pannekeet (1995, 347 e.v.) bevestigen deze mogelijkheden. Pannekeet maakt echter een kritische noot bij het Cromatype. Hij treft dat nogal eens aan bij de genoemde Nel van Laren-Zwuup. Het doet hem vreemd aan en het is naar zijn ervaring in strijd met het spontaan gesproken Westfries. Alle Westfriese informanten op één na zijn het hierin met hem eens.Ga naar voetnoot11 Hoe dit zij, zinnen met conditioneel al blijken zich zowel in het Westlands als in het Westfries als zinnen met standaardtalig als te gedragen.

3. Conditionaliteit en concessiviteit

Hoe wordt in een dialect met conditioneel al concessiviteit tot uitdrukking gebracht? In de Westlandse interviews werd in de ontlokkingstest twee maal een concessieve bijzin uitgelokt. In 83% van de gevallen werd hierbij gewoon al gebruikt. Het lijkt er dus op dat in het Westlands naast conditioneel al ook concessief al voorkomt. Natuurlijk kan hier, net als bij de keuze van als in het geval van duidelijke conditionaliteit, invloed van de standaardtaal in het spel zijn. Maar het is relevant dat in de beide aangeboden hoofdzinnen het woordje nog staat. Dit woordje, dat met toch vergeleken kan worden, geeft de concessiviteit aan zodat in de bijzin het conditionele al kan worden gebruikt. Of we dit al hier werkelijk overal hebben, is natuurlijk de vraag, gezien het gering aantal keren dat het in de andere nummers gebruikt werd.

Interessant is dat ook zes keer als gebruikt werd (in 17% van de gevallen). Zo'n combinatie van een conditioneel voegwoord plus een concessief bijwoord in de hoofdzin is ook in de standaardtaal mogelijk zoals uit de zinnen (14a) en (14b) blijkt.Ga naar voetnoot12

[pagina 131]
[p. 131]
(14a) Als je me honderd gulden geeft, dan spring ik nog niet over die sloot.
(14b) Als het regent, dan ga ik toch naar het strand.

(Merk op dat we hier bewust de bijzinnen niet met ook als of zelfs al inleiden. Zoals we in deel 1, 3.1 gezien hebben, kan er dan sprake zijn van een uiterst geval waarbij conditionaliteit en concessiviteit dicht bij elkaar liggen.)

Bij duidelijke concessiviteit kan dus in het Westlands als in combinatie met een concessief bijwoord gebruikt worden. Het is mogelijk dat dit als zoals ook het gebruik van als bij de andere interviewitems, op invloed van de standaardtaal berust. De vraag is echter of de invloed van de standaardtaal de enige verklaring is. Als blijkt zo sterk te staan dat we de indruk krijgen dat het vanouds in de al-dialecten naast al in gebruik was. Door de invloed van de standaardtaal kan de positie van als dan in de huidige tijd versterkt zijn. In ieder geval stelt Pannekeet (1995, 348) voor het Westfries vast dat in vergelijkbare gevallen (cursivering van P.) afwisselend al en as worden gebruikt. Hij baseert deze vaststelling op het werk van Van Laren-Zwuup. Nu beschouwt hij haar dialectweergave weliswaar in een ander opzicht als dubieus (vergelijk 2.6) maar hier laat hij een kritische opmerking achterwege zodat we ervan uit mogen gaan dat haar weergave in dit geval overeenkomt met zijn eigen indrukken en intuïties. Die worden weer duidelijk door de Haan en door de reacties van de andere Westfriese informanten bevestigd.Ga naar voetnoot13 Belangrijk in dit verband is ook dat in het Westfries bij nadruk altijd of meestal as gebruikt wordt (zie 2.3) en in het geval van een vooronderstelling of een irrealis een voorkeur voor dit voegwoord bestaat (zie 2.5). Dit laatste zou er echter misschien mee verband kunnen houden dat zinnen met een vooronderstelling of een irrealis meer geschreven dan gesproken taal zijn.

Als we deze gegevens combineren, kunnen we tot de conclusie komen dat in het Westlands en het Westfries beide voegwoorden, al en als, conditioneel kunnen zijn. Concessiviteit kan daarbij altijd, als context en situatie niet duidelijk genoeg zijn, met een concessief bijwoord in de hoofdzin worden uitgedrukt zoals dat ook, in dialect en standaardtaal, mogelijk is bij een niet met een voegwoord ingeleide bijzin:

(13c) Regent het, dan gaat hij toch naar het strand.

Een dialect met conditioneel al ontbeert dus niet een middel om concessiviteit uit te drukken.Ga naar voetnoot14

[pagina 132]
[p. 132]

4. Samenvatting 3Ga naar voetnoot15

Over het algemeen kan op grond van onderzoek in het Westland (interviews en observaties) en in Westfriesland (Pannekeet, informanten) worden vastgesteld dat zinnen met conditioneel al zich gedragen zoals de overeenkomende zinnen met als in de standaardtaal en in als-dialecten. Alleen bij nadruk lijkt als beter te kunnen dan al. Verder bestaat er enige twijfel over het optreden van conditioneel al bij een vooronderstelling of irrealis. Het laatste maakt dat we ook over de combinatie met zou(den) niet zeker zijn.

Naast conditioneel al kan in een al-dialect ook conditioneel als voorkomen. Bij beide voegwoorden kan concessiviteit worden uitgedrukt door een concessief bijwoord in de hoofdzin (toch, nóg of evengoed). Zie voor een (nog enigszins hypothetisch) schematisch overzicht van de mogelijkheden in een al- en in een als-dialect (inclusief het Standaardnederlands) het onderstaande overzicht. (In dit overzicht is de bijzin met de persoonsvorm voorop niet opgenomen.)

Overzicht: contrast al- en als-dialect  
 
  al-dialect als-dialect
conditionaliteit al -
  als als
 
conditionaliteit* al? -
  als als
 
concessiviteit - al
  al...toch... al...toch...
  als... toch... als... toch...
 
(conditionaliteit* = gemarkeerde vormen daarvan: bij nadruk, een vooronderstelling of een irrealis; toch staat hierin voor alle concessieve bijwoorden)

Bibliografie

Nieuwint, P.J.G.M.
  1984 Werkwoordstijden in Nederlandse ‘counterfactuals’. In: De Nieuwe Taalgids 77, 542-555.
 
Pannekeet, J.
  1995 Het Westfries, inventarisatie van dialectkenmerken. Wormerveer, Stichting Uitgeverij Noord-Holland.

[pagina 133]
[p. 133]

Bijlage 1 testzinnen (afleiders zijn weggelaten)

A. Hieronder staat een situatie beschreven, waarin de laatste zin niet volledig is ingevuld. Vul de zin aan met de woorden die tussen haakjes staan.

1.[context] ...dan moetje ze gewoon de toegang weigeren [controleurs, op bezoek]
2.[context] ...dan spring ik nog niet over de sloot [honderd gulden, geven]
3.[context] ...dan krijgt u 20% korting op al onze producten [binnen één week, U, reageren]
4.[context] ...dan betaalt U slechts drie biefstukken [vier biefstukken, bestellen]
5.[context] ...dan nog is het ten strengste verboden om in het bassin te duiken [honderd graden boven nul, is]
6.[context] ...dan is het zwembad geopend [vijftien graden boven nul, is]

 

B. Zou U de zinnen die worden voorgelezen, kunnen gebruiken?

1.Wanneer de tijd er rijp voor is, dan gaat het bedrijf naar de beurs.
2.Als ik zin heb, ik ga op vakantie.
3.Al is het morgen mooi weer, dan ga ik naar het strand.
4.Als we nu niet snel ons eten krijgen, dan gaan we weg.
5.Telkens al verschijnt hij op televisie, dan word ik nerveus
6.Al ben ik jarig en ben ik niet ziek, dan trakteer ik op gebak.
7.Wanneer jij in de problemen komt, sta ik klaar om je te helpen.
8.Pas al heb je drie waarschuwingen gehad, krijg je van je leraar een onvoldoende.
9.Ook al is het slecht weer, dan ga ik toch naar het strand.
10.Al ben ik jarig en ik ben niet ziek, dan trakteer ik op gebak.
11.Ook al vermoord je iemand, dan kom je in de gevangenis.
[pagina 134]
[p. 134]

C. Zou U de volgende zinnen kunnen gebruiken?

1.Wanneer de temperatuur weer stijgt, dan ga ik op vakantie.
2.Als de vogels fluiten, ik ga naar buiten.
3.Al is het morgen mooi weer, dan ga ik naar het strand.
4.Als ik nu niet snel geholpen word, dan ga ik weg.
5.Telkens al hoor ik die stem op televisie, dan word ik weer boos.
6.Al ben ik jarig en regent het niet, dan vier ik het in de tuin.
7.Wanneer jij in de problemen komt, sta ik klaar om je te helpen.
8.Pas al heb je drie waarschuwingen, krijg je een bekeuring.
9.Ook al is het slecht weer, dan ga ik toch naar het strand.
10.Al ben ik jarig en het regent niet, dan vier ik het in de tuin.
11.Ook al beroof je de bank, dan kom je in de gevangenis.

 

D. Welke zin heeft Uw voorkeur voor het normale dagelijkse taalgebruik?

1a.Al heb ik genoeg geld, ga ik op vakantie.
1b.Als ik genoeg geld heb, ga ik op vakantie.
2a.Wanneer de bel gaat, zijn we vrij.
2b.Al gaat de bel, dan zijn we vrij.
2c.Als de bel gaat, zijn we vrij.
3a.Alleen al heb je de joker in je hand, heb je gewonnen.
3b.Alleen als je de joker in je hand hebt, heb je gewonnen.
3c.Alleen wanneer je de joker in je hand hebt, heb je gewonnen.
4a.Al heeft U interesse, dan kunt U solliciteren.
4b.Indien U interesse heeft, dan kunt U solliciteren.
4c.Als U interesse heeft, dan kunt U solliciteren.
[pagina 135]
[p. 135]
5a.Steeds al roept hij mij, dan moet ik mijn werk weer onderbreken.
5b.Steeds als hij mij roept, dan moet ik mijn werk weer onderbreken.
6a.Al wint die kandidaat en hij houdt zich niet aan zijn beloften, dan zeg ik mijn lidmaatschap op
6b.Al wint die kandidaat en hij zich niet aan zijn beloften houdt enz.
6c.Al wint die kandidaat en houdt hij zich niet aan zijn beloften enz.

Bijlage 2 resultaten (tenzij anders aangegeven alleen voor conditioneel al; ‘ook mogelijk’ wordt tussen haakjes vermeld)

Westland: 18 informanten, Leiden: 8 informanten

 

Conditionele zinnen in test A (4):

Westland: 4 × 18 = 72 zinnen Leiden: 4×8 = 32 zinnen
score perc. score perc.
4 5% 0 0%

Concessieve zinnen in test A (2):

Westland: 2 × 18 = 36 zinnen   Leiden: 2 × 8 = 16 zinnen  
  30 63%   16   100%  
  als 6 17%   0   0%  
 
BI   9 50% 0 0% B4   12 66% 0 0%
B2   9 50% 0 0% B5   10 56% 2 25%
B3   2 11% 0 0% B6   ook al 5 28% 1 12%
  al 1 6% 0 0%

[pagina 136]
[p. 136]

C1 7 39% 0 0% C4   3 17% 0 0%
C2 5 28% 1 12% C5   5 28% 0 0%
C3 2 12% 0 0% C6 ook al 4 22% 0 0%
  al 2 11% 0 0%
 
D1a 1 6% 0 0% D5a   1 6% 0 0%
  (4 22% 0 0%)   (2 11% 0 0%
D2b 2 11% 0 0%) D6a   8 44% 2 25%
  (2 11% 0 0%)   (4 22% 3 38%)
D3a 0 0% 0 0% D6b   1 6% 0 0%
  (5 28% 0 0%)   (3 17% 0 0%)
D4a 1 6% 0 0% D6c   9 50% 6 75%
  (6 33% 0 0%)   (3 17% 2 25%)

Bijlage 3: items Westfriese enquête/interview + resultaten

1.Zou de volgende zin (met het woordje pas aan het begin) in het Westfries mogelijk zijn: pas al heb je drie waarskouwinge, (den) kroig je 'n bekeuring. Antwoorden: 7 nee, 2 ja.
2.Vindt U de volgende zinnen goed Westfries: mooi zô, ál je dat den ok maar doene; ‘beurt niét, al je dat maar goéd begroipe! Of zou U liever het woordje as gebruiken? Antwoorden: steeds nee.
3.Hieronder staan twee zinnen die alleen maar van elkaar verschillen in de volgorde van de woorden. Zijn beide zinnen in het Westfries mogelijk of maar één? (a) al is 't murgen mooi weer en waait 't niet al te hard, den gaan ik swumme; (b) al is 't murgen mooi weer en 't waait niet al te hard, den gaan ik swumme. Antwoorden: 6 ja (1x met voorkeur voor b), 2 nee met keuze voor b, 1 n.v.t.
4.Denkt U dat de volgende zin in het Westfries mogelijk is: (a) al heb hai 't dein, den is 't 'n skurk. Antwoorden: 4 nee, 5 ja. En wat denkt U van
[pagina 137]
[p. 137]
een zin als: (b) ik zou 't wel wete al was ik de baas. Antwoorden: 7 nee, 1 ja, 1 n.v.t.
5.Wat vindt U voor het Westfries van een zin als de volgende: al werd de stapel deer wat houg, den zee moeder: 't is nou goed. Antwoorden: 8 ja, 1 nee.
6.Kijkt U naar de volgende zin: al keek je nei de vlampies, werd je al warmerder. Kan deze zin in het Westfries of vindt U dat het moet zijn:..., den werd je al warmerder (dus met den erbij). Antwoorden: 8 nee, 1 ja.
7.Kunt U de volgende zinnen naast elkaar in het Westfries gebruiken: (a) al is 't murgen mooi weer, den gaan ik nei 't strand, en: (b) as 't murgen mooi weer is, den gaan ik nei 't strand. Antwoorden: 4 ja, 3 ja met voorkeur voor b, 2 nee met keuze voor b. En kun je ook naast elkaar zeggen:
(c)al is 't murgen slecht weer, den gaan ik evengoed nei 't strand, en:
(d)as 't murgen slecht weer is, den gaan ik evengoed nei 't strand. Antwoorden: 3 ja, 1 ja met voorkeur voor d, 2 nee met keuze voor d, 3 n.v.t. Zou U in de beide laatste zinnen het woordje EVENGOED (of TOCH) kunnen weggelaten? Antwoorden: 4 nee, 5 n.v.t.

voetnoot1
Verder hebben er nog drie informanten schriftelijk een aantal vragen beantwoord terwijl vijf infonnanten (op 10 juli 2003) een interview is afgenomen. Onder deze informanten waren vijf vrouwen en drie mannen; ze waren allen ouder dan 60 jaar.

voetnoot2
De nummers tussen haakjes verwijzen naar de plaats in het interview. Zie bijlage 1.
voetnoot3
Zowel in de eerste als in de tweede acceptabiliteitstest is ook een zin met ook al aangeboden (B11 en C11). We hebben hierbij geprobeerd de gedachte aan een uiterste geval uit te sluiten: vergelijk ook al vermoord je iemand c.q. ook al beroof je de bank, dan kom je in de gevangenis. Bij een uiterste geval liggen immers conditionaliteit en concessiviteit vlak bij elkaar (zie deel 1, 3). De percentages goedkeuring waren laag (28 en 22%); verder werd al in de eerste zin door 55 en in de tweede door 56 procent van de infonnanten in als (zonder ook) veranderd. Blijkbaar hebben veel informanten toch aan een uiterst geval gedacht en daar moeite mee gehad. Desondanks blijft het opmerkelijk dat ongeveer een kwart van hen met de aangeboden zinnen géén moeite had.

voetnoot4
De zinnen (1) t/m (9) staan in deel 1 van het artikel.

voetnoot5
Ook bij zinnen ingeleid met als treffen we de mogelijkheid van hoofdzinsvolgorde aan: vergelijk als het morgen regent en het waait daarbij ook...
voetnoot6
Helaas zijn de items waarin de bijzin inversie vertoonde (B6 en C6), door een fout in de verwerking onbruikbaar geworden.
voetnoot7
De Haan merkt echter ook op dat in het dialect een constructie zonder nevenschikking in de bijzin gewoner is: as het murgen mooi weer is met niet te veul wind, dan gaan ik swumme (in plaats van:... en er staat niet te veel wind...). Hier raken we aan een feit waarmee we bij onderzoek naar dialectsyntaxis steeds rekening moeten houden, namelijk dat dialect primair gesproken taal is, dus taal zonder al te veel ingewikkelde zinsconstructies.

voetnoot8
Aan de andere Westfriese informanten is de kwestie niet voorgelegd.

voetnoot9
Hier manifesteert zich een verschil met het zinstype waaruit de conditionele al-zin is ontstaan: de bijzin met de persoonsvorm voorop. Vergelijk? ik blijf thuis, regent het. Ook de concessieve al-zin kan trouwens volgen: ik ga erop uit al regent het pijpestelen. Er blijken echter toch zinnen mogelijk te zijn waarin de bijzin met de persoonsvorm voorop achteraan staat. Vergelijk voor het Middelnederlands Van der Horst 1984, paragraaf 6.8. Eén van zijn voorbeeldzinnen zou in modern-Nederlandse vertaling kunnen luiden: nee vriend, het zou verkeerd zijn, wilde u hem ten overstaan van ons allemaal slaan.
voetnoot10
Bij de interviews zijn ook zinnen zonder dan ter beoordeling voorgelegd: B8, C8, D1 en D3. B8, C8 en D3 zijn in dit verband niet zulke geschikte zinnen omdat het onze indruk is dat na hoofdzinnen die met pas of alleen al beginnen, dan al gauw ontbreekt. Dat geldt niet voor D1, met 6% voorkeur voor al en 22% ‘ook mogelijk’. Hier is het echter door een lacune in de verwerking niet meer na te gaan in hoeverre dan toch nog aan een positief antwoord toegevoegd is.
voetnoot11
De Haan acht het denkbaar dat in kleine, wat afgesloten dorpen vooral in vroeger jaren dergelijke uitzonderingen bestonden. Ons inziens is het Cromatype eerder als een jongere variant te beschouwen.

voetnoot12
De Haan gebruikt in een door hem gevormde zin het woord evengoed: as het murgen slecht weer is, den gaan ik evengoed naar het strand.
voetnoot13
Soms spreken die een duidelijke voorkeur voor as uit. Opmerkelijk is dat twee informanten beweren dat al vaker bij jongeren te horen valt.
voetnoot14
In een zin als als het morgen slecht weer is, dan ga ik evengoed naar het strand willen de Westfriese informanten die daarnaar gevraagd is, het woordje evengoed niet weglaten. Dat geldt ook voor de zinsvariant al is het morgen slecht weer, dan ga ik evengoed naar het strand.
voetnoot15
De eerste en de tweede samenvatting bevinden zich in deel 1.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Cor van Bree

  • Jeroen van der Hee


taalkunde

  • Betekenis (semantiek)

  • Zinnen (syntaxis)