Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
De Nieuwe Taalgids. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,78 MB)






Genre
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

De Nieuwe Taalgids. Jaargang 13

(1919)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De

Vorige Volgende

Aankondigingen en mededelingen.

Kanselarijtaal. In het Museum van Julie vestigt G.G. Kloeke de aandacht op een grondige Deense studie over de kanselarijtaal te Lubeck tussen de jaren 1300 en 1470. Terecht acht hij dit boek voorbeeldig om de onderzoekingsmethode, en daardoor ook voor Nederlandse taalstudie van belang. De onderzoeker gaat namelik uit van elke afzonderlike schrijver, en bewijst dat men de taal van de plaatselike bevolking in de stad waar de kanselarij gevestigd was, vooral niet mag verwarren met de taal waarvan de kanselarijschrijvers zich in geschrifte plachten te bedienen. Men moet steeds rekening houden

[p. 316]

met de schrijftraditie van de streek waar de schrijver zijn kunst geleerd heeft.

‘Verplaatst de schrijver zijn werkzaamheid, dan zal zijn schrijftaal ook weer gemodificeerd worden onder invloed van schrijftraditie en dialekt van deze streek.’

Verder moet men bedenken dat veel dokumenten in de kanselarij van de ontvanger werden opgesteld of geconcipieerd. Dat veroorzaakt een overgang van vormen die men vroeger ten onrechte aanzag voor ‘gemengd dialekt’, waarmee naar het heet ‘de ontvanger de afzender in zijn taal eenigszins tegemoet gekomen zou zijn.’

‘Met al dergelijke algemeene en toevallige factoren dient rekening te worden gehouden, wanneer men zich een juist denkbeeld wil maken van de vorming van een bepaalde schrijftraditie. In den beginne treden de dialectvormen nog duidelijk naar voren, doch in de 15de eeuw zijn ze reeds grootendeels afgesleten; meer en meer onderdrukken de schrijvers hun eigen dialectvormen, waardoor de nivelleering dan van lieverlede haar beslag krijgt.’

 

Dokumenten en kleine teksten. In deze reeks (zie blz. 154 van deze jaargang) is een Bloemlezing van lyrische Poëzie verschenen, waarin Dr. G. Kalff, ten bate van het akademies onderwijs, een reeks gedichten uit Nederlandse en buitenlandse letterkunde bijeenbracht (92 blz. Prijs ƒ 1.90).

 

Een vraag. Een Indies lezer schrijft ons: ‘De Nieuwe Taalgids vertelt 't gezelschap dat hij rondleidt - zeker meestal lieden op een studiereis - over 't merk- en wetenswaardige dat hij op zijn tocht ontmoet. Maar zou hij niet nog meer in de smaak van zijn volgers vallen en nog beter aan de eischen die hij zichzelf stelt voldoen, wanneer hij ze ook gelegenheid gaf, zèlf vragen te stellen?

Er is nog zooveel op 't uitgebreid gebied waarover hij ons voert, dat in 't duister blijft en dat hij misschien met een enkele opmerking of aanwijzing zou kunnen doen leven.’

De instelling van een rubriek ‘vraag en antwoord’ ligt buiten onze bedoeling, maar elk verzoek om een bepaald onderwerp in ons tijdschrift te doen behandelen, zullen wij gaarne in overweging nemen, al kan de inwilliging natuurlik niet gewaarborgd worden.


Vorige Volgende

Over het gehele werk

De Nieuwe Taalgids. Jaargang 12

De Nieuwe Taalgids