Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Taalgids. Jaargang 40 (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 40
Afbeelding van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 40Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 40

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.17 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Taalgids. Jaargang 40

(1947)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ter datering van de diphthongering in Noord-Brabant.

In het midden van de veertiende eeuw schijnt de î in Breda nog niet gediphthongeerd geweest te zijn. Hierop wijst de spelling verliede als zwakke verleden-tijdsvorm van het w.w. verlijden in een voor schepenen van Breda verleden acte uit het jaar 1362 die zich bevindt in G.C.A. Juten, Cartularium van het begijnhof te Breda (uitg. v.h. Prov. Gen. van K. en W. in N.Br.).

Een terminus a quo voor de diphthongering leveren echter ij-spellingen voor germ. ai. Als zodanig trof ik aan wijcken = in de week zetten in een 16e eeuwse copie naar een hs. van 1510 in W. Bezemer, Oude rechtsbronnen der stad Breda, 's Gravenhage 1892, 824 en rysse = reis, vroomhyt en fijttelyck in een door Rogier van Leefdael, heer van Deurne in 1660 te 's Hertogenbosch geschreven briefje (H.N. Ouwerling, Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden, Helmond 1933, 131) en herlichyt, goethijt en gedogenthijt in eveneens 17e eeuwse Deurnese texten (Ouwerling a.w. 310). Verder spreken in de 17e eeuwse Deurnese texten schrijfwijzen als mey, sey, hey, weij voor de pronomina (Ouwerling a.w. 309-310) al even duidelijke taal.

De woordengroep schrijn, schrijnwerker, schrijnmaker, die ik met eij en ei gespeld vond o.a. bij Bezemer a.w. 110, 127 en in W.F.H. Oldewelt, Rekeningen van de Illustere Lieve Vrouwe Broederschap (1330-1375) 1925, 20, 48, 93, bewijzen niets daar reeds Franck- Van Wijk 559 ‘opvallende’ diphthongische ‘bijvormen’ van dit woord aanwees.

 

A. Weijnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • A.A. Weijnen


taalkunde

  • Klanken (fonologie)

  • Dialectologie

  • Historische taalkunde