Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Taalgids. Jaargang 54 (1961)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 54
Afbeelding van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 54Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 54

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Taalgids. Jaargang 54

(1961)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 187]
[p. 187]

Uit de tijdschriften

De Gids. Februari. Anton van Duinkerken meent dat in Joseph in Egypten sprake is van een omzetting van ‘het conflict tussen wellust en deugd . . . tot een ongelijke tweestrijd tussen trouw en schijn’. - In de Kroniek van het Proza bespreekt Paul de Wispelaere Het werk van Ivo Michiels. - In de rubriek Nieuwe Boeken constateert H.W. van Tricht in W. Drop, Verbeelding en historie te weinig aandacht voor buitenlandse invloeden op de ontwikkelingsgang van de nederlandse historische roman.

Maart. Piet Calis behandelt in Het schilderij in de keuken (Kroniek van het Proza) het prozawerk van Leo Vroman. - In de rubriek Nieuwe Boeken prijst P.J. Meertens in de dissertatie van A. de Groot, Leven en arbeid van J.H. van der Palm, ‘de wetenschappelijke degelijkheid van dit humane boek’.

 

Het Boek van Nu. Maart. Raymond Brulez in Vlaamse essayisten bespreekt Albert Westerlinck, Wandelen al peinzend en Frank Baur, Albrecht Rodenbach, welke laatste studie een geheel nieuwe kijk op de jonge Rodenbach geeft. - Garmt Stuiveling in Inzicht en Overzicht heeft weliswaar kritiek op vele detalis van H.W. van Tricht, Louis Couperus, maar acht het boek belangrijk ‘in de onomwonden erkenning van zijn (Couperus') anders-zijn.’ - J. Greshoff boudeert naar aanleiding van de uitreiking van literaire prijzen in Aesthetica en Politiek.

 

Maatstaf. Februari. Dit nummer bevat o.m. de teksten der referaten die op 25 en 26 november jl. gehouden zijn op de conferentie gewijd aan de literaire polemiek: inleider Kossmann publiceert De Familie Haman; Anton van Duinkerken, Des duivels; H.A. Gomperts, De functie van de literaire polemiek; Evert Straat, Karakter en peil van de literaire polemiek na de oorlog.

Maart. S. Vestdijk vervolgt zijn Gestalten tegenover mij (VIII).

 

De Nieuwe Stem. Februari. In Een zwetser en de schim van Plato komt Hans Sleutelaar op tegen de kritiek van Wim Gijsen in het vorige nummer met betrekking tot de bloemlezing Met andere woorden.

 

Roeping. Februari. In de Kroniek schrijft Karel Meeuwesse over Huygens en Van Duinkerken n.a.v. de Huygensprijs die Van Duinkerken op 26 november jl. ontvangen heeft. - Harry G.M. Prick bespreekt Un Hollandais au Chat Noir, Souvenirs du Paris littéraire 1880-1883, textes de Frans Erens, choisis et traduits par Pierre Brachin enz. - In de rubriek Nieuwe Boeken prijst F. Sarneel de juiste karakteristiek en situering in de inleiding der Gezelle-bloemlezing Gezelles Ondicht, verzorgd door Bernard Kemp (Vlaamse Pocket 26); Marnix Gijsen, Odysseus achterna (Vlaamse Pocket 10) is C. Verhoeven tegengevallen in zijn ‘gedistingeerd heimwee naar de bakermat van de westerse cultuur’.

Maart. Wim Zaal vraagt nieuwe aandacht voor Anna Maria van Schurman.

 

Forum der Letteren. II, No. 1 (Februari). Op uitnodiging van de redactie hebben G.H. Blanken en Corn. de Deugd een beschouwing gewijd aan de dissertatie van Dr. W. Blok, ‘Verhaal en Lezer’ over Couperus' ‘Van oude mensen’; Blanken, Onderzoek en lezer, slaat het boek van Blok hoog aan als een belangrijke bijdrage tot begrip en waardering van de roman en zijn auteur; De Deugd daarentegen, Verhaal, lezer en literatuurwetenschap, heeft er van zijn

[pagina 188]
[p. 188]

literatuur-theoretisch standpunt weinig goeds van te zeggen. - Onder de boekbesprekingen is er een van het Woordenboek der Zeeuwse dialecten, afl. 1, door P.J. Meertens.

 

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. LXXVII, Afl. 2. De aflevering opent met een artikel van A. Weijnen over De semantische en syntactische problematiek van het dialectwoordenboek, waarin hij de ideologische ordening bepleit, en met enige voorbeelden de grenzen aangeeft tussen woordenboek en grammatica. - C. Kruyskamp behandelt een anoniem boekje van 1658, dat het woord Studentenhaver in zijn titel voert, en na een lange inleiding, met een verzameling korte gedichten en een bruiloftsspel, een uitvoerig gedicht behelst waarin de auteur het opneemt tegen een bestrijder van Descartes. - J.C. Arens zet zijn Studies over nawerkingen van klassieken voort; hij plaatst Six van Chandelier tussen Horatius en David, daarbij met David doelende op de aan het slot kort vermelde psalmberijming van Six; in het Onrijmigh Vreughden-Liedt blijken door Jan van Hout verwerkt te zijn twee oden van Horatius; Philibert van Borsselens debuut: Cento Virgilianus, 1596, was een ‘lappedeken uit Vergilius’. - Boekbeoordelingen o.a.: H.F. Wijnman, Uit de kring van Rembrandt en Vondel (F. Kossmann); A.A. Keersmaekers, De dichter Guilliam van Nieuwelandt (P. Minderaa); J.A. Rispens, De geharnaste dromer: Mr. Johannes Kinker als aestheticus en dichter, en A. de Groot, Leven en arbeid van J.H.v.d. Palm (C. Kruyskamp).

 

Levende Talen. Februari. Voor de algemene vergadering van de ‘Vereniging van Leraren in Levende Talen’ op 28 december 1960 heeft J. Wils een lezing gehouden, getiteld Comparatieve preambula bij de opbouw der ‘nieuwe’ grammatica, en H. Beem heeft in de afdeling Nederlands gesproken over Het Jiddisj en zijn resten in het Nederlands; beide voordrachten zijn in dit nummer opgenomen. - F.C. Dominicus heeft Een merkwaardige overeenkomst in twee verzen van Vondel opgemerkt, nl. de Roskam en de Warande der Dieren. - Boekbeoordelingen o.a.: W. Kaper, Kindersprachforschung mit Hilfe des Kindes (A.J.J. de Witte); P.C. Paardekooper, Inleiding tot de ABN-Syntaksis (A. Sassen); M. Rutten, Het proza van Karel van de Woestijne (W. Blok).

 

Taal en Tongval. XII, Afl. 3-4. De dubbele aflevering opent met waarderende woorden van Jo Daan voor Dr. A.R. Hol, die 65 jaar werd op 9 mei 1960. De verdere inhoud aan artikels is brabants. A.P. de Bont maakt Een dialektgeografische verkenningstocht door Noord-Brabant, waarbij hij grenzen trekt tussen oost en west, in I. Klankleer wat betreft de representatie van ā en â en de voortzetting van de westgermaanse û, in II. Vormleer op het punt van de meervoudsvorming (hier wordt ook Overijsel in de beschouwing betrokken), en in III. Woordenschat bijzondere aandacht schenkt aan het oostelijke at, aat e.d. = ‘vader(tje)’. - A. Van Loey gaat bij zijn Fonologische en dialectgeografische beschouwingen over enkele Brabantse problemen uit van Pauwels' boek over het Aarschots: hij trekt voorzichtig enige ‘structurele’ lijnen door de geschiedenis van het vocalisme sedert de middeleeuwen. - Th. Bakx beschrijft De klinkers van het Steenbergse dialect fonetisch en naar hun etymologische herkomst. - De mededelingen die E. Eylenbosch doet Uit de volkstaal van het Payottenland, sluiten aan bij publikaties van Blancquaert over het Opdorps; ze gaan over vergelijkingen van het type zo . . . . als of lijk en over de d- in dreiger ‘reiger’ en andere woorden met dr-. - A. Weijnen handelt over de

[pagina 189]
[p. 189]

verbreiding van Dem blaauwe = ‘de roodharige’ en mogelijke achtergronden van die aanduiding. - Boekbesprekingen o.a.: Volkskunde-Atlas voor Nederland en Vlaams-België, alf. 1, en Woordenboek der Zeeuwse dialecten, afl. 1, beide door Jo Daan. - Verder Kroniek van Jo Daan en een aantal bladvullingen, merendeels van dezelfde hand.

 

Driemaandelijkse Bladen. XIII, Afl. 1. Een artikel van K. Heeroma over Vressem ‘puistje, strontje e.d.’ is geschreven Ter nagedachtenis van Chr. Stapelkamp, die over de etymologie van dat woord van mening verschilde met wijlen Jacoba H. van Lessen; Heeroma verdedigt een derde etymologie. - Een andere dan de totnogtoe voorgeslagen etymologieën geeft ook J. Naarding van Kuzemer, de naam van een buurtschap onder Oldekert. - K. Heeroma laat zien dat Kiliaan als geograaf van Oost-Nederland het begrip ‘Frisia’ heel ruim neemt. - Ben A.J. Wasser draagt een artikel bij, dat vervolgd zal worden, over Terminologie en taal van de Winterswijkse wevers. - Een vervolg is eveneens te wachten op het opstel van Teake Hoekema, Scandinavische dialectstudie, dat nu alleen nog Noorwegen behandelt, met nadruk op het streven naar een algemeen-noorse ‘landstaal’ tegenover het Deens-Noors, de ‘rijkstaal’. - Kleine bijdragen en bladvullingen: Huismiddel tegen vallende ziekte (T.B.), Kasjoen (geen auteursnaam; vermoedelijk ook T.B.), Smues (J. Naarding), Huismiddel tegen zomersproeten (T.B.).

 

Mededelingen van de Vereniging voor Naamkunde te Leuven en de Commissie voor Naamkunde te Amsterdam. Van wijlen A. Carnoy een artikel over Het wed in de toponymie, voornamelijk van Vlaanderen en Wallonië. - K. Roelandts draagt een verhandeling bij, geïllustreerd met rijk, vooral dialectisch, materiaal, over Regressieve en secudaire woordvorming: secundaire nominale vormen die uitgaan van afleidingen bij nomina, als diminutieven die ‘gedediminueerd’ worden, en andere affectieve formaties die hun aanvankelijk speelse of expressieve waarde verliezen; bij verba zijn het veelal persoonsvormen vanwaaruit een nieuw verbum opkomt; met deze gang van zaken moet naar de mening van R. rekening gehouden worden bij de verklaring van oudere veranderingen; vooral bij de verba wijst hij er met nadruk op, dat oude analogieformaties, later ‘neutraal’ en lexicaal geworden, hun uitgangspunt kunnen hebben in de hier beschreven speels-affectieve sfeer. - O. Leys schrijft over De wisseling v/g, f/ch in het Nederlands en de verwante talen; in de verbinding ft is de overgang tot cht regelmatig geworden, maar ook in andere posities zijn sporadische voorbeelden van de in de titel omschreven wisseling van labiaal en velair aan te wijzen, veelal in toponiemen; het artikel besluit met een fonetische beschouwing over het verschijnsel. - Kleine bijdragen: Over de naam ‘Van Beethoven’ (J.E. Opsomer); Lispanne tussen Knokke en Duinbergen en Zegemeer, de officiële naam van de vijver waartoe de vroegere duinpan is uitgegraven (J.E. de Langhe).

 

Onze Taal. XXX, Nr. 2 (Februari). Verscheiden korte bijdragen, die niet alle gerefereerd kunnen worden. Meer dan een kolom beslaan alleen een redactioneel stukje over adjectieven en inwonernamen bij Exotische namen van staten, en een van Y(vonne) Stoops, die enige bezwaren heeft tegen wat in een noordnederlandse spraakkunst staat over Het Nederlands in België.

Nr. 3 (Maart). Een artikel Tandschoon brandschoon? veroordeelt als onnederlands het eerste woord, door een dropfabriek gebruikt in de betekenis

[pagina 190]
[p. 190]

‘waarbij de tanden schoon blijven’. Verder een groot aantal korte stukjes.

 

Dietsche Warande en Belfort. Februari. André Demedts levert een historisch overzicht van de moedertaal-situatie in Frans- of Zuid-Vlaanderen. - Bert Ranke leidt het werk van H. Lampo in met Dromen voor de spiegel. - In de rubriek Boekbesprekingen spreekt Bert Ranke zijn waardering uit voor de vlaamse pocket Uren Zuid door Garmt Stuiveling en voor de eveneens in een pocket-editie verschenen Journalistiek van Karel van de Woestijne.

Maart. Naar aanleiding van een nieuwe rooms-katholieke bijbelvertaling bepleit Anton van Duinkerken meer samenwerking tussen bijbelkenners van verschillende confessie bij het zoeken naar de meest passende moderne taalvorm (De bijbel is het boek der ongedeelde kerk). - Marcel Janssens beoordeelt Een nieuwe roman van Bernard Kemp (‘De Kater van Orfeus’). - Lieve Scheer bespreekt in Gaston Duribreux of de heilloze ernst de roman ‘Het Wrede Spel’ van laatstgenoemde.

 

Nova et Vetera. XXXVIII, No. 4. Lieve Scheer geeft een Stylistische verklaring van de inleiding tot ‘De familie Stastok’.

 

Tijdschrift voor Levende Talen. XXVII (1961), Afl. 1. Voor Fr. Closset is, Na herlezing van ‘Het Land van Herkomst’, dat vijfentwintig jaar geleden verschenen boek nog modern. - In de rubriek ‘Kronieken’ bespreekt Fr. Closset de volgende nieuwe romans: Vestdijk, Een moderne Antonius; Adriaan van der Veen, Doen alsof; Jos Vandeloo, Het gevaar; Chris Yperman, Zon op de weg; Marnix Gijsen, Lucinda en de lotuseter. - In de vragenrubriek Varia o.a. een antwoord van J.F. op de vraag ‘Woont men in/op/aan een straat/een plein/een weg/een gracht/een singel?’, en van dezelfde enige bewijsplaatsen voor het goed recht van lei als praeteritum bij leggen.

Afl. 2. Fr. Closset geeft enige biografische bijzonderheden van Filip de Pillecyn, met een korte karakteristiek van zijn werk. - Closset bespreekt onder ‘Kronieken’ enige pas verschenen boeken, t.w.: Anna Blaman, De Verliezers, dat hij als het beste werk van de schrijfster beschouwt; de novellenbundel van F. Bordewijk, Centrum van Stilte, bevattende vijf verhalen die naar het oordeel van recensent ‘stellig op hoger niveau staan dan die van de laatste jaren’; de twee bundels verzamelde poëzie van Hans Andreus en zijn proza Het Bezoek en Valentijn; A. Roland Holst Omtrent de grens; Simon Vestdijk, Voor en na de explosie.

 

Taalonderwijs. V, Nr. 1 (Februari). P. van Keymeulen heeft het in zijn vervolgartikel De dramatische initiatie nu voornamelijk over mimiek, gebaar en lichaamshouding. - G. Aertsens geeft voorlichting over Controle van de lectuur der leerlingen. - In Uitspraak en spelling in de lagere cyclus (III) behandelt G. Aertsens Enkele consonanten. - Literatuur en levensvorming is de titel van een artikel van J. Sap. - In de ‘Taalwacht’ stelt G. V(annes): Er bestaat geen Zuidnederlandse norm in deze zin dat iedere Zuidnederlander dezelfde belgicismen aanvaardbaar of afkeurenswaardig acht.

 

Nu Nog. IX, Nr. 2 (Maart). J. Dejaeger-Wolff doet verslag van de A.B.N.-week 1961 en de Vertelwedstrijden. - Enige Bedenkingen bij zekere woordsplitsingen (d.w.z. afbrekingen van woorden in schrift) van A. Gobbers baren J. L(eenen) niet veel zorg. - De gewone rubriek Brievenbus-Taaladvies behandelt

[pagina 191]
[p. 191]

vrij wat interessante gevallen. - J. L(eenen) en J. V(erhasselt) gaan in op door een lezer geuite bezwaren tegen de eerste der Nederlandse taallessen van de K.R.O., die door de belgische televisie heruitgezonden is.

 

Ons Erfdeel. IV, Nr. 3 (Maart). Van de Zuidvlaming Robert Victoor is een radiolezing opgenomen, getiteld Waarom ik Nederlands onderwijs. - Ward Corsmit schrijft over Een Zuidvlaamse liefde voor Hadewijch van pater Porion, die Hadewijchs strofische gedichten in het Frans vertaalde. - J. Verdonck herdenkt Mijnheer (René) Despicht. - Willy Spillebeen behandelt de zuidvlaamse dichter Emmanuel Looten, en drukt enige van zijn (franse) gedichten af met nederlandse vertaling ernaast; op dit artikel volgt een herdenkingswoord dat Emmanuel Looten zelf voorgelezen heeft te Cassel in 1957: Le souvenir de Paul Hasard (sic; in de tekst Hazard) à Cassel. - Van F.P. iets over Vlamingen en Nederlanders in Wallonië, en van André Demedts een voortzetting van het ‘praatje in vervolgen’ Wat kunnen wij voor Zuid-Vlaanderen doen?. - En wat maakt het uit?, met de ondertitel De burgers van Kales werden niet begenadigd, is een van de ‘Nederlandse volksverhalen uit alle gewesten’ die Willem Hoffman binnenkort zal doen verschijnen. - J. Willemse vertelt over wat er gedaan wordt om de belangstelling voor Die Nederlandse boek in Suid-Afrika te bevorderen. - Verder een rubriek ‘Tijdschriften en Boeken’ en ‘Aantekeningen en Verslagen’.

 

Tydskrif vir Letterkunde. X, No. 4 (Nov. 1960). Z.J. Pretorius wijdt in Herfs, die stroper een beschouwing aan het gedicht ‘Vroegherfs’ uit de bundel ‘Die Halwe Kring’ van Van Wyk Louw. - André Demedts overziet Een Jaar Nederlandse Letteren in Noord en Zuid (aug. '59-aug. '60). - Abel Coetzee bestrijdt in Stem van die Gewete in die Afrikaanse Romankuns de schrijver Alan Paton, die z.i. de zuidafrikaanse romankunst schromelijk onderschat. - Hertzog Venter oordeelt gunstig over het schrijftalent van Anna M. Louw (By die herdruk van Agter my 'n albatros). - J.C. Meij bespreekt de bundel ‘Klipwerk’ van Van Wyk Louw (Proe-proe aan Klipwerk). - Soul Erasmus verwijt in V.P. de zuidafrikaanse boekhandel gebrek aan ondernemingsgeest. Tegenover een reeks als de ‘V(laamse) P(ockets)’ kan Zuid-Afrika niets zetten.

 

Volkskunde. XX, Nr. 1. In Het lied van de snijdersbank, een ‘stapellied’, dat in veel varianten voorkomt, ziet Jop Pollmann herinneringen aan een oude vruchtbaarheidsceremonie. - J. Van Haver deelt enige Bezweringen uit het Mechelse mede Uit de verzameling van wijlen Prof. F. Olbrechts. - M. de Meyer herkent twee duitse kopergravures van ± 1630 als rechtstreekse bron van De vrijers- en vrijstersboom. - Herdenkingen van Jaap Kunst, E.E. Gewin en Chr. Stapelkamp door P.J. Meertens; van Em. A. Carnoy door K.C. Peeters. - Verder enige Kleine Mededelingen en Boekbesprekingen, waaronder een van Winfried Hofmann, Das rheinische Sagwort, door P.J. Meertens.

 

Neerlands Volksleven. XI, Nr. 2 (Voorjaar 1961). Talrijke bijdragen van uiteenlopende inhoud, waarvan hier alleen enkele vrij uitvoerige artikels worden vermeld: Mens, cultuur en werktuig, door A.J. Bernet Kempers; Kinderprenten, door Tj. W.R. de Haan; Liederen in de Drentse volkstaal, door Roel Reyntjes; Grepen uit de Friese molengeschiedenis, door S.J. van der Molen; Een viertal volkssprookjes uit Nederlands Limburg, door Tj. W.R. de Haan; Oude rechtsgewoonten en volksgebruiken in Eemland, door E. Heupers; ‘Oud-Zandvoort’, door B.W.E. Veurman.

[pagina 192]
[p. 192]

Neophilologus. XLV, Afl. 2. P. Maximilianus o.f.m. cap. behandelt de reizang Waar werd oprechter trouw . . ., waarin Vondel bezingt ‘liefde en trouw in het huwelijk op zuiver natuurlijke grondslag’, zonder allegorie, en gaat na, onder voortdurende vergelijking met andere huwelijkspoëzie van Vondel, welke invloeden daarbij zijn op te merken.

 

It Beaken. XXIII, Nr. 1. Een artikel van Tj. Wijngaarden, In 'e stād maakt, geschreven naar aanleiding van de uitgave van het 17e-eeuwse bildtse dagboek (zie NTg. LIII, 232) heeft de merkwaardigheid dat het in het Bildts gesteld is. - In het opstel dat K. Heeroma wijdt aan de ‘Fonologie’ van het vijfmanschap, en wel in het bijzonder aan de Fonologie van het Fries daarin, komt o.a. uit dat hij het steile scheiden tussen synchronie en diachronie voor de fonologische beschrijving niet dienstig acht.

 

African Studies. XIX (1960), No. 3. Marius Valkhoff vervolgt zijn Contributions to the Study of Creole met An Historic Language: Creole Portuguese; in het laatste gedeelte van het artikel betoogt hij dat dit gecreoliseerde Portugees in de 17e eeuw aan de Kaap een belangrijke verkeerstaal is geweest, en in het ontstaan van het Afrikaans een veel groter aandeel heeft gehad dan afrikaanse geleerden geneigd zijn aan te nemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken