Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Taalgids. Jaargang 84 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 84
Afbeelding van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 84Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 84

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Taalgids. Jaargang 84

(1991)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 569]
[p. 569]

Aankondigingen en mededelingen

De Teems in brant!

Wat in Engeland ‘Dutch wars’ heten, zijn bij ons de Engelse Zeeoorlogen. In de zeventiende eeuw zaten Britten en Nederlanders zo in elkaars vaarwater dat zij hevig slaags raakten. Tot drie keer toe zelfs, en met onvoorspelbaar wisselend succes voor beide partijen. In maart 1665 begon officieel de Tweede Engelse Zeeoorlog, die in juli 1667 eindigde met de Vrede van Breda. De onderhandelingen over deze vrede waren versneld nadat vlootadmiraal Michiel de Ruyter een maand eerder, zoals het in een contemporain lofdicht staat, ‘De Teems in Brant’ gestoken had. Dat gebeurde bij Chatham, in ‘'t ingewant en aengezicht van 's vyands land’, waar onder De Ruyters leiding een aantal Engelse schepen in brand werd gestoken. Het was een staaltje waaghalzerij dat veel pennen in beweging bracht.

Het bovengenoemde lofdicht is nu samen met tal van andere gedichten, liedjes, scheepsjournalen, kranteberichten en afbeeldingen rond de Tweede Engelse Zeeoorlog toegankelijk gemaakt voor moderne lezers in een boek getiteld De Teems in brant. De teksten en afbeeldingen zijn in opdracht van de Maatschappij voor Nederlandse Letterkunde bijeengebracht en van toelichting voorzien door Wim van Nispen. Naast veel tekst- en beeldmateriaal biedt hij de lezer een inleiding over de politieke en economische stand van zaken in de Republiek tussen 1650 en 1672, gevolgd door een aantal overzichtelijke hoofdstukjes waarin hij hoogte- en dieptepunten van de zeeoorlog behandelt: de slag bij Lowestoft (met verrassend kritische teksten over ‘lafhartige Officieren en opgepronkte Popperuitertjes’ aan, jawel, Hollandse kant), de havenschenderij te Bergen in Noorwegen, de Vierdaagse Zeeslag, de Tweedaagse Zeeslag, de plundering van West-Terschelling door de Britten, de tocht naar Chatham en de Vrede van Breda. Een bibliografie en een lijst van gebruikte afbeeldingen besluiten dit in alle opzichten goed verzorgde boek van 127 pagina's. De uitgever is Verloren in Hilversum. De prijs bedraagt f 30, -; ISBN 90 6550 3420.

 

Marijke Meijer Drees

Woordenboek Limburgse dialecten II,6

Onlangs verscheen de zesde aflevering van het tweede deel van het Woordenboek van de Limburgse dialecten (WLD). Het WLD is een systematisch woordenboek en dat was een reden om in jaargang 83 van dit tijdschrift wat uitgebreider op de structuur van dergelijke woordenboeken in te gaan. In deze zesde aflevering vinden we een inventarisatie van de terminologieën van de imker en de stro- of buntgrasvlechter, beroepen die sterk gelieerd waren aan de landbouw. Sedert de vijftiende eeuw moest de imkerij steeds meer aan betekenis inboeten o.m. doordat de functies van honing en was door andere grondstoffen werden overgenomen, veen- en heidegronden werden ontgonnen en ruilverkavelingen plaatsvonden. Als beroep is de imkerij bijna uit onze samenleving verdwenen. De bijenkorven werden vervaardigd van stro- of buntgras. Het beroep van imker, van stro- of buntgrasvlechter èn van boer waren meestal in één persoon verenigd. Ook dit deeltje van het WLD ziet er met zijn fraaie lemmata en vele duidelijke foto's, kaarten en

[pagina 570]
[p. 570]

tekeningen weer prachtig uit. Het WLD vormt samen met het Woordenboek van de Brabantse dialecten en Woordenboek van de Vlaamse dialecten een hoogstaand trio van systematische woordenboeken, die zowel in wetenschappelijk als in maatschappelijk-cultureel opzicht van groot belang zijn en om navolging vragen door de andere provincies. Het is te hopen dat ook in de toekomst voldoende instanties bereid zullen zijn financieel aan deze drie projecten bij te dragen om ze tot een goed einde te kunnen brengen. Bij ieder deel dat van deze drieling verschijnt, blijkt opnieuw dat de vakkennis en het vakmanschap van de samenstellers voor alle relevante disciplines in elk geval ruimschoots aanwezig zijn.

Bibliografische gegevens: Woordenboek van de Limburgse dialecten, dl. II. Niet-agrarische vakterminologieën, aflevering 6: imker en stro- of buntgrasvlechter; onder red. van H. Crompvoets en H.H.A. van de Wijngaard. Assen enz., Van Gorcum, 1991. XX + 107 pp. Pap. ISBN 90 232 2616 X. Een prijs werd niet opgegeven.

 

Jan Nijen Twilhaar

Nieuwe uitgave van Den Echo des Werelds

Sinds 1990 zijn bij de Stichting Jacob Campo Weyerman de eerste 20 nummers van Den Echo des Werelds, 1725 - 1726, beschikbaar op floppy of als uitdraai daarvan. In dit zeldzame weekblad demonstreert de beruchte en beroemde Jacob Campo Weyerman (1677-1747) zijn kritische visie op de achttiende-eeuwse samenleving. Met een vlijmscherpe pen ontleedt hij de gebreken van schrijvende collega's en corrupte tijdgenoten.

De nummers 1 - 20 zijn verkrijgbaar als floppy (5.25″ en 3.50″, beide à f 12,50) en als uitdraai daarvan (enkel- of dubbelzijdig, beide à f 20, -). De rekening zal worden verhoogd met de portokosten. Bestellingen door opgave van de gewenste tekstweergave aan de Stichting Jacob Campo Weyerman, Postbus 16732, 1001 RE Amsterdam.

 

F. Wetzels

PAO-cursus Zeventiende Eeuw

Na de plezierige ervaringen in het afgelopen cursusjaar organiseert de sectie Renaissanceletterkunde van de vakgroep Nederlands aan de RU Utrecht in de maanden maart en april 1992 opnieuw een nascholingscursus voor docenten Nederlands en andere belangstellenden. Deze cursus, getiteld De Gouden Eeuw: van tekst naar context, gaat over zeventiende-eeuwse Nederlandse literatuur in de ruimste zin. Aan de hand van gevarieerd tekst- en beeldmateriaal zal gedemonstreerd worden dat er vanuit die literatuur intrigerende uitstapjes te maken zijn naar de cultuur van de Gouden Eeuw en de tegenwoordige tijd. Daarbij krijgen recente onderzoeksresultaten ruimschoots aandacht. Tijdens zes wekelijkse bijeenkomsten zullen de volgende onderwerpen aan bod komen:

Dokteren in de Gouden Eeuw: de medische geschriften van Johan van Beverwijck (Dr. L. van Gemert);

Dominees als cultuurdragers: de invloed van het kerkelijk leven op de zeventiende-eeuwse literatuur (Prof. Dr. M.A. Schenkeveld- van der Dussen);

Woedende wraakgierigheid en vruchteloze weeklachten: hartstochten in de tra-

[pagina 571]
[p. 571]

gedie (Drs. J. Konst);

‘Oude wijn in nieuwe leerzakken’: vroege en late navolgingen van Jacob Cats' Sinne- en minnebeelden (Drs. J.C.A. Luijten);

Schrijven voor het vaderland: sporen van vaderlands gevoel in zeventiende-eeuwse literatuur (Dr. M.E. Meijer Drees);

Literatuur tussen de zuilen: katholieke en socialistische receptie van zeventiende-eeuwse literatuur (Dr. A.J. Gelderblom).

De bijeenkomsten worden 's avonds gehouden op een nog nader vast te stellen locatie in het centrum van Utrecht. De eerste cursusavond valt in de week van 9 maart 1992. De kosten van de cursus bedragen f 50, - . Na afloop ontvangen de deelnemers een certificaat. Inlichtingen en schriftelijke aanmelding (graag voor 1 februari 1992) bij: Dr. M.E. Meijer Drees, Vakgroep Nederlands, Trans 10, 3512 JK Utrecht. Tel. 030-394245 / 540890. Deelnemers krijgen in de derde week van februari bericht over de cursusdata en -locatie.

 

Marijke Meijer Drees

PAO-cursus Middelnederlandse literatuur

In de Middeleeuwen vindt er een ingrijpende verandering plaats in de wijze waarop men literatuur recipieert: luisterde men aanvankelijk naar een voordrager, die een tekst uit het hoofd voordroeg of uit een boek voorlas, aan het einde van de Middeleeuwen waren steeds meer mensen in staat om zelf literatuur in de volkstaal te lezen. Deze ontwikkeling heeft grote invloed gehad op de vorm en inhoud van de literatuur.

In deze Utrechtse PAO-cursus wordt de Middelnederlandse literatuur vanuit het perspectief van de verschriftelijking behandeld. De deelnemers, leraren Nederlands (eerstegraads) en andere belangstellenden, komen in aanraking met recent wetenschappelijk onderzoek op dit gebied (verschriftelijking is het thema van het onderzoeksprogramma van de Utrechtse mediëvisten). Daarbij zullen de volgende vragen aan de orde komen: kunnen de teksten die in handschrift zijn opgetekend ons iets vertellen over de wijze waarop het Middeleeuwse publiek kennis heeft genomen van deze teksten? Zo ja, wat zijn dan de kenmerken van teksten die werden voorgedragen? En: waaraan zijn leesteksten te herkennen?

De cursus bestaat uit zes bijeenkomsten van drie uur, die eens per week op maandagen gehouden worden; de eerste bijeenkomst valt op 27 april 1992. Sprekers zijn de docenten van de sectie Middelnederlandse letterkunde van de vakgroep Nederlands, RU Utrecht. De cursuskosten zijn f 30, - . Voor inlichtingen en aanmeldingen wende men zich tot E. Mantingh, O.S.H. Lie, Vakgroep Nederlands, Trans 10, 3512 JK Utrecht. Tel. 030-394000.

 

O.S.H. Lie

Studiedag Princeton Index of Christian Art

In de Letterenbibliotheek Utrecht werd op 21 februari 1991 een studiedag gewijd aan de Princeton Index of Christian Art (ICA). De ICA, waarmee in 1917 begonnen is, is inmiddels een zeer omvangrijk iconografisch documentatie-apparaat, dat laat-antieke en middeleeuwse kunstvoorwerpen van voor 1400 ontsluit. Het bestaat uit (a) een collectie van 250.000 foto's van kunstwerken en -

[pagina 572]
[p. 572]

voorwerpen, geordend naar materiaal en naar locatie, en (b) een 650.000 systeem-kaarten omvattende index op de afbeeldingen, geordend naar onderwerp. Aanvankelijk werd alleen materiaal met een christelijke thematiek verwerkt; vanaf de jaren '50 wordt ook kunst met heidens-klassieke motieven opgenomen. In de Verenigde Staten bevinden zich kopieën van de Princetonse ‘moeder-index’ in Washington en Los Angeles; in Europa is er een in de Vaticaanse bibliotheek, en een in de Utrechtse Letterenbibliotheek. Enkele jaren geleden is in Princeton begonnen met de voorbereiding voor de automatisering van het databestand (en te zijner tijd ook het beeldbestand).

Op de besloten studiedag, die zeer goed bezocht werd door vooral Utrechtse mediëvisten, werden inleidingen gehouden over de inrichting van de ICA en de ontwikkelingen en problemen rond modernisering en automatisering. Een door de Vakgroep Computer en Letteren verzorgde demonstratie-opstelling toonde enkele mogelijkheden op dit gebied. Onderzoekers hielden korte voordrachten over de gebruiksmogelijkheden van de ICA op verschillende vakgebieden binnen de mediëvistiek. Niet alleen voor kunsthistorici, maar ook voor bijvoorbeeld historici en literatuurhistorici biedt de ICA waardevolle informatie. De dag werd afgesloten met een plenaire discussie over de problemen en wensen rond de geautomatiseerde ontsluiting, en de mogelijke Utrechtse bijdrage tot de automatisering.

Een punt van discussie was de principiële keuzes die bij de automatisering genomen moeten worden. Een hoofdprobleem is het gehanteerde classificatiesysteem. Kan het bestaande systeem, waarin op basis van het bestaande materiaal ingangen gemaakt zijn, gecombineerd worden met het systeem ICONCLASS, waarbij men vooraf de labels vastgesteld heeft? In ieder geval vraagt verdere bewerking van het materiaal om modernisering; het in toenemende mate interdisciplinaire karakter van de mediëvistiek en de nieuwe invalshoeken bij onderzoek vereisen een verruiming van de ingangen voor ontsluiting en bevraging die juist door automatisering mogelijk is.

Een dergelijke gigantische onderneming is zeer gebaat bij een internationaal samenwerkingsverband, waarbij taken en inhoudelijke onderwerpen of projecten verdeeld worden. De Utrechtse vakgroep Computer en Letteren kan een bijdrage leveren door haar kennis van en ervaring met beeldinformatiesystemen.

De Utrechtse ICA bevindt zich in de Letterenbibliotheek, Drift 27, en kan daar geraadpleegd worden op werkdagen (9.00-13.00 en 13.30-17.00 uur). Er is een handleiding aanwezig. Voor nadere inlichtingen: afdeling bijzondere collecties, mevrouw R. Horjus-Mook, tel. 030-392117. Voor belangstellenden zijn nog enkele exemplaren van het verslag van de studiedag verkrijgbaar bij D.J. Jansen, tel. 030-392345.

 

Annelies van Gijsen

N.F.W.O. Derde - Cyclus - Onderwijs: Nederlandse letterkunde van de Renaissance en de Barok

Tijdens het academiejaar 1991-1992 wordt onder de auspiciën en met de steun van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek de cyclus ‘Nederlandse letterkunde van de Renaissance en de Barok’ georganiseerd. Het programma richt zich tot licentiaten in de Letteren en de Wijsbegeerte of houders van een daarmee gelijkgesteld diploma die zich op grondige wijze wensen vertrouwd te

[pagina 573]
[p. 573]

maken met een of meer deelaspecten van de Nederlandse letterkunde van de Renaissance en de Barok in Noord en Zuid.

Overeenkomstig hun curriculum en belangstelling kunnen de deelnemers zich oriënteren op grondige introducties of zich, al dan niet met het oog op wetenschappelijk onderzoek, verder bekwamen in bepaalde sectoren van het vakgebied of hun kennis erover via contextstudies vervolledigen en uitdiepen.

Samenstelling van het programma:

 

A. Tekst

Literatuur van de vroege Renaissance: W. Waterschoot (RUG)
Rederijkers: D. Coigneau (RUG)
Zeventiende-eeuwse lyriek: K. Porteman (KUL)
Zeventiende-eeuws drama: H. Meeus (UFSIA)
Zeventiende-eeuwse didactisch-moraliserende letterkunde: M. van Vaeck (KUL)
Emblematiek; Relaties schilderkunst-literatuur: K. Porteman (KUL)
Zeventiende-eeuwse Zuidnederlandse letterkunde: A. Keersmaekers (UFSIA)
Achttiende-eeuwse literatuur: J. Smeyers (FUSL)
Zeventiende-eeuws Nederlands: G. Geerts (KUL)

 

B. Context

Neolatijnse letterkunde: J. IJsewijn (KUL)
Inleiding tot de bibliologie (16e en 17e eeuw): E. Cockx-Indestege (KB)
Teksteditie: M. de Smedt (KUL)
Antieke cultuur: A. Wouters (KULAK)
Socio-culturele aspecten van de contrareformatorische tijd: A. Thijs (UFSIA)
Franse literatuur: D. van der Cruysse (UFSIA)

 

De deelnemers stellen vrij hun programma samen. De inschrijving is kosteloos en de eventuele reiskosten worden vergoed.

Voor inlichtingen en inschrijvingen kan men terecht bij:

K. Porteman (KUL) W. Waterschoot (RUG) H. Meeus (UFSIA)
Blijde-Inkomststraat 21 Blandijnberg 2 Prinsstraat 13
3000 Leuven 9000 Gent 2000 Antwerpen

K. Porteman


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Marijke Meijer Drees

  • Orlanda S.H. Lie

  • Annelies van Gijsen

  • Karel Porteman

  • Jan Nijen Twilhaar