Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 5 (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 5
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.71 MB)

ebook (3.11 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 5

(1936)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van onze leden.

Kaarttermen

- Een lid zendt ons een spel kaarten, verstrekt door de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, en waarvan de (het) Aas, Heer, Vrouw en Boer achtereenvolgens zijn gemerkt met de letters A, K, D en B. Is dit - vraagt hij - Engelsch en gaat Albion ons navolgen en een boer een boer noemen (zooals de Franschen al lang doen, die tegen un chat, un chat zeggen!) - of hebben wij hier te doen met een poging om de oude Hollandsche benamingen Heer en Vrouw te doen vervangen door Koning en Dame?

Nevenkosten

- De Nederlandsche Kamer van Koophandel voor Duitschland te 's-Gravenhage spreekt van: buitenlandsche spoorvrachten en andere in het buitenland ontstane nevenkosten.

Onze leden weten dat de Raad zich verzet tegen het gebruik van ‘neven’ ter aanduiding van iets bijkomstigs tegenover wat de hoofdzaak is. De - immers: Nederlandsche - Kamer van Koophandel had hier dienen te zeggen: bijkomende kosten of, als men wil, bijkosten.

Schrijverstaal

- Uit een letterkundige kroniek: (De schrijver) heeft zijn stijl helaas niet kunnen vrijwaren tegen een anderen vloek, waaronder sommige in het buitenland werkende auteurs gebukt gaan. Zijn proza wemelt van germanismen.

Wij lezen van het ‘opbrengen’ eener liefde, van ‘speciaalkennis’, van rechters die men niet ‘besteken’ kan, van ‘zich veilig stellen’ en ‘zich omstellen’, enz.

Een ‘kleine, doch niettemin gevaarlijke onzuiverheid’ noemt de kroniekschrijver deze vergrijpen tegen de taal en wij betwijfelen het of het alleen de in het buitenland werkende auteurs zijn die onder dezen ‘vloek’ gebukt gaan.

Schijnlicht

- Een van onze leden heeft onlangs de aandacht gevestigd op een bericht in de krant, volgens hetwelk van een schip tijdens den storm de ‘schijnlichten’ waren weggeslagen. Het blijkt nu, uit een mededeeling van ons lid, den heer A. Donker, dat ‘schijnlicht’ de gewone technische term is in de scheepvaart voor de overkapping van de machinekamer, waardoor het ‘licht’ in de machinekamer ‘schijnt’, op dezelfde wijze als b.v. de binnenplaats van een huis door een glazen lantaarn verlicht wordt. Het glas van de schijnlichten bestaat echter op zeeschepen uit dikke, ronde, in koperen randen gevatte patrijspoortglazen, inplaats van uit vensterglas, dat geen weerstand zou bieden aan de overslaande zeeën.

De vorming van het woord, merkt de heer Donker op, moge op het eerste gezicht wat zonderling lijken, dit is echter met vele technische termen, ook in andere vakken, het geval.

 

Wij zijn ons lid erkentelijk voor zijn toelichting; inderdaad, als technische term staat het woord buiten (onze) critiek.

Trawler

- Ons lid de heer S.P. ten Holt betreurt het dat onze kranten zoo dikwijls deze Engelsche aanduiding bezigen in plaats van het Hollandsche treiler; temeer daar, naar hij aanneemt, de Engelsche aanduiding een verbastering is van het overeenkomstige Nederlandsche woord.

Ook ons schijnt deze gewoonte weinig aanbevelenswaardig en de onderstelling van ons lid, dat het woord trawler een ontleening zou zijn aan het Ned. komt ons waarschijnlijk voor. Treil is het oude woord voor jaaglijn; een schuit treilen is haar voorttrekken. Dat men een schuit, die een net over den zeebodem sleept, een treiler is gaan noemen, ligt voor de hand.

Roestvrij

- In een vorig nummer maakten wij melding van de meening van een lid, dat het achtervoegsel -vrij slechts gebezigd zou mogen worden in de beteekenis ‘zonder’. ‘Roestvrij’ zou volgens dit lid slechts mogen beteekenen ‘ontdaan van roest’, terwijl een onvatbaarheid voor oxydatie zou moeten worden uitgedrukt door ‘niet roestend’ of ‘on(ver)roestbaar’.

Wij wezen toen op de zeer gebruikelijke uitdrukking ‘krimpvrij’, gebezigd ten aanzien van stoffen, die onvatbaar (gemaakt) zijn voor krimping. Ons lid, de heer Dr. H. Burger vult dit nog aan met eenige voorbeelden. Hij zegt:

‘Verg. ook: drankvrij; brand-, inbraak-, bom-, vorst-, vocht-, motvrij; belasting-, tol-, pacht-, premie-, port-, vrachtvrij;

met “vrij” in beteekenis van “niet onderhevig aan”, “niet bereikbaar voor”, “niet belast met”; of algemeen - door eigenschappen, inrichtingen, maatregelen enz.: “beschermd tegen”.

In de beteekenis “zonder” - roest-, stof-, ziektekiemvrij - komt -vrij in samenstelling, dunkt mij, minder voor.’

[pagina 54]
[p. 54]

Uitwatering

- ‘“Waarom” - vraagt ons lid, de heer Menkman - zou “uitwatering” minder goed en “vrijboord” beter zijn? Van Dale geeft wèl “uitwatering”, maar niet “vrijboord”. Het water dat op het hoofddek terecht mocht komen wordt geloosd door de spij- (spie-, spui-) gaten van dat dek. Waarom zou men den afstand van die gaten tot de waterlijn (de lastlijn, het Plimsollmerk) geen uitwatering mogen noemen? Dat een vaartuig niet voldoende uitwatering heeft is een gewone zeemansuitdrukking.”’

Ons lid heeft, naar het ons voorkomt, de strekking van onze opmerking niet begrepen. Hij verwart twee dingen: a) Uitwatering = afwatering, het laten uit- of afvloeien van water (zeewater vàn het dek dóór de spijgaten). Verg. de ‘Uitwaterende Sluizen’ in Noord-Hollands Noorderkwartier: die op zee loozen. b) Uitwatering, waarmee bedoeld is: hoe ver (hoog) een zaak (schip) uit het water komt; boven 't water uitkomt: hd. Auswasserung. Auswassern, waarvan 't is afgeleid, moet opgevat worden (van een schip gezegd) als: uit het water ‘treden’. Verg. Nederl. dieptreding van een schip = diepgang, ‘intreding’ in het water (diepte van in-dompeling). Ons bezwaar gold dus: Uitwatering = hoogte van ‘uittreding’ uit het water; daarvoor bezige men vrijboord.

Voorrangsweg

- Een nieuw begrip heeft zijn intrede gedaan in onze motorwetgeving; wij zijn verrijkt met ‘voorrangswegen’, dat zijn wegen waarop de automobilist den voorrang heeft boven het ‘dwarsverkeer’, van welke zijde het ook moge komen.

Een van onze leden zegt nu met betrekking tot dit nieuwe woord: ‘“Ik weet niet of “voorrangsweg” bepaald een Germanisme is, maar noch ons oog, noch ons oor is voldaan, als wij dit woord zien en zeggen. Zelfs indien de koppeling geoorloofd mocht zijn, zou de wijze van koppeling vreemd blijven. Wij spellen: “rangregeling” en “rangtelwoord”, niet: “rangsregeling” en “rangstelwoord”.

“Heirbaan” lijkt mij een mooiere term dan “voorrangsweg” of zelfs “voorrangweg”. Wij staan voor een nieuwe instelling, die elke dag duizenden monden zullen noemen: zou het niet van belang zijn daar een woord voor te kiezen, dat onbetwist op en top Nederlands is?”’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken