Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 6 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 6
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (6.74 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 6

(1937)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van onze leden.

Lossen (O.T. Juni, blz. 37)

- Kan een (vuilnis)wagen gelost worden? Neen, zegt een lid, van een vuilniswagen kan men niet zeggen dat hij gelost wordt; het vuilnis wordt gelost, niet de wagen. De wagen wordt geledigd.

En ons lid teekent ook protest aan tegen die normaalvaten; ‘normaalschool’ aanvaardt ons lid, maar normaalvaten...! Om niet te spreken van het ‘toepassen’ van deze vaten!

 

Een ander lid bevreemdt hier het vaten; dit lid weet wel dat ‘vuilnisvat’ een geijkte term is voor: vuilnisbak, maar vat of vaten zonder meer gebezigd, doet hem toch erg denken aan het Duitsche ‘Fass’ en ‘Gefässer’. Het Duitsche ‘Fass’ - zegt hij - omvat veel meer dan ons vat; het wordt veelal gebezigd in den zin van ‘Behälter’.

 

(Wij zijn het met deze laatste opmerking wel eens, maar willen niet nalaten er op te wijzen, dat vat bij ons ook een wijder beteekenis heeft dan die van ton alleen; ons lid denke o.m. aan bloedvaten, aan zoutvat en dgl. En aan ‘vaten’ (‘vaatwerk’) voor borden en pannen; ‘vaten wasschen’. Maar stellig behoeven wij het bakje op zolder, bestemd tot opneming van het expansie-water van de centrale verwarming, geen expansie-vat te noemen, zooals de monteurs dat doen. Een expansie-bakje doet het net zoo goed! - Red.)

[pagina 42]
[p. 42]

Gangbaar

- Een lid vond een spoorwagen beplakt met een briefje, vermeldende dat de ‘roldeuren slecht gangbaar’ waren. ‘Is dit goed Nederlandsch?’ vraagt ons lid.

Stellig is gangbaar goed Nederlandsch; wij spreken toch ook van gangbaar geld, van een gangbaar plaatsbiljet, van een gangbare meening. Waarom zouden wij dan van een roldeur, die niet goed meer ‘gaat’, niet zeggen dat zij slecht gangbaar is. Misschien is in dit laatste geval de uitdrukking minder ‘gangbaar’, maar on-Nederlandsch is zij niet.

Een lid heeft vroeger al eens (O.T. 1936, 4) de aandacht gevestigd op ‘bloeibaar’, dat hem vreemd toescheen en hij vroeg toen: ‘eetbaar’ is wat men eten kan, dus ‘bloeibaar’, wat men...? Maar die vergelijking gaat niet op.

Immers, wat drukt het achtervoegsel -baar uit? (Wdb. II, 823): samengesteld met een znw. wijst het aan datgene wat gedragen kan worden of gedragen (voortgebracht) wordt (vruchtbaar). In vrijer gebruik dient -baar, met znw. verbonden, ter aanduiding van de begrippen ‘met zich brengende’, ‘bij zich hebbende’, ‘opbrengende’ (dank-, dienst-, kost-, rucht-, schijnbaar); in andere verbindingen ‘verdragende’, ‘bestand tegen’ datgene wat het znw. uitdrukt (reis-, strijd-, manbaar). Van ‘bestand tegen iets’ tot ‘iets kunnende verdragen’ is een kleine stap, wij kennen zoo een menigte bnw. met -baar; afgeleid van transitieve ww., die ongeveer gelijkstaan met Latijnsche op -ilis en -bilis (Fr. -able, -ible) (breek-, drink-, tast-, onverwinbaar).

Door verbinding met ww. die zoowel transitief als intransitief worden gebezigd, ontstaan brandbaar (kunnende gebrand, verbrand worden), maar ook: (intr.) kunnende branden. (Vloeibaar, ontplofbaar). Vatbaar, van het passieve begrip overgaande naar het actieve: iets (met zijn verstand) goed kunnende vatten; onverwelkbaar. Vgl. verder: leefbaar, groeibaar (voor: groeizaam).

Bekendstelling (voor ‘bekendmaking’, ‘kennisgeving’.)

- Germanisme? Wij hebben dit woord niet eerder ontmoet en wij kunnen het ook niet thuisbrengen. Een woord als ‘Bekanntstellung’ kennen wij niet in de dagelijksche taal. ‘Bekanntgabe’ wel, en als men daar volgens het bekende recept ‘bekendgave’ van zou maken, dan zou dat stellig een (wel zéér hinderlijk) germanisme genoemd mogen worden.

Onzentwege

- ‘Als een predikant na veertig dienstjaren bejubeld wordt, onzentwege.’ Dit laatste woord is alleen begrijpelijk (in het verband waarin het hier gebruikt is) wanneer men genoeg Duitsch kent om te weten wanneer men: Na, meinentwegen! zeggen kan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken