Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 13 (1944)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 13
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.71 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 13

(1944)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

Van onze leden.

‘Jij was de dokter’.

Het door Mej. V. opgemerkte verschijnsel, dat door kinderen in hun fantasiespelen de verleden tijd gebruikt wordt, heb ik ook bij mijn kinderen gehoord. Deze gebruiken echter altijd ‘toen’ erbij, nooit ‘dan’. Overigens herinner ik mij uit mijn jeugd, dat ik een uit het Engelsch vertaald leesboekje had, dat geheel op deze wijze geschreven was: ‘en toen ging je naar Grootmoeder en kreeg je daar de heerlijkste taartjes’ enz. L.

Deze mededeeling is ons uit Deventer geworden en uit Deventer ook is het bericht: ‘Ik weet niet uit welke der in taalkundig opzicht (en in taalgevoel!) zeer onderscheiden streken van ons land mej. M.V. stamt, maar ik ben het volkomen met haar eens! De door haar naar voren gebrachte spreekvorm is hier ter stede onder de jeugd zéér algemeen. Mijn dochtertje van bijna 8 jaar en haar speelvriendinnetjes - zoowel zij, die in de dagelijkse omgang steeds dialekt spreken als zij, die (meestal nogal “gewestelijk gekleurd”!) algemeen-“beschaafd” gebruiken - bedienen zich steeds van de door mej. V. bedoelde spreekwijze.’

Pons(s)ter.

Een vriendelijke hand wijst ons er op dat ons advies met betrekking tot de schrijfwijze ‘ponster’ ons in conflict brengt met De Vries en Te Winkel en dit is inderdaad het geval. De (zevende uitgave van de) ‘Woordenlijst’, blz. XXXIII zegt: ‘Het achtervoegsel -ster, dat vrouwelijke persoonsnamen vormt, maakt steeds eene afzonderlijke lettergreep uit, en verschilt dus daarin van -s en -sch. Het behoudt daarom zijne s bv. in ziekenoppasster, mutsenwaschster enz.’ - Stellig willen wij niet tegen De Vries en Te Winkel ingaan en wij schrijven dus in het vervolg: ponsster!

Kennen-kunnen.

Ik kan U meedeelen, dat in de dialecten, die in de buurt van Deventer en in Deventer zelf gesproken worden, tusschen deze twee woorden een duidelijk verschil is. Op het moment echter, dat men probeert ‘Hoog-hollandsch’ te praten, wordt ‘kunnen’ dikwijls ten onrechte gebruikt. ‘Kennen’ wordt hier blijkbaar als dialectisch opgevat. L.

Hartstikken dood.

Ontwijfelbaar ligt de oorsprong dezer uitdrukking in de doodelijkheid der hart-verwonding. Wij vonden den ouden vorm in een verhaal van 1629: ‘... was van achteren in syn rugge geschoten... hertsteken doot’, en op een andere plaats uit 1633: ‘daer schooten zij een Beer in zijn kop dat hij hart-steecken doot bleef leggen.’

v. N.

Etymologie.

Over het woord ‘lampet’(-kan) sprekende, vermeldden wij dat de oorsprong er van onzeker is. ‘Is het al gebleken,’ vraagt een lezer, ‘dat dit woord niet, als een phonetische verbastering, kan samenhangen met het Engelsche “limpid” en het Fransche “limpide”, dat: helder, schoon, frisch beteekent? Een lampetkan is immers ook zeer bepaald de kan voor het schoone waschwater.’

 

- Neen, dat is niet gebleken, want om dienaangaande zekerheid te hebben, zou men met stelligheid de afleiding moeten kennen en die kennen wij nu eenmaal niet.

Allerlei onderstellingen zijn reeds geopperd; men heeft gedacht aan een kan die den vorm van een lamp zou gehad hebben en aan dien vorm zijn naam hebben ontleend. Een bloot vermoeden, dat de zaak niet veel verder brengt. Men heeft het gezocht in de richting van lat. ampulla, ofr. ampolete, maar daaromtrent is geen zekerheid te verkrijgen. Evenmin omtrent afl. van gr. lat. lebês, -êtis, dat ‘bekken, ketel’ beteekent.

Het blijft een raar woord.

 

Etymologische onderzoekingen zijn voor den vakman dikwijls heel bezwaarlijk en wij, leeken, kunnen helaas in dezen meestal weinig hulp bieden. Waar komt het woord baron vandaan? van ‘baro’?, welnu dan is het voor ons duidelijk: lat. baro beteekent domoor, de eerste baron was een domoor. Niet prettig voor onze baronnen, maar ja, de wetenschap houdt zich niet op met prettig of onprettig, die gaat meedoogenloos haar gang.

Gelukkig is het maar onze (leeken-)wetenschap, die deze onpleizierige afleiding vaststelt; de vakman kent naast het lat. woord een germaansch ‘baro’, en dat beteekent niet domoor, maar: krijgsman, strijdbaar man, later: vrij man. Vrij wat beter!

 

Op onze schrijftafel prijken een paar roode bloemen: anjers of anjelieren. Waaraan ontleenen deze bloemen haar naam, wat is daarvan bekend? Men weet dat de beide woorden reeds in de 16de eeuw in gebruik waren, en in hun oudsten vorm ‘angier’ en ‘angulier’ of ‘angelier’ luidden, maar meer ook niet. Ook hier ontbreekt het niet aan gissingen, maar het blijven gissingen, zonder den minsten grond. Angelier zou samenhangen met ‘angel’, punt, scherpe spits (‘om de angelbaardjes, die deze bloem heeft’, of ‘om de puntjens der bloemblaadtjens’); de anjelier, of ‘angier’ zou uit Angers tot ons gekomen zijn en haar naam ontleend hebben aan de plaats harer herkomst; angelier zou een verkorting wezen van angerbloem (anger = grasveld, beemd). Bloote invallen, die door niets gesteund worden en in elk geval weinig licht geven omtrent de afleiding. Wij moeten er maar in berusten dat onze bloem haar afkomst verbergt, en ons genoegen daardoor niet laten vergallen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken