Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 15 (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 15
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 15

(1946)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Nog eens: jeugdsparen

‘Wat niet gaat, dat gaat niet’. Zeker, maar is het nu zoo vast dat jeugdsparen niet gaat? Wij kennen immers een heele reeks van zulke woorden; handelsrekenen b.v., en wedstrijdroeien (d.i. niet het roeien van een wedstrijd, maar het roeien zooals men dat bij een wedstrijd doet!). ‘Zaalturnen’ is ook een goed voorbeeld.

Aldus eenige lezers; en een andere lezer merkt op dat schoolsparen er al zoo ‘in zit’, dat het vergeefsche moeite is er tegen in te gaan.

Ja, wat zullen wij daarop antwoorden. Wie zal zeggen of de moeite die wij met ons werk doen ‘vergeefs’ is. ‘Onbegonnen werk’ oordeelde eens een lid van onzen Raad, dat zich er overigens in verheugde dat wij dat onbegonnen werk toch maar... begonnen waren!

Dus dat jeugdsparen dan, dat er zoo ‘in zit’, dat blijkbaar gevormd is naar analogie van een reeks van dergelijke samenstellingen.

Dr. Buiskool heeft eens voor de C.T.T., de Centrale Taalcommissie voor de Techniek, een verhandeling geschreven over het ontstaan en de vorming van nieuwe woorden. Hij behandelt daarin o.a. woorden gevormd door samenstelling, koppeling en samenstellende afleiding, en deelt deze in bepaalde groepen in. Hij zegt nu ten aanzien van de hier in geding gebrachte woorden:

Gelijk de overeenkomstige formaties van groep 2 (oliegestookt en derg.) schuwt het Nederlandsch ook nieuw gevormde koppelingen met een uit een voorzetselbepaling gehaald zelfstandig naamwoord als eerste, en een onbepaalde wijs als tweede lid. Blijkbaar wekken de aldus gevormde overgeleverde woorden als: klaploopen, mastklimmen, paardrijden, pianospelen, schaatsenrijden, kroegloopen, schijfschieten, polsstokspringen, en derg. (uit: met de klap loopen, in den mast klimmen, te paard[e] rijden, enz., zoodat ook in déze koppelingen het zelfst. nw. [klap, enz.] de beteekenis heeft van een geheele voorzetselbepaling [met de klap, enz.] en het den schijn heeft dat er een voorzetsel is weggelaten) - geen neiging op om er nieuwe bij te maken of uit het Duitsch bij te halen.

* Ik kan mij - zegt nu een lid van onzen Raad - zeer wel vereenigen met wat Dr. Buiskool hier schrijft. Het Nederlandsch schuwt zulke koppelingen, en de bestaande voorbeelden ‘wekken blijkbaar de neiging niet op’ er meer te vormen, zelfs niet onder invloed van het Duitsch. Bij de daar genoemde voorbeelden voeg ik nog: kaartspelen en schuitjevaren, beide zeer algemeen en al oud: het eerste al in de 16de eeuw bij Kiliaan en Plantijn vermeld, het tweede in een oud kinderdeuntje. De meeste bestaan alleen in den infinitief; Den Hertog: De Nederlandsche Taal II3 (1911) 131 wil ze dan geen samengestelde werkwoorden, maar samengest. zelfst. nww. noemen. Ik voeg er aan toe: ook daar, waar men wel eens een verbogen vorm hoort gebruiken (scheidbaar!), bv.: zij speelde piano, hij reed schaatsen, vermijden wij toch gaarne dat gebruik, en zeggen of schrijven liever: hij was aan

[pagina 51]
[p. 51]

het schaatsenrijden, zij kon (goed) pianospelen; zij was net aan het pianospelen.

Het deelwoord komt nog iets makkelijker te voorschijn: wij hebben schaatsengereden; zij heeft wel een paar uur pianogespeeld. Maar: slaapwandelen, kroegloopen, buikspreken, koorddansen, pluimstrijken, enz. - zegt D.H. - laten zoo iets ook nooit toe.

Ook wat Den Hertog verder over deze vormingen zegt, is lezenswaard.

Rijpma en Schuringa, Nederlandsche Spraakkunst20 (1946) 206, noemen als vbb. nog o.a.: mastklimmen, schijfschieten, lijnteekenen: alle ook alleen in infinitief gebruikt.

Het substantivische karakter komt in: handelsrekenen (de -s naar analogie van andere zelfst. nww. met handels- als eerste lid) al heel duidelijk uit: men zet er liefst het bepalend lidwoord voor, en verbuigt heelemaal niet, noch scheidbaar, noch onscheidbaar. Is ‘wedstrijdroeien’ werkelijk: roeien in een stijl, zooals enz.? Ik dacht dat het gebruikt werd voor ‘hard roeien’, of: roeiwedstrijd. Bedoelt het dus de oefening (‘training’ op zijn Hollandsch)? Ik zou het woord graag opruimen. ‘Zaalturnen’? waarom niet: besloten of dgl.?

Maar al zijn deze nu ook al te veel ingeburgerd om ze nog te bestrijden, laat men dan toch geen nieuwe er onnoodig bijmaken: ik vind: school-, jeugd-, bedrijfssparen (anal. -s) akelig leelijk, en volkomen overbodig. Laat men gerust sparen op school, in de (zijn) jeugd, bij het bedrijf, en het zoo ook maar zeggen. Die paar klanken meer (die buiten den infinitief toch altijd noodig zullen blijven) zullen den spaarzaamste nog geen kwaad doen. En de variaties blijven gemakkelijker: sparen door vermijden van bioscoop(bezoek) zou kunnen: bioscoop(bezoek)vermijdingssparen nauwelijks.

Waar gaan wij heen, als deze woordvorming (in het algemeen, niet als het laatste voorbeeld) ook al weer toegelaten en aangeprezen moet worden? Terwijl eeuwen lang het Nederlandsche taalgevoel zich er spontaan tegen verzet heeft! Waarom altijd dat Duitsche taalgeklonter. Noodig? En de Engelschen dan?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken