Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 23 (1954)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 23
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.71 MB)

Scans (5.75 MB)

ebook (3.31 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 23

(1954)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ledenvergadering op 15 Mei 1954, in ‘Den Hout’, 's-Gravenhage.

Aanwezig: de heren De Block, Duyvis, Krul, Muller, Smits en Veering en 7 leden.

 

De notulen van de vorige vergadering en de jaarverslagen van de secretaris en de penningmeester worden goedgekeurd. Het verlies, dat in 1953 geleden is, blijkt f 1.685, - groot te zijn. Hoewel op dit ogenblik nog geen concrete cijfers de penningmeester ter beschikking staan, heeft hij de indruk, dat het evenwicht tussen inkomsten en uitgaven in een nabije toekomst verwacht mag worden. Het ledental is met 164 toegenomen. Het verslag van de kascommissie, door de heer Ubbels voorgelezen, wordt goedgekeurd en aan de penningmeester wordt décharge verleend.

 

Het verzoek van de voorzitter, om het bestuur te machtigen een tweede lid voor de kascommissie aan te wijzen, wordt toegestaan. Genoemd wordt de heer Wellensiek.

 

De voorzitter betuigt zijn dank aan de uitgever voor zijn medewerking. Verder vertelt hij een en ander over het contact met de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal in België en de laatste gezamenlijke bijeenkomst in Delft. O.T. wijdt zich aan taalzorg; V.B.O. aan eenheid van taal en eenheid van uitspraak boven de streektalen. Toch is er nog heel veel van elkaar te leren.

 

Daarna geeft de redacteur een beschouwing over de z.g. voornaamwoordelijke aanduiding, bijv. die kaars brandt voor niets, ik doe hem uit. Spreker geeft vele voorbeelden van de moeilijkheden en tegenstrijdigheden, die in het geschreven Nederlands op dit gebied te vinden zijn. Oorspronkelijk, in verre taalperioden, hadden de zelfst. naamwoorden een of ander hoorbaar kenmerk waardoor ze in een bepaalde klasse kwamen. De achtergrond van deze ‘klassificatie’ behandelt hij niet, daar dit ons naar te afgelegen velden zou voeren. De aanduiding met ‘geslacht’ heeft een gevoelswaarde wakker gemaakt, die men bij de behandeling van deze kwestie beter kan missen. Bij gebrek aan beter moeten wij ons echter naar deze onderscheidingswijze voegen om de klassificatie-verschillen aan te duiden. Deze verschillen tellen in Noord-Nederland minder zwaar dan in Zuid-Nederland, doch een cultuurtaal mag aan, overigens verklaarbare, onachtzaamheden geen vrij spel laten. Tussen spreken en schrijven is nu eenmaal een verschil in stijlniveau. De geslachtsregels betekenden voor onze voorouders meer dan voor ons, of anders gezegd: in het geschreven gebruik van de taal hielden onze voorouders vast aan de regels met de aanduiding volgens hij of zij. Het gewone Nederlands van boven de grote rivieren, van alle beschaafd-sprekenden, heeft deze nauwkeurige regels, met

[pagina 24]
[p. 24]

vele uitzonderingen, niet meer. Men kan dit betreuren, doch men kan geen regels handhaven, die slechts een papieren bestaan leiden. Twee dingen moet men zeker vermijden: 1o deze voornaamwoordelijke aanduiding te trekken in de klachten over onverzorgde taal, buitenlandse invloeden of slechte spelling; 2o het Nederlandse de (man) - de (straat) te plaatsen naast le - la of der - die: in het Frans en Duits is het geslachtsonderscheid in het lidwoord te horen!

De Vries en Te Winkel hebben in hun tijd aan de woorden een waarde van ‘hem’ of ‘haar’ gegeven, gebaseerd op regels met tal van uitzonderingen, die men destijds aanvaarden kon, doch die thans niet meer leven en in acht worden genomen. Teneinde nu niet in geheel persoonlijke willekeur te vervallen, zal men zich aan nieuwe regels moeten onderwerpen, die een zekere ordening beogen, door zich te houden aan de werkelijke - heus redelijke - taaltoestand, of daartoe kunnen leiden. De officiële Nederlands-Belgische taalcommissie zal ons binnenkort richtlijnen geven, hoe wij moeten handelen met ‘hem’ en ‘haar’.

De causerie, rijkelijk doorweven met onverwachte en pakkende voorbeelden, levert een hernieuwd bewijs, hoeveel bloemen er groeien in de tuin der taal. De aanwezigen tonen door vragen en discussie hun grote aandacht.

Om 17.15 sluit de heer Duyvis de vergadering.

J.P. Smits, secretaris.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken